Zoekresultaten 21401-21450 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1056/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht van advocaat tegen advocaat ivm het niet tijdig delen van stukken; niet tuchtrechtelijk verwijtbaar

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-188/DB/ZWB

    Als advocaat optreedt voor een vereniging komt geen advocaat-cliënt relatie met individuele leden van die vereniging tot stand. Geen tegenstrijdig belang bij optreden tegen een individueel lid. Individueel lid komt geen klachtrecht toe over optreden van de advocaat voor de vereniging. Klach gedeeltelijk ongegrond, ged. kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:26 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-525

    Verzet ongegrond. Ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1116/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen kantoorgenoot van de advocaat van cliënt betreft onder meer handelen als bestuurderde van de stichting beheer derdengelden; reikwijdte geheimhoudingsplicht

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:27 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-101

    Raad oordeelt het verzet over vermeend onrechtmatig handelen van de faillissementscurator van klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:21 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1056

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen kantoor voormalig advocaat. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk voor zover klacht ziet op handelen voormalig advocaat. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk voor zover klacht ziet op periode na vertrek voormalig advocaat en gericht tegen het kantoor. Klacht kennelijk ongegrond voor zover klacht ziet op handelen opvolgend advocaat en kantoorgenoot.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-667

    De raad oordeelt het verzet van klager ongegrond. Voorzitter heeft de klacht terecht kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld op grond van ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:22 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1110

    Advocaat wederpartij. De voorzitter oordeelt de klacht kennelijk ongegrond, nu niet is gebleken van intimidatie door die advocaat of van beledigingen van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:23 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1150

    Voorzitter oordeelt dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt treft door in de zaken die hij niet voor klaagster heeft gedaan maar waarin hij kort na ontvangst van de uitspraak in de door hem behartigde zaak voor klaagster (abusievelijk) van de rechtbank een brief met (een kopie van) rechterlijke uitspraken in de twee andere zaken van klaagster heeft ontvangen, die uitspraken niet door te sturen aan klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:46 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-982/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht van rechtsbijstandverzekeraar tegen advocaat die optreedt in een arbeidsgeschil voor verzekerden die in dienst zijn bij de rechtbijstandsverzekeraar; niet tuchtrechtelijk verwijtbaar

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:298 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-457

    Klacht betreft het optreden van de eigen advocaat in een letselschadezaak. Verweerder is laksheid verweten, maar daarvan is niet gebleken omdat het tijdsverloop niet te wijten is geweest aan verweerder maar aan de ingeschakelde medische adviseur. Het verwijt dat verweerder fouten heeft gemaakt is evenmin komen vast te staan. Dat de opvolger van verweerder een andere medische adviseur heeft ingeschakeld die tot een ander medisch oordeel is gekomen, kan verweerder niet worden aangerekend. Het feit dat verweerder het dossier naar een verkeerde postbus heeft gestuurd omdat hij een onjuist postbusnummer heeft vermeld, kan hem wel worden aangerekend. De klacht is deels gegrond, maar er is geen maatregel opgelegd omdat verweerder excuses heeft aangeboden voor de gemaakte fout en niet gebleken is dat klager daadwerkelijk in zijn belangen is geschaad.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/311806 KL RK 16-133

    Gezien de van belang zijnde omstandigheden komt klaagster in dit geval geen beroep toe op de uitzonderingsclausule van artikel 99 lid 15 Wna. De kamer ziet in deze zaak ook overigens geen redenen om de klacht van klaagster over het passeren van de in 1999 door haar ondertekende akte aan te merken als tijdig ingediend.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:24 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-551

    Verzet ongegrond. Ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 066/2016

    Klacht IGZ tegen anesthesioloog (en tegen chirurg in samenhangende zaak). Demente patiënt met heupfractuur in holding en OK zonder zijn echtgenote als vertegenwoordiger erbij. Geen volledige pre time-out en geen time-out. Daarna links/rechts verwisseling. Klacht deels gegrond. In deze omstandigheden volstaat een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:7 Kamer voor het notariaat Amsterdam 620323 / NT RK 16/84

