Zoekresultaten 2901-2920 van de 44614 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5513

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een apotheker kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft een klacht ingediend over het door hem veronderstelde handelen van de apotheker rondom het overlijden van zijn moeder. Klager heeft in zijn klaagschrift geen duidelijke omschrijving gegeven van het handelen of nalaten van de apotheker waarop zijn klacht betrekking heeft en heeft zijn klacht in een latere brief onvoldoende verduidelijkt. Klager heeft niet beschreven wat de apotheker precies heeft gedaan of zou hebben nagelaten. Klager heeft ook te kennen gegeven dat hij niet weet wat er is gebeurd en dat hij dat nu juist graag wil achterhalen. De procedure bij het tuchtcollege is echter niet bedoeld om op deze wijze informatie te verkrijgen omtrent het handelen van een zorgverlener. Nu geen sprake is van een voldoende concreet verwijt aan het adres van de huisarts voldoet het klaagschrift niet aan de daaraan krachtens de wet gestelde eisen. Bovendien is klager niet gerechtigd om de klacht in te dienen. Uit het klaagschrift en het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek blijkt dat de moeder van klager een levensgezel had, aan wie zij de bevoegdheid had gegeven om namens haar medische (en financiële) beslissingen te nemen als zij daartoe zelf niet meer in staat zou zijn. Deze levensgezel is in eerste instantie klachtgerechtigd. Van zijn instemming met het indienen van deze tuchtklacht is echter niet gebleken. Dit betekent dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:21 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-181/AL/NN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/412055 KL RK 22-152

    De notaris heeft zijn privé jaargegevens over het boekjaar 2021 niet (tijdig) ingediend bij het BFT. De notaris heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 24 lid 4 Wna juncto artikel 2 lid 2 Regeling op het Notarisambt en artikel 5:20 Awb. Er is sprake van recidive. Klacht is gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5729

    Klacht tegen huisarts. Klager is jarenlang bekend met psychiatrische problematiek en door de huisarts doorverwezen naar specialistische zorginstelling voor specialistische zorg. Deze is niet van de grond gekomen omdat klager niet tevreden was. In het najaar van 2020 is een impasse ontstaan over het aanhoudend gebruik van benzodiazepines. Klager heeft meerdere keren contact opgenomen met de huisarts om die medicatie weer te krijgen. De huisarts heeft de medicatie niet meer voorgeschreven en heeft klager daarvoor terugverwezen naar de zorginstelling. Hij heeft deze nadrukkelijk aangeschreven om de zorg weer op te pakken, met de mededeling dat hij de benzodiazepines waar klager van afhankelijk was geworden, maar die geen behandeldoel meer dienden, niet meer zou voorschrijven. Als gevolg van het plotseling stoppen met medicatie heeft klager veel last gehad van ontwenningsverschijnselen.Klager verwijt de huisarts dat hij medische hulp heeft onthouden door het niet voorschrijven van medicatie en geen begeleiding of hulp heeft geboden bij het afkicken van de medicatie. Het college komt tot het oordeel dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat de klacht dus ongegrond is. Het college oordeelt dat de huisarts in de specifieke context van deze casus begrijpelijke en verdedigbare afwegingen heeft gemaakt. De gezondheid van klager is niet in gevaar gekomen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:22 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-740/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster een onjuiste versie van de conceptdagvaarding aan de advocaat van de wederpartij heeft gestuurd en dat zij heeft verzuimd wijzigingen en aanvullingen te verwerken in de (laatste en verzonden) conceptdagvaarding. Dat verweerster klager heeft beschuldigd van een “foute toon” blijkt niet uit de overgelegde stukken. Verweerster kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt van haar vraag of klagers e-mails in het vervolg vriendelijker van toon kunnen zijn. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/427035 KL RK 23-121

    De notaris heeft de in 1983 gevestigde erfdienstbaarheid niet opgenomen in de akte van levering van 1 oktober 2020. De notaris heeft aan haar onderzoeksplicht voldaan. Zij heeft de verplichte en kadastrale recherches uitgevoerd. Er waren ook geen omstandigheden die noopten tot nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5942

    Klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft de situatie van klaagsters echtgenoot (hierna: patiënt) beoordeeld. Patiënt had buikkrampen, moest overgeven en zijn stoma produceerde nauwelijks. De huisarts heeft meerdere keren telefonisch contact gehad met patiënt en zijn familie. Hierna verslechterde de toestand van patiënt snel, en belde de familie de huisartsenpost. Uiteindelijk is patiënt in het ziekenhuis overleden. De klacht heeft betrekking op het handelen van de huisarts voorafgaand aan het overlijden van patiënt. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is en legt aan de huisarts de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:397 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-658/AL/MN

