Zoekresultaten 44201-44250 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TPETPVE:2009:YD0037 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0309

    Twee keer nalaten bloedonderzoek Newcastle disease. Betrokkene wordt voor het ene geval vrijgesproken, nu ter zitting is gebleken dat het desbetreffende onderzoek wel is uitgevoerd. In het andere geval heeft betrokkene gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden verwacht om het bloedonderzoek te laten uitvoeren. Bloedonderzoek is buiten zijn schuld niet uitgevoerd. Ontslag van alle rechtsvervolging.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0149 Kamer van toezicht Arnhem 07.8312007/860

    De notaris meldt, zonder toestemming van klaagster, aan de Kamer van Koophandel dat in de door zijn kantoor gepasseerde akte tot statutenwijziging van klaagster een onjuistheid staat vermeld. De Kamer van Toezicht vindt die melding begrijpelijk, nu fouten, die consequenties hebben voor de rechtszekerheid, onverwijld dienen te worden gecorrigeerd. Het zou wel correcter zijn geweest indien de notaris klaagster van zijn voornemen om de Kamer van Koophandel te informeren op de hoogte had gebracht. Dit verzuim is niet zodanig ernstig dat de notaris daarvan een verwijt moet worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2008:YC0952 Kamer van toezicht Zutphen 17/2007

    Geen adequate reactie van de notaris na plotselinge vestiging van een erfdienstbaarheid. Het niet verifiëren van gegevens bij klagers. Hierdoor hebben klagers idee gekregen dat notaris partijdig was. Naar het oordeel van de Kamer is het handelen van de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, al had het de voorkeur verdiend als in de aanbiedingsbrief bij de gewijzigde conceptakte was vermeld dat de notaris van de makelaar van de verkopers had begrepen dat klagers op de hoogte waren van de vestiging van de erfdienstbaarheid en dat hij voor eventuele vragen telefonisch bereikbaar was. Van enige partijdigheid is niet gebleken. Klachtonderdeel ongegrond. Onvoldoende beantwoording van brief van klager. Klagers zijn per brief uitdrukkelijk uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek had een nadere toelichting gegeven kunnen worden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2008:YC0953 Kamer van toezicht Zutphen 02/2008

    a.) bij het opstellen van het testament is geen rekening gehouden met huwelijkse voorwaarden. Klager is niet-ontvankelijk. Klacht is te laat ingediend. b.) ondanks toezeggingen kosten niet vergoeden. De Kamer is van oordeel dat de notaris onvoldoende stappen heeft ondernomen om de kosten aan klager te vergoeden. Onderdeel terecht voorgesteld. c.) ten onrechte in rekening brengen van notariskosten. Het staat betrokkenen vrij om in onderling overleg af te wijken van een bepaling in het testament. In het onderhavige geval hebben betrokkenen langdurig overlegd, waarna de gemaakte afspraken door de notaris zijn neergelegd in de akte afgifte legaat. Bij de onderhandelingen is klager bijgestaan door advocaat. Notariskosten zijn expliciet aan de orde gesteld. ongegrond d.) verrekenen notariskosten. Kamer is van oordeel dat notaris in dit geval zonder overleg met klager de notariskosten mocht inhouden op het uit de boedel uit te keren bedrag, gelet op het feit dat zij door haar ondertekening van de akte afgifte legaat al had ingestemd met haar aandeel in de betaling van de notariskosten.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.238

    Landelijke bevoegdheid gerechtsdeurwaarder. Gelding beslagvrije voet. Misbruik van recht? Ecxecutie vonnis voor niet bij vonnis toegewezen bedragen.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0146 Kamer van toezicht Leeuwarden 02-2008

