Zoekresultaten 421-440 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-692/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:28
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7343
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 25-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:41
Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager heeft een klacht ingediend over de zorg van zijn inmiddels overleden echtgenote. Zij werd opgenomen in een verpleeghuis waar de specialist ouderengeneeskunde werkzaam was.De specialist ouderengeneeskunde heeft in het verweerschrift toegelicht dat zij niet de behandelend arts was van patiënte. Tijdens het mondeling vooronderzoek bij het tuchtcollege is vast komen te staan dat sprake is van een persoonsverwisseling. Nu is gebleken dat klager de klacht tegen de verkeerde persoon heeft ingediend, en het college op basis van de feiten niet kan vaststellen dat de specialist ouderengeneeskunde bij de behandeling en zorg van patiënte betrokken is geweest, kan het college niet anders dan concluderen dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:28 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2389
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:28
Klacht tegen psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij 1) klager de afgelopen drie jaar met een geluidsband heeft afgeluisterd en beïnvloed, 2) een te laag niveau heeft en niet het inzicht heeft om klager te behandelen, en 3) mensen wil vermoorden en samenwerkt met de duivel. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond is verklaard. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in die beslissing en verwerpt het beroep van klager daartegen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-497/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:29
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7141
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 25-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:42
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster heeft een klacht ingediend over de zorg die aan haar inmiddels overleden moeder is verleend tijdens haar opname in een woonzorgcentrum. Zij is kort gezegd niet tevreden over de zorg die zij kreeg, de medicatie die werd ingesteld en de medische behandeling wat betreft de benauwdheid van patiënte. De arts was de behandelend arts van de moeder van klaagster.Uit de klacht valt op te maken dat klaagster zich kritisch uitliet over de verleende zorg en aanvullende handelingen, doorverwijzing en overleg verlangde. Echter, uit het dossier maakt het college op dat de benodigde zorg ook daadwerkelijk werd verleend, door medewerkers van het woonzorgcentrum, waaronder ook de arts. Zo werd door de arts meerdere malen contact met de oncoloog uit het ziekenhuis opgenomen om haar behandeltraject aldaar te bespreken en had de arts contact met het ziekenhuis over de benauwdheid van patiënte. Daarnaast is ook op uitnodiging van de arts meerdere keren het gesprek aangegaan over de onvrede die patiënte had over de zorg en andere zaken. Het verwijt dat de arts de zorg (waaronder het psychisch welzijn en de medicatie) voor patiënte niet goed heeft ingeregeld, vindt dan ook geen steun in het dossier. Uit het dossier blijkt dat er steeds aandacht is geweest voor de instelling van de medicatie van patiënte. Het is lastig gebleken patiënte goed in te stellen, ten eerste omdat het overzicht van de medicatie (door verschillende artsen voorgeschreven) lastig te krijgen was en omdat patiënte haar medicatie niet altijd volgens voorschrift innam. Waar nodig heeft de arts overleg gevoerd met de huisarts, longarts en de oncoloog. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7142
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 25-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:43
Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klaagster heeft een klacht ingediend over de zorg die aan haar inmiddels overleden moeder is verleend tijdens haar opname in een woonzorgcentrum. Zij is kort gezegd niet tevreden over de zorg die zij kreeg, de medicatie en de medische behandeling. De specialist ouderengeneeskunde heeft op enig moment een gesprek gehad met klaagster en patiënte. Volgens klaagster zijn er tijdens dat gesprek toezeggingen door de specialist ouderengeneeskunde gedaan, die hij niet is nagekomen.Volgens de specialist ouderengeneeskunde zijn er geen toezeggingen gedaan. Hij heeft patiënte gerustgesteld en uitgebreid uitleg gegeven over haar ziektebeeld. Hij heeft gezegd dat hij zijn best zou doen, maar heeft geen specifieke toezeggingen gedaan.Het college overweegt als volgt. Nu niet kan worden vastgesteld dat de arts bedoelde toezeggingen heeft gedaan, kan hem evenmin worden verweten dat hij bedoelde toezeggingen niet is nagekomen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.De overige klachtonderdelen gaan allemaal over de inkleding van de zorg en punten waar de specialist ouderengeneeskunde op geen enkele manier bij betrokken was. Uit het medisch dossier dat bij het college beschikbaar is kan het college ook niet vaststellen dat de specialist ouderengeneeskunde het verweten handelen is toe te rekenen of op enig ander moment persoonlijk betrokken is geweest bij patiënte. Om deze reden kan het college niet vaststellen dat er sprake is geweest van klachtwaardig handelen. Ook deze klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-498/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:30
