Zoekresultaten 43901-43950 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0272 Kamer van toezicht Alkmaar 2.2008
- Datum publicatie: 01-08-2009
- Datum uitspraak: 23-07-2008
- ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0272
Controleren en garanderen van geldstromen bij passeren van notariële akten behoort tot kerntaken. Kantoororganisatie dient zodanig te worden ingericht dat hieraan onverwijld wordt voldaan. Dit nalaten is klachtwaardig. Gezien relatief geringe ernst fout en acties daarna geen maatregel. Klacht gegrond; geen maatregel.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0241 Kamer van toezicht Breda Kl 4/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 29-11-2006
- ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0241
Overtreding beleidsregel "Adverteren via verwijzers"
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0215 Kamer van toezicht Breda Kl 3/2009
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 02-06-2009
- ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0215
Negatieve bewaringspositie
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0248 Kamer van toezicht Breda Kl 11/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 24-04-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0248
Door het onbeantwoord laten van de door klager bij zijn brief van 5 augustus 2006 gestelde vragen over de afrekening met betrekking tot de levering van perceel grond (nadat die levering door de koper jegens klager langs de weg van het kort-geding was afgedwongen) heeft de notaris zijn rol als instrumenterend notaris bij die levering miskent. De notaris diende in die rol immers oog te hebben voor de belangen van alle bij die levering betrokken partijen, zo ook voor die van klager. Met zijn vragen trok klager de juistheid van de afrekening in twijfel. Het moge zijn dat niet de notaris maar executeur-testamentair beschikte over de voor de beantwoording van die vragen noodzakelijke gegevens, het had in ieder geval op de weg van de notaris gelegen dit ook aan klager te berichten. Door dit na te laten heeft de notaris jegens klager klachtwaardig gehandeld.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0229 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 27-07-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0229
De kamer stelt vast dat het plaatsen na dit tijdstip van de betreffende advertenties in het woningblad van [naam] Makelaardij evident in strijd is met genoemde beleidsregel en dat daarmee tevens in strijd met de hiervoor genoemde bepalingen van de Wna en genoemde verordening is gehandeld. Sprake is immers van wervende publiciteitsuitingen via een gegevensdrager van een verwijzer. Naar het oordeel van de kamer is aan de notarissen in ieder geval tuchtrechtelijk verwijtbaar dat het plaatsen van de advertentie in de periode gelegen na de opzegging van de betreffende met [naam] gesloten overeenkomst, eind 2005, tot hun rappèl in mei 2006, is gecontinueerd.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0235 Kamer van toezicht Breda Kl 9/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 08-02-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0235
Onweersproken staat vast dat de notaris bij zijn op verzoek van klagers gemaakte financiële opstelling voor het verwerven van de volledige en onbelaste eigendom van de ouderlijke woning een onjuiste berekening heeft gemaakt. Verder staat onweersproken vast dat die foutieve berekening voor klager [naam 1] heeft geleid tot een tekort aan een onder de notaris ten behoeve van klagers broer en moeder te storten geldsom van ca, 47.000,-- en dat dit tekort eerst kort voor het passeren van de verdelingakte en nadat door klager de benodigde hypothecaire financiering, afgestemd op die onjuiste berekening van de notaris, was verkregen, aan het licht is gekomen. Evenmin heeft de notaris weersproken dat klager [naam 1] daardoor werd genoodzaakt een andere, hogere hypothecaire financiering, te verwerven. Daarmee is sprake van een onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris. De notaris kan dan ook niet worden gevolgd in zijn opvatting dat de kwestie uitsluitend een civielrechtelijk karakter draagt.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0216 Kamer van toezicht Breda Kl 3/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 02-06-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0216
Daarbij in aanmerking genomen dat de notaris wat betreft die overeenkomst slechts kon beschikken over een uiterst summier opgesteld schriftelijk stuk met daarbij als bijlage gevoegd een niet ondertekend concept genaamd bedingen, behoorde het in het kader van zijn onderzoeksplicht ten aanzien van de rechtsgeldigheid van de overeenkomst tot de taak van de notaris zich, alvorens tot de uitnodiging van klagers voor het passeren van de akte over te gaan met hen contact op te nemen om zich op de hoogte te stellen van hun bezwaren en vervolgens een afweging te maken of deze bezwaren van zodanige aard waren dat deze aan het passeren van de akte in de weg stonden. Door dit na te laten is de notaris in zijn onderzoeksplicht tekort geschoten en daarmee voorbijgegaan aan de belangen van klagers als kopers, die de notaris, naast de belangen van de verkoper, in zijn rol en taak van instrumenterend notaris bij het rechtsverkeer van registergoederen diende te bewaken.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0222 Kamer van toezicht Breda Kl 15/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 05-02-2009
- ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0222
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. De kamer kan op grond van hetgeen is gebleken niet anders vaststellen dan dat de notaris datgene heeft gedaan wat van hem verwacht mocht worden en dit alles op een behoorlijke wijze.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0242 Kamer van toezicht Breda Kl 5/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 25-09-2006
- ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0242
Het zwaartepunt van de klacht betreft het (aanvullende) verwijt van klaagster dat de notaris jegens haar is tekortgeschoten in zijn informatieplicht met betrekking tot de strekking en reikwijdte het beneficiair aanvaarden van de nalatenschap. In dat kader is gebleken dat klaagster na het onverwachte overlijden van haar echtgenoot er aanvankelijk voor heeft gekozen haar belangen te laten waarnemen door de zakelijke compagnon van haar echtgenoot, [naam], die zich daartoe heeft verstaan met de notaris. Gebleken is voorts dat de notaris op grond van de mededelingen van [naam], dat mogelijk sprake zou zijn van een negatieve omvang van de boedel van de nalatenschap, waarvoor klaagster geen aansprakelijkheid wilde dragen, aan haar een volmacht heeft toegezonden ten behoeve van een beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap en voorts, getuige de overgelegde schriftelijke van [naam], dat de notaris in zijn gesprek met hem er op heeft gewezen dat klaagster met betrekking tot de nalatenschap geen enkele beheersdaad mocht verrichten totdat de beneficiaire aanvaarding was geregeld, waartoe klaagster zo spoedig mogelijk de volmacht aan de notaris ondertekend diende terug te zenden. Daar komt bij dat de notaris naar aanleiding van het kort nadien met klaagsters vader plaatsgehad hebbend telefonisch contact, waarbij deze meedeelde dat niet meer [naam], doch hijzelf (met [naam] en [naam]) de belangen van dochter behartigde, klaagster andermaal een volmacht tot beneficiaire aanvaarding heeft toegezonden.Naar het oordeel van de kamer is klaagster stelling dat de notaris onvoldoende informatie heeft verstrekt over de strekking en reikwijdte van een beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap, dan ook niet houdbaar.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0249 Kamer van toezicht Breda Kl 12/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 24-04-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0249
Verder is de kamer van oordeel dat het door de notaris ingenomen standpunt dat hij tot het tijdstip van de bespreking van de kwestie met de advocaat van klagers en klagers [naam 5 en naam 1], op 30 september 2004, bij gebreke van een opdracht uitsluitend een adviserende rol heeft gehad, zich niet laat rijmen met de omstandigheid dat hij de Belastingdienst op 23 januari 2004 het hiervoor genoemde voorstel tot afwikkeling heeft gedaan en vervolgens hiervoor de instemming van klagers bij brief van 30 januari 2004 heeft verzocht. Evenzeer staat dit standpunt op gespannen voet met zijn brief aan klagers van 27 januari 2004, waarin hij hen toezond een concept van een akte van levering van een perceel grond -waarin erflater medegerechtigd was en dat dan ook deels deel uitmaakte van zijn nalatenschap- met bijhorende volmachten, met verzoek deze ondertekend te retourneren om tot het passeren van die akte te kunnen overgaan. In het licht van zijn al kort na het overlijden van erflater gebleken betrokkenheid bij de nalatenschap, raken deze handelingen/activiteiten van de notaris zozeer de afwikkeling van de boedel, dat daarmee de notaris bij klagers de indruk heeft gewekt dat hij daarmee ook doende was.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0236 Kamer van toezicht Breda Kl 10/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 07-04-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0236
Op grond van hetgeen uit de klachtstukken, met name de door klager zelf overgelegde correspondentie, is gebleken, moet worden geconstateerd dat de notaris in de loop van de jaren veelvuldig pogingen heeft ondernomen en ook voorstellen heeft gedaan om tot een afwikkeling van de nalatenschap te komen, die echter vanwege de nog altijd tussen klager en met name zijn broer bestaande verdeeldheid, tot geen enkele resultaat hebben geleid resp. door de erfgenamen van de hand zijn gewezen.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0217 Kamer van toezicht Breda Kl 4/2009 Kl 5/2009 Kl 12/2009
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 08-10-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0217
Overtreding beleidsregels Beperking uitbetaling van gelden aan derden en Adverteren via verwijzers
