Zoekresultaten 12751-12800 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/385
- Datum publicatie: 05-03-2020
- Datum uitspraak: 05-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:35
Klager verwijt verweerster een ongepaste opmerking te hebben gemaakt tijdens het spreekuur, alsmede dat zij ten onrechte heeft geadviseerd dat hij, met zijn hartklachten, geschikt is om zijn arbeid te verrichten. Ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-373 19-374
- Datum publicatie: 05-03-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:49
Het betreft in deze zaak een klacht van de Belastingdienst dat verweerders (1)een fiscaal onderzoek hebben belemmerd en (2)de Belastingdienst dan wel 2 betrokken ambtenaren ten onrechte hebben beschuldigd van schending van hun ambtsgeheim. De Belastingdienst deed onder meer onderzoek naar mogelijke erfbelasting die verschuldigd zou zijn door de erfgenamen van een overledene. Deze overledene had vlak vóór zijn overlijden bijna 1 miljoen euro in contanten had opgenomen van een Duitse bankrekening en bewaarde dat bedrag in koffers in zijn woning in Nederland. Na zijn overlijden heeft zijn huisgenote advies gevraagd aan verweerders t.a.v. het geldbedrag. Die adviseerden haar het geld te storten op de derdengeldrekening van hun kantoor. De Belastingdienst was van oordeel dat de erfgenamen mogelijkerwijs rechthebbende waren op het geldbedrag, wat door verweerders werd betwist, en zochten contact met hen. Daarop hebben verweerders de erfgenamen een intimiderende brief gestuurd waarin zij dreigden met allerlei maatregelen als de erfgenamen contact zochten met de Belastingdienst. Het doel was kennelijk de erfgenamen er van te weerhouden in gesprek te gaan met de Belastingdienst door hen angst aan te jagen en te verbieden met de Belastingdienst in contact te treden. Verweerders achtten de brief acceptabel omdat het standpunt van de Belastingdienst juridisch onhoudbaar was en stelden dat niet de erfgenamen rechthebbende waren maar hun cliënte. De raad is van oordeel dat het standpunt van de Belastingdienst niet bij voorbaat onhoudbaar was waardoor de inhoud van de brief van verweerders aan de erfgenamen als een poging moet worden aangemerkt om het onderzoek van de Belastingdienst te belemmeren. Daardoor hebben verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Het 2e klachtonderdeel is ongegrond. Het stond verweerders vrij het standpunt in te nemen dat de Belastingdienst dan wel de betrokken ambtenaren hun ambtsgeheim hebben geschonden. Klacht deels niet-ontvankelijk en deels gegrond. Maatregel : waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:81 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.186
- Datum publicatie: 05-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:81
Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster heeft samen met een eveneens aangeklaagde mede-rapporteur in het kader van een echtscheidingsprocedure een onderzoek verricht naar de personen en de opvoedingsvaardigheden van klaagster en haar ex-partner. Na inzage van het concept rapport heeft klaagster bezwaar gemaakt. Het deel van het rapport dat op haar betrekking heeft, is niet verzonden. Klaagster maakt de rapporteurs een aantal verwijten over de gang van zaken bij de totstandkoming van het rapport. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:62 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.214
- Datum publicatie: 05-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:62
Klacht tegen een neuroloog. Klager is de echtgenoot van een patiënte die ruim tachtig jaar oud was. Zij werd in 2017 opgenomen op de spoedeisende hulp met hypothermie, hypotensie en dalend bewustzijn. Verweerder, neuroloog, was de hoofdbehandelaar. Patiënte is in overleg met de cardioloog opgenomen op de CCU van hetzelfde ziekenhuis. Zij is daar na enkele uren overleden. Klager verwijt verweerder dat 1) hij klager niet heeft geïnformeerd over de behandeling, 2) hij niet in staat was zelfstandig te handelen, terwijl hij als enige hoofdbehandelaar aanwezig was, en 3) patiënte niet de juiste zorg heeft ontvangen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:43 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-116
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:43