    Vast is komen te staan dat de notaris tot drie maal toe verschillende rekeningen heeft gepresenteerd: boedelkosten ad € 3.959,58 op 22 november 2007, boedelkosten ad € 1.516,81 (exclusief btw) plus executeursloon ad € 792,53 (exclusief btw) op 18 december 2007 en € 1.122,32 (exclusief het executeursloon en btw) op 8 januari 2008. De notaris heeft voor het feit dat de nota een aantal keren is aangepast als reden opgegeven dat de slotafwikkeling was uitbesteed aan de kandidaat-notaris, die de tariefafspraken zoals vermeld in de brief van 8 maart 2007 niet had opgemerkt. De kamer merkt op dat de uiteindelijke nota van 8 januari 2008 niet overeenstemt met voornoemde tariefafspraken. Immers, in de brief van 8 maart 2007 staat dat de notaris bij samenloop van de functies boedelnotaris en executeur meestal geen executeurloon in rekening brengt. Blijkens de nota van 8 januari 2008 is er wel executeursloon in rekening gebracht. De notaris heeft evenwel onweersproken gesteld dat er in het onderhavige geval afwijkende afspraken zijn gemaakt om tot een oplossing te komen. Hoe deze afspraken luiden is niet vermeld, maar laten zich gelet op de eindnota raden. Dat het vertrouwen van klager in de notaris door het presenteren van drie verschillende nota's aan het wankelen is gebracht acht de kamer begrijpelijk. De kamer overweegt dat de professionaliteit van het ambt met zich meebrengt dat een notaris de wijze van berekenen van zijn honorarium duidelijk en inzichtelijk moet hebben. Hierin is de notaris naar het oordeel van de kamer niet geheel geslaagd. Desalniettemin acht de kamer de handelwijze niet dusdanig ernstig dat geconcludeerd dient te worden dat de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Zonder een inhoudelijk oordeel te vellen over de juistheid van de declaratie van de notaris - dergelijke klachten dienen namelijk te worden behandeld door de voorzitter van het ringbestuur en niet door de kamer - overweegt de kamer dat klager met zijn stelling dat de notaris niet meer dan de wettelijke 1% in rekening had mogen brengen voorbij gaat aan het feit dat de notaris tevens als boedelnotaris heeft gefungeerd. Als boedelnotaris mag de notaris een tarief in rekening brengen dat hoger mag zijn dan de wettelijke vergoeding die hij als executeur in rekening mag brengen, zijnde 1% van het vermogen op de dag van overlijden te verhogen met de gemaakte onkosten. Dat de notaris zich de functie van boedelnotaris heeft toegeëigend, zoals door klager is betoogd, is de kamer niet gebleken. De notaris heeft aangevoerd dat tijdens een bespreking op 3 april 2007 de drie aanwezige erfgenamen vrijwillig hebben ingestemd met het feit dat de notaris naast zijn rol van executeur tevens de rol van boedelnotaris op zich zou nemen. Klager heeft dit niet, althans onvoldoende, weersproken. Dat brieven van de notaris slordigheden bevatten en dat klager dat als storend ervaart acht de kamer eveneens zeer begrijpelijk. Ook hier geldt dat de professionaliteit van het ambt met zich meebrengt dat een notaris blijk moet geven van gevoeligheden die vaak heersen bij nabestaanden na het overlijden van dierbaren. Verschrijvingen als "de nalatenschap van uw vader" in plaats van "uw zuster" dienen dan ook eigenlijk niet voor te komen. De kamer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de houding van de notaris heeft bijgedragen aan de onderhavige klachtprocedure. Ook ter zitting heeft de notaris niet altijd blijk gegeven van het respect, waarop een cliënt aanspraak mag maken. Desalniettemin is de kamer ook hier van oordeel dat dit nog niet valt aan te merken als tuchtrechtelijk laakbaar handelen.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0134 Kamer van toezicht Alkmaar 24-2008

    Vast te staan dat De notaris sinds 1 juli 2008 tot de maatschap is toegetreden. De door de KNB verweten gedraging dateert evenwel van voor die tijd, namelijk van maart 2008. De besluitvorming met betrekking tot het plaatsen van de advertentie dateert zelfs uit augustus 2005. Niet is komen vast te staan dat De notaris enige invloed heeft kunnen uitoefenen op deze besluitvorming, dan wel wetenschap ervan heeft gehad dan wel had moeten hebben. Bij deze beoordeling houdt de Kamer tevens rekening met het feit dat De notaris als enige van de geassocieerde notarissen niet wordt genoemd in de advertentie. Gelet op het bovenstaande zal de Kamer de klacht ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.522verzet

    Beslissing op verzet. het verzet is niet ingediend binnen de daarvoor geldende termijn. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in het verzet.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.311

    Aanpassen beslagvrije voet met terugwerkende kracht.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0140 Kamer van toezicht Leeuwarden 23-2008

    D KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0147 Kamer van toezicht Leeuwarden 01-2008

    Voor het tekenen van een notariële akte moet de cliënt in staat zijn tot een redelijke waardering ter zake. Eerst indien daartoe aanleiding bestaat, dient de wilsbekwaamheid van een cliënt uitgebreider te worden onderzocht. Wat het onderhavige geval betreft: niet gesteld of gebleken is dat erflaatster ten tijde van het laten opstellen van haar testament niet meer compos mentis was. In een tijdsbestek van ruim twee jaren heeft de notaris zes keer met erflaatster gesproken. De ene keer uitgebreider dan de andere keer. De notaris heeft aangevoerd dat erflaatster telkenmale een consistent verhaal had en ook in haar gedrag steeds hetzelfde was. Voor de notaris was er dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de geestesgesteldheid van erflaatster. Voor zover klaagster heeft willen betogen dat de notaris een geriatrisch onderzoek had moeten laten uitvoeren, overweegt de kamer dat de noodzaak daartoe in het onderhavige geval ontbrak, nu de notaris geen enkele twijfel had over de geestelijke vermogens van testatrice en niet blijkt van feiten of omstandigheden, op grond waarvan hij die twijfel behoorde te hebben. De tweede klacht ziet op het telefonisch meedelen door de notaris dat de nichten niet als erfgenamen waren opgenomen in het testament. De kamer is van oordeel dat de notaris met het doen van deze mededeling geen ambtsgeheim heeft geschonden, dan wel enig andere wetsbepaling. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen verwachtingen wilde wekken bij de nichten, nu zij kenbaar hadden gemaakt reeds met de begrafenis bezig te zijn. De kamer acht de handelwijze van de notaris dan ook begrijpelijk. Met betrekking tot de derde klacht die ziet op het ontruimen van de woning overweegt de kamer dat de notaris evenmin laakbaar heeft gehandeld. Niet gesteld of gebleken is dat zich in het appartement waardevolle zaken bevonden. Wetende dat "goede doelen" in de regel positief reageren op dergelijke verzoeken, omdat zij daarmee ontruimingskosten kunnen besparen, heeft de notaris dit praktisch opgelost. Voorts is de kamer van oordeel dat de notaris met deze actie blijk heeft gegeven van het feit dat bepaalde zaken voor de nichten wellicht emotionele waarde zouden kunnen hebben.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.523verzet

