Zoekresultaten 12951-13000 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.204

    Klacht tegen waarnemend huisarts , destijds in het derde jaar van haar opleiding. Klaagster is de dochter van patiënte. De huisarts zag patiënte op visite. Na anamnese en lichamelijk onderzoek heeft zij bloedonderzoek voorgesteld. Op grond van een meegekregen urinemonster heeft de huisarts een urineweginfectie vastgesteld en behandeld. Het eerder voorgestelde bloedonderzoek heeft zij (voorlopig) achterwege gelaten. De huisarts heeft patiënte nadien nog tweemaal bezocht. Op de dag van de laatste visite is patiënte opgenomen in het ziekenhuis waar een aneurysma aorta werd vastgesteld. De klacht houdt in dat verweerster: 1) bij haar eerste visite heeft voorgesteld een bloedonderzoek te verrichten, maar heeft nagelaten het bloedonderzoek uit te voeren en 2) in de ochtend van de dag waarop de derde visite werd afgelegd niet direct contact heeft opgenomen met patiënte nadat zij van het laboratorium de hoge INR waarde had ontvangen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-211a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Het handelen van beklaagde valt onder de eerste tuchtnorm, nu in artikel 1 Wet BIG wordt bepaald dat onder ‘geneeskunst’ ook handelingen worden begrepen die ertoe strekken de gezondheidstoestand van een persoon te beoordelen. Onder ‘individuele gezondheidszorg’ valt ook het onderzoeken van personen en het geven van raad, waaronder geneeskunst (artikel 1 vierde gedachtestreepje, aanhef en onder c, en vijfde gedachtestreepje, Wet BIG). Van de door klager benoemde organisatorische problemen bij het CBR kan beklaagde geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Zo is niet gebleken dat beklaagde invloed had op de doorlooptijden bij het CBR of op het beleid ten aanzien van de verzending van post. Ook is niet gebleken dat als gevolg van enig persoonlijk handelen of nalaten door beklaagde de privacy van klager is geschonden, als van een dergelijke schending al sprake zou zijn geweest. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-227

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Nu verweerder zelf niet heeft gecontroleerd of het door klager aangevraagde onderzoek naar het dragerschap van de sikkelcelziekte ook daadwerkelijk was verricht met als gevolg dat aan klager een onvolledige en (naar later bleek) onjuiste uitslag is medegedeeld, heeft verweerder onzorgvuldig gehandeld. Verweerder is immers verantwoordelijk voor het aangevraagde labonderzoek, het evalueren van de uitslag en het doorgeven van de juiste uitslag aan de patiënt. Onder verantwoordelijkheid van verweerder is aan klager een onjuiste uitslag van bloedonderzoek doorgegeven. Voorts is in het proces tussen een verzoek om een labonderzoek aan de assistente tot aan het ontvangen van de onjuiste uitslag, sprake van ernstige tekortkomingen in de praktijkvoering van verweerder, waaronder een onjuiste dossiervorming. Verweerder heeft geen inzicht getoond in het foutieve van zijn handelen en heeft niet heeft getoond van deze casus te hebben geleerd. Verweerder heeft er voorts geen blijk van gegeven dat hij zich ten volle bewust is van het feit dat verbetering in de werkwijze omtrent aangevraagde labonderzoeken noodzakelijk is. Klacht gegrond verklaard. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.232