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0223 Kamer van toezicht Breda Kl 16/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 03-04-2009
- ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0223
De kamer stelt met de notaris vast, dat de aan hem verweten gedragingen betrekking hebben op de onderhandse akte van 20 december 1999 en op de door hem daags daarna verleden akte, waarbij [naam] de economische eigendom van de kwestieuze grond aan [naam]heeft overgedragen. Daarentegen hebben klagers eerst op 9 oktober 2008 en derhalve ruimschoots buiten de in artikel 99, lid 12 Wna voorgeschreven termijn van 3 jaren hun klacht ingediend
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0230 Kamer van toezicht Breda Kl 4/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 04-06-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0230
Onweersproken staat vast dat de in het eerste ontwerp van de akte door kandidaat-notaris [naam 7] opgenomen berekening van de inbrengwaarde onjuist was, nu daarbij werd uitgegaan van een niet correcte verdeling van de hypotheekschulden. Deze fout is weliswaar hersteld in de uiteindelijk verleden definitieve versie van de akte, maar is, naar onweersproken door klagers is aangevoerd, wel uitgangspunt geweest voor de onderhandelingen met de erven. De door notaris aangevoerde omstandigheid dat in het dossier een kopie van het paspoort van klager [naam 1] reeds aanwezig was en dat deze, gelet op zijn eerdere kantoorbezoeken, ook bekend was, laat die verplichting onverlet, nu gesteld noch gebleken is dat in het dossier met betrekking tot die kopie tevens aanwezig was een verklaring dat de identiteit van klager [naam 1] op basis van zijn paspoort was vastgesteld. De in artikel 39, lid 1 Wna voorgeschreven plicht van de notaris tot vaststelling van de identiteit geldt uitsluitend voor (gevolmachtigde) comparanten, derhalve partijen bij de te passeren akte, alsook voor getuigen, zodat de identificatieplicht niet was vereist ten aanzien van de op 13 december 2006 bij het passeren van akte mede verschenen echtgenoot van klaagster [naam 4]. Daarmee is tevens beantwoord de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van de klacht door de notaris te dier zake nog opgeworpen rechtsvraag. Geconstateerd moet derhalve worden dat de notaris ten aanzien van de op 13 december 2006 bij het passeren van de akte voor hem verschenen personen, met uitzondering van de echtgenoot van klaagster [naam], in strijd met voornoemde bepaling heeft gehandeld De notaris heeft evenmin weersproken zijn volgens klagers [naam 1] en [naam 3] tijdens het direct na het passeren van genoemde akte plaatsgehad hebbend gesprek tegen hen gemaakte opmerkingen. Met deze opmerkingen heeft de notaris blijk gegeven van een ongepaste uiting van zijn ongenoegen dat klagers ondanks gemaakte excuses op kwesties wilden terugkomen. Evenals klagers acht de kamer deze opmerkingen een notaris onwaardig.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0243 Kamer van toezicht Breda Kl 7/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 12-02-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0243
Op grond van de hiervoor genoemde correspondentie moet worden vastgesteld, dat de notaris eerst in zijn ter zake van de klacht ingediende verweerschrift voldoende uitleg heeft verstrekt over het niet betaald zijn van de nalatenschapschulden.Anders dan hij meent kan uit de door klager destijds ontvangen afrekening niet zonder meer worden afgeleid dat die schulden niet op het aan klager en zijn zuster uit te keren boedelsaldo door de notaris in mindering waren gebracht. Dat daarover bij klager, zeker nadat de betreffende schuldeisers bij hem alsnog op betaling aandrongen, onduidelijk bestond, is dan ook begrijpelijk.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0237 Kamer van toezicht Breda Kl 11/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 09-04-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0237
Uit de omstandigheid dat in de hypotheekofferte was vermeld dat uiterlijk bij het passeren van de hypotheekakte het krediet diende te zijn afgelost en te zijn opgezegd en dat de notaris op 16 november beschikte over het bewijs van aflossing van dat krediet, volgt, anders dan klaagster meent, niet dat de notaris op grond daarvan direct vanaf dat tijdstip tot het passeren van de leverings- en hypotheekakten kon overgaan.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0218 Kamer van toezicht Breda Kl 6/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 06-10-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0218
Door, zoals door klager in zijn onderzoek is geconstateerd, tot vijfmaal toe een leverings- en hypotheekakte te passeren, zonder dat de betreffende gelden op de derdengeldrekening waren ontvangen, heeft de notaris niet alleen in strijd met deze bepalingen gehandeld, doch tevens veronachtzaamd zijn verplichtingen voortvloeiende uit de door hem op grond van artikel 25 Wna te houden derdengeldrekening en meer in het bijzonder zijn verplichting als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de hiervoor genoemde verordening. Laatstgenoemde bepaling schrijft voor dat de aan de notaris toevertrouwde gelden te allen tijden ten volle in geldmiddelen aanwezig dienen te zijn en dat de notaris daarover onmiddellijk en zonder enige beperking moet kunnen beschikken