    In de klacht maken klaagsters verweerder – onder meer – een verwijt dat hij in strijd met gedragsregel 19 lid 1 heeft gehandeld door in afwijking van het advies van de deken een recht van hypotheek te doen vestigen. Dit gestelde normschendend gedrag raakt de in artikel 10a Advocatenwet vastgestelde kernwaarde van (financiële) integriteit. Gelet hierop is de raad van oordeel dat er redenen zijn van algemeen belang om de behandeling van de klacht over verweerder voort te zetten. Op grond van artikel 47a lid 4 Advocatenwet bepaalt de raad dat de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland voor het vervolg van deze zaak als klager wordt aangemerkt. De zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voorafgaand aan de intrekking van de klacht door klaagsters.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:23 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-761/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens een gebrek aan belang en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:17 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-089/AL/ZWB/W

    Wrakingskamer. De wrakingskamer verklaart het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5688

    : Klacht tegen longarts. Inmiddels overleden patiënte kwam sinds 2015 jaarlijks op het spreekuur bij de longarts. Zij gebruikte (met levenslange indicatie) antistollingsmedicatie in verband met longembolieën in 2013 en 2015, maar had veel last van bijwerkingen. Ondanks een wisseling van medicatie zijn de bijwerkingen niet verminderd. Patiënte heeft tijdens consult in oktober 2022 aan de longarts medegedeeld dat zij uit eigen beweging gestopt was met de antistollingsmedicatie. De longarts heeft het staken van de medicatie met de risico’s daarvan besproken met patiënte. Er werd afgesproken dat patiënte zich bij een toename van benauwdheidsklachten zou melden. De vervolgafspraak werd over zes maanden gepland en de huisarts werd geïnformeerd. Op 10 december is de toestand van patiënte achteruitgegaan. Zij belandde wegens acute benauwdheid in het ziekenhuis, waar werd geconcludeerd dat er sprake was van een longembolie. De dag erna is patiënte overleden.Nabestaanden verwijten de longarts dat hij onzorgvuldig en niet adequaat heeft gehandeld door patiënte met antistollingsmedicatie te laten stoppen (informed consent) zonder (her)beoordeling en bespreking met betrokkenen en dit niet goed vast te leggen in het medisch dossier. Het college komt tot het oordeel dat de longarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De patiënte was wilsbekwaam, de longarts heeft de risico’s goed uitgelegd, gecheckt of de patiënt deze begreep, duidelijke vervolgafspraken gemaakt, de huisarts geïnformeerd en aantekeningen in het dossier gemaakt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:24 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-765/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De gewraakte uitlatingen zijn niet onnodig grievend geweest. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:18 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-403/AL/MN

    Raadsbeslissing. Voortzetting op grond van artikel 47a lid 2 onder a Advocatenwet. Verweerder heeft voor de betaling door zijn cliënt van zijn declaratie een recht van hypotheek aanvaard als zekerheid voor de betaling van die declaraties. Het is een advocaat op grond van gedragsregel 19 lid 1 niet toegestaan voor de betaling van zijn declaratie andere zekerheid te aanvaarden dan een voorschot in geld, behoudens in bijzondere gevallen en dan slechts na overleg met de deken. In het onderhavige geval heeft verweerder weliswaar overleg gehad met de deken, maar hij heeft niet aangetoond wat deze zaak zo bijzonder maakt dat hij in afwijking van de gedragsregel een andere zekerheid voor betaling van zijn declaratie heeft aanvaard dan een voorschot in geld. Er was immers voldoende vermogen beschikbaar om de declaraties te voldoen, maar dit was enkel niet liquide. Daarop is door cliënt besloten een woning te verkopen om daarmee liquide middelen beschikbaar te hebben. Op die woning, die onderdeel was van de echtscheidingsprocedure tussen de cliënt en diens echtgenote, is – zonder toestemming van de eerste hypotheekhouder – kort voor de verkoop een recht van hypotheek gevestigd ten behoeve van (het kantoor van) verweerder. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5226

