Zoekresultaten 12901-12950 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:68 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-072/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 25-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:68
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij over het in een kort geding overleggen van privé-e-mails waarvan de relevantie voor de procedure niet meteen blijkt, kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-301/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:49
Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 245/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:42
Klager verblijft in een TBS instelling. Klager heeft vele klachten ingediend tegen gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten en psychiaters. In de kern betreffen de klachten de procedure tot verkrijging van verlof. Klager heeft de klachten ingetrokken. Beklaagden hebben aangegeven voortzetting van de behandeling van de klachten te wensen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:62 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-160/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:62
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:56 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-029/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:56
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:91 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.106
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 19-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:91
Klacht tegen verzekeringsarts. Verweerder heeft klager bedrijfsgeneeskundig begeleid. Klager verwijt verweerder – samengevat – dat hij (1) zich ten onrechte als bedrijfsarts heeft gepresenteerd, (2) tekort is geschoten in de begeleiding, (3) erop heeft aangedrongen klagers arbeidsrelatie te beëindigen en (4) zich in de civiele procedure tussen klager en zijn werkgever heeft gemengd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het eerste deel van de klacht geheel en het tweede gedeeltelijk gegrond verklaard, aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd en geanonimiseerde publicatie van de beslissing gelast. Het beroep van klager slaagt gedeeltelijk. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het tweede (geheel) en derde klachtonderdeel alsnog gegrond, bepaalt dat de maatregel van berisping gehandhaafd blijft en gelast publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:69 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-873/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 25-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:69
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-751/DB/OB
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:26
Toevoeging is in eerste instantie afgewezen op grond van de interpretatie van de Raad voor Rechtsbijstand van het diagnosedocument van het Juridisch Loket. Hiervan valt de advocaat tuchtrechtelijk geen verwijt te maken. Een advocaat is niet gehouden om een procedure aanhangig te maken indien deze geen mogelijkheden ziet om deze met succes te voeren. Het is niet alleen de taak van een advocaat om zijn cliënt te adviseren maar ook om hem te behoeden voor het voeren van kansloze procedures. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 247/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:43
Klager verblijft in een TBS instelling. Klager heeft vele klachten ingediend tegen gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten en psychiaters. In de kern betreffen de klachten de procedure tot verkrijging van verlof. Klager heeft de klachten ingetrokken. Beklaagden hebben aangegeven voortzetting van de behandeling van de klachten te wensen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:50 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-591/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:50
Verzetbeslissing. Ten aanzien van drie klachtonderdelen heeft de voorzitter de juiste maatstaf toegepast en acht geslagen op alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De verzetgronden kunnen in dat kader dan ook niet slagen. De voorzitter heeft ten onrechte niet geoordeeld over een vierde klachtonderdeel. In zoverre is het verzet gegrond. De raad is, na het horen van een getuige, van oordeel dat de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 237/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:37
Klager verblijft in een TBS instelling. Klager heeft vele klachten ingediend tegen gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten en psychiaters. In de kern betreffen de klachten de procedure tot verkrijging van verlof. Klager heeft de klachten ingetrokken. Beklaagden hebben aangegeven voortzetting van de behandeling van de klachten te wensen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-757/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:63
Alle onderdelen van de klacht zien op de kwaliteit van dienstverlening. Verweerder heeft niet adequaat en deskundige opgetreden voor klager, zijn cliënt. De raad legt een onvoorwaardelijke schorsing voor 13 weken op en heeft daarbij het tuchtrechtelijk verleden van verweerder in aanmerking genomen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:57 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-030/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:57
