Zoekresultaten 1951-2000 van de 2378 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:189 Hof van Discipline 's Gravenhage 240161W

    Wrakingsverzoek tegen voorzitter kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:128 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2182

    Klacht van moeder en zoon tegen een GZ-psycholoog. Tijdens het verblijf van zoon in detentie is de GZ-psycholoog door het OM verzocht om een zogeheten trajectconsult uit te voeren omtrent de vraag of een pro Justitia onderzoek geestvermogens bij klager geïndiceerd was. Klagers verwijten de GX-psycholoog dat zij heeft geweigerd inzage in het medisch dossier te verlenen en dat zij daarna heeft geweigerd om het dossier te corrigeren. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij dit oordeel. De GZ-psycholoog had niet de beschikking over het dossier en kon daarom geen inzage in het dossier verstrekken. De GZ-psycholoog is alleen verantwoordelijk is voor het uitvoeren van het correctierecht ten aanzien van haar advies, zij kan en mag het correctierecht niet toepassen op het strafdossier. De GZ-psycholoog heeft van klagers geen verzoek tot correctie van haar advies ontvangen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klagers ingesteld beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741653 / DW RK 23/390

    Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk: over beklaagde handelen is reeds door de kamer geoordeeld. Een arrest van het Gerechtshof is geen nieuw feit die maakt dat de kamer opnieuw aan toetsing van het beklaagde handelen toekomt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-425/DB/MN/W

    Beslissing op verzoek tot wraking. Niet gebleken is dat op grond van de wijze waarop de gewraakte tuchtrechter de zitting heeft geleid de rechterlijke onafhankelijkheid in twijfel moet worden getrokken. Dat sprake van subjectieve vooringenomenheid en/of partijdigheid ten opzichte van een van de partijen dan wel het voorliggende geschil is de wrakingskamer ook niet gebleken. Verzoeker heeft evenmin feiten en omstandigheden genoemd, die hem in objectieve zin grond geven te vrezen dat de tuchtrechter vooringenomen en/of partijdig is. Ook van de schijn daarvan is niet gebleken. Tot slot heeft de wrakingskamer niet kunnen vaststellen dat er anderszins zodanig is gehandeld dat daarmee geen recht is gedaan aan een eerlijk proces. Het verzoek tot wraking behelst ook voor het overige geen feiten of omstandigheden die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid van de genoemde tuchtrechter schade zou kunnen lijden. Bij gebreke van door verzoeker gestelde feiten die kunnen leiden tot inwilligen van het verzoek en waarover onduidelijkheid bestaat is een nader onderzoek ter zitting zinledig. Artikel 4.1 van het wrakingsprotocol raden van discipline laat als uitzondering op de hoofdregel toe dat bij kennelijk ongegronde verzoeken zonder zitting wordt beslist. De door verzoeker gestelde feiten kunnen niet leiden tot inwilliging van het verzoek. De conclusie is dat het verzoek tot wraking zonder zitting kennelijk ongegrond dient te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:183 Hof van Discipline 's Gravenhage 230304

    Klacht over eigen advocaat. Het hof vernietigd de beslissing van de raad, omdat het hof anders dan de raad van oordeel is dat verweerster zich niet op onbetamelijke wijze heeft uitgelaten tegen klager. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerster haar opdracht niet schriftelijk heeft bevestigd aan klager en hem ook niet voldoende heeft geïnformeerd over zijn mogelijke aanspraak op een toevoeging. Omdat het hof een van de twee klachtonderdelen ongegrond acht, valt de maatregel lager uit, berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730934 / DW RK 23/86

    Klacht over dat het te lang heeft geduurd voordat klager antwoord kreeg op de vraag wie schuldeiser is, na cessie. Verkrijging akte cessie duurde lang vanwege moeizame communicatie met opdrachtgever. Klacht niet gegrond. Op een bericht is niet geantwoord. Klacht is ten aanzien van dat onderdeel wel gegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:177 Hof van Discipline 's Gravenhage 240059

    Hoger beroep niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2064

    Klacht tegen internist. Klaagster is de echtgenote van patiënt. Bij hem werd in 2018 een longtumor met levermetastasering werd vastgesteld. Hij werd hiervoor met chemotherapie behandeld. Vanwege klachten na deze chemotherapie (waaronder maagkrampen en diarree) werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Patiënt is daar overleden. Na zijn overlijden is obductie gedaan. De klacht gaat over het handelen van de internist voorafgaand aan het overlijden. Klaagster verwijt de internist onder meer dat hij meer onderzoek had moeten doen, zoals een CT-scan, overplaatsing naar een ander ziekenhuis had moeten aanbieden, de mdl-arts te laat heeft ingeschakeld en niet heeft geluisterd naar patiënt toen hij aangaf dat de pijn niet in de darmen zat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:108 Raad van Discipline Amsterdam 24-165/A/A

