Zoekresultaten 13201-13250 van de 13660 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0481 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/131
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0481
Klaagster verwijt de huisapotheker dat hij haar bij het afhalen van haar recept een te hoge dosering methotrexaat heeft geleverd. De huisapotheker betrok de medicijnen van de ziekenhuisapotheek. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. In hoger beroep wordt de klacht overgenomen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de apotheker inzake de volumecontrole, de instructie ter zake van de noodzakelijke dosiscontrole en de etikettering van de spuiten niet heeft gehandeld als van een redelijk bekwaam apotheker mag worden verwacht en legt aan de apotheker een waarschuwing op. Zie ook zaak 2009/157.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0475 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/252
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0475
Klacht tegen psychiater over over klaagsters zoon met het oog een op behandel- en plaatsingadvies uitgebrachte rapportage. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de psychiater bepaalde uitlatingen over klaagster niet had mogen doen en dat hij geen beroepsmatige conclusies over haar had mogen trekken, zonder haar in het onderzoek te betrekken, althans haar in de gelegenheid te stellen zich over een en ander uit te laten. Het Centraal Tuchtcollege acht een minder zware maatregel dan de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde berisping op zijn plaats en waarschuwt de arts.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0469 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/118
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0469
Echtgenoot van overleden patiënt verwijt cardioloog a. een verkeerde of te laat een diagnose te hebben gesteld; b. onvoldoende informatie over de behandeling, de gevolgen van die behandeling en eventuele alternatieven te hebben gegeven; c. verkeerde medicijnen te hebben voorgeschreven of verstrekt; d. ten onrechte niet te hebben doorverwezen naar een andere hulpverlener. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de arts alleen bij de behandeling van patiënte betrokken is geweest tijdens diverse opnames in het ziekenhuis en dat zijn rol in de behandeling van patiënte dan ook gering geweest. Het is het college niet gebleken dat de arts, waar en voor zover hij bij de behandeling van patiënte betrokken is geweest, haar niet die zorg geboden heeft waartoe hij jegens haar was gehouden. Beroep verworpen
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0462 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 037/2009
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0462
Klacht tegen verpleegkundige over slechte communicatie. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0456 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 294/2009
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0456
Klacht tegen psychiater. Klager gaat na twee dagen ziekenhuisopname over van een somatische afdeling naar de afdeling psychiatrie. Na drie dagen besluit klager naar huis te gaan omdat hij naar zijn mening onvoldoende somatische zorg krijgt. De klacht gaat onder meer over de vermelding in de brief aan de huisarts dat klager (volgens de verpleging van de MDL-afdeling) het ziekenhuis als hotel gebruikt. De klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0482 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/147
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0482
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0476 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/263
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0476
Orthopedisch chirurg; Cortison injecties. Klaagster klaagt de orthopedisch chirurg aan omdat deze haar vanwege een hielspoor aan beide voeten een tiental Cortison injecties heeft toegediend, zonder voorlichting over de gevaren hiervan, waardoor haar voetzolen zijn verzwakt en klaagster op de rechtervoet niet meer kan lopen en veel pijn heeft. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de injecties met grote tijdsintervallen zijn toegediend en dat niet is gebleken dat de orthopedisch chirurg niet lege artis te werk is gegaan. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing. Klaagsters beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0450 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 115/2008
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0450
