ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0543 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 201

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0543
Datum uitspraak: 24-08-2010
Datum publicatie: 25-08-2010
Zaaknummer(s): 2009 T 201
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Het College verklaart klagers, ouders die klagen over de behandeling van hun volwassen dochter, niet-ontvankelijk in hun klacht, aangezien zij in dit geval niet klachtgerechtigd zijn.  

Het Regionaal  Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft op dins­dag 29 juni 2010 overwogen dat in de op 10 augustus 2009 ont­van­gen klacht van:

                                                            A en B ,

                                                            wonende te C

                                                             tegen:

                                                            D , arts

                                                            wonende te E ,

klagers niet-ontvankelijk zijn in de klacht, aangezien klagers in dit geval niet klachtgerechtigd zijn.

Klagers klagen over de behandeling van hun volwassen dochter (verder: patiënte). Een naaste betrekking kan rechtstreeks belanghebbende zijn ingevolge artikel 65 lid 1 sub a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, indien de patiënt minderjarig of anderszins wilsonbekwaam is of wanneer de patiënt met indiening van de klacht instemt. Patiënte is meerderjarig. Het College kan niet vaststellen dat klagers dochter wilsonbekwaam is, nu dit uit de stukken niet is gebleken. Klagers stellen wel dat hun dochter wilsonbekwaam is, maar de arts heeft dit gemotiveerd betwist. Ook is niet gebleken dat klagers dochter instemt met de klacht. De arts heeft in dit verband aangevoerd dat patiënte aan de arts heeft aangegeven dat zij niet wil dat haar ouders zich met haar bemoeien. Hoewel het  College begrijpt dat klagers zich zorgen maken over hun dochter, kunnen zij in dit geval niet over de arts, die hun dochter behandelt, klagen. Hierbij weegt nog mee dat de arts jegens patiënte is gebonden aan haar beroepsgeheim.

RECHTDOENDE: verklaart klagers niet-ontvankelijk in de klacht.

Deze beslissing is gegeven in raadkamer op 29 juni 2010 door: mr. M.A.F. Tan-de Sonnaville, voorzitter, mr. R.P. Wijne, lid-jurist,  prof. dr. J.H. van Bockel, dr F.E. Ros en R.H.P. van Beest, leden-artsen, bijgestaan door mr. C.G. Versteeg, secretaris .

voorzitter                                                                                              secretaris

                                                                                                            buiten staat om te tekenen

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a.         de klager, voorzover de klacht is afgewezen, of voorzover hij niet-ontvankelijk is verklaard;

b.         degene over wie is geklaagd;

c.         de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.