ECLI:NL:TGDKG:2024:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/740223 / DW RK 23/357 LV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2024:96
Datum uitspraak: 02-09-2024
Datum publicatie: 16-09-2024
Zaaknummer(s): C/13/740223 / DW RK 23/357 LV/SM
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder heeft ver buiten een redelijk termijn gereageerd op klager. Zelfs nadat klager de gerechtsdeurwaarder heeft gerappelleerd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 september 2024 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/740223 / DW RK 23/357 LV/SM ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 4 oktober 2023, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 14 oktober 2023, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 juli 2024 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 2 september 2024.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

  • In april 2019 heeft klager de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven om een dossier in behandeling te nemen tegen een wanbetalende huurder die hij uit het gehuurde wilde hebben.
  • Klager heeft, na advies van de gerechtsdeurwaarder, een bodemprocedure tegen de huurder gevoerd met de gerechtsdeurwaarder als gemachtigde.
  • In oktober 2019 is in die bodemprocedure vonnis gewezen waarbij de vordering van klager is toegewezen.
  • Op basis van het vonnis heeft de gerechtsdeurwaarder loonbeslag gelegd.
  • Bij e-mails van 20 december 2019 en 22 januari 2020 heeft klager de gerechtsdeurwaarder gevraagd wanneer de maandelijkse bedragen zullen worden ontvangen. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mails van

24 december 2019 en 22 januari 2020 gereageerd.

  • Bij e-mail van 22 januari 2020 heeft klager verzocht om een specificatie van de kosten en gevraagd om meer informatie over het innen van gelden.
  • Bij e-mail van 26 juni 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder klager geïnformeerd dat de debiteur is veranderd van werkgever en heeft hij toestemming gevraagd om opnieuw loonbeslag te leggen. Hiermee is klager telefonisch akkoord gegaan
  • Bij e-mail van 5 februari 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat sprake is van een (andere) eerste beslaglegger die een preferente vordering had/heeft en dat niet duidelijk is wat er de afgelopen tijd voor klager is ingehouden.
  • Bij e-mail van 12 februari 2021 heeft klager zijn zorgen geuit en heeft hij de gerechtsdeurwaarder verzocht of het traject wel goed gaat.
  • Bij e-mail van 12 april 2021 heeft klager zijn e-mail gerappelleerd. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat de zaak gewoon doorloopt en het dus goed gaat.
  • Bij e-mail van 18 juli 2021 herhaalt klager zijn zorgen en vraag of het traject goed gaat.
  • Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 19 juli 2021 gereageerd en aangegeven dat klager moet afwachten en hij klager periodiek zal informeren of beslag weer zinvol zal zijn.
  • Bij e-mail van 21 september 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klager een update gegeven.
  • Bij e-mail van 8 mei 2023 heeft de gerechtsdeurwaarder aangegeven dat de debiteur weer een baan heeft en heeft hij klager toestemming gevraagd om (opnieuw) loonbeslag te leggen. Hiermee is klager telefonisch akkoord gegaan.
  • Bij e-mail van 5 september 2023 heeft klager een specificatie van de gerechtsdeurwaarder ontvangen. Hierop hebben klager en de gerechtsdeurwaarder over en weer gecorrespondeerd.
  • Bij e-mail van 18 september 2023 heeft klager een klacht bij de gerechtsdeurwaarder ingediend. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mail van 29 september 2023 gereageerd.

2. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat hij de gerechtsdeurwaarder vierenhalf jaar geleden opdracht heeft gegeven om een dossier op te pakken en hij steeds zelf contact met de gerechtsdeurwaarder moet opnemen over het verloop van het dossier. Ook zijn er naar de mening van klager te veel slordigheden waardoor hij het gevoel heeft dat hij zelf het werk van de gerechtsdeurwaarder moet doen. Klager heeft ruim anderhalf jaar niets meer van de gerechtsdeurwaarder vernomen en heeft inmiddels het gevoel dat het kantoor in haar eigen belang werkt en niet in het belang van klager. Hierdoor is het vertrouwen in het kantoor en de hele branche geschaad.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Gerechtsdeurwaarders zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar ders wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Uit de door klager overgelegde correspondentie maakt de kamer op dat de gerechtsdeurwaarder klager niet regelmatig heeft geïnformeerd over de stand van zaken, soms maanden lang. Het verlangen van klager om frequenter geïnformeerd te worden, is voorstelbaar. Anderzijds is het standpunt van de gerechtsdeurwaarder dat er alleen informatie wordt verstrekt als er een verandering heeft plaatsgevonden, ook begrijpelijk. Het heeft er echter de schijn van dat de gerechtsdeurwaarder hierover niet voldoende duidelijk heeft gecommuniceerd.

4.3 Wat daar ook van zij, de door klager omschreven gang van zaken geeft klager kennelijk onvoldoende aanleiding om zijn opdracht aan de gerechtsdeurwaarder in te trekken. Uit de overgelegde producties blijkt bovendien dat klager steeds weer toestemming heeft gegeven voor de ambtshandelingen die door de gerechtsdeurwaarder zijn verricht. De stelling van klager dat de gerechtsdeurwaarder in eigen belang zou handelen is niet aannemelijk gemaakt noch met stukken onderbouwd.

4.4 Ten aanzien van de e-mail van klager van 12 februari 2021 merkt de kamer op dat, ook al valt er wellicht niets te melden in het dossier, de gerechtsdeurwaarder het niet op een rappel (d.d. 12 april 2021) mag laten aankomen als hem om informatie wordt verzocht. Het is weliswaar aan de gerechtsdeurwaarder om te bepalen hoe hij zijn informatievoorziening organiseert, maar hij dient er wel bedacht op te zijn dat het niet beschikken over een elektronisch (volg)systeem, waarin de opdrachtgever de stand van zaken zelf kan inzien, met zich brengt dat hem (mogelijk meer dan hem lief is) gevraagd zal worden informatie te delen over de stand van zaken. De vaste jurisprudentie verplicht hem in die situaties vragen met betrekking tot bij hem in behandeling zijnde zaken tijdig en adequaat te beantwoorden. Met de reactie van de gerechtsdeurwaarder op 12 april 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder ver buiten redelijke termijn geantwoord op een verzoek van klager, hetgeen een tuchtrechtelijk verwijt oplevert.

4.5 De gerechtsdeurwaarder heeft in reactie op de stelling van klager dat er geen klachtenprocedure is voor zijn kantoor, verwezen naar de website van zijn kantoor waar de mogelijkheid wordt geboden een klacht in te dienen. Dit onderdeel stuit hierop af.

4.6 De kamer verklaart de klacht, zoals hiervoor overwogen, deels gegrond en zal volstaan met het opleggen van maatregel van waarschuwing. Met het opleggen van deze maatregel wordt de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid gesteld zich te verbeteren, terwijl tevens de verwachting wordt uitgesproken dat een dergelijke handelwijze niet opnieuw plaatsvindt. Bij die stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder wel aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte (forfaitair vast te stellen) proceskosten.

4.7 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht deels gegrond;
  • legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van waarschuwing op;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te begroten op € 50,00, te betalen nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;
  • veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot betaling aan klager van het door hem betaalde griffierecht van € 50,00, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. L. Voetelink, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2024, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.