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster enkele dagen voor kerst heeft doen dagvaarden, zonder gelijktijdig haar advocaat te informeren. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de wederpartij van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen daarvan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Verweerster heeft dit nagelaten. Door na te laten gelijktijdig een afschrift van de dagvaarding aan klaagster te sturen, heeft verweerster naar het oordeel van de raad gehandeld in strijd met gedragsregel 25 lid 2. In zoverre is de klacht gegrond. De raad is, anders dan klaagster, van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de dagvaarding op 21 december 2023, dus enkele dagen voor kerst, aan klaagster is betekend. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat klaagsters belangen daardoor nodeloos zijn geschaad. In zoverre is de klacht ongegrond. De raad ziet in de aard en ernst van het gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijt en in de omstandigheden dat verweerster ter zitting van de raad heeft aangegeven dat zij in retrospectief er beter aan had gedaan om klaagsters advocaat gelijktijdig te informeren en dat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk werd veroordeeld, aanleiding om af te zien van oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-731/AL/GLD
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:51
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft in een langlopende procedure de advocaat van klaagster vooraf niet geïnformeerd over het uitbrengen van de dagvaarding, het aanbrengen van de dagvaarding en de betekening van het verstekvonnis. Verweerder heeft onvoldoende oog gehad voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster om zich behoorlijk tegen de vordering van de cliënt van verweerder te verweren. De belangen van klaagster zijn hierdoor onnodig geschaad. De optelsom van de feitelijke omstandigheden in deze zaak in onderling verband en in samenhang bezien leidt tot de conclusie dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2025:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 749807 / NT 24-10
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 09-01-2025
- ECLI:NL:TNORAMS:2025:1
1.1. De notaris heeft erkend dat zij de derdengelden in de twee consignatiedossiers van de derdengeldenrekeningen heeft overgeboekt naar de kantoorrekening en vervolgens naar de bankrekening van haar persoonlijke holding. Voorts heeft de notaris erkend dat zij in elk van beide consignatiedossiers een bedrag van € 10.000 heeft ingehouden.Uit de stukken van het dossier noch uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat de notaris nog notariële diensten of werkzaamheden heeft verricht voor [notariskantoor A], zodat de notaris naar het oordeel van de kamer voornoemde bedragen zonder grondslag onder zich heeft gehouden. De notaris heeft daarmee gehandeld in strijd met het bepaalde in de artikelen 17, 25 lid 1 en 93 lid 1 Wna, zodat dit klachtonderdeel gegrond is.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:15 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755371 / DW RK 24/292 LV/WdJ
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:15
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich over de hoogte van de beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:26 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-677/DB/LI
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:26
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De klacht dat verweerder klagers belangen niet naar behoren heeft behartigd en hem niet dan wel onvoldoende heeft geinformeerd is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744727 / DW RK 24/22 LV/WdJ
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:16
Klaagster kan het de gerechtsdeurwaarder niet verwijten indien de opdrachtgever niet akkoord heeft willen gaan met het laatste betaalvoorstel van klaagster. De overschrijding van de termijn waarbinnen van een gerechtsdeurwaarder verwacht wordt e-mails te beantwoorden is in dit geval niet dusdanig dat klaagster in haar belangen is geschaad en de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:27 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-528/DB/LI
