Zoekresultaten 21401-21450 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:95 Raad van Discipline Amsterdam 17-212/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager aan te duiden als zaakwaarnemer van zijn moeder. Ook is niet gebleken dat verweerder ten onrechte voor de moeder van klager optreedt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:89 Raad van Discipline Amsterdam 16-490/A/A

    Verzet. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/323P

    Verweerder is als psychotherapeut verbonden aan de Opvoedpoli, waar klagers (beide ouders) zoon op advies van de school is aangemeld. Klagers verwijten de psychotherapeut dat hij zijn geheimhoudingplicht heeft geschonden door hen niet om toestemming te vragen om de (eventuele) bij hun zoon gestelde diagnose met school te delen. Klagers verwijten de psychotherapeut voorts ondermeer dat hij op onzorgvuldige wijze tot een diagnose is gekomen en dat hij veel te snel aan klagers de mogelijkheid van medicatie heeft geboden. Deels gegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:45 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-484

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft erkend dat hij niet terstond aan de deken, in het kader van diens onderzoek, de gevraagde informatie heeft verstrekt. Gebleken is dat verweerder stelselmatig aan dergelijke verzoeken van de deken niet voldoet. De deken wordt daardoor belemmerd in zijn toezichthoudende taak. Het bezwaar is gegrond. De raad legt, in verband met de samenhang met andere ernstige klachten, de maatregel van schrapping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/427GZP

    Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog samengevat dat hij geen adequate zorgverlening heeft gegeven, zoals door klager met hem besproken in het intake- en adviesgesprek, voortijdig en zonder overleg is gestopt met de cognitieve gedragstherapie, geen behandelplan en/of therapieplan heeft opgesteld, zijn (depressieve) klachten niet serieus heeft genomen en geen deugdelijke diagnose heeft gesteld. Deels gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:92 Raad van Discipline Amsterdam 16-863/A/A

    Verzet niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:93 Raad van Discipline Amsterdam 16-1033/A/A en 16-1034/A/A

    Herstelbeslissing

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden KL RK 16-127

    In het onderhavige geval bestond onder meer gezien de hoge leeftijd van erflaatster en de onderbewindstelling van haar vermogen, aanleiding om de geestesgesteldheid van erflaatster extra zorgvuldig te onderzoeken. Blijkens het verweer van de notaris heeft zij dit gedaan door met erflaatster twee lange gesprekken met een maand ertussen te voeren. Tevens deed zij dit door tijdens het tweede gesprek twee medewerkers van kantoor als getuigen te laten optreden, deze bij het gesprek met erflaatster te betrekken en naar hun oordeel te vragen, nadat erflaatster nog een keer in eigen woorden had verteld welke wijziging zij in haar testament wilde aanbrengen. De notaris heeft naar het oordeel van de kamer voldoende kunnen onderbouwen hoe zij vervolgens tot de overtuiging is gekomen dat erflaatster haar wil kon bepalen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:134 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.286

    Klager verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Verweerder, gz-psycholoog, is Hoofd Behandeling en tevens de hoofdbehandelaar van klager. Klager verwijt verweerder: 1. dat hij heeft geweigerd een gedeelte van het dossier van klager aan hem af te geven, te weten het gedeelte over het middelenonderzoek afgenomen door een andere behandelaar, waarin positieve vooruitzichten voor klager worden genoemd, te weten resocialisatie binnen twee jaar; 2. dat hij toen hij klager uiteindelijk wel een kopie van het onderzoek gaf, een gedeelte heeft weggelaten, te weten het gedeelte over de positieve vooruitzichten voor klager; 3. dat hij een onjuiste diagnose bij klager heeft gesteld en daarmee valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Ook is hierdoor sprake van laster en smaad. RTG Eindhoven: wijst de klacht in al zijn onderdelen af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1687

    Een verzekeringsarts wordt onder meer verweten dat hij geen deugdelijke rapportage heeft opgesteld. Lichamelijk onderzoek niet lege artis uitgevoerd. Juist vanwege het beperkte onderzoek had hij – ook zonder verzoek van klaagster daartoe – nadere, actuele informatie over klaagsters medische toestand bij behandelende artsen moeten opvragen alvorens bevindingen en conclusies te rapporteren. Hij wist dat ook na 2011 nieuwe behandelingen waren ingezet, met mogelijk een beduidend effect op de mogelijkheden tot verrichten van arbeid. Rapportage voldoet niet aan de eisen, onduidelijk hoe verweerder tot zijn conclusie is gekomen. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16128

