Zoekresultaten 40751-40800 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1499 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3535/10.165

    Verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 46 Advocatenwet alsmede de gedragregels 1, 4, 8, 23, 25, 33 en 37 en de Verordening op de administratie en de financiele integriteit of voorheen de Boekhoudverordering overtreden. De klacht is gegrond en aan verweerder wordt de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0106 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1511

    Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Eén van de vereisten binnen dit Actieplan is dat elk bedrijf zich jaarlijks op eigen kosten laat controleren, waarbij wordt onderzocht of is voldaan aan de hygiënevoorschriften uit het Actieplan (‘controle op de controle’). Dit is van belang voor het PPE om een beeld te krijgen van de naleving van hygiënevoorschriften door pluimveebedrijven. Bedrijf heeft ondanks brieven van het PPE twee maal (in 2009 en 2010) niet aan deze verplichting voldaan. De geldboete voor 2009 wordt voor de helft voorwaardelijk opgelegd. Wat betreft 2010 rekent de voorzitter deze nalatigheid zwaarder aan, omdat bedrijf ook na de telefonische inspectie in november 2010 heeft nagelaten in 2010 een actieplancontrole te laten uitvoeren en betrokkene toen herhaaldelijk op deze plicht is gewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0924 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.241

    Klager wil de Staat aansprakelijk stellen voor gezondheidsklachten die hij ondervindt. Rechtsbijstandverzekeraar laat een advies opstellen door de arts, en concludeert dat geen grond aanwezig is voor een vordering op de Staat. Klager is van oordeel dat de arts een valse en zeer onvolledige verklaring heeft opgesteld, en hem dusdoende van rechtshulp door zijn rechtsbijstandverzekeraar heeft afgehouden. Nu de arts in een gezagsverhouding staat tot de rechtsbijstandverzekeraar, is het medisch advies bevooroordeeld. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0923 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.098

    "Geen aanwijzingen dat de sectio bij de tweelingzwangerschap te laat is gepland. De arts mocht afgaan op de informatie van de CTG-registratie hetgeen geen aanleiding gaf tot acuut ingrijpen. Dat in de tijd tussen het afkoppelen van het CTG en de sectio geen registratie meer is uitgevoerd is niet verwijtbaar. Er was geen aanleiding om langer te registreren. Van verwijtbaar handelen van de arts is niet gebleken. Geen tuchtrechtelijk verwijt, klachten ongegrond."

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0145 Accountantskamer Zwolle 10/846 Wtra AK

    Klacht in verband met hogere fiscale waardering van bedrijfspand deels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de 3-jaarstermijn en voor het overige onvoldoende toegelicht. Klacht over het door betrokkene beëindigen van de relatie in reactie op de aansprakelijkstelling door klager ongegrond. Hoger beroep ingesteld. Uitspraak zie LJN BY5158 ( www.rechtspraak.nl )

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1414 Raad van Discipline Arnhem 10-186

    Klaagster verwijt verweerder dat hij de behandeling van haar zaak niet heeft overgenomen toen de advocaat die haar zaak tot dan toe behandelde het kantoor verliet. De klacht mist feitelijke grondslag omdat klaagster verweerder niet heeft verzocht de behandeling van haar zaak over te nemen. Aan het feit dat klaagster door een advocaat van het kantoor is bijgestaan kan zij, na het vertrek van haar advocaat, niet het recht ontlenen op rechtsbijstand door verweerder.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0144 Accountantskamer Zwolle 10/463 Wtra AK

    Voor werkzaamheden, waarvan het van meet af aan duidelijk is,of tijdens de uitvoering daarvan duidelijk wordt, dat het eindproduct (rapportage) dient ter publiekelijke ondersteuning van een standpuntinname van de opdrachtgever in een gerechtelijke procedure of overleg van meerdere partijen, waarbij het feit dat betrokkene accountant is, gezag verleent aan datgene wat hij rappporteert, kan - en wellicht moet - beter aangesloten worden bij Standaard 3000 dan bij Standaard 4400. Zulks geldt temeer indien de rapportage "feitelijke bevindingen" bevat die de facto een concludent en/of standpuntondersteunend karakter hebben. Indien voor de rapportage toch wordt aangesloten bij Standaard 4400 dan geldt enerzijds daarvoor niet dat die rapportage niet aan een rechter ter kennis mag worden gebracht, noch dat die rapportage geen conclusies mag bevatten, anderzijds dient deze rapportage deskundig en zorgvuldig tot stand te worden gebracht en dus van een deugdelijke grondslag te zijn voorzien, en zal daartoe door de Accountantskamer, indien de klacht daartoe noopt, worden beoordeeld of die werkzaameheden tevens voldoen aan al dan niet rechtstreeks toepasselijke normen voorkomende in het Stramien en of Standaard 3000.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0920 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09240b