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0224 Kamer van toezicht Breda Kl 17/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 05-02-2009
- ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0224
Ten aanzien van de klachtonderdelen a. en b., betrekking hebbend op het verwijt aan de notaris dat hij klaagster foutief/onjuist heeft geadviseerd en geïnformeerd over het maken en later wijzigen van de huwelijkse voorwaarden, zoals opgenomen in de akten van respectievelijk 19 juli 1991 en 28 december 2004, en dat akten in de opvatting van klaagster onjuist zijn, moet naar het oordeel van de kamer worden vastgesteld, dat klaagster deze onderdelen van haar klacht niet binnen de in artikel 99, lid 12 Wet op het notarisambt voorgeschreven termijn van 3 jaren heeft ingediend. De verweten gedragingen cq. het verweten nalaten van de notaris dateren van rond 19 juli 1991 respectievelijk 28 december 2004, zijnde de tijdstippen waarop de betreffende akten door de notaris zijn verleden, terwijl klaagster haar klacht eerst op 13 oktober 2008 heeft ingediend.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0250 Kamer van toezicht Breda Kl 13/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 12-02-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0250
Inzet van de door klagers ingediende klacht betreft het verwijt aan de notaris dat hij zonder hun instemming en geheel buiten hun bedoeling in de akte waarbij de economische eigendom van de hiervoor bedoelde woning aan hun dochter is geleverd, heeft opgenomen een onherroepelijke volmacht waarbij zij aan hun dochter de volledige beschikking over die woning hebben verstrekt. Deze door klagers verweten gedraging dateert reeds van 21 december 1994, zijnde het tijdstip van het passeren van de betreffende akte, terwijl de klacht eerst op 12 oktober 2006 door klagers is ingediend en derhalve zeer ruim na het verstrijken van de bij artikel 99, lid 12 van de Wet op het notarisambt vastgesteld klachttermijn van drie jaar.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0231 Kamer van toezicht Breda Kl 5/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 29-11-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0231
De kamer stelt met de notaris vast dat klager zijn klacht niet met in achtneming van de in artikel 99, lid 12 van de Wet op het notarisambt genoemde termijn van 3 jaar heeft ingediend. De verweten gedraging, cq. het verweten nalaten van de notaris, dateert van rond 18 juni 2001, zijnde het tijdstip waarop de door klager gewraakte verklaring door de notaris is opgesteld, dan wel door klager en zijn echtgenote ten overstaan van de notaris is ondertekend, terwijl klager zijn klacht eerst op 4 april 2007 heeft ingediend.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0244 Kamer van toezicht Breda Kl 8/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 10-09-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0244
In deze nieuwe klacht van klaagster staat ter beantwoording de vraag of de notaris met zijn als hiervoor door klaagster gewraakte verklaringen, deels afgelegd bij de mondelinge behandeling door de kamer van haar eerdere klacht en deels aangevoerd in het daaraan voorafgaand schriftelijk debat, klaagster en de kamer (doelbewust) heeft misleid en daarmee als notaris onwaardig en derhalve tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Geconstateerd kan weliswaar worden dat de op 7 juli 2006 via e-mail aan de erfgenamen gedane mededeling van de notaris afwijkt van zijn eerdere, op 5 juli 2006, bij genoemde mondelinge behandeling afgelegde verklaring, zoals weergegeven in het ter zake opgemaakte proces-verbaal, met name op punt hoe hij tot de door klaagster bestreden boedelbeschrijving is gekomen. Het gaat echter naar het oordeel van de kamer te ver op grond daarvan aan te nemen dat de notaris met zijn verklaring van 5 juli 2006 heeft beoogd daarmee klaagster en de kamer te misleiden. Anders dan klaagster meent kan daaruit niet worden afgeleid dat de notaris daarmee zich ten aanzien van de door hem opgestelde en door klaagster bestreden boedelbeschrijving, heeft willen verschuilen achter daarvoor gegeven instructies van de advocate van klaagsters moeder.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0238 Kamer van toezicht Breda Kl 13/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 07-04-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0238
Op grond van hetgeen uit de klachtstukken en bij gelegenheid van de mondeling behandeling naar voren is gekomen, moet naar het oordeel van de kamer worden vastgesteld dat de door klager ervaren lange duur van afwikkeling van de nalatenschap voornamelijk haar oorzaak vond in de tussen klager en de overige erfgenamen bestaande geschillen over die afwikkeling, en in de tussen hen verstoorde familieverhouding.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0219 Kamer van toezicht Breda Kl 8/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 12-09-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0219