    Raadsbeslissing; Omvangrijke klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een vreemdelingenzaak. de klachtonderdelen die betrekking hebben op de inhoudelijke behandeling van klagers zaken gegrond zijn. De gegrondverklaring houdt met name verband met de traagheid waarmee verweerder klagers zaken heeft behandeld. Hoewel de raad er begrip voor heeft dat verweerder in de laatste maanden voor zijn pensionering door vertrek van twee kantoorgenoten in de knel is geraakt bij de behandeling en overdracht van zijn zaken, komt dit voor zijn risico en had klager van deze omstandigheden niet de dupe mogen worden. Waarschuwing met kostenveroordeling wordt passend geacht, omdat verweerder niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld en hij heeft erkend dat hij tekortgeschoten is in een voortvarende behandeling van de zaken van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:129 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2181

    Klacht tegen een GZ-psycholoog tevens psychotherapeut. Over de zoon van klaagster is, in opdracht van het OM, een pro Justitia rapport opgemaakt door een psycholoog. Klaagster was als referent in het onderliggende onderzoek betrokken. Omdat klaagster en haar zoon het niet eens waren met de inhoud van het rapport, hebben zij zich nadien meermaals tot de GZ-psycholoog/psychotherapeut gewend in zijn hoedanigheid van manager zorg & rapportage. De klacht gaat erover dat klaagster haar correctierecht ten aanzien van het rapport niet heeft kunnen toepassen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt net als de voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege dat de rapporteur verantwoordelijk is voor het toepassen van het correctierecht zodat verweerder hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740718 / DW RK 23/371

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klacht berust op hetzelfde feitencomplex waar eerder over is geklaagd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6804

    Klacht tegen GZ-psycholoog kennelijk ongegrond. Klager heeft in het verleden een verkeersongeval gehad. In het kader van de afwikkeling van de letselschade heeft de GZ-psycholoog een onderzoek gedaan naar eventuele cognitieve stoornissen bij klager. Hiervan heeft zij een rapport opgesteld. De klacht heeft betrekking op het onderzoek en het rapport van de GZ-psycholoog.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:190 Hof van Discipline 's Gravenhage 230335

    Beklag op grond van artikel 5 ongegrond. Het hof is van oordeel dat de plannen die klager heeft gepresenteerd en de toelichting daarop de ‘gegronde vrees’ als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b Advw niet hebben weggenomen. Het hof is van oordeel dat de door klager gepresenteerde ‘kwaliteitswaarborgen’ onvoldoende zijn in relatie tot zijn tuchtrechtelijke antecedenten. Het hof is verder van oordeel dat klager nog altijd onvoldoende zelfreflectie toont, ondanks dat dat door het hof in een eerder beklag van klager op grond van artikel 5 expliciet is genoemd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:184 Hof van Discipline 's Gravenhage 230286

    Klacht van de ene advocaat tegen de andere, in verband met het overnemen van een cliënt. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat verweerster weliswaar niet overeenkomstig gedragsregel 28 heeft gehandeld, maar niettemin toch niet onbetamelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743898 / DW RK 23/462 LV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarders klager niet hebben verteld wie de schuldeiser is en ondanks daartoe onbevoegd te zijn loonbeslag hebben gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:178 Hof van Discipline 's Gravenhage 240181

    Beklag op grond van artikel 13 gegrond. Klager heeft zich voldoende, maar tevergeefs, ingespannen om zelf een advocaat te vinden. Daarnaast geeft het dossier geen grond om aan te nemen dat de beroepsprocedure waarvoor klager bijstand van een advocaat wenst geen redelijke kans van slagen heeft.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2063

    Klacht tegen longarts. Klaagster is de echtgenote van patiënt. Bij hem werd in 2018 een longtumor met levermetastasering vastgesteld. Hij werd hiervoor met chemotherapie behandeld. Vanwege klachten na deze chemotherapie (waaronder maagkrampen en diarree) werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Patiënt is daar overleden. Na zijn overlijden is obductie gedaan. De klacht gaat over het handelen van de longarts voorafgaand aan het overlijden. Klaagster verwijt de longarts onder meer dat hij meer onderzoek had moeten doen, zoals een CT-scan, overplaatsing naar een ander ziekenhuis had moeten aanbieden, de MDL-arts te laat heeft ingeschakeld en niet heeft geluisterd naar patiënt toen hij aangaf dat de pijn niet in de darmen zat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:109 Raad van Discipline Amsterdam 24-130/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. Binnen de zeer beperkte tijd die er (mede door toedoen van klager) was om klagers zaak te behandelen heeft verweerder gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7043

