ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0107 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1411

ECLI: ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0107
Datum uitspraak: 22-02-2011
Datum publicatie: 22-02-2011
Zaaknummer(s): TPPE1411
Onderwerp: Hygiënevoorschriften
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Betrokkene is niet op de terechtzitting verschenen; zaak is bij verstek behandeld. Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Eén van de vereisten binnen dit Actieplan is dat elk bedrijf zich jaarlijks op eigen kosten laat controleren, waarbij wordt onderzocht of is voldaan aan de hygiënevoorschriften uit het Actieplan (‘controle op de controle’). Dit is van belang voor het PPE om een beeld te krijgen van de naleving van hygiënevoorschriften door pluimveebedrijven. 2 pluimveebedrijven, die beide in 2009 en 2010 niet op kosten van betrokkene door een erkende controle-instantie zijn gecontroleerd, leveren vier overtredingen op. In januari 2011 heeft betrokkene telefonisch verklaard dat hij naar aanleiding van de telefonische inspectie in november 2010 geen actie heeft ondernomen, omdat hij daarna ziek werd. Deze omstandigheid neemt de verwijtbaarheid bij betrokkene echter niet weg. Als betrokkene wegens ziekte niet in staat is om zijn bedrijf uit te oefenen, zal hij voor tijdelijke en behoorlijke vervanging moeten zorgen. Het Tuchtgerecht rekent verder de nalatigheid over 2010 zwaarder aan dan die over 2009, omdat betrokkene na de telefonische bedrijfsinspectie in november 2010 van de urgentie van de Actieplancontrole op de hoogte was.

Zaaknummer:

TPPE 14/2011

Betrokkene:

[bedrijfsnaam]

[naam betrokkene]

[adres]

Datum:

22 februari 2011

Gang van zaken:

De zaak berust op een berechtingsrapport dat het Centrum voor Bedrijfsdiensten B.V. (CBD) heeft opgemaakt onder nummer HYG1029, naar aanleiding van een op 9 en 23 november 2010 door een controleur van genoemde centrum gehouden telefonische inspecties met betrekking tot de bedrijven van betrokkene, die geregistreerd zijn bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer 1] resp. [KIP-nummer 2].

Bovengenoemd berechtingsrapport houdt in de constatering van de navolgende feiten door betrokkene begaan, zoals in de in deze zaak opgemaakte schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004, omschreven.

Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 22 februari 2011 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.

Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, maar is niet op de terechtzitting verschenen; tegen betrokkene is verstek verleend.

Voorts zijn ter zitting verschenen de heer mr. R.B.R. Henke, namens het PPE, en de heer H.G.M. Grolleman, namens het CBD.

Het Tuchtgerecht heeft op dezelfde dag in het openbaar uitspraak gedaan.

Verweten gedraging:

De pluimveebedrijven van betrokkene die geregistreerd zijn bij het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) onder nummer [KIP-nummer 1] resp. [KIP-nummer 2], zijn gedurende de jaren 2009 en 2010 niet op kosten van betrokkene door een erkende controleinstantie gecontroleerd op de naleving van het gestelde in de verordening.

Verklaring van betrokkene:

In het berechtingsrapport is de volgende verklaring, gedaan op 9 en 23 november 2010, van betrokkene opgenomen:

“Wij hebben inderdaad op twee locaties vleeskuikens. De vleeskuikens op mijn huisadres [straatnaam en huisnummer], staan geregistreerd onder Kipnummer [KIP-nummer 1] en op de andere locatie aan de [straatnaam en huisnummer] staan de vleeskuikens geregistreerd onder Kipnummer [Kip-nummer 2]. Ik heb de brieven die u mij gefaxt heeft nu gelezen maar kan mij niet herinneren dat ik die eerder heb ontvangen. Ik ben geen IKB-deelnemer en heb over het jaar 2009 geen Actieplancontroles laten uitvoeren. Ik zal dit voor 2010 alsnog zo snel mogelijk regelen gelijktijdig met de IKB controles.”

Op 20 januari 2011 heeft betrokkene aan de inspecteur van het CBD het volgende verklaard:

“Het is juist dat ik nog geen actie heb ondernomen als het gaat om het uitvoeren van de Actieplancontrole. Na het telefoongesprek met u in november 2010 ben ik ziek geworden en dat ben ik nog steeds. Ik ben bezig met de vierde antibioticakuur. Ik heb bijholteontsteking onder de ogen. Aanstaande maandag worden er foto’s genomen en wordt er bekeken of er operatief iets aan gedaan moet worden.”

Bewijs en verwijtbaarheid:

Het Tuchtgerecht oordeelt dat op grond van de inhoud van het berechtingsrapport en de daarin opgenomen verklaring van betrokkene, ter zitting vast is komen te staan dat op de bedrijven van betrokkene, die geregistreerd zijn bij het Productschap Pluimvee en Eieren onder nummer [KIP-nummer 1] resp. [KIP-nummer 2], de volgende gedragingen hebben plaatsgevonden:

Het in 2009 en 2010 nalaten van een jaarlijkse controle op de naleving van de hygiënevoorschriften door een erkende controle-instantie; op beide bedrijven is twee keer het jaarlijkse controleonderzoek nagelaten.