    Verzekeringsarts wordt onder meer verweten dat zij een onjuiste rapportage en FML over klaagster heeft opgesteld, heeft nagelaten klaagster op te roepen voor medisch onderzoek alvorens haar rapportage en FML op te stellen en geen aanvullende of nadere medische gegevens heeft opgevraagd bij behandelende artsen. Eigen verantwoordelijkheid bezwaarverzekeringsarts bij bepaling of al dan niet onderzoek betrokkene nodig is. Verweerster beschikte over recente informatie en was daarom niet verplicht nog meer medische informatie bij behandelende artsen op te vragen dan wel klaagster nader te onderzoeken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:84 Raad van Discipline Amsterdam 16-1147/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:85 Raad van Discipline Amsterdam 16-1169/A/NH

    Gegronde klacht advocaat wederpartij. Van verweerder had verwacht mogen worden dat hij het geschil buiten rechte zou oplossen. Hij heeft het voorstel van klager zonder goede reden terzijde geschoven. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:86 Raad van Discipline Amsterdam 16-1059/A/A en 16-1060/A/A

    Kruisklachten tussen voormalig kantoorgenoten over onder andere het doorsturen van post. Klacht in conventie en in reconventie ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:87 Raad van Discipline Amsterdam 16-1140/A/NH

    Klacht advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/355

    Klager kwam bij verweerder (dermatoloog) voor controle en stikstofbehandeling van moedervlekken. Daarbij heeft verweerder een stuk huid uit de neus van klager weggehaald (stans biopt). Klager stelt dat de uitgevoerde behandeling niet met hem is besproken (geen informed consent) en dat sprake is van integriteitsschade. Gezien zijn leeftijd had hij de behandeling geweigerd, aldus klager. Verweerder voert verweer.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:88 Raad van Discipline Amsterdam 17-076/A/A

    Gegronde klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft in strijd met Gedragsregel 15 gehandeld. Berisping en proceskostenveroordeling

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/018

    Klager verwijt de arts dat deze zonder toestemming van de ouders een fillerbehandeling van de lippen bij zijn minderjarige dochter heeft verricht en voorts dat hij niet de leeftijd van zijn dochter (die een onjuiste geboortedatum had opgegeven) heeft gecontroleerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/365

    Klaagster en haar partner wilden een ICSI- behandeling. Zij heeft hiervoor een gesprek gehad in een vruchtbaarheidskliniek. Klaagster verwijt verweerder dat hij zonder haar toestemming informatie over haar verleden en huidige gezinssituatie heeft gedeeld met de artsen van de vruchtbaarheidskliniek, hetgeen invloed heeft gehad op het traject aldaar. Verweerder voert verweer.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:68 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160295

    Eindbeslissing. In de tussenbeslissing heeft het hof het beklag ex art. 13 Aw aangehouden om te bezien of een advocaat kan worden aangewezen. De deken heeft vervolgens een advocaat aangewezen. Klager heeft te kennen gegeven dat hij niet wil worden bijgestaan door de aangewezen advocaat omdat hij hem niet vertrouwt. Het geuite wantrouwen mist echter feitelijke grondslag. Nu klager geen belang meer heeft bij zijn beklag zal het hof het beklag ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 178/2016

    Klacht tegen apotheker kennelijk ongegrond. Verweerder is niet verantwoordelijk voor uitschrijven van medicatie. De voorgeschreven combinatie van medicatie komt in de praktijk voor en kans op serotoninesyndroom was gering.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 172/2016

    klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Verweerster heeft conform de NHG-standaard pijn klager Tramadol kunnen voorschrijven. De interactie die bleek met andere door klager gebruikte medicatie is voldoende gemonitord.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 196/2016

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Verweerder heeft handklachten niet beoordeeld en geen diagnose gesteld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 197/2016

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Verweerster heeft op basis van zorgvuldig onderzoek de diagnose ‘kneuzing’ kunnen stellen. Geen aanleiding voor nader onderzoek op dat moment.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:71 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-095/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen klachtfunctionaris kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:67 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160333

