Zoekresultaten 1461-1480 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-384/DB/LI
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:155
Raadbeslissing. Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris gegrond omdat hij, zonder klager te horen of anderszins in de gelegenheid te stellen om de klacht nader toe te lichten, de klachten heeft geformuleerd, beoordeeld en afgedaan. Aldus heeft verweerder gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 6.28 van de Voda. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze het beginsel van hoor en wederhoor met voeten heeft getreden en daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Het optreden van verweerder is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Waarschuwing
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2467
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:173
Klacht tegen huisarts. Klager is bekend met autisme en is patiënt van de huisarts. Klager verwijt de huisarts kort gezegd dat 1) hij een gebrek aan kennis heeft over autismestoornissen of onvoldoende heeft gedaan om zich deze kennis eigen te maken, 2) hij het medicijn Bumetanide niet heeft voorgeschreven, 3) het medisch dossier niet op orde is, en 4) hij klager niet al veel eerder heeft doorverwezen naar een internist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:156 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-738/DB/OB
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:156
Raadsbeslissing. 60b verzoek. Op grond van artikel 60b lid 1 Advocatenwet kan de raad op verzoek van de deken een advocaat die tijdelijk of blijvend geen blijk geeft zijn praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen, voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk schorsen dan wel een of meer voorzieningen met betrekking tot de praktijkuitoefening van de betrokken advocaat treffen die de raad geboden acht. Verweerster heeft de aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden niet weersproken. Naar het oordeel van de raad is voldoende gebleken dat verweerster tijdelijk of blijvend niet in staat is haar praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen. In de gegeven omstandigheden acht de raad een schorsing van verweerster proportioneel. De raad wijst het verzoek van de deken dan ook toe en schorst verweerster op grond van artikel 60b Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk. Tevens zal de raad de door de deken verzochte voorzieningen toewijzen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2423
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:174
Klacht tegen een verloskundige. Klaagster is in juni 2022 bevallen in het ziekenhuis waar de verloskundige werkt. De verloskundige was betrokken bij de bevalling van klaagster. Klaagster verwijt de verloskundige dat zij na de bevalling zonder waarschuwing heeft geprobeerd om klaagster vaginaal te onderzoeken. Daarnaast heeft de verloskundige volgens klaagster meermaals hard op haar buik geduwd en getrokken aan de nageboorte. Verder heeft de verloskundige gezegd dat zij wel wist waar klaagster woonde. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:175 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2339
- Datum publicatie: 11-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:175
Klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster is in juni 2022 bevallen in het ziekenhuis waar de gynaecoloog werkt. De gynaecoloog zag klaagster die dag op twee momenten: voorafgaand aan de bevalling om kennis te maken en na de bevalling. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat zij haar baby naakt en alleen heeft achtergelaten op een aankleedkussen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:180 Raad van Discipline Amsterdam 24-298/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:180