    Beslissing op verzet. De Kamer is het de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2005.498

    Dagvaarding uitgebracht tegen verkeerde zittingsdatum.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0141 Kamer van toezicht Leeuwarden 22-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0135 Kamer van toezicht Leeuwarden 18-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van K Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0148 Kamer van toezicht Leeuwarden 03-2008

    Vast is komen te staan dat De notaris in 2007 is benaderd door de ING Bank met de vraag of De notaris kon bewerkstelligen dat er een verklaring van erfrecht zou worden opgesteld ter zake de nalatenschap van erflater. Na het gesprek met de bank heeft De notaris contact gezocht met de weduwe van erflater, Y (hierna te noemen: Y), die De notaris heeft medegedeeld dat erflater vier kinderen had, waaronder Klaagster. Nadat De notaris een verklaring van erfrecht had opgemaakt, heeft de zuster van Klaagster, Bbb, zich op het standpunt gesteld dat er een boedelbeschrijving opgemaakt diende te worden. Hiervoor heeft De notarisY begin januari 2008 benaderd met het verzoek hem informatie te verschaffen inzake de bezittingen en schulden van erflater op het moment van zijn overlijden. Uiteindelijk heeftY in maart 2008, nadat De notaris haar daartoe begin februari 2008 wederom had aangezet, een lijst ingediend bij De notaris met daarop de roerende zaken van erflater. De financiële positie van erflater ten tijde van zijn overlijden was op dat moment evenwel in de optiek van De notaris nog niet compleet, waarop hij de bank heeft gevraagd nadere informatie te verschaffen. Na deze te hebben ontvangen heeft De notaris begin mei 2008 een concept boedelbeschrijving ter beoordeling naarY gestuurd. Naar het oordeel van de Kamer kan gelet op bovenstaande beschrijving niet geconcludeerd worden dat De notaris niet voortvarend (genoeg) heeft gehandeld. Voor zover Klaagster heeft willen betogen dat De notaris reeds sinds de tweede helft van 2004 bemoeienis heeft met de afwikkeling van de nalatenschap, daar De notaris adresgegevens uit het GBA systeem heeft gehanteerd die slechts opvraagbaar waren in de periode juli 2004 tot en met december 2004, oordeelt de Kamer dat dit gemotiveerd is betwist door De notaris. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat oude adresgegevens nog steeds opvraagbaar zijn in het GBA systeem. Wel overweegt de Kamer dat De notaris dit misverstand in een eerder stadium bij Klaagster had kunnen wegnemen. Immers, bij brief van 15 maart 2008 heeft Klaagster zich reeds op het standpunt gesteld te vinden dat De notaris reeds sinds lange tijd betrokken is bij de afwikkeling van de nalatenschap doordat hij gebruik had gemaakt van oude GBA gegevens en niet eerder dan bij brief van 10 mei 2008 heeft De notaris dit ontzenuwd.De klacht dat door toedoen van De notaris de afwikkeling van de nalatenschap erg lang op zich laat wachten zal gelet op het vorenstaande ongegrond worden verklaard. Met betrekking tot de klacht van Klaagster dat De notaris haar bepaalde stukken niet heeft toegestuurd die de andere erfgenamen wel hebben ontvangen, overweegt de Kamer als volgt. Vast is komen te staan dat De notaris heeft verzuimd om de brief van 3 december 2007 alsnog naar Klaagster toe te sturen nadat hij op de hoogte was gebracht van het juiste adres van Klaagster. Hoewel de Kamer begrip heeft voor de bij Klaagster hierdoor ontstane irritatie, gaat het haar te ver om te concluderen dat De notaris Klaagster willens en wetens niet formeel op de hoogte heeft willen te stellen inzake de nalatenschap van erflater, zoals door Klaagster is betoogd. Wel is de Kamer met Klaagster van oordeel dat het niet zorgvuldig is geweest van De notaris dat hij voornoemde brief niet heeft nagestuurd. Desalniettemin, acht de Kamer de handelwijze van De notaris niet dermate onzorgvuldig dat geconcludeerd kan worden dat De notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De kamer zal dan ook dit klachtonderdeel ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.60verzet