    Klager verwijt oogarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld, heeft verzuimd klager te behandelen voor zijn aandoening terwijl behandeling wel noodzakelijk was, heeft verzuimd klager tijdig door te verwijzen naar een collega-oogarts en geen duidelijke informatie heeft gegeven. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0921 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1090

    Klaagster verwijt plastisch chirurg ernstig tekortschieten voorafgaand aan en bij plaatsing bilprotheses. Voorwaardelijke schorsing van drie maanden met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0922 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09240a

    Klager verwijt oogarts dat hij hem niet de noodzakelijke behandeling, begeleiding, adviezen en beoordelingen heeft gegeven. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1380 Raad van Discipline Arnhem 10-75

    Klager verwijt verweerster dat zij hem onvoldoende deskundig heeft bijgestaan, dat zij zich onvoldoende voor hem heeft ingespannen en dat zij de mondelinge behandeling van zijn zaak niet met hem heeft voorbereid. Eerste verwijt is niet komen vast te staan. Wel is komen vast te staan dat verweerster aan klager heeft toegezegd dat zij hem zou adviseren over de aansprakelijkheid van de vorige advocaat van klager. Omdat het een lastige zaak betrof, verweersters gebrek aan ervaring haar parten speelde en niet is komen vast te staan dat klager nadeel heeft ondervonden van het talmende optreden van verweerster, wordt dit onderdeel van de klacht gegrond bevonden zonder oplegging van een maatregel. Laatste klachtonderdeel is ongegrond omdat klager het aan zichzelf heeft te wijten dat verweerster de mondelinge behandeling niet met hem heeft kunnen voorbereiden.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2011:YC0587 Kamer van toezicht Roermond KL 3/2010

    Voor de overtuiging van de notaris of kandidaat-notaris of een persoon al dan niet in staat is zijn wil te bepalen, is alleen beslissend het moment waarop het testament wordt opgemaakt. Eerst indien er dan aanleiding bestaat om aan de wilsbekwaamheid te twijfelen, dient een notaris of kandidaat-notaris de geestesgesteldheid van de betreffende persoon nader te onderzoeken. De klager heeft niet aannemelijk kunnen maken dat de testatrice ten tijde van het opmaken van het testament niet in staat was haar wil te bepalen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1381 Raad van Discipline Arnhem 10-76

    Verwijt dat advocaat geen persoonlijk contact wilde is feitelijk onjuist. Dat geldt ook voor verwijt dat advocaat geen uitvoering heeft gegeven aan opdracht en zich onvoldoende heeft ingespannen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKROE:2011:YC0588 Kamer van toezicht Roermond KL 2/2010

    De notaris heeft zijn plichten, verband houdende met de notariële beroepsuitoefening, niet verwaarloosd en zich niet schuldig heeft gemaakt aan handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten. De klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1382 Raad van Discipline Arnhem 10-77

    Verwijt dat advocaat zoch onvoldoende heeft ingespannen gaat niet op. Ingevolge de Advocatenwet en de gedragregels voor advocaten draagt de advocaat de volledige verantwoordelijkheid voor de behandeling van de zaak en mag hij geen stappen ondernemen indien hij van mening is dat hij onvoldoende geïnformeerd is. Klacht dat advocaat werkrelatie heeft laten vertroebelen door problemen veroorzaakt door het opzeggen van een opdracht door een kennis van klager is niet feitelijk onderbouwd. Dat laatste geldt ook voor verwijt dat de advocaat niet het complete dossier heeft teruggegeven. Van klager mag worden verwacht dat hij aangeeft welke stukken in zijn visie ontbreken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1378 Raad van Discipline Amsterdam 10-433A

