ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0238 Kamer van toezicht Breda Kl 13/2007

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0238
Datum uitspraak: 07-04-2008
Datum publicatie: 30-07-2009
Zaaknummer(s): Kl 13/2007
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Op grond van hetgeen uit de klachtstukken en bij gelegenheid van de mondeling behandeling naar voren is gekomen, moet naar het oordeel van de kamer worden vastgesteld dat de door klager ervaren lange duur van afwikkeling van de nalatenschap voornamelijk haar oorzaak vond in de tussen klager en de overige erfgenamen bestaande geschillen over die afwikkeling, en in de tussen hen verstoorde familieverhouding.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE BREDA

Beslissing

op de op 27 november 2007 ingekomen klacht van

[naam],

Wonende te [plaatsnaam]

verder te noemen klager,

tegen

notaris mr. [naam],

gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen de notaris.

1.      Het verloop van de zaak.

Na het tussen partijen gevoerde schriftelijke debat, dat blijkt uit hun brieven van 13 januari 2008, 18 januari 2008, met producties, en 16 februari 2008, heeft de mondelinge behandeling van de klacht plaatsgevonden op 26 maart 2008, waarbij zijn verschenen klager en de notaris.

2.      De inhoud van de klacht en het standpunt van klager .

Klager verwijt de notaris naast een onvoortvarende afwikkeling van de nalatenschap van zijn overleden moeder, dat hij ten onrechte in het (eerste) verdelingsvoorstel een bedrag van € 711,-- ten laste van de boedel heeft opgenomen ter zake van een door een van de erfgenamen op persoonlijke titel als herinnering aan erflaatster gekochte gouden armband.

Verder verwijt hij de notaris dat hij voor zijn werkzaamheden een buitensporig hoog bedrag in rekening heeft gebracht, dat niet in verhouding staat tot de door hem verrichte werkzaamheden.

Klager voert aan dat hij, alsook zijn rechtsbijstandverzekeraar vele malen met de notaris contact heeft moeten opnemen over de voortgang van de afwikkeling van de nalatenschap, waarbij zij telkens te horen kregen dat er weinig vooruitgang was geboekt.

Klager betoogt verder dat hij van de notaris eerst na een jaar een verdelingsvoorstel heeft ontvangen, waarin was opgenomen een onduidelijke betaling aan het crematorium van € 711,--, die, na uit telefonisch contact met een medewerkster van de notaris, betrekking bleek te hebben op een factuur voor een dierbare herinnering. Klager vervolgt dat hem eerst uit eigen onderzoek bleek dat het bedrag betrekking had op een door zijn zuster gekochte gouden armband, zodat dit bedrag ten onrechte ten laste van boedel was gebracht.

klachtbeslissing [naam]/notaris mr. [naam]                            pagina 2

Eerst naar aanleiding van deze aan de notaris verstrekte informatie, is het verdelingsvoorstel gewijzigd, aldus klager. Het had volgens klager op de weg van de notaris gelegen, alvorens het bedrag in rekening te brengen van de nalatenschap, de juistheid daarvan zelf te verifiëren, temeer nu hij bekend was met de tussen de erfgenamen bestaande relationele problemen.

Klager voert verder aan dat het door de notaris in rekening gebrachte honorarium van € 3.975,41 extreem hoog is. Zo brengt de notaris volgens klager een bedrag in rekening van maar liefst € 838,95 voor het rechtzetten van zijn hiervoor zelf gemaakte fout en brengt hij zelfs kosten in rekening van € 7.50 voor iedere keer dat zijn kantoor telefonisch contact heeft gezocht en daarbij geen gehoor kreeg.

3.      De feiten .

Op grond van de klacht stukken en uit hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gekomen moet worden uitgegaan van de volgende tussen partijen vaststaande feiten.

-         Klager is samen met zijn broer en zuster rechthebbende in de nalatenschap van hun op 18 juni 2006 overleden moeder.

-         De notaris is kort na het overlijden van erflaatster benaderd door de zuster van klager voor het opstellen van een verklaring van erfrecht.

