Zoekresultaten 1521-1540 van de 1639 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:160 Raad van Discipline Amsterdam 24-543/A/A
- Datum publicatie: 04-10-2024
- Datum uitspraak: 23-09-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:160
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen eigen advocaat. Klager heeft zijn klacht onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-216/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:132
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6983
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:107
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De klacht gaat over een consult in het kader van een spoedvoorgeleiding bij de rechtbank. Klager is via de telefoon gehoord, omdat beeldbellen niet mogelijk was. De psychiater heeft toen op basis van wat ze tijdens dat gesprek heeft gehoord en de beschikbare (schriftelijke) informatie advies gegeven. Volgens klager heeft de psychiater een advies uitgebracht zonder dat er een gesprek heeft plaatsgevonden. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-325/DB/OB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:133
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft middels de declaratie ten bedrage van € 13.310,00 in de zaak waarin hij klager op basis van een toevoeging bijstond, honorarium op basis van een uurtarief in rekening heeft gebracht. Dit handelen is in strijd met gedragsregel 18 lid 2. Verweerder heeft voorts tuchtrechtelijk verwijtbaar en in strijd met de kernwaarde (financiële) integriteit gehandeld door te dreigen met beslaglegging op roerende en onroerende zaken van klager en van klagers moeder, indien betaling van de declaratie ten bedrage van € 13.310,00 zou uitblijven. Verweerder wist immers dat een deugdelijke grondslag van de declaratie waarvan hij betaling verzocht, ontbrak. In zoverre gegrond. De klacht over de kwaliteit van de dienstverlening is ongegrond. De raad is op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht van oordeel dat klager, mede in het licht van het gemotiveerde verweer van verweerder, onvoldoende concreet heeft gesteld en onderbouwd op welke punten verweerder steken heeft laten vallen. Naar het oordeel van de raad getuigt de bijstand zoals geschetst, niet van een kwaliteit van dienstverlening die onder de maat blijft van wat van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht. Omdat verweerder nog niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld is de raad van oordeel dat kan worden volstaan met oplegging van een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:129 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-301/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:129
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6994
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:104
Klacht tegen verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager verwijt de verpleegkundige in de penitentiaire inrichting dat zij ten onrechte geweigerd heeft klager naar de psycholoog te verwijzen. Ook verwijt klager haar dat hij andere astma-medicatie heeft ontvangen en geen medische controle kreeg door de longarts.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:130 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-416/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:130
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat. Verweerder heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 25. Gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7110
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:105
Klacht tegen verpleegkundige kennelijk ongegrond. Klager verwijt de verpleegkundige in de penitentiaire inrichting dat zij ten onrechte geweigerd heeft klager naar de psycholoog te verwijzen. Ook verwijt klager haar dat hij zijn afsprakenbriefje na het spreekuurcontact heeft moeten inleveren.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:131 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-432/DB/ZWB
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:131
Raadbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond. De raad overweegt dat het de taak van verweerder was om de belangen van zijn cliënt te behartigen en in dat verband in de procedure die standpunten naar voren te brengen en die stukken en getuigenverklaringen in het geding te brengen waarmee naar zijn oordeel de belangen van zijn cliënt het beste werden gediend. Dat verweerder daarbij de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, is de raad niet gebleken. Klager verwijt verweerder dat hij in het gerechtsgebouw tegen klager heeft gezegd: “Jij spoort niet”, althans woorden van gelijke strekking. Verweerder heeft erkend dat hij in klagers bijzijn heeft gezegd “hij spoort niet”, althans woorden van gelijke strekking. In zoverre staat de feitelijke grondslag van dit klachtonderdeel vast. De raad is van oordeel dat verweerder er weliswaar beter aan had gedaan om andere bewoordingen te bezigen, maar dat, gezien de context waarbinnen de uitlating is gedaan, van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6822
- Datum publicatie: 03-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:106
klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de enkel van klaagster geopereerd. Klaagster bleef klachten houden en de enkel begon schever te staan. Klaagster verwijt verweerder dat hij een onjuiste behandeling heeft ingezet en een onprofessionele sfeer tijdens een consult heeft gecreëerd. Het college oordeelt dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:126 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-626/DB/LI
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:126
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn uit artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:127 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-620/DB/LI
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:127
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in haar brief van 7 februari 2024 bewust gebruik heeft gemaakt van onjuiste informatie en zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-513/DB/OB
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 26-09-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:128
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in zijn hoedanigheid van executeur kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster mist als erfgename een eigen, rechtstreeks betrokken belang. Verweerder behartigt als executeur de belangen van de nalatenschap. Hij behartigt niet de belangen van klaagster. Verweerder dient eerst rekening en verantwoording af te leggen over de afwikkeling van de nalatenschap. Pas daarna komt de afwikkeling van de nalatenschap, inclusief de declaraties van verweerder, vast te staan. Pas op dat moment ondervindt klaagster daarvan de feitelijke gevolgen en wordt zij ook rechtstreeks in haar belangen getroffen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:153 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2259
