Zoekresultaten 20001-20050 van de 44767 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:177 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-187 DB/ZWB

    Niet gebleken dat advocaat zich onvoldoende voor zijn cliënt heeft ingespannen. Advocaat heeft zijn cliënte herhaaldelijk voorgehouden dat de verleende toevoeging na verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap kon worden ingetrokken. Toezending van de declaratie bij afwikkeling van de zaak, maar nog voordat de toevoeging definitief is ingetrokken is niet wenselijk, maar onder vermelde omstandigheden niet dusdanig verwijtbaar dat dit de advocaat tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:178 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-065/DB/OB

    Klacht betreffende de advocaat van de wederpartij. Het stond verweerster vrij om in opdracht van haar cliënte een kort geding jegens klager te voeren. Het lag op de weg van (de belangenbehartigers van) klager om tijdig en volledig aan de vorderingen van de cliënte van verweerster te voldoen, dan wel zich hiertegen in rechte te verweren. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:27 Kamer voor het notariaat Amsterdam 632883/NT 17-57

    De vraag die de kamer dan ook dient te beantwoorden is of herziening kan worden gevraagd van de wrakingsbeslissing. De kamer is van oordeel dat een dergelijk verzoek niet kan worden ontvangen. Aan toepassing van het middel van herziening moeten zware eisen worden gesteld. Een herzieningsverzoek kan slechts leiden tot aantasting van een onherroepelijke einduitspraak op de grond dat op basis van nauwkeurig omschreven feiten of omstandigheden, die dateren van vóór de uitspraak maar daarvoor niet bekend waren of redelijkerwijs bekend konden zijn aan degene die herziening wenst en die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat de tuchtrechter tot een andere eindbeslissing zou zijn gekomen indien zij vóór de uitspraak bij de tuchtrechter bekend zouden zijn geweest. Het herzieningsverzoek kan dan ook geen betrekking hebben op een incidentele beslissing zoals de wrakingsbeslissing. Immers, zelfs indien de vordering tot herziening van de wrakingsbeslissing zou slagen, tast dat de eindbeslissing, die inmiddels onherroepelijk is geworden, niet aan.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 273/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 270/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:274 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.116

    Klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij (in zijn rol van supervisor over de behandelend arts-assistent) de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:268 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.505

    klacht tegen een neurochirurg. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep, onder verbetering van gronden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 269/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:275 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.168

    Klacht tegen huisarts. Klaagster was in 2008 ingeschreven in de praktijk van (onder meer) verweerster, huisarts. Klaagster is in 2011 onder curatele gesteld. Klaagster verwijt verweerster dat zij: 1. ten onrechte in de verwijsbrief van 9 december 2008 heeft geschreven dat klaagster jarenlang last heeft van psychische klachten en paranoïde beelden (de verwijsbrief ligt volgens klaagster ten grondslag aan haar onder curatele stelling); 2. klaagster ten onrechte heeft verwezen naar de psycholoog in plaats van naar een psychiater. Het RTG Amsterdam wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:269 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.106

    De klacht is gericht tegen een arts. Klager stelt dat er door de medisch specialisten fouten zijn gemaakt bij het stellen van de diagnose epilepsie en hij verwijt de arts kort gezegd dat deze zonder verder onderzoek de gegevens van de medisch specialisten heeft overgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager zijn de behandelend neuroloog en medisch specialisten op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie. In aansluiting daarop heeft de arts in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat klager op basis van de geldende regelgeving niet in aanmerking komt voor een " groep 2 rijbewijs" .

