Zoekresultaten 81-100 van de 44805 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:80 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2439
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:80
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-jurist. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:86 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-494/DH/RO
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:86
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7340
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:121
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. De casus van klaagster is in augustus 2022 tijdens een regionaal multidisciplinair overleg (MDO) besproken. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de chirurg dat het MDO waar zij aan heeft deelgenomen in hoge mate onjuist was. De chirurg heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college, dat toetst onder de tweede tuchtnorm in verband met het ontbreken van een behandelrelatie, is van oordeel dat de rol van de chirurg adviserend was en de summiere wijze en de gekozen bewoordingen waarop de casus is ingebracht in het MDO meer duiden op een algemene vraag over de te kiezen behandelwijze dan op twijfel over de juistheid van de (goedaardige) diagnose. Daarnaast zijn een aantal voor deze zaak relevante aspecten niet aan de orde gesteld. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7336
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:115
Ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster is in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Zij stond onder behandeling van een physician assistant en er zijn meerdere echo-onderzoeken uitgevoerd en drainages verricht door verschillende radiologen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de radioloog in zijn algemeenheid dat er gedurende de behandeling vertraging is ontstaan waardoor het mammacarcinoom te laat is ontdekt. Er is nimmer een differentiaaldiagnose opgesteld en er is nimmer aanvullende beeldvormende diagnostiek en/of nader weefselonderzoek verricht. Voor de specifieke verwijten zie 4.2 van de beslissing. De radioloog is van mening dat zij met de kennis die zij ten tijde van haar handelen had, heeft gehandeld als van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Met de kennis van achteraf begrijpt zij dat daar anders tegenaan gekeken kan worden. Zij refereert zich aan het oordeel van het college. Het college is van oordeel dat de radioloog geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt ten aanzien van het MDO kan worden gemaakt en zij mocht vertrouwen op het advies van het MDO dat zij in de navolgende twee consulten heeft uitgevoerd. Klacht ongegrond, publicatie.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-769/DH/DH
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:93
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Klacht over het door de cliënt contant betaald worden vanuit aan de Belastingdienst niet opgegeven inkomsten niet-ontvankelijk, omdat de wederpartij daarbij geen direct betrokken belang heeft. Klacht over polariserend handelen en geen minnelijk overleg te zoeken ongegrond, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:81 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2494
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:81
.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:124 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-732/AL/MN
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:124
Raadsbeslissing. De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6799
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:110
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is werkzaam geweest als servicemonteur en heeft zich op enig moment ziekgemeld bij zijn werkgever. Hij is ontevreden over de verzuimbegeleiding van de bedrijfsarts. Hij verwijt hem onder andere dat hij geen fysieke consulten heeft gehouden, geen informatie bij behandelaren heeft opgevraagd, onjuiste adviezen heeft gegeven en dat klager van een consultrapportage/probleemanalyse geen afschrift heeft ontvangen. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is, omdat de bedrijfsarts onvoldoende heeft gewaarborgd dat klager de terugkoppelingen van spreekuren op ongeveer hetzelfde moment zou ontvangen als de werkgever. Het college legt de bedrijfsarts hiervoor een waarschuwing op. Voor het overige is de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7164
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:111
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zijn pols gebroken op vakantie. Hij is daarna geopereerd. Kort daarna heeft klager zich ziekgemeld. De bedrijfsarts klager in zijn ziekteverzuimperiode begeleid en hem op enig moment volledig arbeidsgeschikt verklaard. Klager is van mening dat de bedrijfsarts niet tot deze conclusie had mogen komen, omdat dit haaks staat op de visie van de behandelend chirurg.Het college overweegt dat de bedrijfsarts op basis van zijn eigen onderzoeken en de informatie van de behandelend fysiotherapeut tot het oordeel heeft kunnen komen dat klager, na een opbouw van zijn werkzaamheden, per 17 maart 2022 arbeidsgeschikt zou zijn voor zijn eigen werk. Hij heeft klager maandenlang gevolgd, begeleid en diverse keren onderzocht. Daarnaast heeft hij informatie ingewonnen bij de behandelend fysiotherapeut. Die informatie gaf geen aanleiding om anders te oordelen. Het argument dat de bedrijfsarts niet tot de arbeidsgeschiktverklaring heeft kunnen komen omdat dit niet strookte met de visie van de behandelend chirurg, treft geen doel, omdat de bedrijfsarts op dat moment niet beschikte over de actuele informatie en visie van de chirurg. Klager stelt dat de chirurg hem zou hebben gezegd dat hij een jaar lang niet zou mogen werken, maar dit blijkt niet uit de beschikbare medische stukken. Daar komt bij dat een oordeel over de arbeidsgeschiktheid aan een bedrijfsarts is voorbehouden, omdat die op de hoogte is van de inhoud van het werk en de mogelijkheden voor aangepast werk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-171/DB/LI