    Klacht tegen chirurg. De chirurg is supervisor van een chirurg in opleiding (tegen wie ook wordt geklaagd). De chirurg in opleiding heeft onder supervisie van de chirurg in 2008 bij patiënt laparoscopisch de galblaas verwijderd. Bij patiënt is in de maanden tot jaren na de operatie een ernstige vorm van levercirrose vastgesteld waardoor patiënt in 2012 is overleden. Klaagster heeft zich op het standpunt geteld dat de leverklachten het gevolg zijn van de galblaasoperatie. Klaagster verwijt de chirurg 1. dat hij zijn informatieplicht en het zelfbeschikkingsrecht heeft geschonden door patiënt niet te informeren dat de operatie zou worden uitgevoerd door een chirurg in opleiding, 2. dat hij niet transparant is geweest over de ervaring/bekwaamheid van de chirurg in opleiding, 3. dat hij niet de waarheid spreekt over de critical view of safety en 4. dat hij tekort is geschoten in zijn zorgplicht en regiefunctie. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Klaagster komt in beroep van die beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep deels gegrond. De patiënt was ervan op de hoogte dat hij in een opleidingsziekenhuis geopereerd zou worden, maar hij wilde door een ervaren chirurg worden geopereerd. Patiënt heeft ook gevraagd wie hem zou opereren. Daarop is de naam van de chirurg genoemd, omdat deze op het operatieschema stond. Niet is vermeld dat dit niet per definitie betekent dat de chirurg zelf de operatie uitvoert. De folders wijzen hier ook niet op. Het is patiënt niet duidelijk geworden dat hij door een chirurg in opleiding zou worden geopereerd. Er was geen sprake van informed consent ten aanzien van de operateur. Beroep deels gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:66 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180291

    Klachten tegen advocaat van de wederpartij. Er zijn meerdere klachtonderdelen. Klaagster is ontvankelijk in haar klacht. Het was verweerders duidelijk dat er een klacht tegen hen was ingediend en wat de klacht van klaagster inhield. Er heeft vervolgens hoor en wederhoor plaatsgevonden. Ook kan het hof verweerders niet volgen in hun grief dat er sprake is van schending van het ne bis in idem beginsel. Klachtonderdeel a) ziet op het tuchtrechtelijk verwijt dat verweerders zich niet hebben gedragen zoals een behoorlijk advocaat jegens zijn wederpartij betaamt door zich provocerend te gedragen jegens de medewerkers van klaagster tijdens een inspectie op het perceel van de voormalige cliënten van verweerders. Verweerders hebben door hun gedrag ook klaagster als publiekrechtelijk persoon die toe moet zien op naleving van de regelgeving in haar belangen geraakt. Het Hof komt tot de conclusie dat dit klachtonderdeel gegrond is. Bij klachtonderdeel b heeft klaagster geen eigen belang aangezien klaagster door de gestelde grievende uitlatingen over haar bestuurders en medewerkers niet rechtstreeks in een eigen belang is getroffen. Klachtonderdeel c ziet op het verwijt dat verweerders de grenzen van de hen toekomende ruime vrijheid hebben overschreven door op intimiderende wijze structureel medewerkers van klaagster op hun privé adres aansprakelijk te stellen en aangiftes jegens hen te doen. Naar het oordeel van het hof hadden de uitlatingen van verweerders op een minder intimiderende wijze gekund en verklaart dit klachtonderdeel gegrond. Klachtonderdeel d ziet op de uitlatingen van verweerders over klaagster jegens derden. Het hof oordeelt dit klachtonderdeel in zijn geheel ongegrond. Niet is gebleken dat met de gestelde uitlating de belangen van klaagster onnodig of onevenredig zijn geschaad. Het hof is van oordeel dat volstaan kan worden met het opleggen van een berisping en vernietigt de beslissing van de raad van discipline.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-211b

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Vast staat dat beklaagde niet betrokken is geweest bij de beoordeling van de aanvraag voor de verlenging van het rijbewijs door klager. Verder is niet gebleken dat beklaagde als Hoofd Medische Zaken bij het CBR invloed had op de door klager genoemde onvolkomenheden in de procedure tot verlenging van het rijbewijs. Dat betekent dat hij daarvoor niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-64

    De notaris wordt verweten dat hij weigert te communiceren met klaagster over de voortgang, de status en de verdere afwikkeling van de nalatenschap.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-68 en 19-69