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:27
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet. Verweerder heeft zonder toestemming van klaagster zijn honorarium verrekend met aan klaagster toekomende gelden en daarmee gehandeld in strijd met de kernwaarden (financiële) integriteit. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/743693 / DW RK 23/458 LV/WdJ
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:17
Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder hij niet heeft uitgezocht of de vordering op klaagster terecht is. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:18 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747628 / DW RK 24/105 LV/WdJ
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:18
Dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat klaagster onvoldoende heeft onderbouwd dat de dwangsommen zijn verbeurd, kan niet aan de gerechtsdeurwaarders worden verweten. Verder is klaagster er voldoende op gewezen dat het belangrijk is om zelf naar de zitting te gaan en/of een advocaat te raadplegen voor de juiste strategie en dat niet verschijnen op de zitting waarschijnlijk een veroordeling oplevert. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:19 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/760233 / DW RK 24/408 LV/WdJ
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:19
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich over de executiekosten, dat hij geen goede specificatie heeft gekregen en er toch beslag is gelegd op zijn inkomen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-058/AL/ZWB/W
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:50
Wrakingsverzoek. De wrakingskamer verklaart het verzoek kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/756014 / DW RK 24/314 LV/WdJ
- Datum publicatie: 24-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:20
Beslissing op verzet. Er is in 2022 en 2023 uitvoerig met klaagster over de betreffende vorderingen gecorrespondeerd, zodat verwacht mag worden dat zij ervan op de hoogte was dat de vorderingen niet (volledig) waren voldaan. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7274
- Datum publicatie: 21-02-2025
- Datum uitspraak: 21-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:39
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige was als casemanager bij de zorg voor klaagster betrokken in de aanloop naar de afgifte van een zorgmachtiging en daarna. Klaagster verwijt de verpleegkundige onder andere dat ze klaagster een verkeerd e-mailadres heeft doorgegeven, de e-mail van klaagster niet beantwoordt en klaagsters grenzen niet respecteert. Het college oordeelt dat voor zover de verpleegkundige het e-mailadres oorspronkelijk niet helemaal correct aan klaagster zou hebben doorgegeven, dat per sms is rechtgezet en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. In het dossier ziet het college dat klaagster de verpleegkundige per e-mail heeft weten te bereiken, dat de verpleegkundige daarop ook geantwoord heeft wanneer dat nodig en zinvol was en dat zij klaagster er ook van op de hoogte heeft gesteld dat dit haar werkwijze was. Daarnaast heeft zij getracht het mondelinge contact met klaagster te bevorderen, wat het college een begrijpelijke aanpak vindt. Enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten heeft het college niet kunnen vaststellen. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7275
- Datum publicatie: 21-02-2025
- Datum uitspraak: 21-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:40
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts maakte als AIOS deel uit van het FACT-team waar klaagster in zorg was. Zij heeft met klaagster een intakegesprek gevoerd en zij was aanwezig bij de zitting over een zorgmachtiging. Klaagster verwijt de arts dat zij de grenzen van klaagster niet accepteerde, bleef doorgaan op dingen uit het verleden en klaagster medicatie heeft opgedrongen die voor klaagster niet geschikt was. Het college overweegt dat in het kader van de voorbereiding van de aanvraag van de zorgmachtiging het gesprek met klaagster noodzakelijk was en dat het ook tot de taak van de arts behoorde om zaken aan de orde te stellen die klaagster minder welgevallig waren of als niet relevant beschouwde. Dat er rondom dit gesprek dingen zijn voorgevallen die verwijtbaar zouden zijn heeft klaagster niet onderbouwd. Het college is verder van oordeel dat de arts zorgvuldig gehandeld heeft bij de verstrekking van de medicatie. Zij heeft klaagster uitleg gegeven over de medicatie en de zorgmachtiging. Ook heeft zij naderhand nog contact gezocht met de huisarts voor overleg over de medicatie, hetgeen getuigt van zorgvuldigheid. De klacht is kennelijk ongegrond.