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:153
Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klager is vader van twee kinderen. De orthopedagoog-generalist heeft in het kader van een echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing een civiel forensisch diagnostisch onderzoek verricht naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager is van mening dat het onderzoek en de rapporten ondeugdelijk zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:154 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2260
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:154
Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Klager is vader van twee kinderen. De orthopedagoog-generalist heeft in het kader van een echtscheidingsprocedure en uithuisplaatsing een civiel forensisch diagnostisch onderzoek verricht naar de ouderschapsvaardigheden van klager en zijn ex-echtgenote en psychologisch onderzoek naar hun twee kinderen. Klager is van mening dat het onderzoek en de rapporten ondeugdelijk zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2271
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:155
Klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft civiel forensisch psychologisch onderzoek bij klager verricht en daarvan een rapportage opgesteld. Klager vindt dat de gz‑psycholoog haar werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Hij verwijt haar onder meer dat zij geen professionele houding richting hem heeft gehad, dat zij ondeugdelijk onderzoek heeft gedaan en een ondeugdelijk rapport heeft opgemaakt, dat zij hem onvoldoende heeft geïnformeerd over zijn rechten en dat zij het concept-rapport onbeveiligd digitaal aan hem heeft gestuurd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het laatste klachtonderdeel gegrond en de overige klachtonderdelen ongegrond en legt de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen een deel van deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:156 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2405
- Datum publicatie: 02-10-2024
- Datum uitspraak: 02-10-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:156
Klacht tegen huisarts. Klaagster is patiënte de huisartsenpraktijk waar de huisarts als praktijkhouder werkzaam is. Klaagster verwijt de huisarts dat zij klaagster onnodig een hartfilmpje heeft laten maken, dat zij haar beroepsgeheim en andere patiënten rechten van klaagster heeft geschonden en dat zij heeft gehandeld uit andere belangen dan het belang van de gezondheidszorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:249 Hof van Discipline 's Gravenhage 240010
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 27-09-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:249
Klacht over belangenverstrengeling. Hoger beroep ingesteld door klager. Klager is al jaren gedetineerd in de Verenigde Staten. Hij probeert met bijstand van mr. I, zijn advocaat in Nederland, eveneens al jaren om te worden overgedragen naar Nederland. Mr. I en verweerder hebben in 2014 contact gehad over de zaak van klager. In 2018 heeft verweerder aan het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) een advies uitgebracht over de zaak van klager. Volgens klager heeft verweerder zich met zijn werkzaamheden in 2014 en later in 2018 schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Het hof is van oordeel dat, hoewel omtrent de werkzaamheden van verweerder in 2014 er geen formele opdrachtrelatie tussen verweerder en klager heeft bestaan, en verweerder niet als advocaat voor klager heeft opgetreden, in de gegeven omstandigheden wel kan worden vastgesteld dat sprake was van een hieraan gelijk te stellen situatie. In 2018 bestond naar het oordeel van het hof tussen verweerder en BuZa een advocaat-cliënt relatie. Het hof stelt vast dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat verweerder vertrouwelijke documenten heeft gebruikt bij de advisering aan BuZa. De klacht van klager spitst zich toe op de vraag of verweerder tegen een cliënt of een voormalig cliënt heeft opgetreden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Klager en BuZa hadden van aanvang af hetzelfde, gemeenschappelijke belang. Niet is in geschil immers dat er zowel in 2014 als in 2018 gekoerst werd op het terug naar Nederland halen van klager. Het hof is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verweerder ‘tegen’ een voormalig cliënt heeft opgetreden. Bekrachtiging beslissing raad (klacht ongegrond).
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6949
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:192
Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klager een phalloplastiek (penisopbouw) met plasbuisverlenging uitgevoerd. Klager verwijt de plastisch chirurg dat hij ernstige, verminkende littekens heeft overgehouden aan de operatie. Het college oordeelt dat klager adequaat is geïnformeerd over het optreden van littekenvorming. De plastisch chirurg heeft geprobeerd de zichtbaarheid van de littekens te beperken, maar hij heeft geen invloed op het uiteindelijke resultaat. Dat er bij klager uitgebreide littekenvorming is opgetreden valt dan ook niet toe te rekenen aan verwijtbaar handelen van de plastisch chirurg.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6648
- Datum publicatie: 01-10-2024
- Datum uitspraak: 01-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:193
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft klager gezien voor uitleg na excisie van een zwelling bij de schouder. De chirurg heeft klager onderzocht en een controle over zes maanden geadviseerd. Vier jaar later heeft klager een collega-chirurg bezocht vanwege toenemende klachten. Klager is toen verwezen voor verdere behandeling van een tumor. Klager verwijt de chirurg dat hij hem niet tijdig heeft geïnformeerd over de aard van de tumor, er geen vervolgafspraak en MRI is gemaakt en dat hij klager niet heeft doorverwezen. Afgaande op de verslaglegging heeft het college geen aanleiding te twijfelen aan de door verweerder gevolgde handelswijze en beoordeling. De verantwoordelijkheid voor het maken van een vervolgafspraak lag bij klager. Het niet maken van een MRI is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien de MRI niet bedoeld was voor diagnostiek, maar uitsluitend als nulmeting voor volgende onderzoeken. Er was destijds geen medische noodzaak tot doorverwijzing. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.