ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0273 Kamer van toezicht Alkmaar 4.2008

ECLI: ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0273
Datum uitspraak: 23-07-2008
Datum publicatie: 01-08-2009
Zaaknummer(s): 4.2008
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Door overtreden leenverbod en negatieve bewaringspositie is notaris zodanig ernstig tekort geschoten in kerntaken dat schorsing gerechtvaardigd is. Bij duur rekening gehouden met eerdere (gegrond bevonden) klachten en persoonlijke omstandigheden, leeftijd en ziekte. Klacht gegrond; schorsing voor vier weken.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN

TE ALKMAAR.

De Kamer heeft de volgende beslissing gegeven in de klachtprocedure van

Het Bureau Financieel Toezicht (BFT)

te Utrecht,

tegen:

[notaris]

te [standplaats],

hierna ook te noemen de notaris.

1.    Het verloop van de procedure

1.1.  Bij brief ingekomen op 26 mei 2008 heeft het Bureau Financieel Toezicht te Utrecht een klacht tegen de notaris ingediend.

1.2.  Bij brief ingekomen op 9 juni 2008 heeft de notaris op de klacht gereageerd.

1.3.  De behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 9 juni 2008. Hierbij is gehoord de notaris en de heer D. van der Veer van het BFT.

1.4.  Vervolgens is de uitspraak bepaald op heden.

2.        De feiten

Bij haar klacht heeft het BFT de volgende omstandigheden ten aanzien van de notaris aan de kamer gemeld.

“1.     Overtreden leenverbod.

In september 2007 is op verzoek van een cliënt € 400.000,-, een bedrag dat overbleef na een door de notaris uitgevoerd transport, op een spaarrekening van het kantoor gezet. De notaris verwachtte het geld als lening te kunnen beschouwen. De notaris heeft met dit geld alle bankkredieten van het kantoor afgelost en in privé een rekening van een aannemer betaald (€ 124.500,-). In oktober 2007 gaf de cliënt in kwestie aan het gehele bedrag terug te willen ontvangen. Op respectievelijk 9, 15 en 23 oktober is deze “lening” met rente aan de cliënt terugbetaald. Naar de mening van het BFT heeft de notaris hiermee in strijd gehandeld met artikel 23, lid 1 Wna, hetgeen klachtwaardig is. Door te beschikken over de gelden van de cliënt, voordat er een door beide partijen getekende leningsovereenkomst was gesloten, heeft de notaris een handeling verricht waarvan hij redelijkerwijs moest verwachten dat deze ertoe zou leiden dat hij te eniger tijd niet aan zijn financiële verplichtingen zou kunnen voldoen

2.       Negatieve bewaringspositie

Op of rond 23 oktober 2007 is als  gevolg van de hierboven beschreven terugbetalingen een tekort in de bewaringspositie ontstaan van ca € 100.000,-, welk bedrag eind april 2008 nog niet was aangezuiverd. De continuïteit van het kantoor wordt hierdoor (verder) in gevaar gebracht. Naar de mening van het BFT heeft de notaris artikel 25, lid 1 en lid 3 Wna en artikel 15 van de verordening beroeps- en gedragsregels overtreden en is dit klachtwaardig. Het BFT acht het onverwijld volledig aanzuiveren van het bewaringstekort van groot belang.”

3.     Het standpunt van de notaris.

De notaris heeft de feiten zoals door het BFT in haar klacht geschetst erkend. Hij verklaart dat hij onterecht in de veronderstelling had verkeerd dat hij de gelden van de desbetreffende cliënt had geleend. De notaris heeft betoogd dat hij het geld van de cliënt voor een deel heeft aangewend voor betaling van zijn aannemer, nadat de woning van de notaris in 2006 was uitgebrand. De aannemer had € 124.500,- meer in rekening gebracht dan door de brandverzekering van de notaris werd gedekt. De notaris stelt dat hij momenteel doende is een herfinanciering te verkrijgen, zodat de negatieve bewaringspositie kan worden opgeheven. Verder heeft de notaris verklaard dat zijn personeelsbestand wordt teruggebracht, zodat kosten worden bespaard.

4.     De beoordeling van de klacht.

De Kamer is van oordeel dat de notaris met de vorenbedoelde feiten, die zijn erkend, in zodanige ernstige mate tekort is geschoten in de kerntaken van de notariële beroepsuitoefening dat de maatregel van schorsing dient te worden opgelegd. Bij de duur van die op te leggen maatregel heeft de Kamer enerzijds rekening gehouden met het feit dat eerder – gegrond bevonden – klachten tegen de notaris zijn ingediend en, anderzijds, met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder leeftijd en ziekte. Naar de Kamer aanneemt zal een schorsing van langere duur dan hierna gemeld, vrijwel zeker inhouden dat de notarispraktijk zal eindigen en dat is niet de bedoeling van een op te leggen maatregel van schorsing. Wel zal de notaris ervoor moeten zorgdragen dat de negatieve bewaringspositie spoedig zal worden opgeheven, omdat bij uitblijven daarvan niet uitgesloten is dat, desnoods op grond van een door de Kamer in te dienen ambtshalve klacht, een zwaardere maatregel en/of schorsing van langere duur, met alle gevolgen van dien, zal worden opgelegd.

Na het onherroepelijk worden van deze beslissing zal een waarnemer worden benoemd om de praktijk van de notaris gedurende de periode van de schorsing uit te oefenen.

BESLISSING

De Kamer:

-        Verklaart de klacht gegrond;

-        Schorst de notaris in de uitoefening van zijn ambt als notaris voor de duur van vier weken, welke schorsing in werking treedt na onherroepelijk worden van deze beslissing;

Deze beslissing is gegeven door mr. J. Blokland, waarnemend voorzitter,

mrs. A.B.M.S. Wijnbeld, P.G. Vroom, R.H.C. Winter en P.J. van Veen als (plaatsvervangend) leden, in tegenwoordigheid van J.J.M. Jeurissen, waarnemend

secretaris en is in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2008.

Secretaris,                                                                   Waarnemend voorzitter,                                                                                                    

J.J.M. Jeurissen                                                                 mr. J. Blokland

De secretaris is verhinderd mede te ondertekenen