    Beslissing op verzet. het verzet is niet gedaan binnen de daarvoor geldende termijn. De Kamer verklaart klager niet-ontvankelijk in het verzet.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0142 Kamer van toezicht Leeuwarden 06-2008

    Artikel 23 lid 2 sub a Wna bepaalt dat het de notaris verboden is leningen aan te gaan, behoudens voor zover deze redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van het ambt of voor persoonlijke doeleinden. Naar het oordeel van de Kamer is voldoende komen vast te staan dat de registergoederen zijn aangeschaft voor persoonlijke doeleinden. Zo is het appartement in S aangekocht met het plan om de gehandicapte dochter van De notaris daar in de toekomst te laten wonen. Niet in te zien valt dat een notaris wel een huis voor een studerend kind mag kopen, maar niet voor een gehandicapt kind. Hetzelfde geldt onverkort voor de woning in B. Met betrekking tot de in de woonboerderij gelegen appartementen overweegt de Kamer dat niet is komen vast te staan dat deze zijn gefinancierd met geleend geld. Immers, De notaris heeft onbetwist gesteld dat het bedrag dat van de lening van de ING Bank deels ter beschikking was gesteld aan de v.o.f. S thans nihil is. Met betrekking tot de klacht van het BFT dat het bezit van de appartementen te B, het appartement in S en het aandeel van de woning te B in strijd is met artikel 17 lid 3 Wna, overweegt de Kamer als volgt. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat het BFT ter zake deze klacht wel ontvankelijk is. De bevoegdheid van het BFT om klachten in te dienen berust op artikel 112 lid 3 Wna. Deze bepaling houdt in dat het BFT indien hem bij de uitoefening van het toezicht blijkt van feiten of omstandigheden die naar zijn oordeel grond opleveren tot het opleggen van een tuchtmaatregel, zijn bevindingen, desgeraden in de vorm van een klacht, ter kennis van de Kamer brengt. De in de onderhavige klacht omschreven feiten en omstandigheden zijn het BFT gebleken tijdens het uitoefenen van het in artikel 110 lid 1 Wna omschreven toezicht. Aan het BFT komt dan ook wel het klachtrecht toe. Artikel 17 lid 3 Wna bepaalt dat het de notaris niet is toegestaan te handelen c.q. te beleggen in registergoederen, tenzij hij redelijkerwijs mag verwachten dat hierdoor zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid niet wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt niet wordt of kan worden geschaad. Een notaris moet zowel voor zakelijke als privé-doeleinden de mogelijkheid hebben om onroerend goed te bezitten. Wat het onderhavige geval betreft: met betrekking tot de appartementen in S en B is niet komen vast te staan dat deze zijn aangekocht met het oogmerk om winst te maken. De notaris heeft onbetwist gesteld dat hij het appartement in S heeft gekocht met het plan om zijn gehandicapte dochter daar in de toekomst te laten wonen en dat hij het appartement in Bolsward heeft gekocht om daar een asielzoekersgezin om niet in te huisvesten. Niet geconcludeerd kan dan ook worden dat De notaris de registergoederen heeft gekocht om er in te handelen. Met betrekking tot het bezit van de appartementen in B geldt dat niet geconcludeerd kan worden dat hierdoor de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van De notaris wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van zijn ambt wordt of kan worden geschaad. Zo bevinden de appartementen zich niet in de vestigingsplaats van De notaris. Voorts is komen vast te staan dat de appartementen onderdeel zijn van het gebouw waarin de eigen woning van De notaris zich bevind. Die eigen woning was alleen te realiseren wanneer zou worden voldaan aan het gemeentelijke bestemmingsplan, inhoudende de herbouw van de totale boerderij.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0136 Kamer van toezicht Leeuwarden 19-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0140 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.274verzet

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.01

    De gerechtsdeurwaarder is bij beslissing van 16 december 2008 door de Kamer uit zijn ambt ontzet. Door die beslissing kwam een einde aan een eerder uitgesproken schorsing. Tegen de beslissing van 16 december 2008 is de gerechtsdeurwaarder in hoger beroep gegaan. Verzoek om schorsing op grond van artikel 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet gedaan door de Beroepsorganisatie wegens het door de gerechtsdeurwaarder gebruik maken van een brief waarvan de authenticiteit wordt betwist.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0143 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008