Uit hun verzetschrift blijkt dat klagers vanwege hun vakantie niet eerder dan op 29 juli 2008 van de beslissing van de voorzitter hebben kennis kunnen nemen, zodat voor klagers nog een termijn voor het indienen van hun verzetschrift resteerde van één week. Uit de mededeling van de verzettermijn aan de voet van de beslissing van de voorzitter hebben klagers kunnen en moeten afleiden dat zij voortvarendheid dienden te betrachten voor de indiening van hun verzetschrift, hetgeen zij echter hebben nagelaten. Onder deze omstandigheden dient de ontijdige indiening van verzetschrift voor rekening en risico van klagers te blijven en acht de kamer die ontijdige indiening niet verschoonbaar.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0225 Kamer van toezicht Breda Kl 19/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 04-06-2009
- ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0225
Naar uit de standpunten van beide partijen daaromtrent naar voren is gekomen, beperkt bedoeld civielrechtelijk geschil zich tot de rechtvraag of er al dan niet sprake is geweest van een tussen klaagster en [naam] in april 1996 mondeling tot stand gekomen overeenkomst, waarbij het bij akte van 27 juni 1991 gevestigde voorkeursrecht is bestendigd. In dat geschil staat niet ter discussie het oorspronkelijk bij die akte van 27 juni 1991 vastgelegde voorkeursrecht, ten aanzien waarvan klaagster zich, zoals hiervoor is vermeld, primair op het standpunt stelt dat de notaris hiermee ten tijde van het passeren van de leveringsakte van 20 maart 2006 volledig bekend was en wat voor hem reden had moeten zijn zich hierover bij klaagster duidelijkheid te verkrijgen. Voor haar stelling baseert klaagster zich op een drietal getuigenverklaringen. Weliswaar kan de in de hiervoor genoemde procedure onder ede afgelegde verklaring van [naam], de directeur van de [naam], in samenhang bezien met de verklaringen van [naam] en [naam], voor de juistheid van die stelling een serieuze aanwijzing opleveren, nu deze daarin verklaart dat hij in het kader van de voorgenomen levering van het registergoed door [naam] aan de [naam] de akte van 27 juni 1991 ter bestudering van de geldigheid van het daarbij gevestigde voorkeursrecht aan de eigen notaris heeft voorgelegd, waarbij hij de naam van de notaris heeft genoemd. [naam] heeft echter die verklaring naar blijkt uit zijn door de notaris overlegde nadere schriftelijke verklaring op die essentiële onderdelen herroepen. Voor die herroeping heeft hij voldoende plausibele redenen aangevoerd. De kamer vindt hierin geen aanleiding [naam] op de voet van artikel 102 Wna zelf als getuige te horen.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0251 Kamer van toezicht Breda Kl 16/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 12-02-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0251
Door, zoals door klaagster in haar onderzoek heeft geconstateerd, een levering- en hypotheekakte op 29 december 2005 te verlijden, zonder dat de betreffende gelden op de derdengeldrekening waren ontvangen, heeft de notaris in strijd met deze regel (artikel 3, lid 1 Verordening beroeps- en gedragsregels) gehandeld. Daaraan doet niet af de toezegging van de hypotheekbank dat die gelden zouden worden gestort. De notaris heeft hiermee bewust het risico genomen dat de koper niet aan zijn betalingsverplichting jegens de verkoper zou kunnen voldoen.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0232 Kamer van toezicht Breda Kl 6/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 26-11-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0232
De kamer kan thans niet vaststellen of cliënte, zoals klager stelt, ten tijde van het verlijden van de akte wel of niet leed aan de ziekte van Alzheimer. Een medische verklaring met die inhoud is niet overgelegd. Dat in mei 2006, enkele maanden daarna een verpleeghuisarts heeft verklaard dat cliënte toen daaraan leed vormt wel een indicatie maar geeft onvoldoende uitsluitsel. Onvoldoende weersproken, en daardoor aannemelijk, is dat de GGZ in 2005 aan de familieleden, kinderen, heeft meegedeeld dat dit zo zou zijn. Dit vestigt, in onderling verband het ernstige vermoeden dat cliënte inderdaad op 9 februari 2006 aan Alzheimer leed Naar het oordeel van de kamer is in dit kader niet van belang of dit ernstige vermoeden in deze tuchtprocedure al of niet kan worden omgezet in een vaststaand feit. De notaris behoorde op basis van de hem kenbare feiten en omstandigheden meer onderzoek te verrichten teneinde tegenover iedereen, toen en later, het vertrouwen in het zorgvuldig handelen van het notariaat te handhaven
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0239 Kamer van toezicht Breda Kl 1/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 30-11-2006
- ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0239