    Nu de notaris voor de uitspraak redelijkerwijs bekend kon zijn met de nieuwe informatie, is er geen grond voor herziening. Daarnaast heeft de notaris ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het herzieningsverzoek erkend dat hij (in ieder geval) één dag voor het verstrijken van de beroepstermijn kennis heeft genomen van de betreffende verklaringen. Het had dan ook op weg van de notaris gelegen om op dat moment appèl in te stellen tegen de beslissing van de kamer. Herziening is in dat geval niet het geijkte middel om het gewenste resultaat te bewerkstelligen. Gelet op de rechtszekerheid dient herziening terughoudend en onder strikte voorwaarden toegepast te worden. Voorts bestaat er evenmin aanleiding te vermoeden dat de kamer tot een andere beslissing zou zijn gekomen, al dan niet met betrekking tot de strafmaat. Of de notaris de betreffende betaling al dan niet heeft geïnitieerd en/of geaccordeerd, is derhalve niet redengevend geweest, nu hij de initiator was voor het elders onderbrengen van de derdengelden en niet gebleken is dat hij op enigerlei wijze, indien al van de juistheid van zijn stelling dient te worden uitgegaan, heeft getracht om de betreffende transactie te voorkomen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:280 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-954/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht namens een failliete BV had ingediend moeten worden door de curator

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 263/2016

    Klacht tegen anesthesioloog. Het college oordeelt dat het ook in 2012 al usance was, of in ieder geval had moeten zijn om duidelijk verslag te leggen in het dossier van het informed consent. Dit is niet gebeurd. Verweerder heeft het college er ook anderszins niet van kunnen overtuigen dat hij erop mocht vertrouwen dat zijn collega die de preoperatieve screening had gedaan, dan wel hijzelf voldoende aandacht hebben geschonken aan informatie aan klager, waarop klager een weloverwogen beslissing heeft kunnen nemen. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:281 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1016/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:37 Kamer voor het notariaat Amsterdam 594416/NT 15-71 CO

    Deels gegronde klacht over afhandeling nalatenschap. Gelet op de vele slordigheden in het dossier en het niet (dan wel te laat) reageren legt de kamer de notaris een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:21 Accountantskamer Zwolle 16/3048 Wtra AK

    Niet betalen opgelegde boete. Tijdelijke doorhaling voor 1 maand.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:51 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-102/DB/LI

    Archiefdossier is geen eigendom van voorgaande advocaat. Een cliënt, en dus ook zijn advocaat, is altijd gerechtigd zijn (voormalig) advocaat te verzoeken hem of haar een afschrift van processtukken en/of correspondentie in zijn zaak toe te zenden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:38 Kamer voor het notariaat Amsterdam 600937 NT 16-5

    Het is in beginsel in strijd met de zorg die een notaris jegens een (voormalig) cliënt moet betrachten, om aan hem gerichte correspondentie niet (tijdig) te beantwoorden. Ook dient de notaris deze correspondentie op zorgvuldige en niet op grievende wijze te beantwoorden. Nu klager tegenover de betwisting van de ontvangst van de correspondentie niet nader heeft onderbouwd dat de notaris op enigerlei wijze kennis heeft genomen daarvan, kan niet worden vastgesteld dat de notaris deze bewust onbeantwoord heeft gelaten. Naar de maatstaven van zorgvuldigheid die de notaris bij de afhandeling van correspondentie dient te betrachten is niet passend om op de wel ontvangen correspondentie van klager te reageren op de wijze zoals hij heeft gedaan. Enige inhoudelijke reactie op de aansprakelijkstelling door klager had, zeker gelet op het eerder vastgestelde tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van de notaris, voor de hand gelegen. Ook is de reactie van de notaris onnodig grievend en niet ter zake dienend. De notaris heeft – hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld – ook ter zitting geen nadere toelichting willen verstrekken over de aard en de context van de uitlating, dan wel zijn vijandige houding jegens klager. Het niet inlichten van de verzekeringsmaatschappij op grond van de aansprakelijkstelling van klager is niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-119/DH/RO

    wraking; dat aanvullende stukken van verweerder in de klachtzaak niet zonder meer aan het klachtdossier zijn toegevoegd, betekent niet dat het recht op hoor en wederhoor is geschonden, ter zitting kan verweerder zijn standpunten kenbaar maken; verzoek ongegrond;

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:52 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-007/DB/OB

    Niet gebleken dat verweerder gegevens van feitelijke aard naar voren heeft gebracht waarvan hij de onwaarheid kende. Niet gehouden om IJI-rapport in het geding te brengen. Instellen van appel op laatste dag appeltermijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:39 Kamer voor het notariaat Amsterdam 605771 / NT RK 16/28 605773 / NT RK 16/29