Voorzittersbeslissing. De klacht is te laat, na de vervaltermijn, ingediend en daarom niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:92 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.051
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 19-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:92
Klacht tegen medisch adviseur. Klager heeft in het kader van de Wet maatschappelijk ondersteuning (WMO) een elektrische rolstoel aangevraagd. Beklaagde heeft in opdracht van de gemeente een sociaal medisch advies uitgebracht, waarin hij concludeert dat klager geen kandidaat is voor een rolstoel. Klagers aanvraag wordt vervolgens door de gemeente afgewezen. Klager verwijt beklaagde dat hij een onjuist rapport heeft opgesteld, dat hij zich onprofessioneel heeft opgesteld tijdens het spreekuur en dat hij geen conceptversie van het rapport naar klager heeft gestuurd zodat klager geen gebruik heeft kunnen maken van zijn inzage-, correctie- en blokkeringsrecht. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht deels gegrond en legt de arts daarvoor een waarschuwing op. De arts komt hiervan in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart evenals het Regionaal Tuchtcollege de klacht deels gegrond en legt aan de arts de zwaardere maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 258/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:44
Klager verblijft in een TBS instelling. Klager heeft vele klachten ingediend tegen gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten en psychiaters. In de kern betreffen de klachten de procedure tot verkrijging van verlof. Klager heeft de klachten ingetrokken. Beklaagden hebben aangegeven voortzetting van de behandeling van de klachten te wensen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:70 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-795/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 25-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:70
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 239/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:38
Klager verblijft in een TBS instelling. Klager heeft vele klachten ingediend tegen gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten en psychiaters. In de kern betreffen de klachten de procedure tot verkrijging van verlof. Klager heeft de klachten ingetrokken. Beklaagden hebben aangegeven voortzetting van de behandeling van de klachten te wensen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-734/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:64
Verweerder heeft in een procedure waarin hij optrad voor de zoon van klager een opeenstapeling van fouten gemaakt. Dit heeft geleid tot een voor klager nadelig vonnis in een procedure, waarvan hij niet op de hoogte was. Verweerder heeft niet onvoorwaardelijk afgezien van de executie van het nadelige vonnis, terwijl evident was dat het vonnis in hoger beroep geen stand zou houden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:58 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-809/DH/RO
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:58
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een erfrechtkwestie kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 200/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:45
Klacht tegen GZ-psycholoog. Beklaagde wordt verweten dat zij voorafgaand aan het onderzoek te weinig informatie heeft verstrekt; te weinig rekening heeft gehouden met een beperkt begrip van klaagster van de Nederlandse taal; het onderzoek naar ASS niet heeft uitgevoerd volgens protocol; dat de kwaliteit van het rapport onvoldoende is; dat de afronding van het onderzoek niet volgens de richtlijnen is verlopen. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:71 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-749/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 25-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:71
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijk geschil gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:52 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-578/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 09-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:52
Verzet niet-ontvankelijk
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 240/2019
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 27-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:39
Klager verblijft in een TBS instelling. Klager heeft vele klachten ingediend tegen gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten en psychiaters. In de kern betreffen de klachten de procedure tot verkrijging van verlof. Klager heeft de klachten ingetrokken. Beklaagden hebben aangegeven voortzetting van de behandeling van de klachten te wensen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-579/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:65
Verweerder heeft klager, de wederpartij van zijn cliënt, onaangekondigd bezocht in klagers winkel. Verweerder heeft daarbij contante betaling van een vordering van zijn cliënt gevorderd. Verweerder heeft zich door zijn cliënt echter niet voldoende op de hoogte laten stellen van de grondslag en de wijze waarop deze vordering geïnd kon worden. Dit is onbetamelijk. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-651/DH/DH