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster is de advocaat van een patiënt van de huisarts. Zij staat de patiënt bij in een letselschadezaak. Klaagster verwijt de huisarts dat hij heeft geweigerd een geneeskundige verklaring af te geven aan de patiënt en dat hij daarover een WhatsAppbericht en een e-mail aan klaagster heeft geschreven. Naar het oordeel van de voorzitter kan klaagster niet in haar klacht worden ontvangen. Klaagster stelt dat zij het mede in het belang van de veiligheid en/of de gezondheid van de patiënten noodzakelijk vindt om deze klacht in te dienen. Het valt echter niet in te zien dat de berichten van de huisarts aan klaagster effect of invloed hebben op de individuele gezondheidszorg. Verder heeft het contact tussen de huisarts en klaagster plaatsgevonden in het kader van de werkzaamheden van klaagster als letselschadeadvocaat. De opmerking dat de huisarts bij de patiënt de indruk heeft gewekt dat klaagster onkundig is, waardoor de kans bestaat dat de patiënt voor negatieve mond-tot-mond reclame zorgt, dan wel zijn relatie met klaagster wegens gebrek aan vertrouwen verbreekt, betreft een eigen beroepsmatig belang van klaagster als advocaat. Dit belang raakt niet de individuele gezondheidszorg en houdt als zodanig geen verband met de aard en strekking van het tuchtrecht. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:69 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740948 / DW RK 23/377

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Verzet ziet op hoogte van in rekening gebrachte kosten en over het informeren over bezwaar / beroep / verzetmogelijkheden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:191 Hof van Discipline 's Gravenhage 240176

    Klacht tegen de deken niet verwezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2144

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft eerder tuchtklachten ingediend tegen de verzekeringsarts. Deze klachten gingen over een de door de verzekeringsarts in 2016 opgesteld rapport en hebben geleid tot drie onherroepelijke eindbeslissingen van het Centraal Tuchtcollege. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft klager daarom wegens strijd met het ne bis in idem beginsel niet-ontvankelijk in zijn klacht verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6694

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Patiënt (broer van klager) was bekend met recidiverende herseninfarcten en is daarvoor meerdere keren in het ziekenhuis opgenomen geweest. Hij kreeg medicatie, waarvan hij veel bijwerkingen ondervond. De medicatie is in 2022 van Simvastatine gewijzigd naar Rosuvastatine en in 2023 van Clopidogrel Zentiva naar Clopidogrel Xiromed. Op 18 februari 2023 heeft patiënt een hersenbloeding gekregen en is hij op 27 februari 2023 overleden. Klager is niet tevreden met de zorg die verweerder aan zijn broer heeft verleend en daarnaast vindt klager dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:185 Hof van Discipline 's Gravenhage 230267

    Verweerster heeft een brief niet alleen aan klaagsters, de advocaten van haar wederpartij gestuurd, maar ook aan (de CEO van) de cliënte van klaagsters. Het hof is met de raad van oordeel dat een advocaat een eigen belang heeft bij naleving van gedragsregel 25 door de advocaat van de wederpartij van de cliënt. Het doel van gedragsregel 25 is immers het bewaren van het evenwicht tussen partijen in een juridisch geschil. Dat is niet alleen in het belang van partijen zelf, maar ook van andere betrokkenen, waaronder de advocaten. Het hof komt dus tot het oordeel dat klaagsters in hun klacht ontvankelijk zijn. Het hof is met de raad van oordeel dat de hierop gerichte klacht gegrond is. Het hof stelt voorop dat (ook) een in “cc” gestuurde e-mail moet worden gekwalificeerd als een rechtstreeks verstuurd bericht in de zin van gedragsregel 25. Het bericht behelsde een aansprakelijkstelling en een verzoek om tot een regeling te komen. Geen van beide onderwerpen beoogt een rechtsgevolg te bewerkstellingen dat niet bereikt kon worden door het bericht uitsluitend naar klaagsters te sturen. Daar komt bij dat het bericht ook is gebruik voor communicatie over de reeds lopende zaak tussen de cliënte van klaagsters en de cliënten van verweerster.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/739990 / DW RK 23/342 LV/SM

    Beslissing op verzet: gegrond. Klacht: ongegrond. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gerechtsdeurwaarders hun taak veronachtzaamd hebben in het proces van het verkopen van in beslag genomen aandelen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:179 Hof van Discipline 's Gravenhage 240190

    Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klaagster heeft zich onvoldoende serieus ingespannen om zelf een advocaat te vinden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:137 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2062

    Klacht tegen longarts. Klaagster is de echtgenote van patiënt. Bij hem werd in 2018 een longtumor met levermetastasering vastgesteld. Hij werd hiervoor met chemotherapie behandeld. Vanwege klachten na deze chemotherapie (waaronder maagkrampen en diarree) werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Patiënt is daar overleden. Na zijn overlijden is obductie gedaan. De klacht gaat over het handelen van de longarts voorafgaand aan het overlijden. Klaagster verwijt de longarts onder meer dat zij meer onderzoek had moeten doen, zoals een CT-scan, overplaatsing naar een ander ziekenhuis had moeten aanbieden, de mdl-arts te laat heeft ingeschakeld en niet heeft geluisterd naar patiënt toen hij aangaf dat de pijn niet in de darmen zat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:130 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-012/DH/DH

    Klacht over de eigen advocaat. Schrapping. Verweerster heeft haar cliënt gedurende een lange periode bewust onjuist geïnformeerd over het aanhangig hebben gemaakt van een procedure bij de rechtbank. Door klager vervolgens te ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling, heeft verweerster ogenschijnlijk ook nog geprobeerd om haar eigen kwalijke gedrag te verhullen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-326/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van deken. Het stond verweerster in de gegeven omstandigheden en gelet op de aan haar in haar hoedanigheid van deken toekomende beleidsvrijheid vrij om afwijzend te reageren op klagers verzoek, om op te treden tegen de – vermeende – schending van de geheimhoudingsplicht door mr. W. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5521

    “Klacht tegen huisarts van overleden moeder. Klaagster verwijt de huisarts dat haar moeder een consult en daarmee essentiële zorg is onthouden.Het college oordeelt dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk is in haar klacht, omdat niet gebleken is van betrokkenheid van de huisarts bij de telefonische consulten.”

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:169 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-639/AL/MN

    ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:125 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-265/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het niet delen van gegevens verzekeraar door de advocaat. Weigering om de gegevens van beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar aan klager te verstrekken is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De gestelde beroepsfout is betwist en de daarmee samenhangende aansprakelijkheid is afgewezen en dat heeft verweerder ook aan klager meegedeeld. Het stond verweerder vrij om klager niet de gelegenheid te bieden om rechtstreeks in contact te treden met zijn verzekeraar. Als de civiele rechter de aansprakelijkheid van verweerder vanwege een beroepsfout in een eventuele procedure vaststelt, ontstaat een betalingsverplichting voor verweerder ten opzichte van klager. Of de verzekeraar die schade al dan niet (aan verweerder) vergoedt, is een zaak tussen de verzekeraar en verweerder, waar klager buiten staat. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5947

    “Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij tijdens het spreekuur met stelligheid de diagnose borstkanker heeft gesteld. Uit nader onderzoek is gebleken dat het een borstontsteking was.Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is, omdat de verweten gedraging niet kan worden vastgesteld.”

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:126 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-327/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in een familierechtkwestie. Verweerster heeft in het licht van de informatie die zij ter beschikking had met de door haar gekozen bewoordingen de grenzen van de vrijheid die zij als advocaat van de wederpartij in een familierechtkwestie niet overschreden. Verder heeft verweerster mogen uitgaan van de juistheid van de informatie die zijn van haar cliënte had ontvangen. Ook stond het verweerster vrij om een toevoeging voor haar cliënte aan te vragen en om diverse producties met gegevens/informatie over klager aan de rechtbank en de deken te sturen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5699

    “Klacht tegen een huisarts, die zijn patiënte bij haar thuis een massage heeft gegeven. De klachtonderdelen over het seksueel grensoverschrijdend handelen jegens patiënte, het verder doordringen in de privésfeer van patiënte dan noodzakelijk was en het niet zorgvuldig beëindigen van de behandelrelatie zijn gegrond. Het college legt de huisarts een geheel voorwaardelijke schorsing op voor de duur van één jaar met een proeftijd van twee jaren.”

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:127 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-815/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5286

    “Klacht van kinderen van overleden patiënt tegen een huisarts, bij wie de vader patiënt is geweest. Klagers verwijten de huisarts dat hij vanaf 28 september 2020 tot in juli 2021 aan hun vader niet de medische zorg heeft verleend die hij had dienen te verlenen. De huisarts heeft een beroep gedaan op zijn beroepsgeheim. Het college oordeelt dat klagers ontvankelijk zijn in hun klacht, dat de huisarts zijn verweer onvoldoende heeft gemotiveerd en dat zeven van de acht klachtonderdelen gegrond zijn. Het college bepaalt dat de inschrijving van de huisarts in het BIG-register wordt doorgehaald en dat de bevoegdheid van de huisarts om de aan die inschrijving verbonden bevoegdheid uit te oefenen terstond wordt geschorst.”