    Ingevolge artikel 3 van de Wet op het centraal testamentenregister (hierna te noemen: WCTR) is de notaris door of ten overstaan van wie een uiterste wil of herroeping ervan is verleden, verplicht uiterlijk op de eerste werkdag volgende op die waarop de akte is verleden aan het testamentenregister opgaaf te doen. Deze regel is in de notariële praktijk van cruciaal belang en dient met grote zorgvuldigheid te worden nageleefd. De veronderstelling van de notaris, dat het CTR een fout heeft gemaakt, is niet onderbouwd en wordt daarom gepasseerd. De (waarnemend) notaris die het testament heeft gepasseerd, dient te verifiëren dat het testament daadwerkelijk in het CTR ingeschreven wordt. Dat is in dit geval kennelijk niet gebeurd, omdat is komen vast te staan dat het testament van 23 augustus 2005 op 29 oktober 2007 niet was ingeschreven in het CTR. De notaris had daarvoor moeten zorgen, en dat hij dat niet heeft gedaan is een tuchtrechtelijk laakbare omissie. Dat door de notaris niet eerder een dergelijke fout is begaan doet hier niets aan af. Met betrekking tot het verweer van de notaris dat niet hij als waarnemer, maar de waargenomen notaris eindverantwoordelijk is, is oordeelt de Kamer als volgt. De notaris was ten tijde van het passeren van de akte reeds enige tijd werkzaam als kandidaat-notaris bij de waargenomen notaris. Hij kan daarom worden geacht voldoende ervaren te zijn geweest en bekend met de werkprocessen van het kantoor van de waargenomen notaris. De notaris behield ook als waarnemer zijn eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid. Hij was bovendien niet onervaren. Voorts is de Kamer niet gebleken - sterker nog: het tegendeel is door de notaris betoogd - van enig gebrek in de structuur of de organisatie van het kantoor van de waargenomen notaris met betrekking tot het inschrijven van testamenten. Daarom is de Kamer van oordeel dat de notaris als waarnemer zelf, en niet de waargenomen notaris, tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat strookt ook met het redelijke belang van de burger, die bij een gebleken fout zijn klacht moet kunnen richten tot de notaris, bij wie de desbetreffende akte daadwerkelijk is gepasseerd. In dit geval was dat de notaris die als waarnemer optrad en dus niet de notaris, voor wie de notaris waarnam. Echter: bij de beantwoording van de vraag, of een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd, acht de Kamer relevant dat een notaris, na als waarnemer in het kantoor van de waargenomen notaris aktes te hebben gepasseerd, in de regel daarna weer zal vertrekken en niet in dat kantoor aanwezig zal blijven om feitelijk toezicht uit te oefenen op de administratieve verwerking van de door hem daar verrichte ambtshandelingen. Het ligt voor de hand dat hij dat overlaat aan de juridische administratieve ondersteuning van dat kantoor. Daarom valt de notaris van de onderhavige omissie niet zo'n ernstig verwijt te maken, dat oplegging van een maatregel geïndiceerd is.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0137 Kamer van toezicht Leeuwarden 20-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.275verzet

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.265

    Niet beantwoorden brieven. Geen inzicht in de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde tarieven en kosten.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0144 Kamer van toezicht Leeuwarden 10-2008

    Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in Nord ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Noord verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Zuid ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van CCC in Leeuwarden. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0138 Kamer van toezicht Leeuwarden 21-2008

    De KNB heeft in oktober 2005 de beleidsregel vastgesteld die het notarissen verbiedt via gegevensdragers van, dan wel samen met een specifieke verwijzer of groep van verwijzers, al dan niet tegen betaling, wervende publiciteit te bedrijven of te doen bedrijven. De beleidsregel beperkt zich expliciet tot wervende publiciteit. Wat het onderhavige geval betreft: de tekst van de advertentie in het huisblad van Kamminga Makelaars kan naar het oordeel van de Kamer niet anders worden aangemerkt als een wervende publiciteit, zodat er sprake is van overtreding van de beleidsregel. Anders dan De notaris is de Kamer van oordeel dat De notaris tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het handelen van Y dat heeft geresulteerd in de overtreding van de beleidsregel en overweegt daartoe het volgende. Hoewel ogenschijnlijk alleen Y als geassocieerde notaris van XXX bemoeienis heeft gehad met de in het huisblad van Kamminga Makelaars geplaatste advertentie en de andere associés, zo ook De notaris, hiermee geen directe bemoeienis hebben gehad, acht de Kamer de anderen in het kader van het tussen de notarissen bestaande associatieve samenwerkingsverband in gelijke mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Te meer, nu naast Y ook de andere geassocieerde notarissen met naam en toenaam zijn genoemd in de advertentie, met uitzondering van De Jong die ten tijde van de plaatsing van de advertentie nog niet tot de maatschap was toegetreden. Voorts is een notaris ingevolge artikel 26 Vbg verplicht er op toe te zien dat publiciteit ten behoeve van hem wordt bedreven in overeenstemming is met de zorgvuldigheid die een behoorlijk notaris betaamt en geen inbreuk vormt op het streven in het notariaat naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Overigens komt het verweer de Kamer niet erg aannemelijk voor nu de periode tussen het sluiten van de overeenkomst tot adverteren in juli 2005 tot de plaatsing van de laatste advertentie in maart 2008 er één is van bijna drie jaar, waarbij de advertentie gelet op de plaatsingsfrequentie minimaal vijf maal geplaatst moet zijn geweest.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.400verzet

    Beslissing op verzet. Het verzet is niet-ontvankelijk omdat het is ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.282

    In rekening brengen van kosten. Onjuist hanteren van de beslagvrije voet. Legitimatieplicht.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0145 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2007