    Klager verwijt de notarissen het volgende. Met het bevestigen van voornoemde vraag en het door het notariskantoor aanvaarden van het inlichtingenformulier (de vraag was immers door het notariskantoor opgenomen op het formulier) heeft klager het notariskantoor expliciet de opdracht gegeven de kapitaalverzekering af te kopen. Er waren geen voetnoten of uitzonderingen opgenomen op het formulier.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-71 en 19-72

    Klager verwijt de notarissen het volgende. Klager had de notarissen verzocht om de waarborgsom voor de verkoop van het onroerend goed te Haïti op de derdengeldenrekening te storten, aangezien de zusters van klager medegerechtigd waren op de waarborgsom. Notaris [notaris X] heeft dit geweigerd, omdat [notaris Y] op grond van het testament geen executeur was voor wat betreft de buiten Nederland gelegen bestanddelen van de nalatenschap. Klager heeft dit gerespecteerd. De keerzijde hiervan is dat [notaris Y] op het moment dat het appartement te [plaatsnaam] en de belastingschulden waren geregeld, had moeten overgaan tot verdeling van het saldo van de nalatenschap. Hij heeft dat niet gedaan. Er is derhalve nog steeds niet verdeeld.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:54 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190256

    Verweerder heeft nagelaten uiteen te zetten welke zaken hij voor klaagster zou behandelen en welke strategie zou worden ingezet. Verweerder heeft klaagster voorts onvoldoende op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en is in zijn bijstand onvoldoende voortvarend geweest. Verweerder heeft de indruk gewekt dat hij de letselschadezaken adequaat en voortvarend zou oppakken, maar daar is geen sprake van geweest. Klaagster is daardoor benadeeld. Verweerder is daarmee op ernstige wijze tekortgeschoten in zijn bijstand en informatieverstrekking aan klaagster. Bekrachtiging beslissing raad, behoudens één klachtonderdeel, in zoverre vernietiging. Gedeeltelijk voorwaardelijke schorsing. Proceskostenveroordeling volgens nieuwe afspraken per 1 maart 2020.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:250 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180120

    Klacht tegen advocaat wederpartij in echtscheidingsgeschil. Niet gebleken is dat verweerder de suggestie heeft gewekt dat hij de alimentatieberekening op basis van de aangeleverde stukken van klager zou baseren. Klager heeft het voorstel van verweerder om voor de echtelieden gezamenlijk de belangen te behartigen niet aanvaard. Daarna mocht verweerder op verzoek van zijn cliënte een procedure tegen klager starten en op basis van nieuw feitenmateriaal de eerdere aan klager toegezonden alimentatieberekening aanpassen. Voor zover in de andere alimentatieberekening volgens klager nog steeds onjuistheden stonden, heeft klager daartegen in de procedure verweer gevoerd en heeft de rechtbank op basis daarvan ook uitspraak gedaan. Niet gebleken is dat daarnaast sprake was van een verplichting tot overlegging van de door verweerder van klager ontvangen (financiële) stukken in de procedure. Klachten ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2002:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/443

    Klager dient een klacht in tegen een verpleegkundige, onder meer met het verwijt dat de verpleegkundige ernstige dwang heeft toegepast, terwijl daartoe geen aanleiding bestond en niet voldaan werd aan de wettelijke vereisten. Volgens klager was de houding van verweerder zodanig dreigend en intimideren, dat klager geen uitweg zag en uiteindelijk toch maar de gesloten afdeling is opgelopen, terwijl hij dat niet wilde. Verweerder betwist dat hij gezegd zou hebben 'desnoods til ik je over de drempel', maar erkent dat hij sturend is en kennelijk - achteraf bezien - in woord wat te directief is gewest. Volgens verweerder was - gelet op urgentie van de dreiging - enig aandringen geoorloofd. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:48 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190262

    Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:42 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150011H

    Herzieningsverzoek afgewezen. De aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten zijn onvoldoende gebleken en niet gemotiveerd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:55 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190142