- Datum publicatie: 27-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:59
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft geen gehoor gegeven aan het verzoek van een vertegenwoordiger van zijn cliënte/klaagster om het verstrekken van stukken uit het dossier van zijn cliënte/klaagster. Verweerder heeft zich daarbij terecht beroepen op zijn geheimhoudingsplicht. Hij heeft zijn beslissing meegedeeld aan de vertegenwoordiger en ook toegelicht; verweerder had op basis van de hem bekende informatie over zijn cliënte/klaagster twijfel of zij in voldoende mate haar belangen kon afwegen en de consequenties kon overzien van het verzoek om afgifte van de stukken aan de vertegenwoordiger.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:58 Raad van Discipline Amsterdam 20-008/A/A/D
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:58
Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet te voldoen aan herhaalde verzoeken van de deken de nodige inlichtingen te verschaffen. Het handelen van verweerder raakt de kernwaarden integriteit en professionaliteit. Onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van acht weken en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2002:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/248
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 25-03-2002
- ECLI:NL:TGZRAMS:2002:3
klaagster dient een klacht in tegen een specialist ouderengeneeskunde over de behandeling van haar overleden moeder. Meer in het bijzonder verwijt klaagster de specialist ouderengeneeskunde haar moeder verkeerde medicatie te hebben voorgeschreven als gevolg waarvan haar moeder versuft is geraakt en is gevallen. Verweerster voert verweer. Deels gegrond, berisping
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:59 Raad van Discipline Amsterdam 19-682/A/NH
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:59
Gegrond verzet. De voorzitter heeft in de voorzittersbeslissing niet op de aanvullende klachtonderdelen uit de repliek van klager beslist.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:53 Raad van Discipline Amsterdam 20-064/A/A
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:53
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de rechtbank niet misleid, het stond verweerder vrij om in het belang van zijn cliente ook klaagster te dagvaarden en het stond verweerder vrij om namens zijn cliente ten laste van klaagster executoriaal beslag te leggen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:60 Raad van Discipline Amsterdam 19-837/A/A
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:60
Deels gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een oneigenlijk middel (het betekenen van een brief door de deurwaarder op de zakelijke adressen van klaagsters) in te zetten zonder redelijk doel en daarmee onevenredig nadeel aan klaagsters toe te brengen. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:54 Raad van Discipline Amsterdam 20-068/A/A
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:54
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:61 Raad van Discipline Amsterdam 19-815/A/A
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:61
Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Het verwijt dat verweerster niet heeft gereageerd op het voorstel van de man en klaagster daardoor de kans is misgelopen de man uit te kopen voor € 100.000,- mist feitelijke grondslag. Verweerster heeft verder conform hetgeen zij met klaagster had afgesproken gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:55 Raad van Discipline Amsterdam 20-076/A/A
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:55
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond, deels kennelijk van onvoldoende gewicht en deels kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/359350 KL RK 19-120
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 30-01-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:11
Klacht over uitbetaling depot gegrond. De notaris had, ook al had zij voor het beschikbaar stellen van haar derdenrekening in dit geval toestemming van het BFT, alerter moeten omgaan met de opdracht van de scheepsmakelaar tot doorbetaling van het bedrag van € 6.000,00. De notaris had klager moeten horen op het verzoek om uitbetaling en klager daarbij dienen te verzoeken een schriftelijke bevestiging af te geven als bedoeld in de koopovereenkomst. Maatregel waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:56 Raad van Discipline Amsterdam 20-077/A/A
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:56
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond, deels kennelijk van onvoldoende gewicht en deels kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:57 Raad van Discipline Amsterdam 20-075/A/ZWB
- Datum publicatie: 26-03-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:57
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het was evident dat klager in het peiljaar op basis van zijn inkomen en vermogen niet in aanmerking kwam voor een toevoeging. Nu niet is gebleken dat verweerder aanleiding had om klager te wijzen op de mogelijkheid om peiljaarverlegging aan te vragen, valt het verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij dat niet heeft gedaan.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:23 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-701/DB/OB