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-130

    Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in het kader van palliatieve sedatie aan patiënte dormicum en morfine toegediend. De extra toediening van morfine acht het College, gezien het lijden van patiënte, acceptabel. De huisarts heeft wel in strijd gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van patiënte en haar familie behoorde te betrachten door patiënte en familie niet voldoende hierover te informeren en door de morfine toe te dienen zonder deugdelijk overleg of informatie. De huisarts heeft volstaan met het in het algemeen uitspreken van zijn voornemen om een injectie met dormicum en morfine te geven en is bij geen reactie hierop ervan uitgegaan dat patiënte en haar familie daarmee voldoende geïnformeerd waren en dat toediening van deze injectie hun toestemming had. Hiermee is de huisarts te kort geschoten in zijn informatieplicht en het geven van aandacht, ondersteuning en begeleiding. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 264/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 268/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315b

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in redelijkheid een afwachtend beleid kunnen voeren omdat er aanwijzingen waren dat de klachten rond het oor te herleiden waren tot een ontsteking van de kies. Ook geldt dat het lichamelijk onderzoek geen bijzonderheden opleverde. Bij latere buik- en rugklachten is de huisarts niet betrokken geweest. Wel merkt het College ten overvloede op dat de organisatie van de praktijk (in beginsel geen vaste huisarts tenzij uitdrukkelijk verzoek hiertoe) het risico in zich bergt dat de continuïteit van de behandeling/begeleiding onvoldoende is gewaarborgd. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/088

    IGZ verwijt klaagster dat zij zich in de brede zin op het terrein van de huisartsgeneeskundige zorg begeeft, terwijl zij enkel basisarts is en niet als huisarts geregistreerd staat. Ook verleent zij als basisarts zorg die niet voldoet aan de daarvoor geldende normen en volgt zij amper geaccrediteerde bij- en nascholing, is de continuïteit van de spoedzorg niet goed geborgd en is er geen adequate informatie-uitwisseling tussen de basisarts en andere behandelaren van de patiënten. Ten slotte voldoet de dossiervorming van de basisarts niet volgens de inspectie. Verweerster voert verweer. Gegrond. Legt aan verweerster de maatregel op van doorhaling van verweersters inschrijving in het BIG-register en legt tevens bij wijze van voorlopige voorziening, een schorsing van verweersters inschrijving in het BIG-register.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 265/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:270 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.107

    De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat "veel datums en diagnoses" in diens rapport niet overeenkomen en dat de neuroloog een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272-2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315c

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was als huisarts in opleiding in de praktijk werkzaam. Dat de huisarts heeft geweigerd onderzoeken te doen of patiënt door te verwijzen mist feitelijke grondslag, nu de huisarts naar aanleiding van de klachten bij/rond het rechter oor en kaak na vrijwel elk consult onderzoek in gang heeft gezet en/of patiënt heeft doorverwezen. Het door de huisarts verrichte onderzoek naar de rugklachten bracht in redelijkheid geen alarmsignalen aan het licht. Klachten over vermagering, geelzucht en opgeblazen buik dateren van nadat de huisarts patiënt heeft gezien. Hoewel te betreuren valt dat de tumor in de kaak niet eerder is ontdekt, valt dit de huisarts niet tuchtrechtelijk aan te rekenen. Alle klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/068

    Klaagster heeft een operatie aan haar heup ondergaan, waarna een zenuw beschadigd bleek. Zij verwijt verweerder, orthopedisch chirurg, (onder meer) dat hij klaagster onvolledig heeft geïnformeerd over de risico's voorafgaande aan de operatie, onvoldoende medische verslaglegging en onvoldoende nazorg. Verweerder voert verweer. Gegrond. De maatregel 'waarschuwing' is opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.108

    De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat zij bevooroordeeld, ongeïnteresseerd en onvoorbereid was, en de uitslag van de MRI heeft verdraaid; daarop was volgens klager geen epilepsie te herkennen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 263/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 267/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/012

    Klaagster kwam met klachten aan haar hand bij verweerder, plastisch chirurg. Verweerder heeft bij klaagster een 'CT-release' operatie uitgevoerd wegens verdenking van een carpaal tunnelsyndroom. Klaagster verwijt verweerder dat hij een gezonde hand heeft geopereerd, zonder duidelijke diagnose en haar klachten hierdoor heeft verergerd. Verweerder voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.109

    De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat hij een verkeerde diagnose, namelijk epilepsie, heeft gesteld en niet bereid is daar iets aan te veranderen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 158/2016