    Verweerder heeft zich een jegens een medewerkster van een rechtsbijstandsverzekeraar niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Bij herhaling was de toon van verweerder in zijn correspondentie onnodig scherp. Verweerder heeft voorts in de klachtprocedure ten onrechte de suggestie gewekt dat het uitsluitend aan de rechtsbijstandsverzekeraar lag dat het onderlinge geschil niet aan de geschillencommissie is voorgelegd. Bekrachtiging beslissing raad, behalve ten aanzien van de maatregel. Oplegging waarschuwing in plaats van berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:251 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180298

    Voorzittersbeslissing Hof van Discipline. Aangezien de beslissing van de raad op 8 oktober 2018 is toegezonden aan klager, kon klager op uiterlijk 7 november 2018 hoger beroep instellen. Nu het beroepschrift van klager door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van de in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn, is het beroep reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk als bedoeld in artikel 56a, lid 1 van de Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:30 Accountantskamer Zwolle 19/1060 Wtra AK

    Klacht in verband met controle jaarrekening holding gerechtsdeurwaarders- en incassokantoren. Klacht gedeeltelijk gegrond. Strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van berisping. Betrokkene heeft in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid ingestemd met een wijziging van de verwerking van de aanspraken van uittredende participanten, waarbij deze aanspraken in de jaarrekening 2016 werden verwerkt als eigen vermogen in plaats van als vreemd vermogen. Betrokkene heeft niet in strijd gehandeld met enig fundamenteel beginsel door in te stemmen met de verwerking van de aanspraken van uittredende participanten als eigen vermogen in de jaarrekening 2017. Voor wat betreft de verwerking van de aanspraken van uittredende participanten was geen sprake van een wijziging ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat de Ondernemingskamer bij beschikking van 28 januari 2019 het besluit tot vaststelling van de jaarrekening over 2017 heeft vernietigd, betekent niet dat betrokkene, toen hij een goedkeurende controleverklaring afgaf bij de jaarrekening 2017, gehandeld heeft in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Ten tijde van het afgeven van de controleverklaring was er nog geen jurisprudentie op grond waarvan het begrip “de juridische vorm” in RJ 240.207 moest worden uitgelegd in de zin zoals weergegeven in de beschikking van de Ondernemingskamer van 28 januari 2019.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:49 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190289

    Intrekking klacht, vernietiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:43 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190120

    Beklag tegen beslissing van de deken geen advocaat toe te wijzen (art. 13 Advw). Klager heeft onvoldoende duidelijk gemaakt voor welke procedure hij precies een advocaat nodig heeft. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:56 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190166

    Bekrachtiging uitspraak raad, waarbij klacht tegen advocaat van de wederpartij ongegrond is verklaard. Argumenten van verweerster in een brief aan het gerechtshof waarin om een spoedige behandeling van de zaak wordt gevraagd niet onnodig grievend. Waar verweerster het standpunt van haar cliënt over ouderafwijzing heeft verwoord, is dat onder verwijzing naar literatuur onderbouwd en zijn de tuchtrechtelijke grenzen niet overschreden. Niet gebleken is dat verweerster op basis van onjuiste feiten diverse procedures is gestart.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:31 Accountantskamer Zwolle 19/439 Wtra AK

    Het OM heeft een klacht ingediend tegen een accountant die voor de onderneming van de zoon van een vriend administratieve werkzaamheden verrichtte en aangiftes OB en LH verzorgde. Hij heeft aangiftes bewust onjuist gedaan in de periode 2014 tot en met 2016. Daarnaast heeft hij ten behoeve van het veilig stellen van een sociale uitkering voor de zieke zoon een vennootschap opgericht met de bedoeling dat de zoon daarbij in dienst zou treden. De klachten zijn gegrond vanwege strijd met de fundamentele beginselen, vakbekwaamheid en deskundigheid, integriteit en professionaliteit. Klacht over opkopen van inventaris van de onderneming van de zoon is ongegrond. Maatregel doorhaling voor de duur van tien jaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:50 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190233W