- Datum publicatie: 25-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:23
Advocaat mocht er, toen door beide partijen uitvoering werd gegeven aan de tussen partijen bereikte overeenstemming, gelet op de inhoud van de e-mailberichten van de wederpartij en de door klaagster per e-mail gegeven instemming, vanuit gaan dat klaagster zich akkoord had verklaard met een regeling tegen finale kwijting. De ondertekening tegen finale kwijting door verweerster valt advocaat daarom tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Ook overigens is niet gebleken dat advocaat zonder overleg met en instemming van haar cliënte handelingen heeft verricht noch dat zij de belangen van klaagster onvoldoende heeft behartigd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:24 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-383/DB/LI
- Datum publicatie: 25-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:24
Alhoewel op de declaratie van de advocaat wel wat valt af te dingen, kan zonder nadere toelichting echter niet worden vastgesteld dat sprake is van dusdanig buitenproportioneel declareren dat de conclusie gerechtvaardigd is dat sprake is van excessief declareren. Advocaat valt tuchtrechtelijk wel aan te rekenen dat hij heeft nagelaten om tot financiële eindafrekening over te gaan. Advocaat meent het na zijn declaratie overgebleven restant van het door klager betaalde voorschot te kunnen verrekenen met wegens proceseconomische redenen niet aan klager in rekening gebrachte werkzaamheden. Advocaat miskent hiermee de zorgvuldigheid die van hem als behoorlijk handelend advocaat in financiële aangelegenheden mag worden verwacht. De handelwijze van verweerder is een schending van de in 6.2 weergegeven kernwaarde. Verweerder heeft daarbij niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen, geschaad. Klacht (gedeeltelijk) gegrond, voorwaardelijke schorsing 14 dagen, proeftijd 2 jaar, verkorting termijn ex artikel 8a tot twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-838 DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-03-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:25
Advocaat van de wederpartij in een hoog conflict echtscheidingsprocedure. Gelet op de fors verstoorde verstandhouding tussen partijen en de haaks op elkaar staande standpunten van partijen is het begrijpelijk dat een onderlinge regeling niet een reële mogelijkheid was. Niet is komen vast te staan dat de advocaat de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Het staat een advocaat vrij om in opdracht van zijn cliënt over te gaan tot executie van een onherroepelijk vonnis. Dat de voorzieningenrechter in kort geding oordeelde dat het beslag onrechtmatig was gelegd, betekent niet dat de advocaat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:88 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.233
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 17-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:88
Klacht tegen een chirurg in opleiding. De chirurg in opleiding heeft onder supervisie van haar supervisor (tegen wie ook wordt geklaagd) in 2008 bij patiënt laparoscopisch de galblaas verwijderd. Bij patiënt is in de maanden tot jaren na de operatie een ernstige vorm van levercirrose vastgesteld waardoor patiënt in 2012 is overleden. Klaagster heeft zich op het standpunt geteld dat de leverklachten het gevolg zijn van de galblaasoperatie. Klaagster verwijt de chirurg in opleiding 1. dat zij haar informatieplicht en het zelfbeschikkingsrecht heeft geschonden door patiënt niet te informeren dat de operatie zou worden uitgevoerd door een chirurg in opleiding, 2. dat zij niet transparant is geweest over haar ervaring/bekwaamheid, 3. dat zij niet de waarheid spreekt over de critical view of safety en 4. dat zij tekort is geschoten in haar zorgplicht en regiefunctie. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Klaagster komt in beroep van die beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de patiënt onvoldoende is geïnformeerd over de persoon van de operateur, zodat hierover geen informed consent bestond, maar dat de chirurg in opleiding hierin geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-226a
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:50
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Niet is gebleken dat beklaagde niets heeft gedaan om klager te helpen en het verzoek om een verwijzing voor een MRI scan om de oorzaak van zijn klachten aan te tonen categorisch niet heeft gehonoreerd. Uitgaande van de aantekeningen in het journaal en alle verwijzingen die zijn gedaan, is aannemelijk dat beklaagde zoveel als mogelijk ondersteuning heeft gegeven aan klager. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:89 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.249
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 17-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:89
Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich op consult gemeld in verband met een verwijzing naar een allergoloog en heeft bij dit consult ook melding gemaakt van koorts in de avond en verkoudheid. Verweerster heeft klager niet lichamelijk onderzocht maar wel een bloedonderzoek aangevraagd. Daaruit bleek een CRP van 205. Verweerster dacht aan spierreuma en heeft haar assistente gevraagd de uitslag door te geven met een verwijzing naar thuisarts.nl voor meer informatie. Ook schreef zij prednison voor. Twee dagen later bleek bij klager sprake van een longontsteking waarvoor klager enkele dagen in het ziekenhuis heeft verbleven. Klager verwijt verweerster – onder meer – dat zij hem niet adequaat heeft onderzocht en dat zij de diagnose, die bovendien fout was, telefonisch door de assistente heeft laten doorgeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de genoemde klachtonderdelen gegrond verklaard en aan de huisarts de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van verweerster.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-226b
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:51
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Er was geen reden om voor klager een spoed-MRI te regelen. Overigens was klager eerder door de collega van beklaagde al verwezen voor een MRI-onderzoek. Ook het verwijt van klager dat beklaagde geen affectie of medeleven heeft getoond is ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.101
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 17-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:83
Klacht tegen een chirurg. De klacht betreft de behandeling door de chirurg van de inmiddels overleden echtgenote van klager (patiënte). De chirurg was hoofdbehandelaar van patiënte en heeft begin april 2017 bij patiënte een laparoscopische galblaasverwijdering uitgevoerd. Van de verwijderde galblaas is pathologisch anatomisch onderzoek verricht. De uitslag hiervan was medio april 2017 bekend. De chirurg heeft geen kennisgenomen van de uitslag dat sprake was van een galblaascarcinoom. In juni 2017, bij een poliklinisch consult bij een MDL-arts, krijg patiënte de uitslag voor het eerst te horen. In februari 2018 is patiënte overleden aan de gevolgen van een uitgezaaid galblaascarcinoom. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de verwijten gegrond dat de chirurg de uitslag van het door hem (of onder zijn verantwoording) aangevraagde onderzoek niet tijdig heeft bekeken, dat de chirurg de diagnose heeft gemist, dat hij de uitslag van het onderzoek niet tijdig met patiënte heeft gedeeld en dat hij is tekortgeschoten in zijn regiefunctie als hoofdbehandelaar. Het Regionaal tuchtcollege legt aan de chirurg op de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving voor de duur van drie maanden. Het beroep van de chirurg ziet met name op de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege weegt alle feiten en omstandigheden, waaronder een eerder gegrond verklaarde klacht, verklaart het beroep gegrond, uitsluitend voor wat betreft de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel, en legt aan de chirurg op een voorwaardelijke schorsing van drie maanden van de inschrijving in het BIG-register.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-204
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:52
2019-204 Gegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Beklaagde heeft zijn advies gebaseerd op stukken uit 2002 en 2012. Bij een dergelijk advies geldt, gelet op de gerechtvaardigde belangen van betrokkene, dat van de arts mag worden verwacht dat hij duidelijk maakt welke informatie hij heeft gebruikt. Ook moet voor de lezer – zowel degene die de vragen heeft gesteld als de betrokkene – te begrijpen zijn op welke gronden de conclusie van de arts berust. Die conclusie moet ook redelijkerwijs uit de gronden kunnen volgen. Nu beklaagde de genoemde stukken niet in zijn advies heeft genoemd en de informatie niet heeft geactualiseerd, heeft beklaagde onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe hij tot de door hem gegeven antwoorden is gekomen. Klacht gegrond verklaard. Waarschuwing. Geen aanleiding voor proceskostenveroordeling op grond van artikel 69 lid 5 Wet BIG, nu klager geen bedragen heeft genoemd of zijn kosten heeft gespecificeerd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.176
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 17-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:84
Klacht van tandarts tegen een collega-tandarts, werkzaam in een andere praktijk (en tegen diens echtgenote, eveneens tandarts). Klager verwijt de tandartsen dat zij (1) zich niet houden aan de afspraken over de opvang van spoedgevallen, (2) zich grievend uitlaten over een collega, (3) geen medische dossiers verstrekken en (4) zorg van onvoldoende kwaliteit verlenen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1, 2 en 3 gegrond verklaard, klachtonderdeel 4 ongegrond verklaard en de bevoegdheid van de tandarts voor de duur van een half jaar geschorst, waarvan één maand onvoorwaardelijk en vijf maanden voorwaardelijk. Het Centraal Tuchtcollege constateert dat de verstandhouding tussen klager en de aangeklaagde tandartsen slecht is en dat over en weer klachten worden ingediend. Het medisch tuchtrecht is niet bedoeld en ook niet geschikt om een oordeel te vellen over ernstig verstoorde verhoudingen tussen zorgverleners onderling. Dit is alleen anders als door die verstoorde verhoudingen risico’s ontstaan voor de kwaliteit van de patiëntenzorg. Het Centraal Tuchtcollege beziet per klachtonderdeel of klager klachtgerechtigd is en of de aangeklaagde tandarts hier persoonlijk een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het college vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege (voor zover hiertegen beroep is ingesteld), verklaart klager niet‑ontvankelijk in klachtonderdeel 1, verklaart de klachtonderdelen 2 en 3 ongegrond en verstaat dat de opgelegde maatregel van (deels voorwaardelijke) schorsing van 6 maanden komt te vervallen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-223