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 271/2015

    Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.115

    Klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:183 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160102

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft het onderzoek dat de deken wilde instellen naar mogelijke belediging van leden van het gerechtshof door verweerder gefrustreerd door te weigeren om stukken daarover naar de deken te sturen. Gegrond. Het bezwaar dat verweerder geen toegang heeft willen geven tot zijn kantoorruimte, is - anders dan de raad oordeelde - ongegrond. Verweerder heeft kantoor aan huis. De Advocatenwet en Algemene Wet Bestuursrecht geven de in artikel 12 lid 1 Grondwet vereiste wettelijke grondslag voor het binnentreden van een woning niet. Het past een behoorlijk advocaat echter niet om zich aan het toezicht door de deken op zijn praktijkuitoefening te onttrekken door zich op het huisrecht te beroepen. De deken heeft bijgedragen aan een onnodige escalatie. Daarom is dit onderdeel ongegrond. Verweerder zich onnodig grievend uitgelaten over de deken en leden van de rechterlijke macht, zodat dit onderdeel van het bezwaar gegrond is. Schrapping. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:214 Raad van Discipline Amsterdam 17-625/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de gehele beschikking van de rechtbank aan de verzekeraar en de bank te sturen ter executie. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de politie onjuist heeft voorgelicht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:210 Raad van Discipline Amsterdam 17-579/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet valt in te zien wat verweerder terzake nog meer had kunnen aanvoeren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:211 Raad van Discipline Amsterdam 17-618/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet is duidelijk wat verweerder heeft nagelaten aan te voeren in de namens klager gevoerde procedure.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:65 Accountantskamer Zwolle 16/886 Wtra AK

    Klaagster had grote (financiële) belangen bij een correcte verwerking van de tussen klaagster en de opdrachtgever van betrokkene gemaakte samenwerkingsafspraken. Klaagster is door opdrachtgever geconfronteerd met aanzienlijke additionele kosten. Gelet op de materialiteit van deze post had betrokkene onderzoek moeten doen naar deze posten en zich daarover in (de toelichting op) de jaarrekening moeten uitspreken. Ook ten aanzien van de rentebaten van de projecten had betrokkene er rekening mee moeten dat klaagster de zienswijze van zijn opdrachtgever niet deelde. Weliswaar was betrokkene niet verplicht deze posten in weerwil van de instructie van zijn opdrachtgever in de aan klaagster verstrekte exploitatieoverzichten te verwerken, maar hij had dat wel in de toelichting moeten vermelden, nu hij er rekening mee moest houden dat klaagster de zienswijze van zijn opdrachtgever niet deelde. Zonder daarvan melding te maken in de toelichting kon de indruk ontstaan dat er helemaal geen rentebaten waren gerealiseerd. Ten aanzien van beide aspecten had betrokkenen zich nader met zijn opdrachtgever moeten verstaan teneinde de jaarrekening respectievelijk de exploitatieoverzichten van een deugdelijke grondslag/toelichting te voorzien. Betrokkenen heeft zich over een langere periode onvoldoende professioneel-kritisch opgesteld ten aanzien van zijn opdrachtgever en zich ten onrechte verscholen achter zijn opdrachtgever. Juist omdat klaagster een informatieachterstand had, had betrokkene zich actiever en kritischer moeten opstellen ten aanzien van zijn opdrachtgever. Schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:212 Raad van Discipline Amsterdam 17-620/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft wel degelijk actie ondernomen richting de deurwaarder.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:213 Raad van Discipline Amsterdam 17-621/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Uit het klachtdossier blijkt dat er veelvuldig contact is geweest tussen klager en verweerster. Onder die omstandigheden is het één of enkele malen na 2 à 3 dagen reageren op een contactverzoek en het laat afzeggen of verplaatsen van een afspraak van onvoldoende gewicht om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Niet gebleken dat verweerster haar werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:267 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.196