Klacht over schending geheimhoudingsplicht door eigen advocaat in strafzaak gegrond verklaard. Klager was uit de voorlopige hechtenis geschorst onder de voorwaarde van een contactverbod met aangeefster. Klager en aangeefster hebben elkaar op de rechtbank getroffen voorafgaande aan een getuigenverhoor. De advocaat heeft op een vraag van de rechter-commissaris geantwoord dat het verschijnen van haar client die morgen niet conform haar advies was. De advocaat had kunnen weten dat daaruit voor klager schade zou (kunnen) voortvloeien. In ieder geval omdat zijn verschijning de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis tot gevolg zou kunnen hebben wegens overtreding van de gestelde schorsingsvoorwaarden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:326 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1022
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 06-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:326
Voorzittersbeslissing. Het gaat in deze zaak niet om het handelen van verweerder jegens een cliënt of een klacht tegen de wederpartij van klager dan wel tegen de advocaat van de wederpartij van klager. In dat geval dient de voorzitter te beoordelen of verweerder heeft gehandeld of nagelaten zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. Dat verweerder onnodig en onrechtmatig contact heeft opgenomen met de deken omdat klager ten onrechte gebruik zou maken van de titels “lawyer”, “jurist” en “advocaat” is niet komen vast te staan; bewijs daarvan ontbreekt. Bovendien is het opnemen van contact met de deken, als vermoed wordt dat er sprake is van strijd met de wet of de voor advocaten geldende regelgeving, op zichzelf niet klachtwaardig. Klacht ook overigens kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:76 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/339500 KL RK 18-87
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 12-02-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:76
Niet is komen vast te staan dat de notaris, in het licht van de Wna en de indicatoren uit het stappenplan, de wilsbekwaamheid van klaagster had behoren te betwijfelen dan wel uitgebreider en/of op andere wijze daarnaar onderzoek had moeten doen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.116
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:57
Klacht tegen bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij (1) onvoldoende onderzoek heeft verricht; (2) onverantwoord heeft gehandeld in de communicatie met klager en de werkgever; (3) zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden; (4) zijn terugkoppeling aan de werkgever en aan klager zelf niet gelijktijdig en schriftelijk heeft gedaan; (5) samenzweert met de werkgever en (6) het re-integratietraject van klager heeft benadeeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1, 2 en 3 gegrond verklaard, de klachtonderdelen 4, 5 en 6 ongegrond verklaard en aan de bedrijfsarts een waarschuwing opgelegd. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. De bedrijfsarts heeft incidenteel beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de gegrondverklaring van de klachtonderdelen 1, 2 en 3, en de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 5. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 4 en 6 alsnog gegrond en legt aan de bedrijfsarts een berisping op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:17 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-681/DB/LI
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:17
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:36 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190112
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:36
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster zou onder meer onvoldoende met klaagster hebben gecommuniceerd; slecht bereikbaar zijn geweest; niet naar de suggesties van klaagster hebben geluisterd; nooit met klaagster hebben gesproken over de goede en kwade kansen van klaagsters zaken en de kosten; klaagster onvoldoende hebben bijgestaan tijdens een zitting bij de rechtbank; het kantoor van verweerster zou moeilijk toegankelijk en behoorlijk vies zijn; en verweerster zou niet het volledige dossier van klaagster aan haar hebben geretourneerd. Het hof overweegt dat klaagster zowel in haar beroepschrift als tijdens de zitting heeft volstaan met een herhaling van haar klachten, zonder hierbij inzichtelijk te maken waarom zij het niet eens is met de bestreden beslissing van de raad. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad. De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-197
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:44