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:128 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-920/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:129 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-021/DH/RO

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft onbetamelijk gehandeld met zijn beschuldigingen en de wijze waarop hij die e-mail in ruime kring heeft verspreid. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:173 Hof van Discipline 's Gravenhage 240108

    Beklag op grond van artikel 13 te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:167 Hof van Discipline 's Gravenhage 240075

    Beroep te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:168 Hof van Discipline 's Gravenhage 240085

    Hoger beroep tegen een ongegrond verklaard verzet niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:169 Hof van Discipline 's Gravenhage 240107

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:86 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-358/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond. Verweerder kan gelet op de ontstane vertrouwensbreuk niet worden verweten dat hij de behandeling van klagers zaak heeft neergelegd en dat de zaak daardoor stil is komen te liggen. Verweerder heeft het kort geding in opdracht van klager ingetrokken. De klacht is ook voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6888

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft een contra-expertise uitgevoerd naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt de GZ-psycholoog dat hij bij klager een waanstoornis heeft vastgesteld, gedurende het onderzoek onaangekondigd vijf maanden is weggebleven en dat hij heeft geweigerd om de gesprekken met klager op te nemen. Het college is van oordeel dat uit de rapportage blijkt dat de GZ-psycholoog zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Niet gebleken is dat de GZ-psycholoog stukken tot zijn beschikking had die hij ten onrechte niet of onvoldoende heeft meegenomen in zijn overwegingen. Op basis van de beschikbare gegevens en de gevoerde gesprekken heeft de GZ-psycholoog in redelijkheid tot zijn conclusie en de door hem gegeven beantwoording van de vragen kunnen komen. Het stilleggen van de gesprekken met klager is, gelet op de beweegredenen van de GZ-psycholoog, niet onzorgvuldig geweest. Er was geen verplichting voor de GZ-psycholoog om de gesprekken op te nemen, ook niet na een verzoek daartoe vanuit klager. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:170 Hof van Discipline 's Gravenhage 240109

    Verzet. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken in het arrondissement Oost-Brabant. Zij heeft de voorzitter van het hof verzocht deze klacht voor onderzoek en afhandeling door te verwijzen naar een andere deken. De voorzitter heeft het verzoek afgewezen, omdat de klacht ziet op de visie van de deken in een andere klachtzaak, waarin de weg naar de tuchtrechter nog openstond. Klaagster heeft verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het hof onderschrijft de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:87 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-320/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de dienstverlening. Verweerster kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van het feit dat zij de behandeling van klaagsters zaak heeft neergelegd, noch van de wijze waarop zij dat heeft gedaan. Voor het overige ontbreekt de feitelijke grondslag. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6944

    Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is door de fysiotherapeut behandeld na een heupoperatie. De fysiotherapeut heeft klaagster drie keer thuis bezocht. Tijdens het laatste huisbezoek heeft de fysiotherapeut klaagster gemasseerd in verband met pijnklachten in de onderrug en spanning in het linker bovenbeen en de heupregio. Volgens klaagster heeft de fysiotherapeut daarbij haar shorts en string tot onderaan haar billen uitgetrokken en onnodig in de schaamstreek gemasseerd, zonder daarvoor toestemming te vragen. Ook verwijt zij hem herhaaldelijk dwingend te hebben aangeboden om haar thuis op te halen met zijn auto voor een bezoek aan de praktijk en dat hij te amicaal met haar is omgegaan. Het college komt tot het oordeel dat de fysiotherapeut niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Een massage van de heup- en liesstreek is op zichzelf een gebruikelijke fysiotherapeutische behandeling na een heupoperatie. Dat een massage op de blote huid plaatsvindt, is eveneens gebruikelijk. Vanwege de uiteenlopende verklaringen heeft het college niet kunnen vaststellen dat de fysiotherapeut de shorts en string van klaagster onnodig ver naar beneden heeft getrokken en/of dat hij onnodig dicht in de buurt van intieme delen van klaagster is gekomen. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:171 Hof van Discipline 's Gravenhage 240113

    Beroep tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:88 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-319/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder zich in zijn correspondentie met de Belastingdienst heeft voorgedan als advocaat van klaagster. Verweerder mocht de van de Belastingdienst verkregen stukken in het geding brengen. Kennelijk ongegrond.