ECLI:NL:TGDKG:2024:92 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/ 747775 / DW RK 24/110 LV/SM
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2024:92 |
---|---|
Datum uitspraak: | 02-09-2024 |
Datum publicatie: | 16-09-2024 |
Zaaknummer(s): | C/13/ 747775 / DW RK 24/110 LV/SM |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder inbreuk heeft gemaakt op zijn rechten en een onwettig beslag heeft gelegd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet tegen die beslissing ongegrond. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 2 september 2024 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 27 februari 2024 met zaaknummer C/13/743333 DW RK 23/449 MK/WdJ en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/ 747775 / DW RK 24/110 LV/SM ingesteld door:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde,
gemachtigde: mr. [ ].
1. Ontstaan en verloop van de procedure
Bij brief met bijlagen, ingekomen op 1 december 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 9 januari 2024, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 27 februari 2024 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 28 februari 2024. Bij brief, ingekomen op 12 maart 2024, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 juli 2024 alwaar klager is verschenen. De uitspraak is bepaald op 2 september 2024.
2. De ontvankelijkheid van het verzet
Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.
3. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
- Op 4 augustus 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder een ten laste van klager uitgevaardigd dwangbevel van 10 juli 2023 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.
- Op 31 augustus 2023 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. ten laste van klager.
- Bij exploot van 4 september 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van het gelegde beslag aan klager betekend.
4. De oorspronkelijke klacht
Klager beklaagt zich er - voor zover de voorzitter begrijpt - samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder inbreuk heeft gemaakt op de rechten van klager.
5. De beslissing van de voorzitter
5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:
4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts deur waar ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts deur waar der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
4.2 Op grond van artikel 37 lid 2 Gerechtsdeurwaarderswet dient een klacht schriftelijk en met redenen omkleed te worden ingediend bij de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders.
4.3 De voorzitter kan niet beoordelen wat klager de gerechtsdeurwaarder precies verwijt. Klager volstaat met algemeenheden zonder nadere toelichting of onderbouwing, waarin op deze manier geen lijn valt te ontdekken. Van de kamer kan niet worden verwacht dat zij probeert te achterhalen waarover geklaagd wordt. De klacht voldoet aldus niet aan de eisen die daaraan redelijkerwijs mogen worden gesteld.
5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.
6. De gronden van het verzet
In verzet heeft klager, voor zover de kamer begrijpt, aangevoerd dat dat hij het niet eens is met de beslissing van 27 februari 2024 en dat het beslag dat is gelegd door de gerechtsdeurwaarder onwettig is.
7. De beoordeling van de gronden van het verzet
7.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.
7.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.
BESLISSING:
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries
en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 september 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.