    Een verzoek tot wraking kan op grond van artikel 47 lid 2 Advocatenwet jo 512 t/m 518 Wetboek van Strafvordering worden gedaan, indien feiten of omstandigheden aanwezig zijn waardoor de tuchtrechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek moet krachtens artikel 513 lid 1 Wetboek van Strafvordering worden gedaan zodra genoemde feiten of omstandigheden aan verzoekster bekend zijn geworden. Het indienen van een verzoek tot wraking op 1 december 2010 terwijl voornoemde feiten en omstandigheden klager reeds ter zitting van 4 oktober 2010 bekend waren, is te laat. Klager is niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0105 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1211

    Betrokkene is niet op de terechtzitting verschenen; zaak is bij verstek behandeld. Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Eén van de vereisten binnen dit Actieplan is dat elk bedrijf zich jaarlijks op eigen kosten laat controleren, waarbij wordt onderzocht of is voldaan aan de hygiënevoorschriften uit het Actieplan (‘controle op de controle’). Dit is van belang voor het PPE om een beeld te krijgen van de naleving van hygiënevoorschriften door pluimveebedrijven. Het pluimveebedrijf van betrokkene is in 2009 en 2010 niet op kosten van betrokkenen door een erkende controle-instantie gecontroleerd. Betrokkene herinnert zich de brieven van het PPE niet en verwijst verder naar de voerleverancier, die de opdracht zou hebben gekregen een en ander voor betrokkene te regelen. Het Tuchtgerecht oordeelt echter dat dit de verwijtbaarheid bij betrokkene niet wegneemt. Het voorschrift in de verordening richt zich tot de ondernemer die een pluimveebedrijf uitoefent en dat is in dit geval betrokkene. Die heeft de controle in 2009 nagelaten, en ook in 2010, ondanks diverse signalen. Voor beide gevallen wordt een geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1379 Raad van Discipline Amsterdam 10-381A

    De enkele vraag van een lid van de raad van discipline aan klager naar de uitleg en toepassing van een vrijstellingsbepaling als opgenomen in de Wet ter voorkoming van Witwassen en Financiering van Terrorisme (WWFT) levert geen omstandigheid op waardoor de rechterlijke partijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek tot wraking wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0107 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1411

    Betrokkene is niet op de terechtzitting verschenen; zaak is bij verstek behandeld. Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Eén van de vereisten binnen dit Actieplan is dat elk bedrijf zich jaarlijks op eigen kosten laat controleren, waarbij wordt onderzocht of is voldaan aan de hygiënevoorschriften uit het Actieplan (‘controle op de controle’). Dit is van belang voor het PPE om een beeld te krijgen van de naleving van hygiënevoorschriften door pluimveebedrijven. 2 pluimveebedrijven, die beide in 2009 en 2010 niet op kosten van betrokkene door een erkende controle-instantie zijn gecontroleerd, leveren vier overtredingen op. In januari 2011 heeft betrokkene telefonisch verklaard dat hij naar aanleiding van de telefonische inspectie in november 2010 geen actie heeft ondernomen, omdat hij daarna ziek werd. Deze omstandigheid neemt de verwijtbaarheid bij betrokkene echter niet weg. Als betrokkene wegens ziekte niet in staat is om zijn bedrijf uit te oefenen, zal hij voor tijdelijke en behoorlijke vervanging moeten zorgen. Het Tuchtgerecht rekent verder de nalatigheid over 2010 zwaarder aan dan die over 2009, omdat betrokkene na de telefonische bedrijfsinspectie in november 2010 van de urgentie van de Actieplancontrole op de hoogte was.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0110 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1011

    Betrokkene is niet op de terechtzitting verschenen; zaak is bij verstek behandeld. Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Om het met dit plan beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat iedereen zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen. In de periode van februari 2009 tot en met maart 2010 is in totaal tien keer periodiek onderzoek nagelaten naar de aanwezigheid van Salmonella. Betrokkene heeft een vermeerderingsbedrijf. Dat maakt het feit ernstiger, omdat een dergelijk bedrijf voorin de productieketen van leghennen zit. Betrokkene heeft verklaard het periodiek salmonellaonderzoek blijkbaar een aantal keren vergeten te hebben. Dat wijst naar het oordeel van het Tuchtgerecht niet op een consciëntieuze bedrijfsvoering. Dit oordeel wordt gestaafd door het overzicht in het berechtingsrapport, waaruit blijkt dat de onderzoeken met te lage frequentie zijn uitgevoerd en niet regelmatig. De uitgevoerde salmonellaonderzoeken zijn door de dierenarts uitgevoerd en niet op initiatief van betrokkene zelf. Door dit hiaat in de salmonellacontrole heeft het bedrijf van betrokkene gedurende de controleperiode een verhoogde risicofactor gekend met betrekking tot voedselveiligheid. Het Tuchtgerecht legt een geldboete op.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0919 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1073