Klacht tegen een internist-hematoloog. Verweerster heeft op basis van het voorhanden onderzoek op goede gronden tot haar diagnose kunnen komen. Met name het feit dat beide TdT-kleuringen, van de patholoog en de klinisch chemicus, negatief waren was hierbij relevant. Achteraf gezien is het te betreuren dat het lymfklierbiopt niet een TdT-kleuring heeft gehad, waarover in de beslissing tegen de patholoog meer, maar dat lag op het vakgebied van de patholoog en is verweerster niet te verwijten. Hiervan uitgaande is de behandeling op dat moment niet verkeerd geweest. Het feit dat de diagnose later anders bleek te zijn maakt dit -hoe betreurenswaardig ook- niet anders. Uitgaande van de gestelde diagnose behoefde verweerster deze niet te heroverwegen vanwege het feit dat de behandeling niet het gewenste resultaat had. Bekend is immers dat behandeling van T-cel non-Hodgkin lymfoom slechts in minder dan de helft van de gevallen het gewenste resultaat heeft. Klacht, waaronder ook bejegingsklachten, als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0463 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 036/2009
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0463
Klacht tegen verpleegkundige. Klacht: situatie niet goed ingeschat, niet adequaat gehandeld en niet informeren van familie. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0470 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/119
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0470
Echtgenoot van overleden patiënt verwijt cardioloog a. een verkeerde of te laat een diagnose te hebben gesteld; b. onvoldoende informatie over de behandeling, de gevolgen van die behandeling en eventuele alternatieven te hebben gegeven; c. verkeerde medicijnen te hebben voorgeschreven of verstrekt; d. ten onrechte niet te hebben doorverwezen naar een andere hulpverlener. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de arts alleen bij de behandeling van patiënte betrokken is geweest tijdens diverse opnames in het ziekenhuis en dat zijn rol in de behandeling van patiënte dan ook gering geweest. Het is het college niet gebleken dat de arts, waar en voor zover hij bij de behandeling van patiënte betrokken is geweest, haar niet die zorg geboden heeft waartoe hij jegens haar was gehouden. Beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0457 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 295/2009
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0457
Klacht tegen arts in opleiding tot psychiater. Klager gaat na twee dagen ziekenhuisopname over van een somatische afdeling naar de afdeling psychiatrie. Na drie dagen besluit klager naar huis te gaan omdat hij naar zijn mening onvoldoende somatische zorg krijgt. De klacht gaat onder meer over de vermelding in de brief aan de huisarts dat klager (volgens de verpleging van de MDL-afdeling) het ziekenhuis als hotel gebruikt. De klacht wordt als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0483 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/248
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0483
Klaagster is de echtgenote van een patiënt die door suïcide is overleden. Voor zijn overlijden is de patiënt vanwege een tentamen suïcide opgenomen geweest in een instelling waar de arts als afdelingspsychiater werkzaam is. Klaagster is van mening dat de dood van haar echtgenoot te wijten is aan het nalatig gedrag van de psychiater. Het RTG te Eindhoven heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van klaagster gegrond, vernietigd de bestreden beslissing, legt de arts de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0477 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/287
- Datum publicatie: 22-07-2010
- Datum uitspraak: 22-07-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0477
Psychiater, werkzaam in de verslavingszorg, wordt door klager, sinds jaren bekend als methadonverslaafde, verweten (1) aan klager gevraagd te hebben of klager iets bij zich had en geproefd te hebben van hetgeen klager bij zich had en (2) en (3) in twee telefoongesprekken aan klager te hebben gevraagd of klager iets voor hem kon regelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het eerste onderdeel van de klacht afgewezen en het tweede en derde klachtonderdeel gegrond verklaard, zonder een maatregel op te leggen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager alleen ontvankelijk in het beroep voor zover dat is gericht tegen het oordeel dat onderdeel (1) ongegrond is en bevestigt ten aanzien van dit klachtonderdeel het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0445 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09233
- Datum publicatie: 21-07-2010
- Datum uitspraak: 21-07-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0445
Klager verwijt dat de machtiging die klager aan verweerder heeft gegeven over het verstrekken van informatie aan de verzekering van klager, te algemeen was gesteld en verweerder op basi daarvan geen, althans te veel informatie heeft verstrekt. Verweerder heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. Het RTG is van oordeel van verweerder in de gegeven omstandigheden heeft gehandeld binnen de ruimte die hem was gegeven en dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0444 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0998
- Datum publicatie: 21-07-2010
- Datum uitspraak: 21-07-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0444