-         Nadat klager na daarover door de notaris via zijn rechtsbijstandverzekeraar gegeven advies is overgegaan tot beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap, hebben ook zijn broer en zuster, die bij leven van erflaatster belast waren met de bewindvoering over haar vermogen, de nalatenschap beneficiair aanvaard. Aan het kantoor van de notaris zijn vervolgens door de erfgenamen volmachten verstrekt tot afwikkeling van de nalatenschap. De verklaring van erfrecht is op 23 oktober 2006 gepasseerd.

-         Op 24 mei 2007 heeft de notaris een concept van de rekening en verantwoording en verdeelstaat opgesteld, waartegen door klager bezwaar is gemaakt, met name tegen het daarin ten laste van de nalatenschap opgenomen bedrag van € 711,- ter zake van een nota van het crematorium.

-         Na daarover bereikte overeenstemming (die ertoe heeft geleid dat genoemd bedrag, betrekking hebbend op een door de zuster van klager bij het crematorium gekochte gouden armband met de as van haar moeder, voor haar rekening kwam) heeft de notaris een nieuwe rekening en verantwoording en verdeelstaat opgesteld, waarmee de erfgenamen op 3 augustus 2007 hebben ingestemd en waarna de notaris tot uitkering is overgegaan.

-         De notaris heeft voor zijn werkzaamheden een bedrag van € 5.445,25 in rekening gebracht, waarin begrepen een bedrag van € 1.471,84.betrekking hebbend op de afgifte verklaring erfrecht en een bedrag van € 838,95 betrekking hebbend op werkzaamheden verband houdende met de bezwaren van klager tegen het ten laste van de nalatenschap gebrachte bedrag van € 711,--.

klachtbeslissing [naam]/notaris mr. [naam]                            pagina 3

4.      Het standpunt van de notaris.

De notaris voert aan dat er ten aanzien van de nalatenschap sprake was van tussen de erfgenamen verstoorde familieverhoudingen, waardoor er met regelmaat door zijn kantoor tussen hen bemiddelende activiteiten moesten plaatsvinden.

Dit heeft volgens de notaris ertoe geleid dat er stap voor stap overeenstemming moest worden bereikt over een aantal zaken, met name de geschilpunten over het betalen ten laste van de nalatenschap van de huur van een garagebox, waarin de inboedel van erflaatster was opgeslagen en over de waarde van die inboedel.

Het door klager gemaakte bezwaar tegen het eerste concept van de rekening en verantwoording en verdeelstaat, heeft -zo vervolgt notaris-  andermaal bemiddeling noodzakelijk gemaakt, wat heeft geresulteerd in overeenstemming over een nieuwe rekening en verantwoording en verdeelstaat, waarin het door klager bestreden bedrag van € 711,-- voor rekening kwam van zijn zuster.

Met betrekking tot dit bedrag voert de notaris aan dat dit werd gefactureerd door het crematorium en dat er voor hem, dan wel voor zijn met de afwikkeling van de nalatenschap belaste medewerkster [naam], bij het opvoeren van dit bedrag door klagers zuster, geen aanleiding bestond hiernaar nader onderzoek te verrichten.

De notaris stelt dat er regelmatig contact is geweest met de door klager ingeschakelde rechtsbijstandverzekeraar en dat regel- en stelselmatig aan het dossier is gewerkt. De notaris verwijst daarvoor naar het door klager zelf overgelegde urenoverzicht van de door zijn kantoor verrichte werkzaamheden.

Hoewel de notaris zich kan voorstellen dat het wrang is voor klager dat het bedrag van € 711,- dat hij heeft uitgespaard door dit als onterechte kostenpost uit de rekening en verantwoording en verdeelstaat te laten verwijderen, weer is opgegaan aan bemiddelingskosten, zijn die kosten in zijn opvatting op juiste grond opgevoerd.

Het tegen het bedrag door klager gemaakte bezwaar noopte volgens de notaris tot verificatie bij zijn zuster, waarvoor diverse contacten noodzakelijk waren, terwijl in de betreffende kosten niet alleen zijn begrepen de met die contacten gemoeide tijd, maar ook de werkzaamheden verbonden aan het, uitdrukkelijk opverzoek van klager zelf, opstellen van een aangepaste rekening en verantwoording.