    Klacht tegen BMA-arts inzake onzorgvuldige advisering. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1377 Raad van Discipline Arnhem 10-124

    Klager klaagt er over dat verweerder hem niet op de hoogte heeft gesteld dat zijn cliënt failliet was. De raad is van oordeel dat klager ten onrechte stelt dat verweerder op de hoogte van het faillissement van zijn cliënt had moeten zijn. Daarom is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1375 Raad van Discipline Arnhem 10-73

    Klager klaagt er over dat zijn eer en goede naam zijn aangetast doordat verweerder namens zijn cliënt een klacht over hem heeft ingediend bij de klachtencommissie over de wijze waarop klager zijn werkzaamheden als tolk zou hebben verricht. Gezien het grote belang van de cliënt van verweerder heeft verweerder de klacht mogen indienen ook al beschikte hij niet over bewijzen ter onderbouwing van de klacht. Daarom is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1376 Raad van Discipline Arnhem 10-83

    Een advocaat klaagt dat verweerder zich bij het overnemen van een strafzaak niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De advocaat trekt de klacht in, nadat de deken de klacht reeds aan de raad heeft toegestuurd. De deken neemt de klacht over. De deken wordt ontvankelijk geacht. Verweerder heeft onzorgvuldig gehandeld doordat hij per fax om 16.20 uur aan de oorspronkelijk advocaat heeft bericht dat hij de cliënt nog diezelfde dag zal bezoeken en hij niet heeft overlegd met de advocaat. Aan verweerder wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1373 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5773

    Verwijt dat in depotgesteld bedrag niet zonder goedkeuring doorbetaald had mogen worden. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1374 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5647

    Verweerder ontvankelijk in hoger beroep ook na vrijwillige doorhaling van het tableau. Verweerder had behandeling van letselschade van klaagster overgenomen. Verwijt van onvoldoende inspanning de slotdeclaratie van klaagster door de verzekeraar te laten vergoeden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1369 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5735

    Klacht ingetrokken nadat raad de klacht gegrond had verklaard. Beslissing raad wordt vernietigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1370 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5775

    Verweerster heeft ten onrechte geen aanleiding gezien bij aanvang en gedurende bijstand om toevoegingsmogelijkheden te onderzoeken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1371 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5772

    Verwijt van wederpartij over advies dat verweerster aan haar cliënt gaf, namelijk het achterhouden na omgangsregeling van paspoort minderjarig kind van partijen en aanschrijven van kantoorgenoot klager. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA1368 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5961

    Beslissing op grond van 60 b Advocatenwet waarin verweerster is geschorst wordt vernietigd. Het hof acht het bemerkingen over de kwaliteit van haar praktijkvoering onvoldoende onderbouwd.Terugverwijzing naar voorzitter van de raad voor behandeling van het subsidiaire verzoek ex 60 c Advocatenwet

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1372 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5742

    Verwijt uiterst intimiderende aansprakelijkstelling te hebben verstuurd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1349 Raad van Discipline Amsterdam 10-270A

    Artt 60c en 60b Advocatenwet. Behandeling van rapport in de zin van artikel 60g lid 1 Advocatenwet. Verweerder heeft bewust niet meegewerkt aan rapportage. Onkunde verweerder op diverse rechtsgebieden, o.a. blijkend uit 2 brieven van president rechtbank. Geen respect voor deken, rechterlijke en andere autoriteiten. Complottheorieën. Schorsing voor onbepaalde tijd met onmiddellijke ingang. Plus voorziening: aanwijzing van andere advocaat die toegang heeft tot dossiers en voor verweerder kan waarnemen. LJN YA 1257

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0083 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE5710