    De notaris heeft voldoende onderbouwd dat voorafgaand aan de aanvaarding van de opdracht door zijn kantoor onderzoek is gedaan naar [*] en haar uiteindelijk belanghebbende(n) (Ultimate Benificial Owner). In dat kader is het handelsregister geraadpleegd en is via de zoekmachine Google naar informatie gezocht omtrent [*]. Daaruit is niet gebleken van enige bijzonderheden en is [*] aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende (UBO) bij [*]. Uit voornoemd onderzoek is niet gebleken van enige betrokkenheid van [*] bij [*] en/of [* ]en klagers hebben ook niet concreet onderbouwd dat de notaris bij dit onderzoek steken heeft laten vallen. Met de invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht per 1 oktober 2012 is de verplichte accountantsverklaring bij een inbreng in natura komen te vervallen. Blijkens de parlementaire geschiedenis is de (reële) waardering van inbreng in natura thans voorbehouden aan een door de oprichters of bestuurders op te maken inbrengbeschrijving. Een notaris mag in beginsel af mag gaan op een dergelijke beschrijving van een bestuurder en/of aandeelhouder. Dit kan naar het oordeel van de Kamer anders zijn indien er (evidente) aanwijzingen om aan de juistheid van deze beschrijving te twijfelen. In dat geval kan dit aanleiding zijn voor de notaris om de ministerieverlening te staken, totdat de waarde van de aandelen van een vennootschap op andere (objectieve) wijze is vastgesteld, teneinde misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De Kamer is met de notaris van oordeel dat in het onderhavige geval geen aanwijzingen bestonden om aan de juistheid van de beschrijving van [*] te twijfelen en dientengevolge de ministerieverlening te staken. De notaris heeft als extra waarborg nog een verklaring met betrekking tot de waarde van de aandelen vanuit Zwitserland opgevraagd en verkregen. Dat de inhoud van deze verklaring al aanleiding vormt om aan de juistheid ervan te twijfelen volgt de Kamer niet. Daarnaast volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen, dat de betrokkenheid van [*] zich vooreerst manifesteerde na voltooiing van de werkzaamheden door de notaris, zodat dit evenmin aanleiding had kunnen zijn om de ministerieverlening te staken. Dat de Zwitserse advocaat [*] naar achteraf is gebleken op enig moment medebestuurder is geworden van [*] is eveneens een omstandigheid waar de notaris geen rekening mee heeft kunnen en behoeven te houden. De notaris heeft in dat kader onweersproken gesteld dat [*] pas medebestuurder van [*] is vanaf 2016.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-66

    Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft een opdracht aanvaard van een niet-belanghebbende voor het opstellen van een verklaring van erfrecht; 2. de notaris heeft op aangeven van een niet-belanghebbende een onjuiste naam van de boedelgevolmachtigde in de verklaring van erfrecht opgenomen; 3. de notaris heeft onzorgvuldig en partijdig gehandeld door alleen te overleggen met de opdrachtgever en vermoedelijk drie van de vier erfgenamen. De notaris heeft klaagster buitengesloten; 4. de notaris heeft haar informatieplicht onvoldoende uitgeoefend door klaagster niet te betrekken bij het opstellen van de verklaring van erfrecht; 5. de notaris verzuimde en weigerde de erfgenamen in te lichten over de gebruikelijke regels met betrekking tot de noodzaak van de verklaring van erfrecht; 6. de notaris bracht de kosten voor het herstellen van de naam van de juiste boedelgevolmachtigde in de verklaring niet in rekening bij de opdrachtgever, maar bij de erven, hetgeen onzorgvuldig is, aangezien de notaris verantwoordelijk is voor deze gemaakte beroepsfout.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-939/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen eigen advocaat deels te laat, deels kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 065/2016

    Klacht IGZ tegen chirurg (en tegen anesthesioloog in samenhangende zaak). Demente patiënt met heupfractuur in OK zonder zijn echtgenote als vertegenwoordiger erbij. Geen Time-out. Daarna links/rechts verwisseling. Klacht deels gegrond. In deze omstandigheden volstaat een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:40 Kamer voor het notariaat Amsterdam 619610 / NT RK 16/78