Raadsbeslissing; Klacht tegen de advocaat van de wederpartij gedeeltelijk gegrond. Oplegging waarschuwing. Verweerster heeft namens haar cliënte stukken ingediend, zonder deze gelijktijdig aan klager te sturen. Verweerster wist niet of klager op het moment van het indienen van de stukken een advocaat had. Verweerster heeft getracht dit nog tijdig te achterhalen, door klager een e-mail te sturen met de vraag of hij een advocaat had. Het enkele feit dat verweerster deze e-mail heeft gestuurd is in dat opzicht echter onvoldoende. In een situatie waarin snel gehandeld moet worden, zoals in aanloop naar een zitting, had verweerster meer zorgvuldigheid moeten betrachten. Verweerster had kunnen en moeten beseffen dat het zo kort voor de zitting voor klager méér van belang was om tijdig over de benodigde stukken te beschikken, dan dat zij zelf absolute zekerheid had over de bijstand van een advocaat. Naar het oordeel van de raad kan gezien het voorgaande aan verweerster in de specifieke omstandigheden van het geval een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat zij geen afschrift van de bij de rechtbank ingediende stukken aan klager heeft gezonden. Verweerster heeft verder een aangifte doorgestuurd, waaraan foto’s waren gehecht en waar commentaren aan waren toegevoegd. Uit de aangifte blijkt niet dat deze foto’s en commentaren onderdeel uitmaken van de oorspronkelijke aangifte. Er moet vanuit worden gegaan dat de aangifte in die zin is bewerkt. Verweerster heeft aangevoerd dat zij de aangifte van haar cliënte heeft ontvangen en deze sec heeft doorgestuurd. Daarmee gaat verweerster echter voorbij aan haar eigen verantwoordelijkheid als advocaat. Zeker in gevoelige familiezaken zoals de onderhavige waarin emoties hoog oplopen, mag van een advocaat een verhoogde zorgplicht en zorgvuldigheid worden verwacht over hoe met strafrechtelijke aangiftes moet worden omgegaan. Het doorsturen van een bewerkte en van foto’s voorziene aangifte past hier niet bij. Door de aangifte zonder nader onderzoek door te sturen, heeft verweerster haar zorgplicht geschonden. Verweerster had zich bewust moeten zijn van de potentiële impact van het doorsturen van de bewerkte aangifte en zorgvuldiger moeten handelen. Verweerster heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:236 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6977
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:236
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis na een herseninfarct en enkele dagen later overleden. Klager vindt met name dat zijn echtgenote geen goede zorg heeft ontvangen.Het college stelt vast dat de arts niet betrokken is geweest bij de zorg aan de echtgenote van klager op de avond en nacht van haar opname in het ziekenhuis en de eerste dagen daarna. Over die periode kan haar dan ook geen verwijt worden gemaakt. Het college is van oordeel dat de ingezette behandeling met intraveneuze trombolyse de juiste behandeling is in geval van een herseninfarct en in overeenstemming met de richtlijnen. In deze richtlijnen wordt rekening gehouden met hartaandoeningen en bijvoorbeeld een hoog cholesterol, zoals bij de echtgenote van klager aan de orde was, omdat dat vaker voorkomende aandoeningen zijn bij patiënten met een herseninfarct. Het college is het daarom niet eens met klager dat zijn echtgenote vanwege haar hoge cholesterol een andere behandeling had moeten krijgen; de ingezette behandeling was in lijn met de geldende richtlijn en er is niet gebleken dat er een reden was om daarvan af te wijken. Door een behandeling met intraveneuze trombolyse ontstaat een verhoogd risico op een bloeding in de hersenen en bij een grote bloeding is er een kans dat de patiënt overlijdt. Gemiddeld is de uitkomst voor patiënten met een herseninfarct echter beter met deze behandeling, dan zonder. Bij de echtgenote van klager is deze complicatie helaas opgetreden en zij is ook overleden. De arts kan hiervan geen verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:187 Raad van Discipline Amsterdam 24-418/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:187
Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7140
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:120
Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster is door de huisarts gezien met pijnklachten. Een nader telefonisch consult volgde op dezelfde dag. Later diezelfde dag is klaagster opgenomen in het ziekenhuis met een longontsteking. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar niet serieus heeft genomen en haar ten onrechte niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:181 Raad van Discipline Amsterdam 24-436/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:181