Klacht over te weinig contacten met eigen advocaat in familiezaak gegrond verklaard. Dat de advocaat haar client ondanks haar verzoeken daartoe gedurende een periode van vijf maanden slechts eenmaal persoonlijk te woord te staan en niet inhoudelijk op haar e-mails heeft gereageerd is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De advocaat heeft aangevoerd dat persoonlijke contacten en inhoudelijke reacties op dat moment nog niet nodig waren doch dit is niet volledig ter beoordeling van de behandelend advocaat. Een cliënt heeft recht op persoonlijke aandacht waaraan de advocaat te weinig invulling heeft gegeven.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:327 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-181
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 01-07-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:327
Voorzittersbeslissing. Advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de voorzitter is verweerder afgegaan op de informatie van zijn cliënt en heeft diens standpunt verwoord, wat hij in beginsel mag doen. Daarbij heeft verweerder uitdrukkelijk het voorbehoud gemaakt dat er geen hard bewijs voor deze uitlatingen was en dat het om een verdenking ging. Niet gebleken van onnodig grievende uitlatingen jegens klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:58 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.138
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:58
Klacht tegen een anesthesioloog. Klaagster is een 82-jarige vrouw die na een behandeling voor rusteloze benen in de uitrustkamer ten val komt. Bij (röntgen)onderzoek van de heup werd geen breuk vastgesteld. Klaagster gaat naar huis. Nadien blijkt sprake van onder meer een bekkenbreuk. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat zij de bekkenbreuk niet tijdig heeft onderkend, geen goede nazorg heeft verleend en klaagster niet correct heeft bejegend. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-781/DB/LI
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:18
Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door tegen klager, die door verweersters kantoorgenoot was bijgestaan in een andere zaak, te gaan optreden in een kort geding over de omgangsregeling met de kinderen, terwijl klager en verweerster in het verleden persoonlijk contact hebben gehad, waarbij klager verweerster heeft verteld over de echtscheiding en de problemen rondom de omgang met de kinderen. Gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:37 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190159
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:37
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door een cd-schijf kwijt te raken die door klager aan hem in bewaring was gegeven; na te laten om alle dossierstukken aan klager te overhandigen en daarover te liegen; zonder toestemming van klager telefonisch contact te hebben gehad met de door de deken aangewezen advocaat, mr. S, die onderzoek diende te doen naar het optreden van verweerder en door na te laten om een originele kwitantie terug te sturen aan klager. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad wordt bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:45 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-572
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 21-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:45
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het valt verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij een kantoorgenoot werkzaamheden heeft laten uitvoeren. Dat verweerder zich niet aan de afspraken heeft gehouden en het door hem opgestelde advies kwalitatief ondermaats is, niet gebleken. Het stond verweerder tot slot vrij tot incasso van niet betaalde facturen over te gaan nadat een voorstel voor een minnelijke regeling was komen te vervallen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:328 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-182
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 01-07-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:328
Voorzittersbeslissing over eigen advocaat. Verweerster heeft blijkens een overgelegde brief klager duidelijk voorgehouden dat er kans op succes is, maar dat niet zeker is dat de procedure succesvol zal worden afgerond en dat daaraan wel “haken en ogen” zitten. Zij heeft daarmee gedaan wat van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat mag worden verwacht. Zij heeft klager op de risico’s van de procedure in hoger beroep gewezen. Het feit dat zij geen slagingspercentage heeft genoemd, maakt dit oordeel niet anders. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:19 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-784/DB/LI
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:19
Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het dossier van klager niet over te dragen aan mr. K, klager niet te informeren over zijn zaak na het vertrek van mr. K en de toevoeging ten onrechte op haar naam te laten zetten. Niet gebleken dat de rechter een voor klager nadelige uitspraak heeft gedaan door toedoen van verweerster. Deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1026
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 08-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2020:46
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft klager op deskundige wijze bijgestaan in zijn strafzaak. Zij mocht klager adviseren om een andere advocaat te zoeken in verband met een meningsverschil over in te nemen uitgangspunten in de procedure. De door verweerster in rekening gebrachte kosten waren conform de met klager gemaakte afspraken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-367
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:59
Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht betreft onnodig en op ontijdig moment dagvaarden van klaagster voor kort geding procedure betreffende het verleggen van kabels en ankers van woonboten. Klachten ongegrond. Er was al eerder een kort geding geweest waar echter niet alle woonbootbewoners gedagvaard bleken te zijn. Door kort geding rechter was voor een tweede kort geding een datum om verkorte termijn gegeven. Nu verweerster civielrechtelijk is toegestaan te handelen zoals zij heeft gedaan is dat in beginsel ook tuchtrechtelijk het geval, behoudens bijzondere omstandigheden waarvan niet is gebleken. Het argument van klaagster dat de cliënt van verweerster geen (aparte) titel voor haar nodig had is in strijd met het standpunt dat haar eigen advocaat in het eerste kort geding heeft ingenomen inhoudende dat klaagster gedagvaard had moeten worden. Alleen al om die reden is begrijpelijk en in ieder geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerster een tweede kort geding is gestart.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-960
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:40
Verzetbeslissing. Verzet ongegrond. De klacht is buiten de drie-jaarstermijn van artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet ingediend. In lid 2 van genoemd artikel is opgenomen dat niet-ontvankelijk verklaring achterwege blijft indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas na verstrijken van de drie-jaarstermijn bekend zijn geworden en dat in dat geval de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken verstrijkt. Het tweede lid helpt klager niet. Ten tijde van de beslissing van de rechtbank en in ieder geval ten tijde van de regeling met verweerder kende klager zijn schade en ging de een-jaarstermijn lopen. De klacht is ook niet binnen bedoelde een-jaarstermijn ingediend.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-457
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:47
Dekenbezwaar nadat de raad heeft besloten om de ingetrokken klachtzaak voort te zetten om redenen ontleend aan het algemeen belang ex artikel 47a Aw. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder Regel 21 lid 3 (2018) geschonden terwijl de door verweerder aangevoerde verzachtende omstandigheden naar het oordeel van de raad een ontoereikende rechtvaardiging zijn om genoemde gedragsregel te schenden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1026
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 08-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2020:46
Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft klager op deskundige wijze bijgestaan in zijn strafzaak. Zij mocht klager adviseren om een andere advocaat te zoeken in verband met een meningsverschil over in te nemen uitgangspunten in de procedure. De door verweerster in rekening gebrachte kosten waren conform de met klager gemaakte afspraken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:20 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-058/DB/ZWB
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 21-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:20
Naar aanleiding van het verzoek van klagers tot afgifte van de originele dossiers en tot toezending van originele stukken, heeft verweerder gedaan wat redelijkerwijze van hem kan worden verwacht. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1025
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:41
