ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0910 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1030

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0910
Datum uitspraak: 17-02-2011
Datum publicatie: 17-02-2011
Zaaknummer(s): 1030
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bij klager zijn door de assistente van de tandarts twee kiezen getrokken, zonder dat was medegedeeld dat zij assistente was en dus zonder zijn toestemming. Weigering patiëntgegevens over te dragen. Luxeren essentieel onderdeel extraheren en derhalve naar het oordeel van het college voorbehouden aan tandarts. Gedeeltelijk gegrond. Berisping. Publicatie.

Uitspraak: 17 februari 2011

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 11 december 2009 bij het tuchtcollege Den Haag ingekomen klacht, die door het tuchtcollege Eindhoven is ontvangen op

4 maart 2010, van:

A

wonende te B

klager

tegen:

C

tandarts

werkzaam te B

wonende te D

verweerder

gemachtigde mr. N. van den Burg te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift

-         het verweerschrift

-         de repliek

-         de dupliek en een aanvulling hierop

-         een brief van klager d.d. 28 juli 2010

-         een brief van verweerder d.d. 1 oktober 2010

-         twee brieven van klager d.d. 19 oktober 2010 en 6 november 2011.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het

vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 6 januari 2011 behandeld. Aanwezig waren verweerder en zijn gemachtigde. Klager was, met bericht, afwezig.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Begin juni 2009 werd klager ingeschreven als nieuwe patiënt. Hij heeft op 1 september 2009 een eerste consult bij verweerder gehad. Verweerder heeft onderzoek gedaan ten behoeve van het opstellen van een behandelplan. Er is een OPG gemaakt. Bij element 26 bleek sprake van ernstige parodontitis en een mogelijke ontsteking. Verder was op de OPG zichtbaar dat element 48 (reeds voorzien van een grote vulling) geen kauwfunctie had en de ruimte tussen de 47 en 48 moeilijk schoon te houden was. Voorgesteld is de 26 en de 48 te extraheren. Er is een kostenbegroting gemaakt.

De extracties zijn uitgevoerd op 29 september 2009. Een assistente van verweerder heeft de anesthesie gedaan en is verder gegaan met behandelen. De 26 kwam gemakkelijk los, de 48 brak af. Vervolgens heeft de assistente gezegd dat zij de tandarts zou roepen, zijnde verweerder. Toen verweerder kwam heeft hij het restant van de 48 geëxtraheerd.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Op 29 september 2009 zijn bij klager twee kiezen getrokken, de elementen 26 en 48. De verstandskies brak af. Tot klagers grote verbazing werd toen gezegd: u moet even op de tandarts wachten, die zal de behandeling voortzetten. Op klagers vraag: bent u dan geen tandarts?, kreeg hij het antwoord: nee, ik ben zijn assistente. Verweerder kwam, na 10 à 15 minuten, de restanten van de kies verwijderen. De assistente heeft de hechtingen aangebracht, toen de verdoving niet optimaal meer was. Op klagers opmerking dat het pijnlijk was, werd gezegd dat opnieuw verdoven even pijnlijk was als het aanbrengen van de hechtingen.

Bij brieven van 4 en 12 oktober 2009 heeft klager verweerder om uitleg gevraagd over het feit dat hij als bovenomschreven was behandeld door een assistente, zonder dat hem dat was verteld en dus ook zonder zijn toestemming. Verweerder weigerde op dit punt te reageren. Bij de receptie van de praktijk, waar klager zijn ongenoegen uitsprak, werd gezegd dat dit wel vaker gebeurde als het druk was.

Omdat klager van tandarts wilde veranderen, vroeg hij om de patiëntgegevens door te sturen naar zijn nieuwe tandarts. Dit werd aanvankelijk geweigerd en pas na veel aandringen gedaan.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft als antwoord in eerste instantie een briefwisseling overgelegd, waaronder zijn brieven aan klager van 19 oktober 2009 en 5 februari 2010. Bij aanvullende dupliek stelt hij als volgt.

Naar aanleiding van de klacht van klager dat zonder dat klager daarover was geïnformeerd en zonder klagers toestemming gecompliceerde extracties waren uitgevoerd door een niet-tandarts stelt verweerder dat de extracties op basis van taakdelegatie zijn uitgevoerd. Verweerder biedt excuus aan voor het feit dat klager hierover niet was geïnformeerd. Verweerder heeft de behandelvoorschriften zo aangepast dat in de praktijk louter gewerkt wordt volgens een duidelijk omschreven geprotocolleerde taakopdracht met duidelijke aanwijzingen en vereiste voorkennis van vaardigheden.

Bij brief van 1 oktober 2010 heeft verweerder via zijn gemachtigde een nader verweer gevoerd.