    Nu Y bij het passeren van de akte van levering van de door hem verkochte recreatiewoning ondubbelzinnig heeft aangegeven het niet eens te zijn met de courtagenota van klager voor zover dit betrof de extra in rekening gebrachte kosten van € 309,40, en er voorts niet is gebleken van andere aanknopingspunten die betaling van de courtagenota rechtvaardigen, is de notaris terecht niet tot uitbetaling hiervan overgegaan. Sterker nog: indien de notaris zonder instemming van Y tot betaling was overgegaan, dán had zij gehandeld in strijd met de notariële betamelijkheid. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2008:YC0139 Kamer van toezicht Leeuwarden 11-2008

    Aangaande de vraag of, en zo ja welke, tuchtrechtelijke maatregel ter zake van de gegrond geachte klachten dient te worden opgelegd overweegt de Kamer als volgt. De ernst van de klachten, die ieder voor zich onder normale omstandigheden niet zonder meer tot forse sanctionering aanleiding zouden behoeven te geven, wordt in deze zaak in belangrijke mate bepaald door het slepende conflict inzake de ontvlechting van de holding. Er bestaat kennelijk een rechtstreeks verband tussen enerzijds door het BFT geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering en anderzijds de door voormeld conflict teweeggebrachte onmogelijkheid voor de betrokken notarissen om een financiële administratie te voeren, die beantwoordt aan de eisen, die de desbetreffende regelgeving daaraan stelt in het belang van een betrouwbaar notarieel rechtsverkeer. De Kamer maakt zich ernstige zorgen over het langdurig uitblijven van zichtbare serieuze inspanningen van de betrokken notarissen om de ontvlechting van hun indertijd in xxx ingebrachte praktijken concreet gestalte te geven op zo'n manier, dat hun kantoren (weer) kunnen voldoen aan de daaraan door de regelgeving gestelde eisen. Dat in de ontvlechting van de holding nog steeds weinig vooruitgang is geboekt is des te zorgwekkender, nu de betrokken partijen kennelijk niet in staat of bereid zijn om de al in juni 2007 in het kader van een bemiddelingspoging door de voorzitter van de Kamer en de Deken van de Orde van Advocaten uitgebrachte adviezen op te volgen, en zelfs ook niet om de tussen hen op 5 november 2007 ter terechtzitting in kort geding bereikte schikking feitelijk uit te voeren. Daarbij werd onder meer uitdrukkelijk het volgende overeengekomen: "Partijen wensen tot finale geschillenbeslechting te komen en willen daarvoor een arbitrageprocedure starten". Nadat echter eerst het storten van het door de groep Aaa verschuldigde voorschot geruime tijd achterwege bleef totdat groep Bbb ook dat bedrag betaalde, kwam ook daarna tot op heden de arbitrageprocedure nog niet merkbaar op gang. De Kamer hecht eraan om te benadrukken dat zij voortduring van deze stand van zaken onverantwoord acht, omdat hierdoor een te groot risico blijft bestaan dat cliënten aanzienlijke nadelen ondervinden van onjuistheden in de financiële bedrijfsvoering, evenals van de nog steeds bestaande onduidelijkheden omtrent de feitelijke waarneming van alle protocollen, met name het protocol van xxx in xxx. Voortduring van deze situatie kan het publieke vertrouwen in het notariaat ernstig schaden. Nu de betrokken notarissen er kennelijk nog steeds niet in slagen om aan deze toestand voortvarend een einde te maken is thans een krachtige tuchtrechtelijke ingreep geboden.

  • ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.468verzet

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKLEE:2009:YC0133 Kamer van toezicht Leeuwarden 27-2008

    Klacht is te laat ingediend, nu er meer dan drie jaren zijn verstreken tussen de kennisneming door Klaagster van het handelen van De notaris en het indienen van de klacht. Ten overvloede overweegt de Kamer dat ook bij een inhoudelijke toetsing het optreden van De notaris niet kan leiden tot een gegrondverklaring van de klacht. Immers, De notaris was, anders dan Klaagster stelt, niet verplicht tot publicatie nu hij met instemming van de overgrote meerderheid van de erfgenamen, nota bene ook van Klaagster zelf, de verkoop kon realiseren tegen een koopprijs, die de getaxeerde waarde verre te boven ging. Dat de boerderij enkele maanden na deze verkoop voor een nog veel hoger bedrag werd doorverkocht doet aan dit oordeel niets af.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0131 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-32 en 08-33

    Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaat­notaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Dat het kantoorbeleid zo is opgesteld dat alleen de notaris een dergelijke melding doet, ontslaat de kandidaat-notaris niet van haar eigen verantwoordelijkheid daarin. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en haar (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0125 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-39