Verzetbeslissing. Verzet ongegrond. De raad overweegt nog dat de klacht buiten de drie-jaarstermijn genoemd in art. 46g lid 1 Advocatenwet is ingediend en dat ook lid 2 van genoemd artikel klagers niet kan helpen. In lid 2 van genoemd artikel is opgenomen dat niet-ontvankelijk verklaring achterwege blijft indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas na verstrijken van de drie-jaarstermijn bekend zijn geworden en dat in dat geval de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken verstrijkt. Voor klagers was de schade van de handelwijze van verweerder waarop zij zich beroepen echter onmiddellijk kenbaar, zodat lid 2 hier toepassing mist.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/388
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 04-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:34
Klaagster verwijt verweerder dat hij 1) een onkundig en niet-onderbouwd advies heeft gegeven in zijn hoedanigheid als arts, op een gebied waarin hij niet gespecialiseerd is en dat hij geweigerd heeft contact op te nemen met door klaagster aangedragen behandelaren en medisch deskundigen, 2) ten onrechte conclusies heeft getrokken die niet overeenkomen met de bevindingen van de betrokken specialisten en 3) gedeeltelijk niet heeft voldaan aan de onderzoeksvraag door geen programma van eisen op te stellen. Verweerder heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-790
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 10-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:48
Dekenbezwaar naar aanleiding van een signaal dat verweerder tijdens de hem opgelegde schorsing (4 weken) in strijd met artikel 8 lid 7 Advocatenwet heeft doorgewerkt als advocaat. Tijdens de afwezigheid van verweerder vanwege zijn schorsing heeft zijn collega/waarnemer een deurwaarder de opdracht gegeven om een dagvaarding op naam van verweerder te laten betekenen aan een cliënte van – voor en na de schorsing - verweerder. Tijdens de schorsing van verweerder is die dagvaarding betekend. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder voorafgaand aan zijn schorsing zijn kantoororganisatie onvoldoende ingelicht over de voor hem bekende schorsingsvoorwaarden, terwijl dat uitdrukkelijk zijn verantwoordelijkheid was. Dat zijn kantoorgenoot in de dagvaarding de naam van verweerder heeft gezet en die dagvaarding tijdens de schorsing heeft laten betekenen, was dan mogelijk niet zo gegaan, dan wel was deze fout snel door anderen binnen de kantoororganisatie ontdekt. Dat laatste is ook niet gebeurd; alarmbellen zijn intern niet afgegaan. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat hij zelf pas enige tijd na zijn schorsing erachter is gekomen dat dit was gebeurd. Dat verweerder na deze ontdekking de deken daarover vervolgens niet meteen in alle openheid heeft ingelicht, maar het op een signaal/klacht van een derde bij de deken heeft laten aankomen, rekent de raad verweerder extra zwaar aan. Daarmee heeft verweerder laten zien geen enkele eigen verantwoordelijkheid te nemen, waar dat juist van een advocaat verwacht mag worden. Schorsing 6 weken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:21 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-547/DB/ZWB
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:21
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1027
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:42
Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:325 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-025
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 11-11-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:325
Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat van klager in diverse familiegeschillen. Anders dan klager stelt is het geen taak van een advocaat om actief contact te zoeken met een gezinsvoogd. Omdat klager, die op toevoegingsbasis procedeerde, nog geen opvolgend advocaat had op het moment dat hij de samenwerking met verweerder beëindigde, had verweerder nog steeds een zorgplicht om klager rechtshulp te verlenen totdat klager een opvolgend advocaat had gevonden. Vanwege de korte tijdspanne tussen het beëindigen van de samenwerking op 21 juni 2018 en de zitting op 22 juni 2018, was er sprake van spoed. Verweerder heeft zorgvuldig gehandeld door toch naar de zitting te gaan. Of dat met of zonder telefonische toestemming van klager is gebeurd, kan in het midden blijven.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19107
- Datum publicatie: 04-03-2020
- Datum uitspraak: 04-03-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:19