Raadsbeslissing; Klacht tegen de (voormalig) eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Schorsing voor de duur van zes weken. Verweerder heeft willens en wetens met klagers een op grond van artikel 7.7 Verordening op de Advocatuur (Voda) verboden prijsafspraak (no cure no pay) gemaakt en heeft op grond van deze afspraak getracht conservatoir beslag te leggen. De raad gaat voorbij aan de rechtvaardiging die verweerder tracht te geven aan de door hem gemaakte verboden prijsafspraak. De raad is verder van oordeel dat verweerder ernstig tekort is geschoten in de communicatie met klagers op de wijze hoe hij onderhandelingen namens hen heeft gevoerd. Verweerder heeft overleg gevoerd over een schikking met de advocaat van de wederpartij zonder klagers daarbij te betrekken. Uiteindelijk heeft verweerder ingestemd met een (veel) lager schikkingsbedrag dan klagers wenselijk vonden. Verweerder heeft klagers daarbij onder zodanige druk gezet om de schikking te accepteren dat hij ook op dit punt de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare heeft overschreden. Verweerder heeft ten slotte geen deugdelijke tijdregistratie bijgehouden. Dat verweerder achteraf alsnog een urenverantwoording heeft opgemaakt, maakt het voorheen niet bijhouden van de uren niet minder verwijtbaar. Bovendien blijkt verweerder in de achteraf opgemaakte urenverantwoording ook niet zorgvuldig te werk te zijn gegaan, zo blijkt onder meer uit de tussen partijen gevoerde procedures.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7112
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:237
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het ziekenhuis na een herseninfarct en enkele dagen later overleden. Klager vindt met name dat zijn echtgenote geen goede zorg heeft ontvangen.Het college stelt vast dat de neuroloog niet betrokken is geweest bij de zorg aan de echtgenote van klager op de avond en nacht van haar opname in het ziekenhuis. Van de behandeling in die periode kan de neuroloog dan ook geen verwijt worden gemaakt. Met de neuroloog is het college wel van oordeel dat de ingezette behandeling met intraveneuze trombolyse de juiste behandeling is in geval van een herseninfarct en in overeenstemming met de richtlijnen. In deze richtlijnen wordt rekening gehouden met hartaandoeningen en bijvoorbeeld een hoog cholesterol, zoals bij de echtgenote van klager aan de orde was, omdat dat vaker voorkomende aandoeningen zijn bij patiënten met een herseninfarct. Het college is het daarom niet eens met klager dat zijn echtgenote vanwege haar hoge cholesterol een andere behandeling had moeten krijgen; de ingezette behandeling was in lijn met de richtlijn en er is niet gebleken dat er een reden was om daarvan af te wijken. Door een behandeling met intraveneuze trombolyse ontstaat een verhoogd risico op een bloeding in de hersenen en bij een grote bloeding is er een kans dat de patiënt overlijdt. Gemiddeld is de uitkomst voor patiënten met een herseninfarct echter beter met deze behandeling, dan zonder. Bij de echtgenote van klager is deze complicatie helaas opgetreden en zij is ook overleden. De neuroloog kan hiervan geen verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:188 Raad van Discipline Amsterdam 24-667/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:188
Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk van onvoldoende gewicht. De stelling van klaagster dat er tussen klaagster en verweerder (mondeling) zou zijn afgesproken dat het eerste gesprek gratis was, wordt door haar niet nader onderbouwd en door verweerder uitdrukkelijk betwist. Ook is niet gebleken dat verweerder bewust een onjuist kantooradres aan klaagster heeft verstrekt en evenmin is gebleken dat klaagster door het handelen van verweerder is geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7105
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:121
Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden door de wijze waarop hij klaagster heeft bejegend en onderzoek heeft gedaan tijdens een visite aan huis via de huisartsenpost. De huisarts concludeerde na onderzoek dat de klachten van klaagster niet dusdanig waren dat zij op dat moment ingestuurd moest worden en dat zij na het weekend naar haar eigen huisarts moest gaan. De volgende dag is klaagster op de spoedeisende hulp beland en opgenomen in het ziekenhuis. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:238 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7030
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:238