    Wrakingsverzoeken tegen voorzitter van het hof. Verzoeker is niet-ontvankelijk in het eerste wrakingsverzoek omdat dit wrakingsverzoek niet tijdig is ingediend. Het tweede wrakingsverzoek van verzoeker wordt afgewezen. Een wraking is niet bedoeld om (alsnog) te reageren op opmerkingen die zijn gemaakt tijdens een zitting waar verzoeker niet aanwezig was. Wraking kan verder niet fungeren als rechtsmiddel tegen onwelgevallige of onjuiste (proces)beslissingen. Verzoeker heeft misbruik gemaakt van de mogelijkheid wrakingsverzoeken te doen. Een nieuw wrakingsverzoek zal niet meer in behandeling worden genomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:44 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190174

    Beklag tegen beslissing van de deken geen advocaat toe te wijzen (art. 13 Advw). Klager heeft onvoldoende duidelijk gemaakt voor welke procedure hij precies een advocaat nodig heeft. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:57 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190163

    Bekrachtiging beslissing raad. Ook al heeft verweerster zich ten onrechte (in strijd met regel 15, lid 2, Gedragsregels 1992) tot het gerechtshof gewend, betekent dat nog niet dat zij klager doelbewust onnodig op kosten heeft gejaagd. Klager kan niet klagen over door verweerster met haar cliënte gemaakte financiële afspraken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/343

    Klager dient een klacht in tegen een verpleegkundige met het verwijt zij heeft verzuimd mhet in gesprek te gaan over zijn problemen met de psychiater en hem niet heeft willen doorverwijzen naar de psychiater. Ook verwijt klager verweerster dat zij heeft verzuimd zijn klacht door te sturen naar het tuchtcollege. Verweerster voert verweer. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:26 Accountantskamer Zwolle 19/1189 en 19/1190 Wtra AK

    Klaagster exploiteerde met haar zoon een agrarisch bedrijf. Er is onenigheid ontstaan over de overdracht van haar deel van de vof. Door een gerechtelijke uitspraak is een juridisch onduidelijke situatie ontstaan. De klacht is gericht tegen twee accountants die werkzaam zijn voor de zoon, maar voorheen ook voor de vof van moeder en zoon. Zij hebben geen jaarrekeningen meer willen maken voor de vof van moeder en zoon omdat de juridische situatie onduidelijk was. Zij hebben getracht de situatie door middel van overleg tot een goed einde te brengen, maar dat is niet gelukt. Daarbij hebben zij verzuimd klaagster te laten weten dat zij nog wel werkzaamheden voor de vof van de zoon verrichtten en daarbij ook informatie over de vof van moeder en zoon gebruikten. Handelen in strijd met objectiviteit, deskundigheid en vakbekwaamheid. Klacht tegen de ene accountant deels gegrond. Maatregel: waarschuwing. Klacht tegen de andere accountant deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:51 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190140 en 190141

    Beslissing in twee zaken. Verweerders hebben heimelijk werkzaamheden bij de rechtsbijstandsverzekeraar gedeclareerd die niet onder de afgegeven dekking vielen. Uit de omschrijving van de gedeclareerde uren bleek dit namelijk niet. Verweerders hebben de schijn gewekt dat het werkzaamheden waren waarvoor dekking was verleend. Dat is niet een handelwijze zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerders hebben verder zelf proceskosten geïncasseerd, terwijl de rechtsbijstandsverzekeraar zelf de eventuele betekening en tenuitvoerlegging van de einduitspraak zou verzorgen. Van de geïncasseerde proceskosten is niets afgedragen aan de rechtsbijstandsverzekeraar. Verweerders hebben daarmee in strijd gehandeld met de afspraak met de rechtsbijstandsverzekeraar en voorts in strijd met artikel 6.19 Voda door derdengelden tot zekerheid van zichzelf aan te wenden. Bekrachtiging beslissing raad (resp. berisping en waarschuwing). Proceskostenveroordeling volgens nieuwe afspraken per 1 maart 2020.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:45 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190222

    Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:58 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190238

    Geen doorbreking appelverbod, hoger beroep niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/051

    Klaagster verwijt verweerder dat hij geen systeemonderzoek heeft gedaan en geen ontwikkelingsanamnese heeft uitgevoerd, waardoor hij een verkeerde behandeling heeft ingezet die heeft geleid tot verslechtering van de gemoedstoestand van de dochter van klaagster en uiteindelijk tot haar dood. Voorts verwijt klaagster verweerder dat zij op afstand werd gehouden. Verweerder heeft primair aangevoerd dat klaagster ten aanzien van het 1e verwijt niet-ontvankelijk is, het 2e klachtonderdeel is volgens hem ongegrond. Het college heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht (beide klachtonderdelen).

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:27 Accountantskamer Zwolle 19/1398 Wtra AK

    Klacht over accountant die rapportage heeft gemaakt ten behoeve van juridische procedure. Betrokkene stelt Standaard 5500N te hebben toegepast, maar dat is niet het geval. Handreikingen 1127 en 1112 eveneens niet toegepast. Het rapport bevat niet de kring van gebruikers. Er is geen schriftelijke opdrachtbevestiging. Dit is klagers, die daar meermalen om hebben gevraagd, nooit meegedeeld. Hoor en wederhoor in overleg met de advocaat van de opdrachtgever niet toegepast terwijl de conclusies die in het rapport zijn getrokken (over klagers en over rapporten van andere accountants) daartoe alle aanleiding geven. Rapport ontbeert daardoor deugdelijke grondslag. Bedreigingen voor niet naleven fundamenteel beginsel van objectiviteit niet gesignaleerd. Klacht gegrond. Maatregel: tijdelijke doorhaling van één maand.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:52 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190089D

    Gegrond dekenbezwaar. Op de cliënte van verweerster rustte een inspanningsverplichting om de informatie op de computer te ontsluiten en, voor zover de informatie relevant was, aan de deurwaarder ter beschikking te stellen. Nu de computer op het kantoor van verweerster aanwezig was en ter zitting de indruk is gegeven dat de opgeslagen gegevens gekoppeld zouden worden aan het kantoorsysteem van verweerster, heeft verweerster, door de computer op de laatste dag van de door de rechtbank gestelde termijn aan haar cliënte in het buitenland te versturen, in strijd gehandeld met hetgeen van haar verwacht mocht worden als behoorlijk advocaat. Verweerster heeft zich onvoldoende rekenschap gegeven van het lastige parket van botsende kernwaarden (partijdigheid versus onafhankelijkheid en integriteit). Verweerster had ten minste een reproduceerbare belangenafweging moeten maken. Beroep faalt, klacht gegrond en rechtvaardigt de oplegging van een berisping. Het hof doet heden uitspraak in de klacht van de wederpartij van de cliënte van verweerster en heeft daarin tav hetzelfde feitencomplex en een vergelijkbaar verwijt een berisping opgelegd, waardoor deze in deze zaak niet meer geëffectueerd hoeft te worden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:33 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190246

    Artikel 13-beklag. De deken heeft het verzoek op goede gronden afgewezen. Van de deken kan niet verwacht worden een advocaat aan te wijzen enkel om processtukken van de hand van klager te ondertekenen en in te dienen. Een advocaat kan daartoe niet verplicht kan worden. Verder geldt dat klager al rechtsbijstand is verleend in zijn herzieningsverzoek. Het feit dat het advies van de advocaat negatief was, betekent niet dat geen rechtsbijstand is verleend. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:46 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190250

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:59 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190177