Klager verwijt verweerder dat hij de minderjarige zoon van klager niet heeft willen verwijzen voor een second opinion. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd, zich daarbij beroepende op het belang van het kind.. Het RTG is van oordeel dat verweerder de zoon van klager een second opinion niet had mogen onthouden. De klacht wordt gegrond verklaard en aan verweerder wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0441 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2009/42
- Datum publicatie: 21-07-2010
- Datum uitspraak: 20-07-2010
- ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0441
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0442 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/305
- Datum publicatie: 20-07-2010
- Datum uitspraak: 20-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0442
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0443 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/229F
- Datum publicatie: 20-07-2010
- Datum uitspraak: 20-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0443
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0440 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2009/08
- Datum publicatie: 20-07-2010
- Datum uitspraak: 20-07-2010
- ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0440
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0439 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 226/2009
- Datum publicatie: 15-07-2010
- Datum uitspraak: 15-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0439
Klacht tegen verpleegkundige. Klager verblijft in een TBS-instelling, verweerster is werkzaam bij de medische dienst aldaar. In verband met een bloeddruk van 148/102 bij klager vindt overleg plaats met de huisarts. Deze adviseert 50 mgr metoprolol per dag. Klager gaat hier niet mee akkoord. Hij wil eerst zelf met de huisarts overleggen. Voor een afspraak met de huisarts wordt klager op zijn spreekuurlijst gezet. De huisarts is echter met vakantie en de waarnemend huisarts wil dat klager dit met zijn eigen huisarts bespreekt. Klacht, inhoudende dat klager niet met een arts heeft kunnen overleggen over de hem voorgeschreven medicatie, als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0434 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 025/2009
- Datum publicatie: 15-07-2010
- Datum uitspraak: 15-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0434
Klacht tegen kaakchirurg. Klager heeft uit röntgenfoto's opgemaakt dat zich in een bultje in de kaakholte een palladiumstift en mogelijk nog ander materiaal bevindt, afkomstig van een behandeling van zijn toenmalige tandarts. Dit materiaal is naar zijn mening de oorzaak van de vele ontstekingen en allergische reacties waaraan hij lijdt. Hij kreeg voor dit vermoeden in de medische wereld niet of nauwelijks steun. Dit heeft geleid tot tientallen tuchtrechtelijke en ook civielrechtelijke procedures, zonder voor klager bevredigend resultaat. Via een belangenvereniging komt klager in contact met de medisch manager van het Centrum voor Patiëntveiligheid in het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is. Deze vraagt in het kader van een pilot 'poli patiëntveiligheid' aan verweerder of hij de oorzaak van klagers klachten wil onderzoeken. Deze raadpleegt een KNO-arts. Beiden zien geen aanleiding voor operatief ingrijpen. De drie artsen hebben een gesprek met klager. Volgens klager weigert verweerder op deze manier een medische misser te herstellen en dekt hij zijn collega’s. Klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0435 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 027/2009
- Datum publicatie: 15-07-2010
- Datum uitspraak: 15-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0435
Klacht tegen een KNO-arts. Klager heeft uit röntgenfoto's opgemaakt dat zich in een bultje in de kaakholte een palladiumstift en mogelijk nog ander materiaal bevindt, afkomstig van een behandeling van zijn toenmalige tandarts. Dit materiaal is naar zijn mening de oorzaak van de vele ontstekingen en allergische reacties waaraan hij lijdt. Hij kreeg voor dit vermoeden in de medische wereld niet of nauwelijks steun. Dit heeft geleid tot tientallen tuchtrechtelijke en ook civielrechtelijke procedures, zonder voor klager bevredigend resultaat. De medisch manager van het Centrum voor Patiëntveiligheid vraagt in het kader van een pilot 'poli patiëntveiligheid' aan de kaakchirurg of hij de oorzaak van klagers klachten wil onderzoeken. Deze raadpleegt verweerder. Ook die ziet geen aanleiding voor operatief ingrijpen. Volgens klager weigert verweerder op deze manier een medische misser te herstellen en dekt hij zijn collega’s. Klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0436 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 028/2009
- Datum publicatie: 15-07-2010
- Datum uitspraak: 15-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0436