Van een eenzijdig handelen en van een tekortschieten van de notaris in zijn informatieplicht is dan ook niet gebleken, noch is dit door klager aannemelijk gemaakt. Dat klager, zo hij nog aanvoert, bij dit alles toch -voor de notaris kenbaar-zou hebben gedwaald, is evenmin aannemelijk geworden. In ieder geval kan de notaris gelet op de door hem als hiervoor verstrekte informatie dit niet worden aangerekend.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0245 Kamer van toezicht Breda Kl 9/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 12-02-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0245
In de voorliggende klacht staat centraal de vraag of de notaris heeft mogen overgaan tot het passeren van de akte van levering van het betreffende appartementsrechts, nu daags daarvoor de verkoper met een beroep op artikel 24 van de koopovereenkomst. naast betaling van koopsom door klager, nog een bedrag van f. 5.000,-- had geëist, waartegen door klager bezwaar werd gemaakt. Deze vraag dient naar het oordeel van de kamer ontkennend te worden beantwoord
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0226 Kamer van toezicht Breda Kl 13/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 08-12-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0226
Door notaris gehanteerde algemene voorwaarden .Deze niettemin door de notaris gehanteerde clausule is niet alleen in dit geval, maar ook in zijn algemeenheid strijdig met de hiervoor gegeven parlementaire uitleg, maar tevens met de eer en waardigheid van het notarisambt. De notaris creëert daarmee op oneigenlijke gronden een aan hem niet toekomend voordeel. Ten aanzien van de in die algemene voorwaarden mede opgenomen klachtenclausule moet met klagers worden geconstateerd, dat de notaris daarin ten aanzien van declaratiegeschillen niet wijst op de bij artikel 55, lid 2 Wna gecreëerde rechtsgang bij de ringvoorzitter. De notaris volstaat slechts met het vermelden van een ten aanzien van die geschillen zelf gecreëerde procedure, bestaande uit een gemotiveerde betwisting binnen een termijn van 30 dagen, bij gebreke waarvan de declaratie tussen de notaris en de opdrachtgever als juist geldt en als door de opdrachtgever erkend verschuldigd.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0246 Kamer van toezicht Breda Kl 6/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 18-07-2006
- ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0246
Onbetwist staat vast dat met de levering van [naam] aan zijn zoon van aanvankelijk een deel van de schuur van het ouderlijk huis en later van het ouderlijk huis zelf, en vervolgens met de doorlevering daarvan door die zoon op dezelfde dagen en tegen dezelfde prijs aan derden, niet zijnde afstammelingen van [naam], niet anders is beoogd dan met die constructie het in de akte van 1961 opgenomen boetebeding te omzeilen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de notaris ook verklaard dat het de vooropgezette bedoeling was van [naam] om aan derden te kunnen leveren zonder daarbij de boete ingevolge het boetebeding verschuldigd te worden en dat hij -de notaris- [naam] in dat kader heeft geadviseerd om tot deze constructie over te gaan. De kamer is van oordeel dat de notaris daarbij is uitgegaan van een lezing van het geciteerde beding uit de akte van 1961 die een redelijk bekwaam notaris niet kon volgen.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0252 Kamer van toezicht Breda Kl 17/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 12-02-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0252
Onweersproken is gebleven dat de kandidaat-notaris het voor het tijdvak 2004 – 2005 vastgestelde aantal van 40 opleidingspunten niet heeft behaald, maar slechts het aantal van 21. Met de KNB moet worden geconstateerd dat het aantal van 40 punten te behalen in een tijdvak van 2 jaar het minimum is om de minimale kwaliteit van de beroepsuitoefening te kunnen garanderen en dat dit temeer geldt in de huidige tijd, waarin de kwaliteit van de dienstverlening in toenemende mate onder druk staat door de marktwerking, er daarnaast vele wijzigingen in wet- en regelgeving worden doorgevoerd en er een toenemende vraag is naar de ontwikkeling van management- en ondernemingsvaardigheden. Het door de kandidaat-notaris behaalde geringe aantal van 21 punten staat met dit minimaal te behalen aantal punten dan ook in schril contrast.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0233 Kamer van toezicht Breda Kl 7/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 29-11-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0233
Ontijdige en onvolledige indiening jaarstukken
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0220 Kamer van toezicht Breda Kl 14/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 02-12-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0220