    Klacht tegen de deken. Bekrachtiging ongegrondverklaring. Doorzending van klachten aan de Raad van Discipline had sneller gekund, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Niet gebleken dat klagers daardoor in hun belang zijn geschaad. Op het verzoek tot interventie is voortvarend en adequaat gereageerd. Beslissing om niet te interveniëren valt binnen de beleidsvrijheid van de deken (of zijn waarnemer) en is bovendien een bestuursrechtelijke beslissing, waarvan de (on)juistheid niet getoetst is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:28 Accountantskamer Zwolle 19/1751 Wtra AK

    Klager is enig aandeelhouder/directeur van een horeca-onderneming. Betrokkene heeft samenstelwerkzaamheden verricht. De belastingdienst is op 12 mei 2014 een boekenonderzoek gestart met het doel om de aanvaardbaarheid van de aangiften vennootschapsbelasting en de omzetbelasting in het jaar 2011 vast te stellen. Het onderzoek is uitgebreid met de beoordeling van de volledigheid van de omzet over de jaren 2010 en 2012. In twee informatiebeschikkingen (in 2014 en 2015) heeft de belastinginspecteur beslist dat de administratie van de onderneming in de kalenderjaren 2010, 2011 en 2012 op het onderdeel van de administratieplicht niet voldeed aan de wettelijke normen ten behoeve van de belastingheffing. In 2015 is een rapport uitgebracht, additionele aanslagen zijn opgelegd en klager heeft een vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst gesloten. Hij houdt betrokkene verantwoordelijk voor door hem geleden schade. Betrokkene is een incassoprocedure gestart vanwege onbetaald gebleven rekeningen. Klachtonderdelen aangaande het boekenonderzoek en de opgelegde informatiebeschikkingen zijn niet ontvankelijk vanwege overschrijding van de zes- of driejaarstermijn. Klacht over ingenomen standpunten door betrokkene in de incassoprocedure is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:53 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190090

    Gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Op de cliënte van verweerster rustte een inspanningsverplichting om de informatie op de computer te ontsluiten en, voor zover de informatie relevant was, aan de deurwaarder ter beschikking te stellen. Nu de computer op het kantoor van verweerster aanwezig was en ter zitting de indruk is gegeven dat de opgeslagen gegevens gekoppeld zouden worden aan het kantoorsysteem van verweerster, heeft verweerster, door de computer op de laatste dag van de door de rechtbank gestelde termijn aan haar cliënte in het buitenland te versturen, in strijd gehandeld met hetgeen van haar verwacht mocht worden als behoorlijk advocaat. Verweerster heeft zich onvoldoende rekenschap gegeven van het lastige parket van botsende kernwaarden (partijdigheid versus onafhankelijkheid en integriteit). Verweerster had ten minste een reproduceerbare belangenafweging moeten maken. Beroep faalt, klacht gegrond. Matiging maatregel tot berisping wegens blanco tuchtrechtelijk verleden en met oog voor de lastige situatie van verweerster. Binnen deze procedure heeft verweerster stukken ‘afgeschermd’ overgelegd, die klaagster niet mocht inzien om de geheimhouding richting haar cliënte te waarborgen. In het algemeen verhoudt het indienen van afgeschermde stukken zich moeilijk tot de equality of arms van partijen en openbaarheid van de tuchtprocedure en is dit pas mogelijk als een partij bijna per pagina aangeeft waarom afscherming gerechtvaardigd is. In deze zaak verzette klaagster zich niet tegen indiening van die stukken, zodat ze zijn toegelaten. De stukken leiden niet tot een ander oordeel van het hof.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:47 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190209