4. De beoordeling en de gronden daarvoor.

Op grond van hetgeen uit de klachtstukken en bij gelegenheid van de mondeling behandeling naar voren is gekomen, moet naar het oordeel van de kamer worden vastgesteld dat de door klager ervaren lange duur van afwikkeling van de nalatenschap voornamelijk haar oorzaak vond in de tussen klager en de overige erfgenamen bestaande geschillen over die afwikkeling, en in de tussen hen verstoorde familieverhouding.

klachtbeslissing [naam]/notaris mr. [naam]                            pagina 4

Uit overgelegde correspondentie blijkt dat die geschillen betrekking hadden op de waarde van de inboedel en de kosten van opslag daarvan en dat de notaris daarin een bemiddelende rol heeft gehad. Voldoende aannemelijk is dat die bemiddeling veelvuldige contacten hebben vereist, waarna uiteindelijk tot overeenstemming is gekomen.

Verder moet bij de duur van de afwikkeling worden betrokken de omstandigheid dat klagers broer en zuster bij leven van erflaatster met de bewindvoering over haar goederen waren belast, waardoor het afleggen van rekening en verantwoording daarover noodzakelijk was, alsook het feit dat door beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap eveneens een boedelbeschrijving moest worden opgesteld.

Niet dan wel onvoldoende aannemelijk is geworden dat de notaris in de voortgang van de afwikkeling van de nalatenschap tekort is geschoten.

Ook het tijdsverloop tussen het overlijden van erflaatster op 18 juni 2006 en de uiteindelijk eind juli 2007 tussen de erfgenamen bereikte overeenstemming, rechtvaardigt niet die conclusie.

Dit onderdeel van de klacht mist derhalve een deugdelijke feitelijke grondslag.

Evenmin kan aan de notaris een verwijt worden gemaakt dat hij in het concept van de verdeelstaat het door klager nadien bestreden  bedrag van € 711,- ten laste van de nalatenschap heeft opgenomen. Dit bedrag, opgevoerd door klagers zuster, was gebaseerd op een nota van het crematorium, waaruit de notaris op eerste gezicht mocht afleiden dat deze betrekking had op reële kosten ten laste van de nalatenschap. Er bestond voor de notaris derhalve op dat moment geen aanleiding daarnaar onderzoek te doen.

Gebleken is verder dat de notaris in het door klager zelf daarnaar verrichte onderzoek en na daarover aan de notaris verstrekte informatie, vrijwel direct contact heeft opgenomen met klagers zuster en dat dit uiteindelijk heeft geleid tot correctie.

Resteert klagers verwijt over de hoogte van declaratie.

De beoordeling van geschillen over rekeningen van honoraria voor ambtelijke notariële werkzaamheden en overige aan de zaak verbonden kosten behoort ingevolge het bepaalde in artikel 55 lid 2 van de Wet op het notarisambt in de eerste plaats tot de taak van de voorzitter van het bestuur van de ring in het arrondissement waar de notaris is gevestigd. De kamer is slechts bevoegd om tarieven te toetsen op de grondslag van artikel 98 van de Wet op het notarisambt. Een zodanige toets is slechts marginaal. Voor zover de klacht van klager haar grondslag vindt in genoemd artikel 98 kan naar het oordeel van de kamer niet gezegd worden dat de notaris, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk of in strijd met de voor hem geldende verordening beroeps- en gedragsregels heeft gehandeld door klager de kosten in rekening te brengen zoals hij heeft gedaan. Deze kosten komen de kamer niet buitensporig voor. Ook dit onderdeel van de klacht faalt derhalve.

klachtbeslissing [naam]/notaris mr. [naam]                            pagina 5

Dit leidt ertoe dat klacht ongegrond moet worden bevonden.

5.       De beslissing.

De kamer van toezicht

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 7 april 2008 door mrs. M.M. Steenbeek, voorzitter, C. Wallis, Th.G.M. de Kort, Th.H.M. Fikkers, allen leden, en drs. M. Scherphof, plaatsvervangend lid, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, secretaris, en in het openbaar uitgesproken.

--