Verwijt aan huisarts dat hij patiënt, 15 jaar oud, bij verdenking torsio testis niet heeft verwezen naar de uroloog nadat de huisarts de testis zelf handmatig had teruggedraaid. Daarnaast schending informatie- en instructieplicht. College: NHG-Behandelrichtlijn Acute epididymitis bij volwassenen. De huisarts had patiënt gezien leeftijd en klachten met spoed naar de uroloog moeten verwijzen. Kunstfout dat de richtlijn niet gevolgd is zonder toereikende verklaring. De huisarts heeft dit ook erkend. Ook ontoereikend vangnetadvies gegeven. Berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:35 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190148
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:35
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder zou in een processtuk ten onrechte de beschuldiging van de vrouw hebben overgenomen dat klager haar verkracht zou hebben en dat klager valse aangiftes zou hebben gedaan. Het hof onderschrijft het oordeel van de raad dat deze klacht gegrond is. Daaraan voegt hij nog toe dat met name de stelligheid waarmee de beschuldiging door verweerder als vaststaand feit is gepresenteerd, en zijn eigen gewicht als advocaat dat verweerder aan de bewoordingen van het verweerschrift heeft toegevoegd, maken dat hij naar het oordeel van het hof de grens van wat tuchtrechtelijk nog toelaatbaar is, heeft overschreden. Verweerder heeft onnodig de door de vrouw geuite beschuldiging zonder enige terughoudendheid tot de zijne gemaakt. Niet is gebleken dat dit haar tot enig noemenswaardig voordeel kon strekken noch dat de geuite beschuldiging noodzakelijkerwijs in reactie op een door klager geponeerde stelling is geuit, terwijl verweerder zich had moeten realiseren dat dit wel onevenredig nadeel aan klager kon toebrengen.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2019/05
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRGRO:2020:6
Klacht tegen een tandarts. Klager verwijt verweerster dat bij hem tandvleesproblemen zijn ontstaan omdat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld bij het plaatsen van facings in 2016. Klager heeft zijn klachten niet geobjectiveerd. De door klager overgelegde second-opinion voldoet niet aan de eisen. Ongegrond wegens onvoldoende onderbouwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-160b
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:39
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Beklaagde is sinds 1 mei 2019 niet meer betrokken bij de behandeling van klaagster. Er zijn geen aanwijzingen in het dossier dat beklaagde zich nadien nog heeft bemoeid met klaagsters behandeling en/of opname. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/45
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRGRO:2020:7
Klacht tegen huisarts. Bij klaagster, bekend met urineweginfecties, is als gevolg van het gebruik van nitrofurantoïne acute hepatitis ontstaan in 2018. Dit is een zeer uitzonderlijke bijwerking van het middel. Klaagster verwijt haar toenmalige huisarts dat deze in 2018 nitrofurantoïne heeft voorgeschreven ondanks dat zij al wist dat klaagster daar maagklachten van kreeg. Daarnaast had verweerster volgens klaagster meer onderzoek moeten doen naar het effect van nitrofurantoïne op klaagster. Het college deelt de verwijten niet. Deze bijwerking is zo zeldzaam dat verweerster daar niet alert op behoefde te zijn nu klaagster ook geen klachten presenteerde die daar een symptoom van kunnen zijn. Voorts bestond er geen indicatie voor nader onderzoek. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2020:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/71
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRGRO:2020:1
Klaagster verwijt verweerder dat hij langdurig bagatelliserend en niet adequaat op haar klachten heeft gereageerd, met als gevolg dat pas in een laat stadium bij haar non-Hodgkinlymfoom (een vorm van lymfeklierkanker) is ontdekt. Voorts verwijt klaagster verweerder dat hij te weinig aandacht voor haar heeft gehad en dat hij niet meer van zich heeft laten horen jegens haar na het stellen van de diagnose. Onzorgvuldige dossiervoering. Klacht deels gegrond, deels ongegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/333
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:32
Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij: 1) een advies heeft uitgebracht aan de werkgever van klager zonder klager te hebben gezien/gesproken en zonder enig inzicht in het medische dossier van klager, 2) de belangen van klager als werknemer niet goed in de gaten heeft gehouden en op de hand van de werkgever lijkt te zijn en 3) geen duidelijkheid heeft willen verschaffen over de aanleiding van haar plotselinge advies c.q. de zogenaamde 'privé-activiteiten'. De bedrijfsarts heeft verweer gevoerd. Deels gegrond, waarschuwing