Klacht tegen een kinder arts, werkzaam als medisch manager van het Centrum voor Patiëntveiligheid in een ziekenhuis. Klager heeft uit röntgenfoto's opgemaakt dat zich in een bultje in de kaakholte een palladiumstift en mogelijk nog ander materiaal bevindt, afkomstig van een behandeling van zijn toenmalige tandarts. Dit materiaal is naar zijn mening de oorzaak van de vele ontstekingen en allergische reacties waaraan hij lijdt. Hij kreeg voor dit vermoeden in de medische wereld niet of nauwelijks steun. Dit heeft geleid tot tientallen tuchtrechtelijke en ook civielrechtelijke procedures, zonder voor klager bevredigend resultaat. Via een belangenvereniging komt verweerder in contact met klager. Verweerder vraagt in het kader van een pilot 'poli patiëntveiligheid' aan de kaakchirurg of hij de oorzaak van klagers klachten wil onderzoeken. Deze raadpleegt een KNO-arts. Beiden zien geen aanleiding voor operatief ingrijpen. De drie artsen hebben een gesprek met klager. Volgens klager weigert verweerder op deze manier een medische misser te herstellen en dekt hij zijn collega’s. Klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0437 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 109/2009
- Datum publicatie: 15-07-2010
- Datum uitspraak: 15-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0437
Klacht tegen een KNO-arts. Klager heeft uit röntgenfoto's opgemaakt dat zich in een bultje in de kaakholte een palladiumstift en mogelijk nog ander materiaal bevindt, afkomstig van een behandeling van zijn toenmalige tandarts. Dit materiaal is naar zijn mening de oorzaak van de vele ontstekingen en allergische reacties waaraan hij lijdt. Hij kreeg voor dit vermoeden in de medische wereld niet of nauwelijks steun. Dit heeft geleid tot tientallen tuchtrechtelijke en ook civielrechtelijke procedures, zonder voor klager bevredigend resultaat. Ook de KNO-arts ziet na onderzoek geen aanleiding voor operatief ingrijpen. Volgens klager weigert verweerder op deze manier een medische misser te herstellen en dekt hij zijn collega’s. Klacht als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0438 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 225/2009
- Datum publicatie: 15-07-2010
- Datum uitspraak: 15-07-2010
- ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0438
Klacht tegen verpleegkundige. Klager verblijft in een TBS-instelling, verweerster is werkzaam bij de medische dienst aldaar. In verband met een bloeddruk van 148/102 bij klager vindt overleg plaats met de huisarts. Deze adviseert 50 mgr metoprolol per dag. Klager gaat hier niet mee akkoord. Hij wil eerst zelf met de huisarts overleggen. Voor een afspraak met de huisarts wordt klager op zijn spreekuurlijst gezet. De huisarts is echter met vakantie en de waarnemend huisarts wil dat klager dit met zijn eigen huisarts bespreekt. Klacht, inhoudende dat klager niet met een arts heeft kunnen overleggen over de hem voorgeschreven medicatie, als kennelijk ongegrond in raadkamer afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0426 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 163
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0426
Klager verwijt de huisarts dat hij de interne organisatie niet op orde heeft, dat hij klager en zijn gezin niet had mogen uitschrijven op de wijze waarop dit is gebeurd, dat hij klager niet van strafbare feiten had mogen beschuldigen en de reden van uitschrijving niet in het dossier had mogen opnemen. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Ter zitting bleek het eerste verwijt op een misverstand te berusten. Het College is van oordeel dat het tweede en vierde klachtonderdeel gegrond zijn en legt de arts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0432 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 09/189
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0432
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0427 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 108a
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0427
Klaagster verwijt de huisarts dat zij heeft bijgedragen aan de inbewaringstelling van klaagster en heeft nagelaten te melden dat klaagster niet tegen medicijnen kan. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft in raadkamer de klacht in haar geheel als kennelijk ongegrond afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0433 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/012
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0433
Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat deze tijdens het plaatsen van een kuitprothese de nervus peroneus in de linkerkuit heeft doorgesneden. De klacht heeft voorts betrekking op de informatieplicht en de medicatieverstrekking. De chirurg heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de maatregel van een waarschuwing opgelegd omdat de chirurg extra voorzichtigheid had moeten betrachten bij een ingreep waarmee hij weinig of geen specifieke ervaring mee had.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0428 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 09/257
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0428
