ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0233 Kamer van toezicht Breda Kl 7/2007

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0233
Datum uitspraak: 29-11-2007
Datum publicatie: 30-07-2009
Zaaknummer(s): Kl 7/2007
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Ontijdige en onvolledige indiening jaarstukken

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN DE KANDIDAAT-NOTARISSEN TE BREDA

Beslissing

op de 27 juni 2007 ingekomen klacht van

het Bureau Financieel Toezicht,

gevestigd te Utrecht,

verder ook te noemen klaagster,

tegen

notaris mr. [naam],

gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen de notaris.

1.      Het verloop van de zaak.

Na ontvangst van de klacht is de notaris de gelegenheid geboden hierop schriftelijk te reageren. Van deze gelegenheid heeft hij bij brief van 4 september 2007 gebruik gemaakt. De mondelinge behandeling van de klacht heeft vervolgens plaatsgevonden op 14 november 2007, waarbij zijn verschenen namens klaagster, [naam] en de notaris.

2.      De inhoud van de klacht en het standpunt van klaagster.

De notaris wordt verweten niet, althans niet tijdig en onvolledig te hebben voldaan aan zijn bij artikel 112, lid 1 van de Wet op het notarisambt neergelegde verplichting tot indiening bij klaagster van zijn jaarstukken over 2006.

Klaagster voert aan dat de notaris ingevolge de hiervoor aangehaalde bepaling jo. artikel 24, lid 4 Wna binnen 4 maanden na afloop van het boekjaar zijn jaarstukken gereed dient te hebben en deze aanstonds na het verstrijken van die termijn bij klaagster moet indienen.

Klaagster stelt verder dat aan de notaris geen uitstel tot indiening vanwege bijzondere omstandigheden is verleend en dat hij na aan klaagster op 25 mei 2007 verzonden herinnering, eerst op 22 augustus 2007 heeft voldaan aan bovengenoemde verplichting door toezending van de nog ontbrekende opstelling van zijn privé-vermogen en van zijn inkomen.

De notaris heeft daarmee in de opvatting klaagster klachtwaardig gehandeld, wat in overeenstemming met haar te dier zake gevoerde beleid, heeft geleid tot indiening van de onderhavige klacht

3.      Het standpunt van de notaris.

De notaris erkent eerst op 22 augustus 2007 de betreffende inkomens- en vermogensopstelling aan klaagster te hebben toegezonden. Zijn privé-verhuizing, de wisseling van accountant, alsook drukke kantoorwerkzaamheden hebben deze te late inzending veroorzaakt, aldus de notaris.

Hij betreurt dit ten zeerste en verklaart zich te zullen inspannen om herhaling van dit incident te voorkomen.

klacht BFT/notaris mr. [naam]                      pagina 2

4.      De beoordeling en de gronden daarvoor.

Ingevolge artikel 24, lid 4  Wna moet de notaris jaarlijks zowel ten aanzien van zijn kantoorvermogen als van zijn privé-vermogen binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, derhalve uiterlijk 30 april, een balans opmaken en op papier stellen en, voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden, een staat van baten en lasten.

Verder verplicht artikel 112, lid 1 van genoemde wet de notaris de in bovengenoemde bepaling bedoelde stukken (vergezeld van een verslag van het onderzoek daarover van een accountant, dat voor wat betreft de jaarrekening van het kantoor tenminste een beoordelingskarakter draagt) aanstonds na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn in te dienen bij klaagster.

Niet ter discussie staat dat de notaris aan deze verplichtingen niet tijdig en volledig heeft voldaan, nu hij zijn inkomens- en vermogensopstelling over het boekjaar 2006 eerst op 22 augustus 2007 bij klaagster heeft ingediend.

Van een door de notaris op grond van bijzondere omstandigheden verzochte en door klaagster toegestane verlenging van de indieningstermijn is geen sprake geweest.

 Klaagster stelt terecht dat de notaris door aldus te handelen een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van zijn notariële praktijk heeft belemmerd.

Met dit handelen cq. nalaten heeft de notaris blijk gegeven onvoldoende gewicht toe te kennen aan dit financiële toezicht.

De notaris heeft daarmee klachtwaardig gehandeld en de klacht is dan ook gegrond. De door de notaris daarvoor aangevoerde redenen kunnen dit handelen/nalaten niet rechtvaardigen.

In de omstandigheden van het onderhavige geval, met in de verklaring van de notaris dat hij de kwestie betreurt en er voor zorg zal dragen dat een en ander zich niet zal herhalen, ziet de kamer echter reden het opleggen van een maatregel achterwege te laten.

5.      De beslissing.

De kamer van toezicht

verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat ter zake daarvan geen maatregel zal worden opgelegd.

Deze beslissing is gegeven op 29 november 2007, door mrs. M.M. Steenbeek, voorzitter, C. Wallis, H. Quispel, Th.G.M. de Kort en Th.H.M. Fikkers, allen leden, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, secretaris, en in het openbaar uitgesproken.

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de dag van het verzenden van de brief waarbij de beslissing is toegezonden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1212, 1000 BH Amsterdam.