    Nalaten van salmonellaonderzoek, voorafgaand aan overplaatsing van opfokleghennen.Omdat het een opfokleghennenbedrijf betreft, waar dieren worden gefokt, is extra alertheid geboden met betrekking tot de hygiënevoorschriften. Deze bedrijven zitten in het begin van de productieketen en bij eventuele besmetting is het verspreidingsrisico groter dan bij een gewoon leghennenbedrijf. De overtreding is mede het gevolg van de handelwijze van een medewerker van de broederij, waarvoor leghennen worden opgefokt op het bedrijf van betrokkene. Pluimveehouder blijft aansprakelijk voor de overtreding.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0914 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 232/2009

    Klaagster was zwanger van een kind met de aandoening trisomie 18. Zij wilde de zwangerschap uitdragen en is na 41 weken en 6 dagen ingeleid in het ziekenhuis. Gedurende de bevalling was er sprake van een CTG-registratie waaruit bleek dat er sprake was van foetale nood. Het kind is bij de bevalling overleden. Klaagster heeft (o.a.) een klacht ingediend tegen de dienstdoende gynaecoloog. Zij verwijt hem ondermeer dat het te voeren beleid van non interventie ingeval er sprake was van foetale nood niet met haar is besproken, dat zij onvoldoende begeleid is bij de bevalling en dat zij de baby niet levend in handen heeft kunnen houden. De klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1365 Raad van Discipline Arnhem 10-39

    Verzet (tegen oordeel: kennelijk ongegrond) ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1366 Raad van Discipline Arnhem 10-66

    In eerdere tuchtzaak werd uitgemaakt dat verweerder ten onrechte door hem namens zijn cliënte geïnde dwangsommen onder zich hield ter verrekening met een beweerde tegenvordering van zijn cliënte op klager. Verweerder betaalde (desondanks) niet terug en weigert dat nu ten onrechte met het argument van die tegenvordering en met een beroep op het feit dat op dat geld een inmiddels, na het aanspannen van de tweede klachtzaak, door hemzelf geïnitieerd beslag ligt. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing van één week.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1367 Raad van Discipline Arnhem 10-144

    In aanloop naar de zitting heeft klager tegen één van de leden bezwaar gemaakt, waarop deze zich heeft teruggetrokken. Klager verscheen niet op zitting. Vlak voor de zitting hebben de griffier en de voorzitter telefonisch contact gehad met klager. Klager verzocht om aanhouding ten einde te onderzoeken of er bezwaren tegen het nieuwe lid waren. Klager stelde een wraking in het vooruitzicht indien de mondelinge behandeling door zou gaan. Aanhoudingsverzoek is ter zitting afgewezen. Geen gronden voor wraking van de voorzitter.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1361 Raad van Discipline Arnhem 10-59

    Deken weigert een nieuwe klacht in behandeling te nemen op grond van de –door de raad onjuist bevonden – reden dat zich dat niet zou verdragen met de eerder gegeven beslissing van de tuchtrechter in een zaak tegen diezelfde advocaat. Die onjuiste beslissing nam verweerder als deken en levert geen fout op die hem als goed advocaat niet betaamde. Klacht betreffende de weigering om op grond van art. 13 Aw een advocaat aan te wijzen is ongegrond voor zover in de kwestie door het HvD is beslist en kan evenmin slagen vzv die zag op het daarin door het hof niet betrokken aspect dat die aanwijzing ook betrekking zou moeten hebben op de aanwijzing van een advocaat voor de behandeling van klagers civielrechtelijke claim op verweerder. In procedures ex art. 13 Aw is voor de raad geen taak weggelegd.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0910 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1030

    Bij klager zijn door de assistente van de tandarts twee kiezen getrokken, zonder dat was medegedeeld dat zij assistente was en dus zonder zijn toestemming. Weigering patiëntgegevens over te dragen. Luxeren essentieel onderdeel extraheren en derhalve naar het oordeel van het college voorbehouden aan tandarts. Gedeeltelijk gegrond. Berisping. Publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0917 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.300