Klager maakt in dat kader terecht in onderdeel a. van zijn klacht aan de notaris het verwijt dat hij de boedelbeschrijving pas na meer dan 21 maanden na het openvallen van de nalatenschap heeft opgemaakt, terwijl bij testament daarvoor een termijn van 3 maanden is bepaald. Weliswaar vond, naar de notaris onweersproken heeft aangevoerd, het eerste contact van de executeur met de notaris pas op 6 januari 2006 plaats, zodat op dat tijdstip voor hem slechts nog een uiterst korte tijd resteerde om binnen die termijn de boedelbeschrijving op te maken, wat dit ondoenlijk maakte, vaststaat echter dat de boedelbeschrijving eerst op 29 mei 2007 is gerealiseerd en dus bijna anderhalf jaar na zijn eerste contact met de executeur. De notaris heeft dan ook niet die voortvarendheid betracht die van hem verwacht mocht worden. Daarbij dient echter wel de kanttekening te worden geplaatst dat de notaris werd geconfronteerd met tussen de erfgenamen, met name klager, diens broer en zusters ter ene zijde, en de executeur ter andere zijde bestaande meningverschillen over de waarde van de boedelbestanddelen en dat klager en zijn zusters blijkens hun (in kopie overgelegde) brief van 9 september 20096 hebben ingestemd met zijn in zijn brief van 3 juli 2006 (eveneens in kopie overgelegd) onder meer gedaan verzoek om uitstel van het opmaken van de boedelbeschrijving (bij akte) totdat alle schulden, waaronder met name het verschuldigde successierecht en de eventueel nog verschuldigde inkomstenbelasting, bekend waren en vaststonden. Verder is gebleken dat de notaris, die erkent te weinig oog te hebben gehad voor de bij testament vastgestelde termijn, daarvoor zijn excuses heeft aangeboden.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0227 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 25-04-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0227
Belehrungspflicht
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0240 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 14-07-2006
- ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0240
Vastgesteld moet worden dat klaagster ten tijde van het tot stand komen van de vaststellingsovereenkomst, waarin opgenomen de overeenstemming tussen klaagster en haar moeder dat er geen tucht- of aansprakelijkheidszaken tegen de notaris worden gestart ter zake van zijn mededeling dat hij eigenlijk alleen de langstlevende had geadviseerd en zich nimmer had verdiept in haar positie als executeur, bekend was met de thans door haar in deze klacht gewraakte boedelbeschrijving. Vaststaat bovendien dat het opmaken van die boedelbeschrijving de enige in opdracht van de executeur door de notaris verrichte activiteit is geweest. De kamer is dan ook van oordeel dat klaagster met die overeenstemming haar klachtrecht met betrekking tot die boedelbeschrijving heeft verwerkt.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0214 Kamer van toezicht Breda Kl 5/2009
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 02-06-2009
- ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0214
Negatieve bewaringspositie op meerdere momenten
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0247 Kamer van toezicht Breda Kl 10/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 30-11-2006
- ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0247
Kern, dan wel zwaartepunt van de klacht, met name de onderdelen B. en E., betreft het verwijt dat de notaris klagers’ moeder niet dan wel onvoldoende heeft voorgelicht over de mogelijke gevolgen en risico’s verbonden aan het verstrekken van een hypotheekrecht op haar woning voor het verkrijgen van een aanzienlijke zakelijke lening door haar dochter en schoonzoon. De notaris heeft dit verwijt op de wijze als hiervoor vermeld gemotiveerd betwist. Klagers hebben daartegen geen concrete argumenten, dan wel feiten of omstandigheden aangevoerd, waaruit de aannemelijkheid van hun stellingen zou moeten worden afgeleid, noch is die aannemelijkheid anderszins gebleken. Uitgegaan moet dan ook worden van de juistheid van het standpunt van de notaris dat hij klagers’ moeder uitvoerig en uitdrukkelijk heeft gewezen op de mogelijke consequenties van het door haar te verstrekken hypotheekrecht. De hiervoor genoemde klachtonderdelen zijn daarmee ongegrond
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0253 Kamer van toezicht Breda Kl 18/2006
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 04-06-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0253
Overtreding beleidsregel "Adverteren via verwijzeers"
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0221 Kamer van toezicht Breda Kl 10/2008
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 06-10-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0221
Ontijdige en onvolledige indiening jaarstukken
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0228 Kamer van toezicht Breda Kl 1/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 04-06-2007
- ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0228
Niet onbegrijpelijk is dat de notaris, de wens van klager om uit te gaan van een lagere waarde volgende, voor die aansprakelijkheid door klager gevrijwaard wenste te worden en daartoe van klager een vrijwaringsverklaring heeft geëist. De notaris heeft daarmee klager tegemoet willen treden, omdat zij gelet op haar rol van openbaar ambtenaar in het rechtsverkeer van registergoederen, in de gegeven situatie -waarin klager een vermelding wenst van een lagere niet onderbouwde waarde van het opstalrecht- zonder meer tot het weigeren van het passeren van de akte had kunnen overgaan.