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0429 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/164
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0429
Klaagster verwijt de internist de hechtingen na een ooglidcorrectie te vroeg te hebben verwijderd. Daarnaast werd een antibioticakuur gestopt wegens een allergische reactie dan wel een reactie op de antibiotica zonder een andere kuur voor te schrijven. De internist voert gemotiveerd verweer. Het college is van oordeel dat de internist zorgvuldig had gehandeld en dat het verdedigbaar was geweest om het verdere beloop af te wachten. Ten overvloede overwoog het college dat het bevreemding had gewekt dat de internist een dag per week dienst doet in de kliniek zonder dat een plastisch chirurg bereikbaar is om de behandeling over te nemen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0424 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 101
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0424
Klaagster verwijt de arts dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan, een onjuiste diagnose heeft gesteld en dat zij ten onrechte een causaal verband heeft gelegd tussen lichamelijke klachten en de psychologische toestand van klaagster. Klaagster verwijt de arts voorts onder meer dat zij verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven, niet de goede behandeling heeft gegeven en door de behandeling de klachten heeft doen verergeren, de gezondheid van klaagster ernstig op het spel heeft gezet en haar onnodig bang heeft gemaakt. Klaagster verwijt de arts kwade trouw en oplichting. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de arts ernstig is tekortgeschoten in haar zorgplicht ten aanzien van klaagster en dat er sprake is van een ernstige mate van disfunctioneren van de arts met de kans op verder disfunctioneren met alle risico’s van dien voor de individuele gezondheidszorg. Het College legt aan de arts de maatregel van doorhaling van inschrijving in het register op en schorst de inschrijving van de arts in het register met onmiddellijke ingang.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0430 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 08/251
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0430
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0425 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 192
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0425
Klaagster verwijt de radioloog een onjuiste diagnose en het te laat vaststellen van een stollingsprobleem, waardoor behandeling voor een trombosebeen plaatsvond en hierbij complicaties ontstonden. De radioloog heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in haar geheel af.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0431 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/224
- Datum publicatie: 13-07-2010
- Datum uitspraak: 13-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0431
Klagers verwijten de psychiater onder andere dat deze hun kinderen (waarvan één minderjarig) zonder hun toestemming heeft onderzocht en inlichtingen aan derden heeft gegeven. De psychiater heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen. De psychiater was gevraagd door de Raad voor de Kinderbescherming (RvK) in het kader van het voornemen tot een plaatsing in een instelling om de mogelijke suicidaliteit van het minderjarige kind te beoordelen. Op grond van onder meer artikel 1: 120 BW is het college van oordeel dat verweerster gerechtigd was om de RvK in te lichten zonder voorafgaande toestemming van de klagers.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0422 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09209
- Datum publicatie: 12-07-2010
- Datum uitspraak: 12-07-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0422
Klaagster verwijt verweerster dat zij geen volledige narcose heeft gekregen bij haar minifacelift en dat verweerster daarbij een fout heeft gemaakt, waardoor klaagster last heeft van oorsuizingen. Verweerster was niet bevoegd Propofol toe te dienen. Verweerster is ervoor verantwoordelijk dat de verkeerde naam van de verpleegkundige in het operatieverslag is vermeld. Verweerster heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Ter zitting is gebleken dat het dossier waar klaagster haar klacht op baseert, niet het door verweerster vervaardigde verslag is. De klacht over de dossiervoering kan niet slagen. Verweerster heeft geen bemoeienis gehad bij de afspraken voorafgaand aan de operatie. Niet is komen vast te staan dat er tijdens de operatie fouten door verweerster zijn gemaakt. Verweerster was in casu niet onbevoegd om Propofol toe te dienen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0423 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09151
- Datum publicatie: 12-07-2010
- Datum uitspraak: 12-07-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0423
