Zoekresultaten 581-600 van de 44627 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:23 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-967/DB/OB
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:23
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van voorzitter van een College van Beroep voor de Examens. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad door niet te reageren op klagers e-mail en niet mee te werken aan zijn verzoeken. Dekenonderzoek is niet gefrustreerd. Verweerder mag zelf bepalen door wie hij zich laat bijstaan in een tuchtklacht. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:20 Raad van Discipline Amsterdam 24-526/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:20
Geen verwijzing naar andere Raad van Discipline. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:19 Hof van Discipline 's Gravenhage 240162
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:19
Bekrachtiging gegrond verklaarde klacht van advocaat tegen advocaat wederpartij, die de cliënt van klaagster had benaderd en klaagster had beschuldigd van liegen. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:21 Raad van Discipline Amsterdam 24-614/A/NH
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:21
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:10 Accountantskamer Zwolle 24/3084 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:10
Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Tijdens een kantoortoetsing heeft klaagster vastgesteld dat in het NOW1-dossier de verplichte opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling niet was uitgevoerd. Klaagster heeft betrokkene in een periode van 15 maanden in de gelegenheid gesteld de stukken van de OKB te overleggen, maar ondanks toezeggingen van betrokkene heeft klaagster deze niet ontvangen. Klaagster is daarom van mening dat betrokkene onvoldoende medewerking heeft verleend aan de kantoortoetsing, als gevolg waarvan klaagster niet kan beoordelen of de werking van het stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet. De klacht is gegrond. Betrokkene heeft wisselend verklaard over het overleggen van de stukken van de OKB en is vrijwel ieder contact uit de weg gegaan. Daarmee heeft hij onvoldoende medewerking verleend aan het afronden van de kantoortoetsing. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:11 Accountantskamer Zwolle 24/3024 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:11
Betrokkene was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor. Klaagster heeft in 2020 een kantoortoetsing uitgevoerd. Zij heeft vastgesteld dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het is in de drie jaren daarna niet gelukt om een hertoetsing uit te voeren, omdat betrokkene volgens klaagster daaraan weigert mee te werken. Verder heeft klaagster vastgesteld dat betrokkene de verplichte Kennistoets 2022 niet met succes heeft afgerond. De klacht is geheel gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling op en bepaalt de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw kan worden ingeschreven op vijf jaar.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:12 Accountantskamer Zwolle 23/1890 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:12
De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van twee maanden opgelegd. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en integriteit. Betrokkene heeft niet op gepaste en zakelijke wijze met klaagster gecommuniceerd en heeft daarnaast met het oog op zijn eigen belangen geprobeerd de waarheid geweld aan te doen. Hij heeft bij klaagster aangedrongen op het ondertekenen van een verklaring die, naar hij wist, niet (langer) strookte met de waarheid. Het feit dat betrokkene de intentie had om daarmee de voorzieningenrechter verkeerd voor te lichten wordt hem zwaar aangerekend. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6686
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28
Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager verwijt haar een mogelijke fout tijdens een operatie van klager, alsmede onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek. Het college oordeelt dat het de chirurg niet te verwijten valt dat klager (die lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn) enkele maanden na de operatie weer last heeft gekregen van een fistel. Ook overigens is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6687
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29
Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn. Hij verwijt de chirurg onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek en meent dat nadere diagnostiek vereist is voordat over een behandelbeleid kan worden beslist. Het college oordeelt dat de chirurg redelijkerwijs alles heeft gedaan om de fistel te lokaliseren. Dat dit niet is gelukt en dat daardoor ook geen behandelbeleid kon worden afgesproken waar klager achter stond, valt de chirurg niet tuchtrechtelijk te verwijten. Niet gebleken is welke nadere diagnostiek dan nog verricht had moeten worden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6688
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:30
Kennelijk ongegronde klacht tegen MDL-arts. Klager verwijt de MDL-arts dat een brief aan de huisarts van klager feitelijke onjuistheden bevat alsmede dat zij ten onrechte niet actief heeft uitgezocht waarom geen resultaten uit diverse onderzoeken kwamen. De brief aan de huisarts bevat een kennelijke vergissing, die derden echter niet op het verkeerde been kon zetten. Klager is het weliswaar oneens met de mogelijke diagnose Crohn maar de verwijzing naar de mogelijke aanwezigheid van Crohn in de brief is daarmee geen feitelijke onjuistheid. De verrichte onderzoeken en het te volgen beleid betrof een chirurgische kwestie, die de MDL-arts terecht aan de chirurgen heeft overgelaten.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:14 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:14
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond nu niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:15 Raad van Discipline Amsterdam 24-929/A/A 24-930/A/A
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:15