    Van een boedelnotaris, in een situatie waarbij de verhouding tussen de erven dermate is verstoord als uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken, mag verwacht worden dat hij de erven naar behoren informeert om tot onderlinge overeenstemming tussen de erven te kunnen komen en dat hij de erven daar waar mogelijk oplossingen voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap aanreikt. De Kamer stelt vast, gelet op de door de notaris gevoerde correspondentie en het verhandelde ter zitting, dat de notaris met de nodige behoedzaamheid jegens de erven is opgetreden, de erven, met inbegrip van klager en zijn toenmalige raadslieden, telkens uitvoerig heeft ingelicht over de standpunten van een of meer van de erven, zodra die in het verloop van de onderhandelingen over de afwikkeling gewijzigd waren, alsmede over wat hij in dat verband zag als de meest wenselijke oplossing voor de meningsverschillen tussen de erven. Dat de door de notaris aangedragen oplossingen in de gevallen waarin sprake was van enig verschil van mening tussen de erven niet altijd conform de wensen van klager luidden en dat klager zich naar zijn zeggen bij de bespreking op 6 september 2007 door de notaris onder druk gezet voelde, maakt de betreffende handelingen van de notaris niet tuchtrechtelijk laakbaar. Van belang is dat de notaris - het in de eerste alinea van deze beoordeling vermelde uitgangspunt in aanmerking nemend - zich naar het oordeel van de Kamer in voormelde gevallen voldoende terughoudend en niet partijdig heeft opgesteld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0132 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-15

    1. Eigen verantwoordelijkheid kandidaat-notaris bij afwikkeling leveringsakte. 2. Onjuiste taakopvatting en gebrek aan voortvarendheid bij kandidaat-notaris. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0126 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-34 en 08-35

    Onoorbare ABC-transacties bij kandidaat-notaris. Het betreft transacties die door de situatie als ongebruikelijk en als mogelijk verband houdend met witwassen kunnen worden aangemerkt; situaties die voor de kandidaat­notaris als beroepsbeoefenaar, op basis van ervaringsregels, buiten de normale gang van zaken vallen zonder dat daarvoor een geloofwaardige verklaring wordt gegeven. In algemene zin rust de tuchtnorm in artikel 98 Wet op het notarisambt zowel op notarissen als op kandidaat-notarissen. Van beide categorieën mag de naleving van wettelijke regels of de hier beschreven zorg worden verwacht. Derden die met een notariskantoor te maken hebben, moeten erop kunnen rekenen dat de notaris[sen] en eventuele kandidaat-notarissen zich aan de op hen rustende verplichtingen houden. Dit geldt ook voor het publieke element dat in deze algemene norm is verdisconteerd. Dit is in bijzondere mate het geval als een kandidaat-notaris optreedt als waarnemer van een notaris, maar is daartoe niet beperkt. De omstandigheid dat het kantoorbeleid, zoals door de kandidaat-notaris geschetst in zijn verweer, een en ander tegenwerkte kan wellicht een verzachtende omstandigheid zijn, maar ontslaat de kandidaat-notaris niet (volledig) van zijn eigen verantwoordelijkheid. De hier kort aangeduide externe omstandigheden – de zorg tegenover cliënten én de algemene verantwoordelijkheid voor een goed functionerend notariaat – zijn bepalend. Voor de gelding van de norm doet de interne, mogelijk afhankelijke, positie van een kandidaat-notaris niet ter zake. Wel kan er reden zijn om, bij overtreding van de norm, daarmee rekening te houden bij de beantwoording van de vraag of een sanctie passend is, en zo ja, welke. Bedenking en klacht deels ongegrond, deels gegrond. Berisping. De Kamer heeft in dit opzicht sterk rekening gehouden met de onervarenheid van de kandidaat-notaris en zijn (afhankelijke) positie en het beleid op dit kantoor.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0127 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-07

    Verzet. Met de doorzending van een conceptbrief bestemd voor de procureur van klager zou de notaris zich volgens klager onzorgvuldig jegens hem hebben gedragen. De Kamer oordeelt anders. De brief van 21 november 2007 van klager moet worden gezien in het kader van de onderhandelingen van klager met de notaris in diens hoedanigheid van vertegenwoordiger van de erven [...]. De bijgevoegde conceptbrief was gericht aan klagers procureur in de slapende rechtszaak tussen de erven en klager. Het is alleszins aanvaardbaar dat de notaris vervolgens in verband met genoemde onderhandelingen in zijn brief van 2 december 2007 aan deze procureur nadere uitleg heeft gevraagd en daarbij ter verduidelijking een kopie van de conceptbrief heeft meegezonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0128 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-19

    Wat er ook zij van de verschillende betalingsafspraken die klaagster, de notaris en de makelaar hebben gemaakt in het proces van aankoop en levering van het appartement, uiteindelijk had de notaris niet zelf de conclusie mogen trekken dat hij het door klaagster betwiste courtagebedrag aan de makelaar kon doorbetalen. Los daarvan, nu hij klaagster beloofd had om op de terugbetaling van het courtagebedrag toe te zien door deze via zijn kantoor te laten lopen, heeft hij verzuimd om te controleren of de makelaar diens toezegging bij e-mail van 31 maart 2008 om het courtagebedrag terug te storten was nagekomen en vervolgens klaagster hierover te berichten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0129 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-17 en 08-18