    Klacht tegen psychiater. De psychiater was superviserend psychiater van een psychiater in opleiding die klager heeft onderzocht op een mogelijke stoornis in het autismespectrum. In het medisch dossier van klager staat de diagnose ASS genoteerd. Klager is het niet eens met de diagnose en wil vanwege de beeldvorming dat de diagnose en overige informatie daarover in zijn medisch dossier wordt gecorrigeerd cq vernietigd. Klager verwijt verweerder dat hij het correctierecht en het selectieve vernietigingsrecht van klager niet heeft gehonoreerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:160 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 604384/ DW RK 16/237

    Termijn van vijftien werkdagen voor herberekening beslagvrije voet in dit geval van onvoldoende gewicht is om te kunnen oordelen dat sprake is van laakbaar handelen dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Verder rust op de gerechtsdeurwaarders geen wettelijke verplichting om een (mogelijk) beslag op roerende zaken aan te kondigen. Dat sprake is van beschermingsbewind maakt dat niet anders. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:161 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 614528 / DW RK 16/949

    Verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet na het uitdrukkelijke verzoek tot herberekening binnen een redelijke termijn aangepast. Het niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarder heeft geweigerd de beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen, nu hij aanvoert dat de geïncasseerde gelden reeds aan de beslagleggers waren afgedragen. In dit geval heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat de netto uitkering ruimschoots boven de beslagvrije voet blijft, zodat de uitkering van het vakantiegeld geheel onder het beslag valt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:162 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 625315 / DW RK 17/257

    Verzet ongegrond. Het exploot van betekening is gebaseerd op het dwangbevel zonder personalia. In artikel 4:122 van de Algemene wet bestuursrecht is niet opgenomen dat het dwangbevel de geboortedatum van de betrokkene en/of het Burgerservicenummer dient te vermelden. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter daarom juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:157 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 603952 / DW RK 16/199

    De gerechtsdeurwaarder erkent dat klager per eind juni 2015 een bedrag teveel had betaald en klager dit bedrag terug had moeten krijgen. De gerechtsdeurwaarder heeft echter aangevoerd dat haar opdrachtgever (een advocaat) om praktische redenen ervoor heeft gekozen om met ingang van maart 2015 de inhoudingen op het salaris van klager rechtstreeks te laten overmaken aan de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder heeft haar opdrachtgever bij brief van 17 juni 2015 verzocht om hetgeen teveel is ingehouden terug te storten aan klager. De opdrachtgever heeft dit geweigerd, met als reden dat de vordering nog niet was voldaan. De keuze om de gelden van het ingehouden salaris van klager rechtstreeks aan de opdrachtgever te laten overmaken is naar het oordeel van de Kamer tuchtrechtelijk laakbaar. Het behoort tot de kerntaken van de gerechtsdeurwaarder om beslag te leggen en de geëxecuteerde gelden te innen. De wetgever heeft hem deze exclusieve positie toegekend mede om op deze manier, in het belang van alle betrokkenen, zo veel mogelijk te waarborgen dat een onafhankelijke afwikkeling van het beslag plaatsvindt. Het past nadrukkelijk niet binnen het systeem van de wet dat als het beslag eenmaal is gelegd, de opdrachtgever tot het derdenbeslag eigenhandig geheel buiten de gerechtsdeurwaarder om tot inning overgaat. Verder is door de gerechtsdeurwaarder in het geheel niet gereageerd op verzoeken van klager en zijn advocaat om een gespecificeerd overzicht van alle ingehouden beslagen. Nu de gevraagde cijfers eerst na indiening van de onderhavige klacht door de gerechtsdeurwaarders zijn overgelegd, is dit onderdeel van de klacht terecht voorgesteld. Niet gezegd kan worden dat de gerechtsdeurwaarder te lang heeft gewacht met het opheffen van het loonbeslag. Klacht is gedeeltelijk gegrond met maatregel van berisping met aanzegging.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:265 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.176