In deze brief wordt als klacht omschreven dat klager voorafgaand aan de ingreep niet door de assistente is geïnformeerd dat zij tandartsassistente was en geen tandarts. Die klacht is terecht, aldus verweerder. Voor het overige voldoet de behandeling aan de eisen. De assistente was bekwaam om anesthesie te geven; zij had daarvoor een externe cursus gevolgd. Vervolgens is zij begonnen om in overleg met verweerder de elementen voorzichtig te luxeren. De 26 kwam direct los, de 48 brak tijdens het luxeren af. Op dat moment heeft de assistente gezegd dat verweerder de extractie zou uitvoeren en de wonden zou schoonmaken en hechten. Verweerder heeft na enkele minuten de behandeling overgenomen, de extractie van de 48 voltooid, beide wonden schoongemaakt en gehecht. De behandelvoorschriften zijn inmiddels aangepast.

Ter zitting heeft verweerder nader betoogd dat de extracties niet zijn uitgevoerd door de assistente. Zij heeft klager verdoofd en later gecontroleerd of de verdoving werkte. Tijdens die actie is de 26 al min of meer losgekomen. Dat kan ook gebeuren bij het maken van een afdruk. Verweerder bestrijdt dat de assistente de 26 geëxtraheerd heeft. Bij de 48 is een stukje afgebroken bij dezelfde actie. Daarop heeft verweerder het restant zonder problemen weggenomen. Verweerder extraheert en hecht zelf.

De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting nader naar voren gebracht dat hij het voelen door de assistente, waarbij het element beweegt, heeft uitgelegd en dus in zijn schriftelijk verweer ook heeft omschreven als luxeren, maar verweerder heeft dat woord (luxeren) niet zo jegens hem gebruikt.

5. De overwegingen van het college

Het college stelt voorop dat extraheren een handeling is die in zijn algemeenheid niet door een assistente mag worden verricht, ook niet bij wege van delegatie. Luxeren is een essentieel onderdeel van een extractie. Verweerder heeft in zijn schriftelijk verweer niet weersproken en zelfs erkend dat zijn assistente de beide elementen heeft geluxeerd en de 26 ook volledig heeft geëxtraheerd. In verweerders brief van 19 oktober 2009 weerspreekt verweerder de door klager in zijn brief van 4 oktober 2009 omschreven gang van zaken niet en in de brief van 5 februari 2010 stelt verweerder dat er op basis van taakdelegatie verrichtingen (meervoud) zijn uitgevoerd waarbij de zorgverlener geen tandarts was. Voorts schrijft verweerder in deze brief: “Inzake de situatie waarbij u, voor de uitvoering van de beide extracties, niet werd geïnformeerd met betrekking tot de status van de uitvoerende zorgverlener, betreur ik ten zeerste en bied u daarvoor mijn oprechte excuses aan.” Vervolgens bericht verweerder bij brief van 5 juli 2010 aan het college dat hij geen nieuwe feiten kan aandragen. In een nadere reactie, d.d. 19 juli 2010 aan het college, stelt verweerder: “De extracties bij [klager] zijn op basis van taakdelegatie uitgevoerd.” Ten slotte heeft de gemachtigde van verweerder in zijn nadere verweer van 1 oktober 2010 aan het college aangevoerd dat de assistente een aanvang had gemaakt met het luxeren en dat zij daartoe ook bekwaam is.

Eerst ter zitting heeft verweerder betoogd en doen betogen dat de assistente niet heeft geëxtraheerd en wordt de lezing gegeven dat bij de controle of de verdoving werkte, het ene element is losgekomen en het andere is afgebroken.

Het college acht deze op zich al onaannemelijke stellingen, gelet op de eerdere erkenningen en het late tijdstip waarop zij naar voren zijn gebracht, ongeloofwaardig en zal ze als zodanig passeren.

Dit brengt met zich mee dat de klacht gegrond is.

De klacht dat verweerder aanvankelijk weigerachtig is geweest om het dossier af te geven is, na betwisting, onvoldoende geconcretiseerd en zal daarom worden afgewezen.

Het college acht de verweten gedragingen zodanig ernstig dat een berisping op zijn plaats is. Bij de oplegging van deze maatregel heeft het college nog acht geslagen op het feit dat verweerder ten onrechte de extractie van de 26 als een gecompliceerde extractie heeft gedeclareerd en in het dossier, in strijd met de waarheid, heeft aangeduid dat hij deze extractie heeft verricht.

Het college zal, om redenen aan het openbaar belang ontleend, bepalen dat deze beslissing zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Nederlands Tandartsenblad.

6. De beslissing

Het college:

-         verklaart de klacht deels gegrond als omschreven in de overwegingen;

-         berispt verweerder;

-         wijst de klacht voor het overige af;

-         bepaalt dat deze beslissing, zodra zij onherroepelijk is, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Nederlands Tandartsenblad.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet als lid-jurist, R.F. Lamp, P.E. Hornman-van de Wiel en G.L.M.M. van der Werff als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2011 in aanwezigheid van de secretaris.