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Bekrachtiging ongegrondverklaring. Verweerder mocht bij het aanvragen van het faillissement afgaan op de informatie die hem door de Belastingdienst was verstrekt nu deze dienst daarvoor met de Leidraad Invordering een eigen toetsingskader heeft, terwijl niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die aanleiding waren tot het verrichten van nader onderzoek. De overdragend advocaat draagt het dossier over met de stukken die zijn opvolger voor een behoorlijke behandeling van de zaak nodig heeft. Informatie over de reden van overdracht behoort daar niet toe. Klagers zijn niet nodeloos en zonder redelijk doel in hun belang getroffen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:29 Accountantskamer Zwolle 19/1111 Wtra AK

    Klacht in verband met samenstellen jaarrekening van certificaathouder van STAK die aandelen houdt in holding gerechtsdeurwaarders- en incassokantoren. Klacht gedeeltelijk gegrond. Strijd met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van berisping. De Accountantskamer is van oordeel dat sprake was van onvoldoende onderbouwing voor een volstrekt andere wijze van verwerking dan in de jaarrekening 2015 had plaatsgevonden. Onvoldoende gebleken is dat betrokkene, toen hij de keuze heeft gemaakt om de aanspraken van uittredende participanten als eigen vermogen te verwerken, alle relevante aspecten heeft meegewogen. Betrokkene heeft bij de verwerking van deze aanspraken in de jaarrekening 2016 zijn vakbekwaamheid op het terrein van de financiële verslaggeving dan ook onvoldoende toegepast.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:51 Raad van Discipline Amsterdam 20-053/A/A

    Voorzittersbeslissing Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:45 Raad van Discipline Amsterdam 19-663/A/NH

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:61 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190170

    Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend met ontoereikende onderbouwing (stukken), waardoor de aanvraag is afgewezen. Verweerster heeft bezwaar ingesteld en heeft daarbij opnieuw, deels dezelfde, ontoereikende bewijzen overgelegd, waardoor het bezwaar kennelijk ongegrond is verklaard. De dienstverlening van verweerster was ondermaats. Klacht gegrond. Berisping. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:52 Raad van Discipline Amsterdam 20-054/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:46 Raad van Discipline Amsterdam 19-779/A/NH

    Gegronde klacht over de eigen advocaat. Berisping en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:62 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190115

    Beklag tegen weigering tot in behandeling nemen verzoek tot inschrijving als advocaat. De gegronde vrees bestaat dat klager ongeloofwaardige standpunten zal innemen en de ingenomen standpunten ondeugdelijk zal motiveren dan wel onderbouwen. Klager neemt onzinnige standpunten in, waarover klager wil procederen als hij weer wordt toegelaten als advocaat. De raad heeft terecht heeft geoordeeld dat gegronde vrees bestaat dat klager in strijd zal handelen met artikel 4.1. onder b en artikel 10a Advocatenwet. Klager heeft verzocht de uitspraak van het hof niet te publiceren omdat publicatie ervan direct dreigend gevaar kan opleveren voor de personen wiens naam onder de beslissing staat. Ook dit verzoek getuigt van een onzinnig standpunt. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:47 Raad van Discipline Amsterdam 19-611/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:63 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190241

    Hoger beroep tegen beslissing van de raad, inhoudende een ongegrond verklaring van klagers verzet. Appelverbod. Naar het oordeel van het hof is niet gebleken van een schending van fundamentele rechtsbeginselen, zodat het beroep van klager tegen de beslissing van de raad de toets van doorbreking van het appelverbod niet kan doorstaan en daarom niet-ontvankelijk wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:48 Raad van Discipline Amsterdam 19-638/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:64 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190191

    Hoger beroep tegen beslissing van de raad, inhoudende een ongegrond verklaring van klagers verzet. Appelverbod. Naar het oordeel van het hof is niet gebleken van een schending van fundamentele rechtsbeginselen, zodat het beroep van klager tegen de beslissing van de raad de toets van doorbreking van het appelverbod niet kan doorstaan en daarom niet-ontvankelijk wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:42 Raad van Discipline Amsterdam 19-765/A/A

    Ongegronde klacht over Gedragsregel 25 lid 1