    Onder omstandigheden kan een tandarts afwijken van het Protocol parodontale diagnostiek en behandeling. Dat de tandarts het afwijken van het protocol niet heeft opgenomen in het dossier van klaagster betekent niet dat de tandarts klaagster onzorgvuldig heeft behandeld. Evenmin is gebleken dat de tandarts te lang heeft gewacht met het doorverwijzen van klaagster. Verwerpt principaal hoger beroep, incidenteel hoger beroep slaagt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:158 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 625187 / DW RK 17/255

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:266 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.177

    De behandeling van het beroep leidt niet tot andere beschouwingen of beslissingen. Verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:159 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 614517 DW RK 16/944

    Klaagster kan de gerechtsdeurwaarder niet verwijten dat de opdrachtgever niet akkoord heeft willen gaan met het door haar gedane betalingsvoorstel. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder niet alles wat in zijn vermogen lag aan heeft gedaan om klaagster ervan op de hoogte te stellen dat het aangekondigde beslag geen doorgang zou hebben. Klacht gedeeltelijk gegrond met maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:175 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-116/DB/ZWB

    Onvoldoende gewezen op lopende verjaringstermijn en onvoldoende ingespannen om adresgegevens van klagers wederpartij te achterhalen, met als gevolg dat vordering reeds was verjaard op moment van dagvaarding. Communicatieproblemen niet enkel aan verweerder te wijten. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1735a

    Cardioloog. Onheuse bejegening van vader van klagers en henzelf, ten onrechte niet doen van nader onderzoek naar ademhalingsklachten vader, te vroeg ontslaan van vader en slechte communicatie tussen verweerder en arts-assistent. College: ongegrond. Onheuse bejegening en slechte communicatie met arts-assistent door verschillende lezing van de feiten niet vast te stellen. Verweerder heeft vader volgens de geldende richtlijnen onderzocht. Twee weken eerder was longfunctie-onderzoek uitgevoerd. Verweerder heeft longarts en neuroloog in consult geroepen. Geen aanleiding voor nader longfunctie-onderzoek. Verweerder mocht vader ontslaan.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1735b

    Arts-assistent niet in opleiding. Onheuse bejegening van vader van klagers en henzelf, ten onrechte niet doen van nader onderzoek naar ademhalingsklachten vader, te vroeg ontslaan van vader en slechte communicatie tussen arts-assistent en begeleider. College: ongegrond. Onheuse bejegening en slechte communicatie met cardioloog door verschillende lezing van de feiten niet vast te stellen. Cardioloog heeft vader volgens de geldende richtlijnen onderzocht en besloten tot ontslag. Arts-assistent kan hiervoor geen zelfstandig verwijt worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1710

    Cardioloog. Klacht: in periode 2007-2013 progressie HCM niet herkend; nalaten aantal diagnostische tests, geen adequate medicatie, miskennen belangrijke symptomen en missen echografische veranderingen. College: gegrond. Niet alle benodigde onderzoeken laten uitvoeren. Op echo’s in 2008 en in verhoogde mate in 2013 is verslechtering te zien. Achteruitgang hartfunctie onvoldoende opgemerkt, geleidelijke progressie HCM gemist, verschillende echo’s en de LVEF niet correct geduid en diagnose hartfalen gemist. Maatregel: verweerder heeft niet eenmalig, maar gedurende zeven jaar bij herhaling alarmsignalen gemist. Geen inzicht eigen handelen. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/207

    Verweerder heeft klager als arbo-arts beoordeeld. Klager verwijt verweerder dat hij in zijn rapportage gebruik heeft gemaakt van medisch informatie die één jaar oud was terwijl er nieuwe medische informatie beschikbaar was. Ook heeft hij nagelaten te vermelden dat de door hem gebruikte informatie één jaar oud was. Klager heeft hierdoor een conflict met zijn werkgever gekregen. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:206 Raad van Discipline Amsterdam 17-574/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Er zijn geen aanwijzingen dat verweerder zijn cliënte heeft geadviseerd om de getuigen niet te laten verschijnen op het getuigenverhoor.