ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0273 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.509

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0273
Datum uitspraak: 19-06-2007
Datum publicatie: 17-07-2009
Zaaknummer(s): 2006.509
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzuim controle gegevens. Dit onderdeel van de klacht wordt gegrond verklaard . Geen maatregel opgelegd.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 19 juni 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 509.2006 ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 1 november 2006 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 9 december 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 29 januari 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder een aanvullend verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 mei 2007, alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 19 juni 2007.

Gronden van de beslissing

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a) Bij vonnis van 20 november 2001 gewezen door de kantonrechter te [ ] is klager veroordeeld tot betaling van in totaal een bedrag ad ƒ 450,17, welk vonnis op 6 december 2001 aan klager in persoon is betekend. Deze zaak is bij gerechtsdeurwaarderskantoor [ ] te [ ] (thans genaamd [ ] gerechtsdeurwaarders) in behandeling onder zaaknummer 200009500.

b) Op 23 oktober 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder van [ ] gerechtsdeurwaarders de opdracht ontvangen tot executie van het vonnis van 20 november 2001 over te gaan.

c) Bij brief van 27 oktober 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder klager eerst gesommeerd het restantverschuldigde te voldoen.

d) Naar aanleiding van een door klager gemaakt bezwaar heeft gerechtsdeurwaarder [ ] gerechtsdeurwaarders om commentaar verzocht.

e) Bij brief van 10 januari 2007 heeft [ ] de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat zij de gerechtsdeurwaarder een foutieve opgave hebben verstrekt en in elk geval ten onrechte een bedrag ad € 119,00 hebben opgevoerd.

2. De klacht

Klager stelt dat hij door twee gerechtsdeurwaarders voor dezelfde vordering is aangeschreven. De vordering is niet terecht. [ ] heeft hem inmiddels medegedeeld een onderzoek te starten en hem van de afloop daarvan op de hoogte te stellen. Daarom is de vordering van de gerechtsdeurwaarder onterecht en onjuist. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder onjuiste informatie te hebben verstrekt en eist een geldboete. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder daarnaast allerlei kosten te berekenen zonder onderliggende gegevens. Hij acht de opgevoerde post proceskosten het meest schandalig omdat er geen proces is geweest.

3 Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

3.1 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij van [ ] gerechtsdeurwaarders een opdracht heeft ontvangen tot executie van een op 20 november 2001 tegen klager gewezen vonnis over te gaan. Uit het toegezonden exploot blijkt dat het vonnis op 6 december 2001 aan klager in persoon is betekend. Vervolgens heeft hij klager tot betaling gesommeerd waarna een brief van klager is ontvangen. De brief van klager is verzonden naar zijn opdrachtgever met het verzoek om nadere instructies. Klager is hiervan op 13 november 2006 op de hoogte gesteld. Met de andere vordering heeft hij niets van doen. Die is in behandeling bij [ ] gerechtsdeurwaarders.

3.2 In zijn aanvullende verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder erkend te hebben verzuimd voorafgaande aan verzending van de sommatie de door zijn opdrachtgever opgegeven bedragen te toetsen aan de door zijn opdrachtgever meegezonden bescheiden.

Naar aanleiding van klagers bezwaar en mede naar aanleiding van de brief van de Kamer heeft hij zijn opdrachtgever om commentaar verzocht. Die heeft medegedeeld dat er een foutieve opgave is verstrekt. Op dit punt is niet gehandeld conform de interne werkinstructies. Inmiddels is de vordering aangepast.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [ ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. In het verweerschrift heeft gerechtsdeurwaarder [ ] zich opgeworpen als beklaagde. Hij wordt dan ook als beklaagde aangemerkt. Hiermee in de aanhef van deze beschikking al rekening is gehouden.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft aangetoond dat het om twee verschillende zaken gaat. In de eerste zaak is hem opgedragen een ten laste van klager gewezen vonnis verder te executeren. Aan die opdracht was hij op grond van de wet (de zogenaamde ministerieplicht als vermeld in artikel 11 van de Gerechtsdeurwaarderswet) verplicht te voldoen. In dat opzicht is naar het oordeel van de Kamer geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Wel staat vast dat gerechtsdeurwaarder niet conform zijn eigen interne werkinstructie heeft gehandeld, zodat de klacht voor zover deze betrekking heeft op het niet controleren van de in rekening te brengen kosten gegrond dient te worden verklaard.

5. De Kamer acht geen termen aanwezig tot het opleggen van een maatregel op te gaan. De gerechtsdeurwaarder heeft het verzuim direct erkend, het verzuim hersteld en klager zijn excuses aangeboden. Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klacht inzake het niet controleren van de in rekening te brengen kosten gegrond;

- laat het opleggen van een maatregel achterwege;

- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerboek, voorzitter, mr. M.M. Beins en J. Smit, (plaatsvervangende) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.