-
ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0234 Kamer van toezicht Breda Kl 8/2007
- Datum publicatie: 30-07-2009
- Datum uitspraak: 08-02-2008
- ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0234
Nu niet is komen vast te staan dat de rol van de notaris zodanig is geweest, dat klagers daardoor werden gedwongen in te stemmen met het buiten toepassing verklaren van de bepaling, ontbeert aan hun klacht een deugdelijke grondslag.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0272 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 160.2007verzet
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 17-07-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0272
Beslissing op verzet. Invorderingskosten. De Kamer vernietigd de beslissing van de voorzitter omdat de invorderingskosten met onvoldoende precisie in het terugvorderingsbelsuit van de Gemeente stond omschreven. Het Gerechtshof is het niet met de beslissing van de Kamer eens omdat het klaagster voldoende duidelijk was welk bedrag zij diende te betalen. Het bedrag aan invorderingskosten ad 15% is gebruikelijk. LJN: BC8298.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0266 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.229verzet
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 23-10-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0266
Beslissing op verzet. De voorzitter acht de klacht kennelijk-ongegrond. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0260 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.519
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 30-10-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0260
Beroepsfout gerechtsdeurwaarders. Klacht gegrond. Het Gerechtshof komt in hoger beroep tot hetzefde oordeel echter slechts een van de drie gerechtsdeurwaarders wordt verantwoordelijk gehouden (LJN: BG5686)
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0290 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.509
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 30-06-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0290
De gerechtsdeurwaarder heeft zonder opdracht van een rechthebbende het op zijn kwaliteitsrekening gestorte bedrag aangewend voor betaling van de facturen van de door hem in het kader van het voeren van de procedures voor de tuchtrechter ingeschakelde advocaat.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0273 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.509
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 19-06-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0273
Verzuim controle gegevens. Dit onderdeel van de klacht wordt gegrond verklaard . Geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0267 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.188verzet
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 17-07-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0267
Gelijkluidende beslissing als in de zaak met nummer 160.2007.
-
ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0278 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2009.1
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 30-06-2009
- ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0278
Bij beslissing van de Kamer van 16 december 2008 (LJN YB0007) is de gerechtsdeurwaarder uit zijn ambt ontzet. Deze beslissing is in hoger beroep door het Gerechtshof te Amsterdam bekrachtigd. (LJN: BH7876). In de periode tussen de uitspraak van de Kamer en de behandeling in hoger beroep heeft de beroepsorganisatie een nieuwe klacht tevens inhoudende een verzoek om schorsing ex artikel 38 Gdw ingediend. Het verzoek is bij beslissing van 20 januari 2009 door de Kamer toegewezen (LJN YB0134). De onderhavige uitspraak betreft de klacht dat door de gerechtsdeurwaarder een brief is gebruikt waarvan door de ondertekenaar aangifte is gedaan tegen de gerechtsdeurwaarder wegens valsheid in geschrifte. De Kamer is van oordeel dat gerechtsdeurwaarder een brief heeft gebruikt waarvan de authenticiteit serieus wordt betwist en waarmee de gerechtsdeurwaarder heeft trachten aan te tonen dat zijn beweringen omtrent de contante opname en de uitbetaling daarvan aan een medewerker van [ ] juist zijn.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0280 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.475
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 19-06-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0280
Onvoldoende voortvarend optreden bij de execuite van een vonnis. Onvoldoende op de hoogte stelle van de voortgang in het dossier. De Kamer oordeeld dat de klachten gegrond zijn maar legt geen maatregel op.
-
ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0261 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.184
- Datum publicatie: 17-07-2009
- Datum uitspraak: 30-10-2007
- ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0261
Teemaal voor hetzefde feit een dwangbevel betekend aan de verkeerde persoon.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 878
- Pagina: 879
- Pagina: 880
- ...
- Pagina: 892
- Volgende pagina zoekresultaten