    Verzoek aanwijzing van een advocaat. Het beklag is ongegrond, nu het hof in 2014 een beklag van klager tot aanwijzing van een advocaat ongegrond heeft verklaard en het onderhavige verzoek geen nieuwe feiten of omstandigheden bevat die thans tot een andere beslissing leiden.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/141

    Gegronde klacht over een gemiste diagnose borstkanker door arts in opleiding tot specialist. Maatregel opgelegd, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 045/2016

    Klacht tegen chirurg. Geen goede verslaglegging. Geen aantekening over informed consent. Klachten op deze punten gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 278/2016

    klacht tegen huisarts. Afgifte niet-geschoond medisch dossier aan patiënte, tevens ex van klager, met voor klager belastende informatie daarin. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 138/2016

    klacht tegen huisarts. Gemiste diagnose (buikaneurysma) niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 139/2016

    klacht tegen huisarts. Gemiste diagnose (buikaneurysma) niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:84 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-256/DB/ZWB

    Advocaat heeft zijn klacht dat een collega-advocaat zich negatief over hem heeft uitgelaten niet nader onderbouwd noch bewijs daarvan overgelegd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 080/2016

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Operatie totale heupprothese rechts voldoet aan de beroepsnorm, toch ontstaan daags daarna complicaties: veel pijn en parese van beenspier. Orthopeed spreekt klaagster eerst 2 weken later voor uitleg en laat in de tussenliggende tijd de zorg over aan anderen, waaruit zijn afstandelijke houding blijkt. Geen juiste nazorg leidt tot oplegging van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 036/2016

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-69

    De klacht bestaat – samengevat – uit de volgende onderdelen: 1. de notaris is niet onafhankelijk geweest in haar taak als notaris; 2. de notaris is niet correct en volledig geweest in haar informatieverstrekking aan klagers als erfgenamen; 3. de notaris is niet bereid geweest om in te gaan op de voor klagers zo belangrijke vraag omtrent haar (vermoedelijke) betrokkenheid bij het onderzoek met betrekking tot het al dan niet wilsbekwaam verklaren van erflaatster ten gunste van de volmacht van haar cliënt [C]; 4. de notaris heeft geen antwoord willen geven op de vraag of er sprake was van een (vriendschappelijke) relatie met haar cliënte [B]; 5. de notaris heeft zich in de procedure ten onrechte voorgedaan als een functionaris die uiterste termijnen bepaalt, selectief omgaat omtrent de rechten en plichten en ook doet voorkomen alsof de wet bepaald heeft dat een verklaring van erfrecht voor een ieder verplicht is; 6. de notaris heeft geweigerd een standpunt in te nemen over, dan wel haar conclusies te trekken waar het de waarschuwingen betreft over haar cliënten [B] en [C]; 7. de notaris heeft klagers op het verkeerde been gezet waar het concreet gaat om het wel of niet tot stand komen van de verklaring van erfrecht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:128 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.340

    Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrische instelling nadat zij door de politie was aangemeld in verband met veelvuldige en voortdurende aangiftes van door klaagster ondervonden burenoverlast. De verpleegkundige is betrokken geweest bij de zorgverlening aan klaagster. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat hij haar informatie heeft onthouden door haar niet te informeren over de aanvraag van een Rechterlijke Machtiging (RM), dat hij heeft geweigerd om nadere vragen van klaagster over de relatie tussen de overlast en zijn komst te beantwoorden, dat hij verwijtbaar laatdunkend over klaagster heeft gerapporteerd en zich heeft geconformeerd aan derden en hun belangen en dat hij in zijn verslagen bewust informatie heeft achtergehouden, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van macht en vertrouwen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:129 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.341

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrische instelling nadat zij door de politie was aangemeld in verband met veelvuldige en voortdurende aangiftes van door klaagster ondervonden burenoverlast. De psychiater is betrokken geweest bij de zorgverlening aan klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat hij is voorbijgegaan aan “het mens-zijn” van klaagster en haar rechten, dat hij klaagsters kinderen heeft benaderd en geïnformeerd zonder klaagster daarvan in kennis te stellen en dat hij de Rechterlijke Machtiging oneigenlijk heeft gehanteerd om daarmee klaagster monddood te maken in de discussie over de geluidsoverlast dan wel de rechtsgang voor klaagster te blokkeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.342