    Onoorbare ABC-transacties bij notaris. Aantal normschendingen in 17 casus gegrond. 1 casus ongegrond. De aan de notaris gegrond bevonden verwijten zijn, tezamen en in onderling verband bezien, dusdanig ernstig dat zij een maatregel rechtvaardigen. Ten aanzien van de aard van de op te leggen maatregel overweegt de Kamer het volgende. Het notarisambt brengt mee dat een notaris de regelgeving ten aanzien van zijn praktijkvoering nauwgezet naleeft. Het notariaat ontleent zijn bijzondere plaats in het rechtsverkeer aan het vertrouwen dat de betrokken partijen en de samenleving als geheel moeten hebben in de naleving van dwingende voorschriften die de praktijkvoering betreffen. De bij de notaris waargenomen nalatigheden verdragen zich hiermee niet. De aard en het aantal van de gegrond verklaarde klachten brengen de Kamer tot het oordeel dat niet met een berisping kan worden volstaan, maar dat een schorsing in de ambtsuitoefening geboden is. Bij de duur van de op te leggen schorsing houdt de Kamer rekening met het onder 6.13 vermelde gegeven dat niet is gebleken van klachten van derden over het optreden van de notaris in een van de hier besproken gevallen. Daarnaast houdt de Kamer rekening met de omstandigheid dat de notaris zich ter zitting bewust heeft getoond van zijn falende praktijkvoering en de Kamer ervan heeft weten te overtuigen dat hij de nodige maatregelen op zijn kantoor heeft getroffen om herhaling te voorkomen. Schorsing voor 1 week.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0130 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 08-36 en 08-37

    In zijn algemeenheid is het mogelijk dat de gedragingen van een notaris, als werkgever, afbreuk doen aan de eer en het aanzien van het ambt dat de notaris bekleedt. In deze zaak raakt het optreden van de notaris als werkgever van de kandidaat-notaris diens functioneren als notaris zodanig dat dit handelen tuchtrechtelijk kan worden beoordeeld. De notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Wet arbeid vreemdelingen door de kandidaat-notaris in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. De kandidaat-notaris heeft in 2002 en 2003 in strijd gehandeld met de Vreemdelingenwet 2000 door arbeid te verrichten buiten hetgeen haar volgens haar toenmalige vergunning - met beperking tot studiedoeleinden - was toegestaan. Van een behoorlijk en zorgvuldig handelend notaris mag verwacht worden, gelet op zijn kennis van het recht, dat hij ook de voor hem als werkgever geldende regels in acht neemt. Zijn verweer dat hij de onderhavige regels niet bewust heeft geschonden, gaat dan ook niet op. Dit geldt evenzeer voor de kandidaat-notaris. Berisping ieder.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0124 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2008/878

    Verzetzaak. De oud-notaris wordt verweten als bewindvoerder onrechtmatig en ondeskundig te hebben gehandeld. De Kamer van Toezicht is niet de instantie die een uitspraak doet over de vraag of een bewindvoerder goed heeft gefunctioneerd. De klachten hebben geen betrekking op het handelen van de betrokkene als notaris. Verzet gegrond. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.435verzet

    Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0097 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.521verzet

    Ontvankelijkheid van een op het zelfde feitencomplex berustende eerder aan het oordeel van de Kamer onderworpen klacht

  • ECLI:NL:RBAMS:2008:YB0103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.497verzet

    De beslagvrije voet heeft kort gezegd tot doel te voorkomen dat de schuldenaar wegens een beslag op al zijn inkomen een beroep op een bijstandsuitkering moet doen. De beslaglegger dient onverwijl rekening te houden met wijziging in omstandigheden (art. 475 d lid 7 Rv). Uit een onderzoeksrapport blijkt dat klager geen andere inkomsten had dan het AOW-pensioen van klagers echtgenote. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen actiever op te treden naar aanleiding van de door klager verzonden brieven. In elk geval had het op zijn weg gelegen om direct na het bekend worden van de resultaten van het onderzoeksrapport contact op te nemen met zijn opdrachtgever. Op grond van de resultaten van het onderzoeksrapport had de beslagvrije voet onverwijld moeten worden aangepast. Het gaat er niet om wat klager had kunnen doen, maar wat de gerechtsdeurwaarder had moeten doen.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.360verzet

    Verzet niet-ontvankelijk wegens nalaten indienen gronden van verzet.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0089 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.289

    Integraal ter beschikking stellen gegevens uit de Gemeentelijk Basisadministratie aan een incassobureau.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.479verzet

    Beslissing in verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond. De Kamer vernietigt de beslissing deels omdat de gerechtsdeurwaarder de kosten die deels vallen onder de toevoeging heeft verrekend met door hem geincasseerde gelden en daarom tweemaal een vergoeding heeft ontvangen voor (een deel van) dezelfde kosten.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.419verzet

    Incasso van een vordering. Opnieuw vordering van een bedrag. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.553verzet

    Beslissing in verzet. Vonnis werkt van rechtswege vanaf datum uitspraak. De tenuitvoerlegging van een niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis wordt eerst dan geschorst indien daadwerkelijk hoger beroep is ingesteld door middel van het uitbrengen van een dagvaarding. De voorzitter ach de klacht kenneljk ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.