    Het beletten van (ongemotiveerde) vragen met betrekking tot de ontvankelijkheid van de leden van de Kamer voor het notariaat is, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, geen omstandigheid die erop wijst dat de onpartijdigheid van mr. Pompe schade zou kunnen lijden. Bovendien is gesteld noch gebleken dat een of meer leden van de wrakingskamer niet zouden voldoen aan een van de (benoemings)vereisten als bedoeld in artikel 94 Wna dan wel het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren; evenmin is aangevoerd wat de relevantie daarvan is in verband met de onpartijdigheid van mr. Pompe. Nu het onderhavige wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden bevat waaruit vooringenomenheid van mr. Pompe of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden, kan een mondelinge behandeling achterwege blijven. Het wrakingsverzoek is dan ook kennelijk ongegrond en het verzoek zal zonder behandeling ter zitting worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-61

    Klaagster verwijt de notaris dat hij geen actie heeft ondernomen toen hij er van op de hoogte raakte dat erflaatster was overleden. De notaris had klaagster daarvan op de hoogte moeten stellen en haar – in het kader van de verdeling van de nalatenschap van erflaatster – de gelegenheid moeten bieden om aanspraak te maken op haar erfdeel in de onverdeelde nalatenschap van erflater. De notaris had klaagster moeten informeren dat haar vordering op de nalatenschap van erflater door het overlijden van erflaatster opeisbaar was geworden. De notaris had niet mee mogen werken aan de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-757/DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onvoldoende schriftelijk voor te lichten over het risico dat bij staken van alimentatiebetaling tot tenuitvoerlegging van de beschikking zou kunnen worden overgegaan. Voldoende voorgelicht over mogelijkheid executiegeschil. Niet gebleken dat verweerster eigen financiële belang voorop heeft gesteld. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:40 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-936/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij, familierechtelijk geschil

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.331

    Klacht tegen een psychiater, inhoudende dat hij ten onrechte heeft geadviseerd medicatie-inname als voorwaarde te stellen voor het onbegeleid verlof van klager in het kader van zijn TBS. Daarnaast zou de psychiater zich niet volledig inzetten om uit de behandelimpasse te komen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het advies van de psychiater zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de psychiater voldoende inspanning heeft verricht om uit de behandelimpasse te komen. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.181

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:41 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-955/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht van eigen cliënt over kwaliteit dienstverlening. Uit het dossier valt naar het oordeel van de voorzitter niet te concluderen dat verweerder zich in onvoldoende mate voor klaagster en haar gemachtigde heeft ingespannen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.358

    Klager verwijt de huisarts, dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt door, ondanks het verzoek daartoe van klager, aan klager (en al zijn andere patiënten) niet een digitale omgeving aan te bieden die het mogelijk maakt dat vertrouwelijke medische informatie per e-mail veilig aan de huisarts kan worden gezonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.270

    Klacht tegen huisarts. Klager, zijn ex-partner en hun kinderen zijn allen patiënt (geweest) van verweerder. De ex-partner heeft op enig moment haar medisch dossier opgevraagd en ingebracht in de echtscheidingsprocedure. In dat dossier was door verweerder onder de “s” van subjectief aantekening gemaakt van hetgeen de ex-partner met verweerder had besproken. Klager verwijt verweerder dat hij deze aantekeningen heeft gemaakt en voorts dat het dossier met deze aantekeningen in de echtscheidingsprocedure zijn ingebracht. Ook verwijt klager dat verweerder naar aanleiding van hetgeen de ex-partner met hem besprak geen contact met klager heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:42 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-961/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening. In het dossier bevindt zich geen enkele aanwijzing voor de juistheid van de stellingen van klager, zodat de voorzitter de juistheid van de gemaakte verwijten niet kan vaststellen. Dit geldt temeer nu uit het dossier blijkt dat klager meermalen zijn tevredenheid heeft geuit over de door verweerster aan hem verleende rechtsbijstand. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.360

    Klacht tegen psychiater. Klager is onder behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Verweerster is hoofdbehandelaar van klager en derhalve eindverantwoordelijk voor de behandeling. Klager verwijt verweerster: 1. het voorschrijven van een medicijn dat niet meer op de markt is toegelaten en in strijd is met indicatie en gebruik, hetgeen tevens strijdig is met de door het UMCU afgegeven second opinion, alsmede te weigeren de noodzaak van het voorschrift te onderbouwen; 2. ondeugdelijke verslaglegging RTG Amsterdam: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.274