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-210
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:40
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is directeur van de instelling waarbij de verpleeg kundige voor het verlenen van individuele zorg is ingeschreven en is daarom klachtgerechtigd. Beklaagde heeft ernstig misbruik gemaakt van een afhankelijke en (deels) verwarde patiënt. Duidelijk is geworden dat een aanzienlijk geldbedrag (€ 14.800), afkomstig van de aan de zorg van beklaagde toevertrouwde – nota bene terminale – patiënt, willens en wetens door beklaagde is ontvangen. Dit is zeer ernstig en in strijd met artikel 2.4 van de Beroepscode V&V. Schending van de eerste en tweede tuchtnorm. Klacht gegrond verklaard. Doorhaling en publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/246
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:33
Klager verwijt verweerster (huisarts) dat zij zijn TIA de eerste maanden volledig heeft genegeerd en hem pas veel later heeft doorgestuurd naar een neuroloog. Ook zou zij volgens klager ten onrechte tegen hem hebben gezegd dat je niets van een TIA kunt zien op een MRI, waardoor deze kans hem is ontnomen. Kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-160a
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:41
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Er zijn geen aanwijzingen dat beklaagde de depotmedicatie heeft gefrustreerd. Het is niet aan beklaagde om recepten voor de depotmedicatie voor te schrijven, zodat het verwijt dat er op 2 mei 2019 geen depotmedicatie werd verstrekt reeds om die reden niet aan beklaagde is toe te rekenen. Bovendien is de verwarring die bij beklaagde en haar partner is ontstaan over de locatie waar de depotmedicatie werd toegediend evenmin aan beklaagde te wijten. Er zijn ook geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van hetgeen beklaagde in haar aantekeningen heeft genoteerd. Ten slotte is er geen enkele aanwijzing dat beklaagde over druk op klaagster heeft uitgeoefend om te verhuizen naar beschermd wonen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 194-2019
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:31
Klacht tegen internist ongegrond. Beklaagde was bevoegd als internist een second opinion uit te voeren. Mede gelet op de vraagstelling van de behandelend arts lag het voor de hand dat beklaagde de aan hem beschikbaar gestelde medische gegevens als vertrekpunt voor zijn beoordeling nam. Hij heeft vervolgens het beschikbare pathologisch materiaal laten reviseren. Gelet op de uitkomsten daarvan – in combinatie met het beeld dat beklaagde kreeg bij het lichamelijk onderzoek – hoefde beklaagde geen andere vormen van onderzoek in te zetten.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-160c
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:42
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft niet gespecificeerd op welke momenten beklaagde niet zou hebben geluisterd. Dat beklaagde mogelijk niet de door haar gewenste medicatie heeft voorgeschreven, betekent niet dat beklaagde niet heeft geluisterd. Voor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen enkele aanwijzing . Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:34 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190149
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:34
Beperkt appel van klager tegen beslissing raad. Klachten over eigen advocaat in verband met vermeende belangenverstrengeling en over de kwaliteit van de dienstverlening. Het hof oordeelt dat verweerder geen verwijt over belangenverstrengeling kan worden gemaakt. Het hof acht niet aannemelijk geworden dat verweerder een vaktechnisch verwijt kan worden gemaakt. Verweerder heeft, in samenspraak met klager, gekozen voor een bepaalde aanpak. Verweerder is daarbij binnen de grenzen gebleven van de hem toekomende vrijheid met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt. Beide klachtonderdelen ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-160d
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:43
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster heeft de klacht niet concreet toegelicht. Het College ziet in het medisch dossier geen enkele aanwijzing dat beklaagde bij de behandeling van klaagster niet mocht (en moest) uitgaan van de juistheid van de informatie van andere behandelaren van klaagster. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:32 Raad van Discipline Amsterdam 20-019/A/NH/W
- Datum publicatie: 02-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:32