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrische instelling nadat zij door de politie was aangemeld in verband met veelvuldige en voortdurende aangiftes van door klaagster ondervonden burenoverlast. De psychiater is betrokken geweest bij de zorgverlening aan klaagster en heeft klaagster thuis bezocht in het kader van de aanvraag voor een Rechterlijke Machtiging (RM). Klaagster verwijt de psychiater dat zij klaagster onjuist heeft geïnformeerd over het doel van haar bezoek bij klaagster thuis in het kader van de RM-beoordeling en dat zij het onderzoek in het kader van de RM heeft aangegrepen om informatie te vergaren in het kader van een veel breder onderzoek betreffende de door klaagster ondervonden geluids- en/of burenoverlast, waarbij de psychiater uitdrukkelijk en bewust in strijd met de belangen van klaagster heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.343

    Klacht tegen huisarts. Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrische instelling nadat zij door de politie was aangemeld in verband met veelvuldige en voortdurende aangiftes van door klaagster ondervonden burenoverlast. De huisarts is in zijn functie van arts niet in opleiding tot specialist onder supervisie van een psychiater betrokken geweest bij de zorgverlening aan klaagster. Klaagster verwijt de huisarts zijn rol bij de beoogde medicatieverstrekking aan klaagster en zijn gespreksweergaven in het medisch dossier en zijn wijze van bejegenen. Verder verwijt klaagster de huisarts dat hij de behandeling van klaagster zou hebben misbruikt om haar te breken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.344

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrische instelling nadat zij door de politie was aangemeld in verband met veelvuldige en voortdurende aangiftes van door klaagster ondervonden burenoverlast. De psychiater is niet betrokken geweest bij de zorgverlening aan klaagster, maar is op grond van zijn managementfunctie in de psychiatrische instelling veelvuldig door klaagster benaderd met klachten over de organisatie en verschillende medewerkers. Klaagster verwijt de psychiater dat hij zich onvoldoende heeft verdiept in haar situatie en haar opvattingen, dat zij gedurende de behandelperiode door onjuist handelen en onjuiste dossiervoering in haar persoon is geschaad en dat hij de organisatie zo heeft georganiseerd dat deze alleen haar eigen belang dient. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet ontvankelijk verklaard in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster met aanpassing van een van de rechtsoverwegingen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:133 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.345

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrische instelling nadat zij door de politie was aangemeld in verband met veelvuldige en voortdurende aangiftes van door klaagster ondervonden burenoverlast. De psychiater is niet betrokken geweest bij de zorgverlening aan klaagster, maar is op grond van haar managementfunctie in de psychiatrische instelling veelvuldig door klaagster benaderd met klachten over de organisatie en verschillende medewerkers. Klaagster verwijt de psychiater dat zij zich onvoldoende heeft verdiept in haar situatie en haar opvattingen, dat zij gedurende de behandelperiode door onjuist handelen en onjuiste dossiervoering in haar persoon is geschaad en dat zij de organisatie zo heeft georganiseerd dat deze alleen haar eigen belang dient. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet ontvankelijk verklaard in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster met aanpassing van een van de rechtsoverwegingen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:127 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.197

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft verweerder verzocht zijn medisch dossier met onmiddellijke ingang te vernietigen en verwijt verweerder dat hij dat niet heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en verklaart klager alsnog ontvankelijk. De klacht wordt als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16227

    Huisarts. Onjuiste verslaglegging (1), niet adequaat doorverwijzen (2), grensoverschrijdend / niet-professioneel gedrag verweerder (3) en gang van zaken rondom overstap naar andere huisarts (4). College: (1) en (3) ongegrond. (2) Gegrond: Na insulten eerder nader onderzoek geïndiceerd. Herhaald afwijkende waarden. Mogelijk hartritmestoornissen. ( 4) Gedeeltelijk gegrond. Patiënt vrij om behandelrelatie te beëindigen. Geen uitleg nodig. Medisch dossier zonder talmen overdragen aan opvolgend huisarts. Continuïteit van zorg borgen. Artikel 4.1 KNMG-richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’. Twee maanden is te lang. Geen indicaties dat klaagster niet wilde overstappen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16192