    De arts was als vrijgevestigd psychiater werkzaam. Klaagster is bij de arts in behandeling gekomen nadat zij via een andere psychiater is verwezen. Klaagster kampte met paniekaanvallen, depressieklachten en had een eerdere behandeling bij een GGZ- instelling afgebroken. Klaagster verwijt de arts dat zij de grenzen van de behandelrelatie (professionele distantie) met klaagster heeft overschreden, dat zij haar oneerlijk heeft behandeld, bij haar een onjuiste diagnose heeft gesteld en dat zij de behandelrelatie op laakbare wijze heeft verbroken. RTG Amsterdam heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:43 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1018/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft de belangen van haar cliënt behartigd en is daarbij gebleven binnen de voor haar - als advocaat van de wederpartij - geldende grenzen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.361

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:277 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-938/DH/DH

    voorzittersbeslissing, klacht te laat ingediend en niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.180

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160257

    Klacht tegen de eigen advocaat, inhoudende dat zij de belangen van klaagster in de echtscheidingsprocedure onvoldoende zorgvuldig heeft behandeld, is ook in hoger beroep ongegrond. Klaagster heeft ermee ingestemd dat voor de waardering van de bestanddelen van de huwelijksgoederengemeenschap aansluiting zou worden gezocht bij de in 2011 verrichte taxatie en dat niet nogmaals taxaties zouden behoeven te worden uitgevoerd. De klacht dat verweerster niet heeft gecontroleerd of de actuele waarde van de woning nog correspondeerde met de waarde vermeld in het taxatierapport, is daarom ongegrond. Verweerster heeft de kwestie van de vrijwaring met klaagster besproken, zodat verweerster niet verweten kan worden dat zij heeft nagelaten haar twijfels over de haalbaarheid van de door de bank te verlenen vrijwaring aan klaagster kenbaar te maken. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:100 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.275

    De klacht heeft betrekking op de (voorgenomen) ooglid correctie van klaagster, uit te voeren door de aangeklaagde huisarts. Tijdens het voorgesprek en uit het door klaagster ingevulde intakeformulier kwam naar voren dat klaagster bloedverdunnende medicijnen gebruikte. Klaagster heeft in overleg met de trombosedienst voorafgaand aan de geplande ingreep haar medicatie afgebouwd en bovendien op voorschrift van haar eigen huisarts drie dagen bètablokkers gebruikt om haar iets verhoogde bloeddruk te verlagen. Op de dag van de ingreep heeft de huisarts tijdens de voorbereiding geconstateerd dat de oogleden van klaagster verdikt waren en uit het met klaagster gevoerde gesprek kwam toen naar voren dat klaagster een pacemaker had waarop de huisarts de voortgang heeft gestaakt en contact op heeft genomen met de cardioloog. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de huisarts de ingreep niet uitgevoerd in verband met het risico van ontregeling van de pacemaker. Klaagster verwijt de huisarts dat hij: 1. De operatie onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid door niet door te vragen naar de redenen van het gebruik van de bloedverdunnende medicatie, hij heeft zich op de dag van de ingreep onvoldoende op de operatie voorbereid en door zijn handelwijze veroorzaakt dat klaagster nodeloos medicatie heeft gebruikt; 2. Onjuist advies heeft gegeven over de hervatting van de antistollingsmedicatie nadat de ingreep zou hebben plaatsgevonden; 3.Klaagster financiële schade heeft berokkend waarvan zij vergoeding wenst; 4. Slecht heeft gecommuniceerd en geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn eigen fouten door zich te verschuilen achter andere instanties. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 1,2 en 4 gegrond en 3 niet-ontvankelijk en legt de arts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts. De berisping blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:278 Raad van Discipline 's-Gravenhage `16-940-DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat in cassatie-strafzaak

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-160/DB/ZWB

    Niet gebleken van affectieve relatie met cliënte. Niet onnodig grievend door te verwijzen naar feiten waarvoor klager onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:95 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.131

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:41 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160259

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerders hebben de volledige behandeling van het geschil tussen klager en zijn werkgever overgenomen van de rechtsbijstandverzekeraar van klager, die niet tevreden was over de begeleiding door de rechtsbijstandverzekeraar. Toen zij klager adviseerden aan te sturen op opschorting van de mediation omdat klager ziek was, terwijl zij wisten dat klager door de bedrijfsarts hersteld was verklaard, hadden zij klager moeten waarschuwen dat als de werkgever deze opstelling niet zou accepteren deze een ontslagvergunning kon aanvragen. Verweerders hebben de strategie niet opnieuw met klager besproken toen de werkgever de mediation stop zette. Verweerders mochten er niet van uitgaan dat de risico's al voldoende door de rechtbijstandverzekeraar met klager waren besproken. Vernietiging beslissing van de raad. Waarschuwing en proceskostenveroordeling.