Dit levert op:

Vier overtredingen van artikel 11, lid 1, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007.

Motivering van tuchtrechtelijke maatregel(en):

Bij de vorming van zijn oordeel neemt het Tuchtgerecht goede nota van de verklaringen van de betrokkene blijkende uit het berechtingsrapport onder nummer HYG1029.

Op grond van het bovenstaande overweegt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, het volgende: Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen.

Een samenstel van maatregelen is thans van kracht op grond van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007. Teneinde het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat eenieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen.

Op 3 februari 2010 en 10 maart 2010 heeft de voorzitter van het PPE betrokkene per brief gewezen op het nagelaten actieplanonderzoek in 2009. In de brieven van het PPE wordt betrokkene gesommeerd de in 2009 nagelaten controle alsnog uit te laten voeren, voor 15 maart 2010. Deze controle zou dan door het PPE worden aangemerkt als actieplancontrole 2009. Betrokkene heeft echter niet voor 15 maart 2010 aan deze verplichting voldaan. Voorts blijkt uit het berechtingsrapport evenmin dat in 2010 een controle op de naleving van de hygiënevoorschriften is uitgevoerd. In januari 2011 heeft betrokkene telefonisch aan de controleur verklaard dat hij naar aanleiding van de telefonische inspectie in november 2010 geen actie heeft ondernomen, omdat hij daarna ziek werd, en dat nog steeds is. Deze omstandigheid neemt de verwijtbaarheid bij betrokkene echter niet weg. Als betrokkene wegens ziekte niet in staat is om zijn bedrijf uit te oefenen, zal hij voor tijdelijke en behoorlijke vervanging moeten zorgen. Het Tuchtgerecht rekent betrokkene de in 2009 nagelaten onderzoeken aan, en ook de in 2010 nagelaten onderzoeken, omdat betrokkene na de telefonische inspectie van november 2010 geen actie ondernomen heeft. Aldus komt het Tuchtgerecht tot de slotsom dat sprake is van in totaal vier overtredingen.

Omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op. De geldboetes voor de in 2009 nagelaten onderzoeken worden voor de helft voorwaardelijk opgelegd. Van de geldboetes voor de in 2010 nagelaten onderzoeken wordt een kwart voorwaardelijk opgelegd. Betrokkene was immers na de telefonische bedrijfsinspectie in november 2010 van de urgentie van de actieplancontrole op de hoogte.

Beslissing:

Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboetes is tevens rekening gehouden met het feit dat het bedrijf van betrokkene dat bij het PPE geregistreerd is onder nummer [KIP-nummer] met een capaciteit van 29.000 vleeskuikens relatief wat kleiner is dan gemiddeld, en het bedrijf dat bij het PPE geregistreerd is onder nummer [KIP-nummer] met een capaciteit van circa 86.000 vleeskuikens een groot bedrijf is.

Gelet op het bovenstaande legt het Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren, Kamer Primaire Sector, betrokkene - ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 - de volgende tuchtrechtelijke maatregelen op:

Met betrekking tot de in 2009 op het bedrijf met registratienummer [KIP-nummer] nagelaten onderzoeken:

1.       Een geldboete van € 400,- (zegge: vierhonderd euro), waarvan € 200,- (zegge: tweehonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Met betrekking tot de in 2009 op het bedrijf met registratienummer [KIP-nummer] nagelaten onderzoeken:

2.       Een geldboete van € 750,- (zegge: zevenhonderd vijftig euro), waarvan € 375,- (zegge: driehonderd vijfenzeventig euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Met betrekking tot de in 2010 op het bedrijf met registratienummer [KIP-nummer] nagelaten onderzoeken:

3.       Een geldboete van € 400,- (zegge: vierhonderd euro), waarvan € 100,- (zegge: honderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Met betrekking tot de in 2010 op het bedrijf met registratienummer [KIP-nummer] nagelaten onderzoeken:

4.       Een geldboete van € 750,- (zegge: zevenhonderd vijftig euro), waarvan € 200,- (zegge: tweehonderd euro) voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het voorwaardelijke deel van de tuchtrechtelijke maatregel wordt ten uitvoer gelegd, indien na het onherroepelijk worden van deze uitspraak niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat binnen de proeftijd niet één van de bepalingen van het bij of krachtens het bepaalde in de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 dan wel enige verordening houdende bepalingen omtrent hygiënevoorschriften met betrekking tot de pluimveehouderij mag worden overtreden.

Toepasselijke artikelen:

Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Samenstelling van het Tuchtgerecht:

De uitspraak is gedaan door mr. L.F.A. Husson, voorzitter, mw. mr. W.N. Everts en ing. J. Bazuin, leden, in aanwezigheid van mr. K. Feenstra, secretaris.