Klaagster verwijt verweerster dat zij nalatig is geweest om actie te ondernemen, waardoor de echtgenoot van klaagster is overleden. Klaagster vraagt zich af of het juist is, dat verweerster bij overdracht van de dienst niet naar patiënt is gaan kijken. Bovendien klaagt zij over de bejegening. Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerster verwijtbaar te kort is geschoten door na de overdracht, waarbij zij vernam dat het (stabiel) slecht ging met de patiënt, niet naar de patiënt te gaan kijken. Ook de communicatie met de familie van patiënt is tuchtrechtelijk verwijtbaar nu verweerster haar professionele handelen ten behoeve van een patiënt heeft laten beïnvloeden door het optreden van de familie. Waarschuwing. Voor het overige heeft verweerster correct gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0419 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/018T
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0419
Bij klager was sprake van een langzaam groeiende zwelling in de linker glandula paroditis. De klacht houdt in dat de kaakchirurg is tekortgeschoten in de zorg die klager van hem mocht verwachten. De klacht betreft de door verweerder verrichte diagnostiek, de door hem uitgevoerde parotidectomie van de tumor, en voorts het postoperatieve beleid. De kaakchirurg heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen. Tijdens de operatie is de nervus facialis beschadigd. Dit is verweerder echter niet aangerekend. Na de ingreep is gebleken dat de tumor zich bevond aan stam van de nervus facialis en uit het pathologisch onderzoek kwam naar voren dat het een schwannoom, een tumor die uitgaat van het zenuwweefsel, betrof. Het beleid dat verweerder had gevolgd zowel tijdens als na de operatie, achtte het college goed verdedigbaar.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0416 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/09
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 29-06-2010
- ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0416
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0420 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0999a
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 07-07-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0420
Klaagster is geopereerd aan een blindedarmontsteking. Zij verwijt verweerster, chirurg, niet te hebben ingezien dat het abces voor grote complicaties kon zorgen; klaagster is ten onrechte op de short stay afdeling geplaatst. Het college oordeelt dat de operatie goed is verlopen en dat er op dat moment geen aanwijzingen waren voor perforatie of abcesvorming. Verweerster behoefde daarom geen ander dan het normale beleid te voeren. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0421 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09163
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 07-07-2010
- ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0421
Klagers verwijten verweerder, huisarts, dat deze zich bij het stellen van de diagnose omtrent de gezondheidstoestand van klagers’ broer heeft laten (af)leiden door hetgeen hij in diens huis aantrof (een ‘teringzooi’) en zodoende niet heeft vastgesteld dat er sprake was van een ernstige situatie. Patiënt is een dag later overleden aan hartfalen. Het college kan zich, mede gelet op hetgeen in het waarneembericht is opgetekend, niet aan de indruk onttrekken, dat de vervuiling bij het komen tot een diagnose een rol heeft gespeeld. Nu verweerder kennelijk twijfels had over zijn diagnose, had hij daarop zijn beleid moeten afstemmen. Klacht gegrond: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0417 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/292T
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0417
Klager verwijt de tandarts onder andere dat hij valse facturen heeft verstuurd, geen behandelplan heeft opgesteld, en dat geen sprake is geweest van een informed consent. De tandarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft vastgesteld dat verweerder nota’s heeft gestuurd naar klager voor verrichtingen die hij niet heeft uitgevoerd en deze niet heeft gecorrigeerd toen klager zich hierover beklaagde. Daar verweerder ter terechtzitting geen enkele blijk heeft gegeven van inzicht in de onjuistheid van zijn handelwijze is hem de maatregel van een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0418 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/205T
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0418
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0415 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2009/05
- Datum publicatie: 07-07-2010
- Datum uitspraak: 29-06-2010
- ECLI:NL:TGZRGRO:2010:YG0415
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0413 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 176
- Datum publicatie: 06-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0413