    Huisarts. Weigeren toegang tot praktijk ondanks gezondheidsklachten (1), ten onrechte bij instanties verklaren dat klager doodsbedreiging heeft geuit (2), gezondheidsklachten niet serieus genomen (3), tegenwerken operatie aan nekhernia (4), 5 minuten voor sluiting praktijk klager buiten laten staan (5) en voedselvergiftiging door oesters geduid als buikgriep (6). College: 1 gegrond, 2 t/m 6 ongegrond. Artikel 7:460 BW. Beëindigen behandelovereenkomst. Gewichtige redenen. KNMG-richtlijn ‘Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelovereenkomst’. Klager heeft zich meerdere keren onheus of agressief gedragen ondanks waarschuwingen. Verweerder mocht behandelovereenkomst beëindigen. Zorgvuldigheidseisen onvoldoende in acht genomen. Geen schriftelijk afspraken, geen waarschuwing dat behandelovereenkomst zou worden beëindigd als gedrag niet zou veranderen, geen (redelijke) termijn in acht genomen en niet medegedeeld dat verweerder noodzakelijke medische hulp zou verlenen totdat klager nieuwe huisarts had. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16234

    Arts. Intieme relatie met patiënt (1) en inzien medische dossiers van patiënten zonder behandelrelatie (2). College: Tweede tuchtnorm. Hoedanigheid. Weerslag. Ontvankelijk. Verweten handelingen niet weersproken. (1) Seksuele relatie. Voormalige patiënt. Hernieuwd contact tijdens behandeling klager binnen instelling waar verweerder werkzaam was. Grenzen tussen behandeling en gestelde vriendschap niet duidelijk afgekaderd. Gegrond. (2) Medische gegevens alleen inzien door degenen die de informatie professioneel nodig hebben. Toestemming patiënt. Ernstige inbreuk op beginselen goede gezondheidszorg en privacy patiënten. Maatregel: niet transparant en toetsbaar opgesteld. Geen inzicht in handelen. Verweerder wil ooit weer in de directe patiëntenzorg werkzaam zijn. Doorhaling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:107 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-167

    Voorzitter oordeelt klacht over advocaat wederpartij in burenruzie kennelijk ongegrond omdat zij voldoende zorgvuldig is opgetreden als partijdige belangenbehartiger. Zorgvuldig gekozen toonzetting in brief aan klager en mocht daarin waarschuwen voor mogelijke rechtsmaatregelen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:83 Raad van Discipline Amsterdam 16-1131/A/A

    Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond. Vrijheid van handelen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/030

    Klager verwijt verweerder te hebben nagelaten klager direct door te sturen naar een vaatchirurg terwijl de combinatie van klachten daartoe wel aanleiding gaf. Klager is een dag later opgenomen met een aneurysma ruptuur. Verweerder bestrijdt de klacht. Gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-221

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft niet gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 81 van de Beroepscode voor Psychologen van de NIP 2015, door klager voorafgaand aan toezending van informatie (ontslagbrief) aan de reclassering geen inzage in de informatie/brief te geven om gerichte toestemming te krijgen voor doorzending van de brief. Het College ziet geen aanknopingspunten dat de gz-psycholoog onjuiste en onvolledige informatie zou hebben verstrekt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-194

    Gegronde klacht tegen een (destijds) gz-psycholoog tevens oom van de ex-partner van klaagster over een afgegeven schriftelijke verklaring over zoontje ten behoeve van een juridische procedure. Sprake van vermenging van de rol van familielied en die van deskundige, alsook de rol van raadgever/begeleider van de vader (ex-partner) enerzijds en deskundig informant betreffende zoontje anderzijds. Ook is hoor en wederhoor geschonden door klaagster zonder noodzaak buiten spel te zetten. In de verklaring zijn de bronnen niet consistent vermeld. Onvermeld is gebleven dat verweerder zoontje niet heeft onderzocht en dat hij zich heeft gebaseerd op eenzijdige informatie en schoolverslagen. Bovendien is terughoudendheid geboden bij het afgeven van een verklaring voor een juridische procedure. Omdat de BIG-registratie van verweerder inmiddels is verlopen wordt een verbod tot wederinschrijving in het BIG-register opgelegd.