Zoekresultaten 241-260 van de 612 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7385

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan prostaatkanker. De huisarts wordt verweten dat zij deze diagnose heeft gemist en de patiënt niet tijdig heeft verwezen naar een specialist. De huisarts heeft de patiënt twee keer gezien. In de tussenliggende periode is de patiënt wel enkele malen op consult geweest, maar steeds bij een andere huisarts. Het college kan alleen het handelen van verweerster beoordelen. Over het eerste consult overweegt het college dat voor het stellen van de diagnose prostaatkanker of doorverwijzing naar een specialist op dat moment geen reden bestond. Tijdens het tweede consult, ruim anderhalf jaar later, heeft zij patiënt (terecht) doorverwezen naar de polikliniek urologie. De klacht is ongegrond.Kenmerk: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7103

    Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen en verweerster een arts consulteerden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7760

    Klacht tegen internist-oncoloog kennelijk ongegrond. Klager werd door de huisarts verwezen naar de polikliniek maag-darm-leverziekten in verband met een rectale zwelling en bloedverlies. Na aanvullend onderzoek in het ziekenhuis bleek bij klager sprake te zijn van een T4N2Mx EMVI+ rectumcarcinoom met verdenking van een urotheelcelcarcinoom en lymfekliermetastasen. Het advies van het multidisciplinair overleg was om te starten met een ‘best supportive care beleid’. Klager verwijt de internist-oncoloog dat zij een onjuist/onvolledig advies heeft uitgebracht, waardoor klager essentiële zorg is ontnomen. Verder stelt klager dat de internist-oncoloog ten onrechte de informatieoverdracht heeft overgelaten aan een MDL-arts. Het college oordeelt dat internist-oncoloog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken over zijn betrokkenheid bij de benoeming van een bindend adviseur in een geschil tussen klager en klagers rechtsbijstandsverzekeraar kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:55 Hof van Discipline 's Gravenhage 240130

    Klacht over eigen advocaat in asielrechtzaak. Bekrachtiging beslissing raad.Klachten over beroepsfouten en samenwerking met IND blijven ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7100

    Klacht tegen een arts verstandelijk gehandicapten. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerder was werkzaam als instellingsarts met bereikbaarheidsdiensten in de avond- en nachturen. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna de verpleging verweerder raadpleegde. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-106/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:56 Hof van Discipline 's Gravenhage 230214

    Klacht tegen eigen advocaat ongegrond. Klager was het niet eens met een vonnis en de (wijze van) tenuitvoerlegging daarvan. Bijzonder zorgvuldige belangenbehartiging door de advocaat. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7101

    Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als vaste instellingsarts van patiënt. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna de dienstdoende verpleegkundigen een waarnemend collega-arts raadpleegden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-112/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Klaagster heeft een e-mail gestuurd met een nieuw verzoek om advies. Verweerder erkent dat het netter was geweest als hij had laten weten druk te zijn maar snel te zullen reageren. Aangezien echter uit de e-mail van klaagster aan verweerder niet bleek van urgentie van klaagster en omdat verweerder binnen vijf werkdagen erna inhoudelijk heeft gereageerd, heeft verweerder naar het oordeel van de voorzitter met de zorgvuldigheid gehandeld die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:57 Hof van Discipline 's Gravenhage 230356 230357 230358

    Klaagster verwijt verweerders belangenverstrengeling doordat zij zowel voor haarzelf als voor de makelaar hebben opgetreden in de zakelijke conflicten die zij met haar makelaar had. De raad heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht, omdat zij deze buiten de wettelijke termijn (artikel 46g lid 1 onder a en artikel 46g lid 2 Advocatenwet) en daarmee te laat heeft ingediend. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7102

    Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerder was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen een arts raadpleegden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:83 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-007/AL/OV

    Gegronde klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening en de communicatie. Verweerder heeft klager onvoldoende voorgelicht over de kans van slagen van de artikel 12 procedure, althans heeft hij dit niet schriftelijk vastgelegd. Daarnaast was de bijstand van verweerder in de artikel 12 procedure kwalitatief ondermaats. Verweerder is tot slot onzorgvuldig geweest nadat klager zijn ongenoegen over de bijstand van verweerder kenbaar maakte. De verzuimen van verweerder, in het bijzonder waar het gaat om de bijstand in de artikel 12 procedure, raken ook aan de kernwaarde deskundigheid. Deskundige bijstand veronderstelt immers dat de advocaat zijn cliënt voorlicht over de goede en kwade kansen van een zaak en dit alles ook schriftelijk vastlegt en dat de bijstand van voldoende niveau is. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6951