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster had last van hoofdpijnklachten en visusklachten. Zij werd door haar huisarts doorgestuurd naar de neuroloog voor onderzoek. De neuroloog vond geen neurologische afwijkingen die de klachten konden verklaren. Klaagster verwijt de neuroloog onder andere dat hij het onderzoek niet zorgvuldig heeft verricht en dat hij niet goed naar haar heeft geluisterd.Het college kan de wijze volgen waarop de neuroloog het onderzoek heeft verricht, en dat geldt ook voor de wijze waarop het beleid tot stand is gekomen. Hij heeft een standaardonderzoek uitgevoerd dat op basis van de verwijzing en het beeld waarmee klaagster kwam gebruikelijk is. Hij heeft klaagster een stukje laten lopen vanwege de voornamelijk lichamelijke klachten, zoals moeizaam lopen en pijn. Uit de stukken van beide partijen is gebleken dat er tijdens het consult ook ruimte was voor klaagster om vragen te stellen. Zo heeft de neuroloog - zowel op basis van de vraag van klaagster of hij naar haar ogen wilde kijken als vanwege een eerder geconstateerde (maar niet in de verwijzing genoemde) pseudotumor cerebri - naar de oogzenuw gekeken; mede in verband met mogelijke visusklachten. Bij het onderzoek van de neuroloog zijn geen neurologische afwijkingen gevonden die de klachten konden verklaren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:189 Raad van Discipline Amsterdam 24-688/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:189
Voorzittersbeslissing; Klacht is niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn neergelegd in artikel 46g, lid 1 aanhef en onder a Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:232 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7038
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:232
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7211
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:122
Klacht tegen een longarts kennelijk ongegrond. Klager kwam bij de longarts om uitslagen van diverse onderzoeken te bespreken. In de artsenbrief aan de huisarts schreef de longarts onder andere dat hij lichamelijk onderzoek had verricht. Klager verwijt de longarts dat hij, anders dan in deze brief staat, geen lichamelijk onderzoek had verricht en dat het daarnaast niet tot de competenties van de longarts behoort een gebit te beoordelen. De longarts heeft de klacht gemotiveerd weersproken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:183 Raad van Discipline Amsterdam 24-063/A/A
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:183
Raadsbeslissing;. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat ongegrond. Dat verweerder niet aan alle wensen en verzoeken van klager heeft voldaan, betekent niet dat verweerders bijstand daarmee ondermaats is geweest. Verweerder heeft toegelicht welke keuzes hij bij de behandeling van de zaak van klager heeft gemaakt en het is de raad niet gebleken dat verweerder in verband daarmee op enige wijze tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:233 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7039
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:233
Klacht tegen vier zorgverleners kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen drie neurochirurgen en een neuroloog die betrokken waren bij de herbeoordeling van de resultaten van neurologisch onderzoek en een eerder gemaakte MRI (in het kader van een second opinion). De zorgverleners hebben de eerdere diagnose bevestigd en klaagster vervolgens terugverwezen naar het ziekenhuis waar zij aanvankelijk is gezien. Klaagster verwijt de zorgverleners onder andere dat zij haar - tegen haar wens in - niet hebben overgenomen als patiënt. Het college overweegt dat het uitvoeren van de second opinion niet betekent dat klaagster recht had op overname van de behandeling. Medisch gezien was er geen reden voor overname. De omstandigheid dat hier sprake is van een zeldzame tumor, maakt dit niet anders.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7292
- Datum publicatie: 08-11-2024
- Datum uitspraak: 07-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:123
De voormalig werkgever van een verpleegkundige verwijt hem dat hij de professionele grenzen heeft overschreden door eenmalig intiem seksueel contact te hebben met een psychisch kwetsbare patiënte die al jaren in behandeling was bij de instelling. Verweerder heeft dit (eenmalige) seksuele contact een dag na het gebeuren gemeld bij zijn manager en is daarop op non-actief gesteld en vervolgens op staande voet ontslagen. Verweerder heeft in het verweer aangegeven dat hij zich onder behandeling heeft laten stellen. Verweerder heeft aangegeven niet meer werkzaam te willen zijn in de zorg of hulpverlening. Hij heeft zijn BIG-registratie laten verlopen.Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en ontzegt de verpleegkundige het recht wederom in het register te worden ingeschreven.