Klagers, tevens werkgevers, verwijten de psychiater dat hij zonder klagers of de bedrijfsarts te horen, enkel gebaseerd op de visie van werkneemster, een negatieve verklaring over klagers heeft opgesteld die de advocaat van werkneemster heeft overgelegd in een verzoekschriftprocedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een (aanmerkelijke) schadevergoeding. De psychiater heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College dat in ziet dat klagers een zeker (financieel) belang hebben in de deze kwestie is echter van oordeel dat klagers, in hun hoedanigheid van werkgever niet kunnen worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbenden in de zin van art. 65 lid 1 onder a van de Wet BIG en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. Tevens bepaalt het College dat deze beslissing op voet van art. 71 Wet Big zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0414 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 121
- Datum publicatie: 06-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0414
Klaagster verwijt de huisarts dat hij het uitspuiten van haar oren ten onrechte heeft overgelaten aan een doktersassistente en de destijds binnen de praktijk van de huisarts getroffen maatregelen en het geldende protocol voor het uitvoeren van een cerumenlavage onvoldoende waarborgen gaven voor een juiste en zorgvuldige behandeling. Tenslotte verwijt klaagster de huisarts dat hij na vaststelling van de trommelvliesperforatie onvoldoende heeft gedaan om klaagster snel onder behandeling te krijgeven van een specialist. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College wijst de klacht in al haar onderdelen af.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0409 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 o 032a
- Datum publicatie: 06-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0409
Klaagster verwijt de gynaecoloog dat deze te lang heeft gewacht met het verrichten van een sectio met als gevolg een perinatale asfyxie met nierinsufficiëntie en voedingsproblemen bij haar zoontje. Klaagster verwijt de gynaecoloog voorts dat hij haar, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, geen uitleg heeft gegeven over de gang van zaken voorafgaand aan de spoedsectio. De gynaecoloog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat het eerste klachtonderdeel gegrond is maar laat zich niet uit over het causaal verband tussen het de gynaecoloog verweten handelen en de asfyxie en de nierinsufficiëntie van het kind. Dit valt buiten het bestek van de tuchtrechtelijke beoordeling van het handelen van de gynaecoloog. Het College is van oordeel dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is. Het College legt de arts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0410 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 111
- Datum publicatie: 06-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0410
Klaagster verwijt de huisarts in eerste instantie dat hij in een acute situatie vanuit de huisartsenpost te lang telefonisch contact met haar heeft onderhouden en de inhoud van het gesprek ver onder de maat was. Vervolgens verwijt klaagster de huisarts dat hij te laat in consult is gekomen en dat de hulp die hij tenslotte bood, sterk te wensen heeft overgelaten. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de huisarts in meerdere opzichten niet de zorg heeft betracht die van hem gevergd mocht worden en heeft de huisarts de maatregel van berisping opgelegd. Om redenen aan het algemeen belang ontleend zal de beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG worden bekendgemaakt in de Nederlandse staatscourant en worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0411 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 205
- Datum publicatie: 06-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0411
Klaagster verwijt de plastisch chirurg achtereenvolgens dat hij de correctie van haar bovenoogleden en de littekens onjuist heeft uitgevoerd, de behandeling gehaast heeft uitgevoerd in een niet steriele ruimte, een onnodige behandeling aan de zijkant van haar neus heeft verricht en haar heeft geïntimideerd. De plastisch chirurg heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en derhalve afgewezen. Wel is het College van oordeel dat de verslaglegging van de plastisch chirurg zeer summier is, een en ander heeft echter geen gevolgen voor de behandeling van klaagster gehad.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0412 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 51
- Datum publicatie: 06-07-2010
- Datum uitspraak: 06-07-2010
- ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0412
Klager, de zoon van de inmiddels overleden patiënte verwijt de huisarts dat deze hem tijdens een specifiek consult onbeschoft, weinig sociaal en weinig menselijk heeft bejegend, zeker in de tijd dat patiënte er erg slecht aan toe was. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College is van oordeel dat de reactie van de huisarts op het incident dat plaatsvond tijdens het specifieke consult niet goed is geweest en legt de huisarts de lichtste maatregel van waarschuwing op.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 264
- Pagina: 265
- Pagina: 266
- ...
- Pagina: 274
- Volgende pagina zoekresultaten