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:53
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De rol van een bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding is tweeledig. Enerzijds is het zijn taak te beoordelen of een werknemer ziek is, waarbij ook moet worden beoordeeld of het werk de ziekte (mede) heeft veroorzaakt. Zijn andere taak is om te adviseren over de vraag de werknemer in staat is met de klachten te werken, en zo niet, of er binnen het werk zaken moeten worden aangepast om dat wel mogelijk te maken. De terugkoppeling van beklaagde aan de leidinggevende van klaagster wordt in dat licht beoordeeld. Daarnaast zijn daarover regels neergelegd in de Leidraad Bedrijfsarts en privacy uit 2011. Volgens de Leidraad uit 201 dient de bedrijfsarts zich bij het verstrekken van gegevens steeds te beperken tot wat noodzakelijk is in verband met het doel waarvoor de gegevens worden uitgewisseld . B eklaagde is met zijn handelswijze gebleven binnen de ter zake geldende regels van geheimhouding. Zijn omschrijving in de terugkoppeling aan de leidinggevende van klaagster past binnen wat zonder toestemming van de werknemer aan informatie aan een leidinggevende verstrekt mag worden. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.177
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 17-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:85
Klacht van tandarts tegen een collega-tandarts, werkzaam in een andere praktijk (en tegen haar echtgenoot, eveneens tandarts). Klager verwijt de tandartsen dat zij (1) zich niet houden aan de afspraken over de opvang van spoedgevallen, (2) zich grievend uitlaten over een collega, (3) geen medische dossiers verstrekken en (4) zorg van onvoldoende kwaliteit verlenen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1, 2 en 3 gegrond verklaard, klachtonderdeel 4 ongegrond verklaard en de bevoegdheid van de tandarts voor de duur van een half jaar geschorst, geheel voorwaardelijk. Het Centraal Tuchtcollege constateert dat de verstandhouding tussen klager en de aangeklaagde tandartsen slecht is en dat over en weer klachten worden ingediend. Het medisch tuchtrecht is niet bedoeld en ook niet geschikt om een oordeel te vellen over ernstig verstoorde verhoudingen tussen zorgverleners onderling. Dit is alleen anders als door die verstoorde verhoudingen risico’s ontstaan voor de kwaliteit van de patiëntenzorg. Het Centraal Tuchtcollege beziet per klachtonderdeel of klager klachtgerechtigd is en of de aangeklaagde tandarts hier persoonlijk een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klachtonderdeel 2 is gegrond. Het college vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, voor zover deze betrekking heeft op de klachtonderdelen 1 en 3; verklaart klager niet‑ontvankelijk in klachtonderdeel 1 en verklaart klachtonderdeel 3 alsnog ongegrond; verstaat dat de opgelegde maatregel van voorwaardelijke schorsing van 6 maanden komt te vervallen en legt aan de tandarts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-136
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:54
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts en verzekeringsarts. Er zijn in dit geval geen feiten of omstandigheden gebleken die leiden tot het oordeel dat beklaagde de situatie van klaagster niet voldoende onafhankelijk heeft beoordeeld. Op grond van de door klaagster in het gesprek naar voren gebrachte informatie kon beklaagde in redelijkheid tot de conclusie komen dat klaagster niet ziek was en dat er sprake was van een arbeidsconflict. Gelet hierop, en op het feit dat een uitgebreide anamnese is afgenomen, kan niet worden aangenomen dat beklaagde zijn conclusie uitsluitend heeft gebaseerd op de informatie die hij van het verzuimbedrijf over klaagster had ontvangen. Klacht en overige klachtonderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-228
- Datum publicatie: 24-03-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:48
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Het College kan niet kan vaststellen dat, zoals klaagster stelt, zij meermalen heeft gevraagd om een longfoto. Omdat het College dit niet kan vaststellen kan zij ook niet onderzoeken of, zoals klaagster stelt, beklaagde door geen longfoto te laten maken is tekortgeschoten in de zorg die zij tegenover klaagster moet verlenen. Het medisch dossier biedt in ieder geval geen aanknopingspunt dat beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het College voegt daar aan toe dat beklaagde in ieder geval op juiste wijze heeft gereageerd op de klachten met betrekking tot hoesten die klaagster op 8 en 22 februari 2019 op haar spreekuur heeft geuit. Klacht ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 258
- Pagina: 259
- Pagina: 260
- ...
- Pagina: 899
- Volgende pagina zoekresultaten