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:21 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-944/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:21
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bindend adviseur in een geschil tussen klagers en de rechtsbijstandsverzekeraar. Verweerder heeft zijn onafhankelijke rol zo mogen uitleggen dat hij het niet passend achtte om klagers uitleg te geven over zijn tussenbeslissing. Evenmin was verweerder ertoe gehouden om in te gaan op de opmerkingen die klagers hadden op de tussenbeslissing. In zijn beslissingen is verweerder gegaan op de punten die klagers naar voren hebben gebracht. Verweerder is vervolgens tot andere conclusies gekomen dan klagers. Daarmee is het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:22 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-943/DB/ZWB
- Datum publicatie: 30-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:22
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak. Niet gebleken dat verweerster de in de beschikking van 2 april 2024 aan de man opgelegde verplichting, om binnen zes weken aan te tonen dat hij de overname van de woning kan financieren, niet is nagekomen, althans heeft haar cliënt niet heeft aangespoord om deze verplichting na te komen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/5925
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:13
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd, dat hij de uitslag van de MRI heeft genegeerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: de arts die een MRI aanvraagt, moet ervoor zorgen dat hij op de hoogte is van de uitslag, ook als de aanvraag enkel gericht is op geruststelling van de patiënt. Er was sprake van onvoldoende aandacht voor de presentatie van de klachten en van onvoldoende opvolging van ingezette stappen. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5928
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:14
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: het handelen van de huisarts tijdens het huisbezoek was zeer zorgvuldig. Om tot het oordeel te komen dat een arts een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van de onjuiste diagnose, voor zover daarvan sprake was, moet komen vast te staan dat de wijze waarop de arts tot de onjuiste diagnose is gekomen in strijd is met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende beroepsgenoot mag worden verwacht. Dit is niet het geval. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5929
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:15
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd, dat hij de uitslag van de MRI heeft genegeerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: de huisarts had actie moeten ondernemen naar aanleiding van de uitslag van de MRI aangezien hij de uitslag had bekeken en hierover contact met klager heeft gehad, ook al heeft hij niet de aanvraag voor de MRI gedaan. Er was sprake van een situatie waarin de huisarts de urgentie onvoldoende heeft onderkend en waarop door hem niet is gehandeld. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:27 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-517/AL/MN
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:27
Klacht van een advocaat over een andere advocaat. De raad verklaart de klacht wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:28 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-465/AL/MN
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 27-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:28
Klacht van een advocaat. De raad heeft één klachtonderdeel gegrond verklaard. De raad heeft hierover overwogen dat verweerster in strijd met gedragsregel 21 heeft gehandeld omdat zij tweemaal een bericht aan de rechtbank heeft gestuurd, zonder een afschrift van die berichten gelijktijdig aan klager (de advocaat van de wederpartij) te sturen. Hoewel de raad hierover heeft geoordeeld dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is, is bij de beoordeling van de ernst van dit handelen ook van belang dat verweerster zeer kort na het versturen van deze berichten klager alsnog een afschrift van deze berichten heeft gestuurd. Verder is van belang dat verweerster dit handelen heeft erkend. Gelet op alle feiten en omstandigheden ziet de raad aanleiding om te volstaan met een gegrondverklaring, zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6305
- Datum publicatie: 28-01-2025
- Datum uitspraak: 28-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:27
Klaagster niet ontvankelijk in klachtonderdeel c in een voor het overige ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster heeft in het kader van verzuimbegeleiding contact gehad met een praktijk ondersteuner bedrijfsarts (POB’er). Naar aanleiding van dit contact had klaagster veel vragen over voor welke organisatie en onder wiens supervisie deze POB’er werkzaam was. Klaagster heeft zich met deze vragen uiteindelijk ook tot de bedrijfsarts gewend. De klacht houdt – kort gezegd – in dat de bedrijfsarts (a) geen antwoord heeft gegeven op de vragen van klaagster, (b) onvoldoende contact met haar heeft opgenomen en (c) nalatig heeft gehandeld inzake haar professie. Het college is van oordeel dat het verwijt van klaagster onder c) onvoldoende gedefinieerd en onvoldoende bepaald is. Dit klachtonderdeel ziet niet op een concrete gedraging van de bedrijfsarts, maar heeft kennelijk betrekking op het mogelijke gevolg van de klachtonderdelen a) en b). Het college zal dit klachtonderdeel daarom niet inhoudelijk bespreken en klaagster in zoverre niet-ontvankelijk verklaren. Vervolgens overweegt het college dat de bedrijfsarts op geen enkele manier persoonlijk betrokken is geweest bij (de bedrijfsgeneeskundige begeleiding van) klaagster. Dat zij wel tweemaal kort heeft gereageerd op de mails van klaagster maakt dat niet anders. Dat de bedrijfsarts geen contact heeft opgenomen met klaagster dan wel niet inhoudelijk heeft gereageerd op de vragen van klaagster over het gesprek met de POB’er maakt dan ook niet dat sprake is van een tuchtrechtelijk verwijt. Het college verklaart klaagster niet ontvankelijk in klachtonderdeel c en verklaart de klacht voor het overige ongegrond.