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:73
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van eigenaar van het kantoor. Verweerder is verantwoordelijk voor het handelen van zijn medewerker die jurist is. Een advocaat is niet gehouden om een opdracht voort te zetten als hij daarin onvoldoende kans op een positief resultaat ziet. De opdracht kon daarom worden neergelegd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:6 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755946 / NT 24-32
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 24-04-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:6
Een gemeentambtenaar heeft de notaris benaderd voor het opmaken en verlijden van een akte van levering. Het betrof een koopovereenkomst, gesloten door de gemeente als verkoper, betreffende "een groenstrook" die door de koper zou worden ingericht "met het oog op het behoud en bevordering van een prettig woon- en verblijfsklimaat" in de gemeente. De gemeente heeft een klacht ingediend tegen de notaris, stellende dat de notaris nader onderzoek had moeten doen naar de door haar ontvangen getekende koopovereenkomst, omdat deze aanleiding geeft om te twijfelen over de juistheid en echtheid daarvan. De kamer verklaart de klacht gegrond en legt de notaris een berisping op. De notaris heeft onvoldooende zorgvuldig gehandeld. Bij een zorgvuldige taakuitoefening zou de fraude van de gemeenteambtenaar eerder aan het licht zijn gekomen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:123 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-235/AL/OV
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:123
Raadsbeslissing. Toewijzing verzoek ex artikel 60ab lid 2 Advocatenwet. Gedeeltelijke toewijzing verzoek ex artikel 60b Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:16 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435855 / KL RK 24-60
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:16
Wegens gebrek aan redelijk belang wordt klager in één klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van een van de klachtonderdelen zijn de stellingen van klager onvoldoende onderbouwd. Het derde klachtonderdeel ziet op het overleg tussen klager en de notaris over de inzage in het protocol van een oud-notaris, met wie de notaris een maatschap heeft gehad. De notaris heeft zich hierin zeer welwillend opgesteld, hetgeen maakt dat ook dat klachtonderdeel van de klacht van klager ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:80 Raad van Discipline Amsterdam 25-193/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:80
Voorzittersbeslissing. Klacht van een advocaat tegen een andere advocaat kennelijk ongegrond. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster feiten heeft geponeerd waarvan zij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:74 Raad van Discipline Amsterdam 24-660/A/A 24-662/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:74
Raadsbeslissing; Omvangrijke klacht over de advocaat wederpartij in een geschil tussen een accountant en een bedrijf over meldingen van vermeende misstanden binnen dat bedrijf. De klachtonderdelen zijn ongegrond dan wel niet-ontvankelijk vanwege een termijnoverschrijding of het ontbreken van een rechtstreeks belang.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:81 Raad van Discipline Amsterdam 25-176/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:81
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij; van schenden van gedragsregel 8 is niet gebleken. Verder is de klacht onvoldoende feitelijk onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:75 Raad van Discipline Amsterdam 24-710/A/NH
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:75
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:82 Raad van Discipline Amsterdam 25-170/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:82
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak. Verweerster heeft zich primair laten leiden door de belangen van haar cliënt, hetgeen zij als partijdig belangenbehartiger ook dient te doen. Niet gebleken is dat verweerster daarbij de belangen van klaagster onevenredig heeft geschaad. Evenmin is gebleken dat verweerster de zaak onnodig heeft laten escaleren. Het feit dat partijen hun geschillen niet in onderling overleg hebben kunnen oplossen, houdt evenzeer verband met gedragingen van klaagster als met die van de ex-partner en hun beider advocaten.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:76 Raad van Discipline Amsterdam 24-777/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:76
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:83 Raad van Discipline Amsterdam 24-904/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:83
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen (voormalige) advocaat. De klacht wordt in alle onderdelen ongegrond verklaard. Verweerster heeft haar werkzaamheden aan de hand van urenstaten gespecificeerd en desgevraagd nadere uitleg gegeven aan klager. De declaraties van verweerster zijn niet zodanig onduidelijk ingericht dat klager geen enkel inzicht had in de aard van de in rekening gebrachte uren. Verweerster heeft verder een eindafrekening verstrekt en het openstaande saldo van het voorschot, met rente, terugbetaald aan klager. Niet is gebleken dat verweerster op enig moment heeft geweigerd om het openstaande saldo van het voorschot terug te betalen. Geen sprake van excessief declareren. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.