    Klaagster verwijt de arts dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, omdat hij in een civiele procedure willens en wetens onjuist heeft verklaard omtrent de gezondheidstoestand van de inmiddels overleden echtgenoot van klaagster (meineed). De arts beroept zich op het beginsel van ‘ne bis in idem’ nu hij ten aanzien van zijn medisch handelen reeds tuchtrechtelijk is veroordeeld. Subsidiair stelt de arts zich op het standpunt dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, nu de klacht geen medisch handelen zijnerzijds betreft. Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk. Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing, ontvangt klaagster in haar klacht. De tweede tuchtrechtnorm omvat tevens een handelen (of nalaten) door een BIG-geregistreerde in die hoedanigheid, in strijd met het openbare algemene belang van een goede individuele gezondheidszorg. Centraal Tuchtcollege wijst de klacht af nu de verweten gedraging, te weten meineed, althans het opzettelijk onjuist verklaren, niet is komen vast te staan.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0911 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1005

    Klager verwijt de tandarts onjuiste orthodontiebehandeling bij zijn dochter, onjuiste declaraties, geen klachtenregeling te hebben en het bij het aanbrengen van de beugel in rekening brengen van het uitnemen daarvan. Verweerster heeft ondanks herhaald verzoek van het college het dossier van de dochter niet overgelegd en is evenmin ter zitting verschenen. Gedeeltelijk gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0918 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.176

    Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat een na de behandeling bij haar geconstateerde (verzakkings)fractuur in een ruggenwervel, is veroorzaakt door manuele therapie. Klaagster is gediagnosticeerd met osteoporose. De verzakkingsfractuur bevindt zich op het niveau L4. De fysiotherapeut heeft de wervels ter hoogte van T8-10 gemanipuleerd. Het Regionaal College oordeelt dat geen verband is komen vast te staan – en ook niet aannemelijk is geworden – tussen de later geconstateerde inzakkingsfractuur en de behandeling door de fysiotherapeut. De klacht is daarom kennelijk ongegrond. Het Centraal College verwerpt het beroep, nu de behandeling in beroep niet heeft geleid tot de vaststelling van feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel leiden.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG0915 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2010/59

    -

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0912 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 155/2008

    Klacht tegen neurochirurg. Spondylodese (fixatie) L5-S1. Foutief geplaatste schroeven. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1363 Raad van Discipline Arnhem 10-28

    Verzetschrift (wel tijdig) bevat geen gronden. De aanvulling kwam te laat. Geen verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2011:YG0916 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2010/04

    -

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0913 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 231/2009

    Klaagster was zwanger van een kind met de aandoening trisomie 18. Zij wilde de zwangerschap uitdragen en is na 41 weken en 6 dagen ingeleid in het ziekenhuis. Gedurende de bevalling was er sprake van een CTG-registratie waaruit bleek dat er sprake was van foetale nood. Het kind is bij de bevalling overleden. Klaagster heeft (o.a.) een klacht ingediend tegen de eerstelijnsverloskundige die haar tijdens de zwangerschap en de bevalling begeleidde. Zij verwijt de verloskundige ondermeer dat het te voeren beleid van non interventie ingeval er sprake was van foetale nood niet met haar is besproken, dat zij onvoldoende begeleid is bij de bevalling en dat zij de baby niet levend in handen heeft kunnen houden. De klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1364 Raad van Discipline Arnhem 10-37

    Advocaat behandelt klagers vordering op diens eerdere advocaat die de uitkomst vormde van een begrotingsprocedure. Verzet (tegen het oordeel van de voorzitter deels niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond) ongegrond. De incongruentie die de uitkomst van een procedure ex art. 39 Wet tarieven burgerlijke zaken oplevert (door dat die procedure de advocaat wél maar de cliënt niet meteen een titel oplevert) betreft allereerst de relatie tussen klager en diens eerste advocaat. Dat punt was voor of in een snelle en goedkope incasso zoals klagers wenste niet meteen bruikbaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0142 Accountantskamer Zwolle 10/1507 Wtra AK

    Klacht jegens accountant wegens niet ontdekken van fraude bij opdrachtgeefster. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de 3-jaarstermijn voor het indienen van een klacht; zulks gebaseerd op het oordeel dat de directeur van opdrachtgeefster, gezien de duur, de omvang en de aard van de verslagleggingsfraude, en zijn intensieve betrokkenheid bij opdrachtgeefster, kennis van een en ander had.

  • ECLI:NL:TACAKN:2011:YH0143 Accountantskamer Zwolle 10/1706 Wtra AK