Wrakingsverzoek tegen voorzitter. Met verweerster is de wrakingskamer van oordeel dat het feit dat het door verzoeker gevraagde uitstel van de zitting niet is verleend, en de laatste e-mail van wederpartij van verzoeker in de klachtzaak van 31 december 2019 niet bij voorbaat is geweigerd, niet kan meebrengen dat sprake is van gegronde vrees voor rechterlijke partijdigheid. Zoals verweerster terecht stelt gaat het in beide gevallen om procedurele beslissingen. Daarom valt hieraan niet de gevolgtrekking te verbinden dat de rechterlijke onpartijdigheid van verweerster schade zou kunnen lijden. Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond, volgend wrakingsverzoek wordt niet in behandeling genomen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:23 Accountantskamer Zwolle 19/1467 Wtra AK
- Datum publicatie: 02-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:23
Een accountant heeft jaarlijks financiële overzichten opgesteld op basis van de samengestelde jaarrekening van een vennootschap. In een eerdere tuchtprocedure tegen deze accountant heeft de Accountantskamer geoordeeld dat de accountant had moeten toelichten dat er geen rentebaten waren verwerkt in deze overzichten. De accountant wordt verweten dat hij in de daarna opgestelde financiële overzichten nog steeds niet heeft toegelicht dat er geen rentebaten zijn verwerkt. Dit klachtonderdeel is gegrond. De accountant heeft onvoldoende uitvoering gegeven aan de eerdere beslissing van de Accountantskamer. Ook het verwijt dat de accountant heeft verzuimd toe te lichten dat een herrubricering van de ontwikkelingskosten en –opbrengsten heeft plaatsgevonden is gegrond. Tijdelijke doorhaling voor de duur van twee weken.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 180/2019
- Datum publicatie: 02-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:27
Schending geheimhoudingsplicht? Beklaagde rapporteert aan sociale dienst of klager ‘gezien zijn klachten en problemen’ belastbaar is met arbeid. Klager krijgt het concept-rapport voorgelegd. Hij geeft als reactie dat alleen die informatie naar de sociale dienst mag waarop een werkgever recht heeft. Het rapport vermeldt dat betrokkene klachten heeft die samenhangen met zijn privé-situatie. Tevens adviseert hij een psychodiagnostisch onderzoek. Klager stelt zich op het standpunt dat beklaagde hiermee zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Beklaagde heeft hiermee de sociale dienst laten weten dat zijn problemen van psychische aard waren. Het college overweegt dat de mededeling van beklaagde functioneel is in het licht van de opdracht en dat hieruit hoogstens kan worden afgeleid dat de klachten niet werk-gerelateerd zijn. Een advies voor psychodiagnostisch onderzoek impliceert nog niet dat klager inderdaad aan psychische klachten lijdt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:33 Raad van Discipline Amsterdam 19-538/A/A
- Datum publicatie: 02-03-2020
- Datum uitspraak: 24-02-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:33
Herstelbeslissing
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1979
- Datum publicatie: 02-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:20
De bedrijfsarts wordt verweten dat zij op onzorgvuldige wijze een onjuiste verklaring heeft uitgegeven waardoor de schijn naar de werkgever is gewekt dat er niets aan de hand zou zijn. Dit in tegenstelling tot het medische rapportagesysteem waarin (chronisch) PTSS diagnose wordt vermeld. Inlichtingen- en medewerkingsplicht van de patiënt ( a rt. 7:452 BW). Verweerster wist niet en klager meldde niet dat diagnose PTSS was gesteld. De vraag of verweerster het had moeten weten beantwoordt het college, gelet op de inhoud van dossier en spreekuurcontacten, ontkennend. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1961
- Datum publicatie: 02-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:21
Bedrijfsarts wordt verweten dat hij twee verslagen heeft opgesteld die haaks op elkaar staan, dat hij in het rapport voor de WIA-aanvraag feitelijk onjuiste en overtrokken gegevens heeft gebruikt en argumenten heeft opgenomen zonder die te verifiëren en aan klaagster terug te koppelen en zijn onpartijdigheid heeft geschonden. Discrepantie. Onderscheid tussen de uitlatingen van de manager en eigen bevindingen en conclusies. Geen schending onpartijdigheid. Bespreking nadere bevindingen met klaagster alvorens deze te rapporteren aan het UWV. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 255
- Pagina: 256
- Pagina: 257
- ...
- Pagina: 892
- Volgende pagina zoekresultaten