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klagers zijn niet tevreden met een aantal consulten bij de huisartsenpraktijk. Zij verwijten de huisarts dat deze een onjuiste diagnose heeft gesteld waardoor er een psychose bij klaagster is ontstaan en zij haar ex-partner heeft neergestoken, niets heeft gedaan ondanks herhaalde verzoeken om hulp en niet heeft doorverwezen naar de crisisdienst voor een spoedopname. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Er is geen sprake van een onjuiste of onzorgvuldige behandeling. Het incident was niet te voorzien.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:25 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-772/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klager en zijn juridisch adviseur hebben zich samen beklaagd over de handelwijze van verweerder in diens hoedanigheid van deken in het arrondissement Limburg bij behandeling van een klachtzaak van klager 2 over mr. I. Op grond van de stukken en gelet op het verweer is de voorzitter gebleken dat de beklaagde deken de Advocatenwet en de voor hem geldende Leidraad heeft gevolgd bij de behandeling van de klacht van klager 2. Evenmin is klachtwaardig dat de beklaagde deken in zijn aanbiedingsbrief aan de raad Den Bosch een summiere verwachting over de tuchtrechtelijke uitkomst van de klachtzaak van klager 2 over mr. I heeft vermeld. Ook dat heeft de beklaagde deken gedaan op grond van voor hem geldende regels. De voorzitter is er ambtshalve mee bekend dat klager 1 als juridisch adviseur ook namens andere cliënten vergelijkbare klachten heeft ingediend over verschillende dekens over vrijwel vergelijkbare gedragingen van die dekens, terwijl die dekens handelen conform de geldende regels. Zo ook in klachtzaak 23-780/AL/GLD waarin op dezelfde dag uitspraak wordt gedaan. De voorzitter wijst klager 1 erop dat hij er ernstig rekening mee moet houden dat een volgende klacht namens zichzelf en/of namens een cliënt over een deken over (ongeveer) dezelfde feiten en gedragingen niet meer in behandeling zal worden genomen door de deken en/of de raad c.q. de voorzitter vanwege misbruik van klachtrecht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:19 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-106/AL/NN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5227

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klagers zijn niet tevreden met een aantal consulten bij de huisartsenpraktijk. Zij verwijten de huisarts dat deze een onjuiste diagnose heeft gesteld waardoor er een psychose bij klaagster is ontstaan en zij haar ex-partner heeft neergestoken, niets heeft gedaan ondanks herhaalde verzoeken om hulp en niet heeft doorverwezen naar de crisisdienst voor een spoedopname. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Er is geen sprake van een onjuiste of onzorgvuldige behandeling. Het incident was niet te voorzien.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:26 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-780/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klager en zijn juridisch adviseur - klager 2 - hebben zich samen beklaagd over de handelwijze van verweerder in diens hoedanigheid van deken in het arrondissement Rotterdam bij behandeling van klachtzaken van klager 1 over twee advocaten. Op grond van de stukken en gelet op het verweer is de voorzitter gebleken dat verweerder de Advocatenwet en de voor de hem geldende Leidraad heeft gevolgd bij de behandeling van de twee klachtzaken van klager 1. Zoals in de Leidraad staat kan een deken zijn verwachting uitspreken over het oordeel van de raad. Verweerder heeft gesteld dat van de Raad van Discipline Den Haag, waar hij zijn klachtdossiers moet aanbieden, wordt verwacht dat hij een dekenvisie geeft en dat hij dat daarom ook heeft gedaan na afronding van de onderzoeken. Daarnaast is de voorzitter uit de overgelegde correspondentie gebleken dat verweerder duidelijk met klager(s) heeft gecommuniceerd over het sluiten dan wel na repliek doorzenden van de klacht van klager 1 over een van de twee beklaagde advocaten, mr. R. Van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerder is dan ook geen sprake. De voorzitter is er ambtshalve mee bekend dat klager 2 als juridisch adviseur ook namens andere cliënten vergelijkbare klachten heeft ingediend over verschillende dekens over vrijwel vergelijkbare gedragingen van die dekens, terwijl die dekens handelen conform de geldende regels. Zo ook in klachtzaak 23-772/AL/NN waarin op dezelfde dag uitspraak wordt gedaan. De voorzitter wijst klager 2 erop dat hij er ernstig rekening mee moet houden dat een volgende klacht namens zichzelf en/of namens een cliënt over een deken over (ongeveer) dezelfde feiten en gedragingen niet meer in behandeling zal worden genomen door de deken en/of de raad c.q. de voorzitter vanwege misbruik van klachtrecht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:20 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-227/AL/NN

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5873

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts (in opleiding tot verzekeringsarts). Klaagster verwijt de arts onder andere dat zij een minimale medische beoordeling heeft uitgevoerd die heeft geleid tot het onterecht afwijzen van een WIA-uitkering. Het college is van oordeel dat het rapport voldoet aan alle criteria waar een deskundigenrapport volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg aan moet voldoen. De beoordeling van de arts kan niet als minimaal worden beschouwd. De arts is uitgegaan van een situatie waarin sprake is van ziekte/gebrek. In verband daarmee heeft zij meerdere beperkingen ten aanzien van de belastbaarheid aangenomen en de benutbare mogelijkheden, die zij heeft weergegeven in een functionele mogelijkheden lijst. De arts heeft inzichtelijk gemotiveerd waarom zij geen aanleiding zag om een medische urenbeperking toe te kennen. Verder heeft zij met meerdere argumenten onderbouwd hoe zij tot haar oordeel over de prognose is gekomen. Ook de overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.