    Klager, die in een penitentiaire inrichting verblijft, wordt door zijn tandarts verwezen voor een totale extractie van zijn gebit. Hij klaagt dat hij drie keer zonder reden van de wachtlijst is gehaald, ondanks maandenlange pijn, en verwijt de tandarts (verweerder) dat hij een verstandskies niet heeft verwijderd, waardoor hij aanhoudend pijn in zijn onderkaak heeft gehad.Verweerder weerspreekt de klachten. Volgens hem werd klager eenmaal van de wachtlijst gehaald omdat hij werd overgeplaatst naar een andere penitentiaire inrichting, en hij stelt dat het beleid is om niet doorgekomen verstandskiezen niet te extraheren. Hij stelt dat hij die keuze met klager heeft besproken en dat deze het daarmee eens was.Het college beoordeelt de klacht als ongegrond. De redenen voor het eenmaal verwijderen van de klager van de wachtlijst zijn gerechtvaardigd. Bovendien was de beslissing om de verstandskies in de bovenkaak niet te verwijderen conform richtlijnen en met instemming van klager. Er wordt geen bewijs gevonden voor een verstandskies in de onderkaak van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-380/DH/DH

    Verzet ongegrond. Misbruik van recht

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:56 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2468

    Klacht tegen een huisarts van moeder overleden patiënt. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende naar haar zorgen heeft geluisterd en niet is gestopt met het voorschrijven van vele soorten medicatie aan haar zoon. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat er sprake is van gerede twijfel of klaagster met het voeren van deze tuchtprocedure de wil van de overleden patiënt vertegenwoordigt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep; verklaart klaagster niet-ontvankelijk in de klacht die ziet op de medische behandeling van haar zoon; verklaart de klacht die ziet op het handelen van de huisarts ten opzichte van klaagster zelf ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:52 Hof van Discipline 's Gravenhage 250080

    Afwijzende verwijzing. Deken is niet wettelijk gehouden is om een conclusie van vooronderzoek te geven.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:62 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-565/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2424

    Klacht tegen psychiater. De psychiater was werkzaam als geneesheer-directeur van een GGZ-instelling. Op enig moment is een verzoek binnengekomen van Veilig Thuis om informatie te verstrekken over klaagster vanwege ernstige zorgen over haar zwangerschap en de veiligheid van haar ongeboren kind. De psychiater heeft hier per brief op gereageerd. Klaagster verwijt de psychiater dat hij a) zijn beroepsgeheim heeft geschonden, zonder dat daartoe de strikte noodzaak kon worden vastgesteld en in strijd met de regel dat alleen op concrete vragen antwoord wordt gegeven, b) onjuiste en onvolledige informatie heeft verstrekt, en c) informatie heeft verstrekt aan een bepaalde locatie van Veilig Thuis, terwijl alleen een andere locatie van Veilig Thuis bevoegd was om een onderzoek uit te voeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond verklaard en de psychiater de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht ongegrond verklaard. Zowel klaagster als de psychiater hebben tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het beroep van klaagster faalt. Het beroep van de psychiater slaagt, omdat het Regionaal Tuchtcollege naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege de klacht van klaagster ten onrechte heeft uitgebreid en gegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog geheel ongegrond en daarmee vervalt de opgelegde maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:56 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-604/DH/DH

    Verweerder heeft opgetreden als vereffenaar in de nalatenschap van de moeder van klager. Verweerder heeft zich in door klager ingestelde procedures laten bijstaan door een advocaat. Hij is voor de keuze om een advocaat in te schakelen geen verantwoording verschuldigd aan klager. Evenmin is verweerder gehouden om in relatie tot klager verantwoording af te leggen over de vereffeningskosten (waar de advocaatkosten onderdeel van zijn). De klacht is in alle onderdelen ongegrond. Zie ook 24-615, de samenhangende klacht tegen de advocaat van de vereffenaar.