Zoekresultaten 13251-13300 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:69 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/353829 KL RK 19-73

    1. Door niet dan wel onvolledig op de vragen van klager te antwoorden, heeft de notaris niet in voldoende mate aan zijn zorg- en informatieplicht voldaan. 2. Ne bis in idem-beginsel. Naar vaste jurisprudentie van het hof geldt in het tuchtrecht de regel dat na behandeling van een klacht door de tuchtrechter, een latere klacht over “hetzelfde feit” niet nog eens kan worden behandeld. Het onderhavige klachtonderdeel ziet naar het oordeel van de kamer op hetzelfde feitencomplex dat aan de klacht in de beslissing van 30 juli 2019 ten grondslag werd gelegd. De notaris diende er naar het oordeel van de kamer derhalve geen rekening mee te houden dat na een beoordeling van zijn handelen dan wel nalaten rondom de advisering en opstaren van de executie van de woning, dit nog tuchtrechtelijk aan de orde zouden kunnen komen. 3. Een medewerkster van de notaris heeft een van de betrokken partijen onjuist en/of onvoldoende geïnformeerd. Nu de notaris verantwoordelijk is voor de organisatie van zijn kantoor en de inzet van zijn medewerkster, kan hem hiervan een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:300 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-1023

    Dekenbezwaar naar aanleiding van een kantoorbezoek door een lid van de Raad van de Orde in G. waarbij is gebleken dat de praktijkvoering van verweerster niet voldeed aan de wettelijke vereisten en de regels die zijn vastgelegd in de Voda, waardoor de belangenbehartiging van de cliënten in gevaar kwam. De financiële situatie van de praktijk was zorgelijk en op verzoeken om informatie over aard en omvang daarvan reageerde verweerster niet, wat in strijd is met gedragsregel 29 (gedragsregels 2018). In dit geval zijn de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit in het gevaar gekomen. Bovendien kwam verweerster afspraken die naar aanleiding van het dekenbezwaar waren gemaakt, niet na. Die hadden betrekking op de financiële bijdrage en de praktijkvoering. Dekenbezwaar gegrond. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:12 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-506

    Beslissing van de raad tot voortzetting van de klachtzaak na intrekking door klager ex artikel 47a lid 3 Advocatenwet met aanwijzing van de deken ex artikel 47a lid 4 Advocatenwet. De deken is ontvankelijk ook nu hij zich met de instructie van de klacht heeft beziggehouden en met verweerder een norm-overdragend gesprek heeft gevoerd. De klacht betreft het optreden van verweerder als advocaat van een wederpartij van oorspronkelijk klager. Daarbij is het beoordelingscriterium dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Voortzetting van de zaak vindt plaats om redenen van algemeen belang waardoor het beoordelingskader ruimer is dan voor intrekking van de klacht. De klacht dient nu beschouwd te worden als een dekenbezwaar. Klacht gegrond. Verweerder heeft de procedure voortgezet ondanks het feit dat zijn cliënt had aangegeven dat niet te wensen en hem uitdrukkelijk had verzocht de procedure in te trekken. Onvoorwaardelijk schorsing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-147

    Verweerder is als advocaat in dienstbetrekking werkzaam geweest op het kantoor van verweerder. In het kader van zijn vertrek van dat kantoor is een geschil ontstaan dat in een schikking is geëindigd. Verweerder wordt verweten dat hij de voorwaarden van de schikking niet is nagekomen door niet te reageren op verzoeken van klager om informatie die betrekking had op de uitvoering van de schikking en dat hij zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. Ten aanzien van het 1e klachtonderdeel is de raad van oordeel dat verweerder weliswaar laat heeft gereageerd naar klager toe, maar daarvoor zijn excuses heeft aangeboden terwijl klager zelf ook niet steeds adequaat heeft gereageerd naar verweerder toe. Ten aanzien van de gestelde onnodig grievende uitlatingen is de raad van oordeel dat daarvan geen sprake is gelet op het feit dat de uitlatingen zijn gedaan in een sfeer van hoog opgelopen emoties van beide kanten, terwijl klager als professional “tegen een stootje moet kunnen”. Bovendien zijn de uitlatingen gedaan in een periode die voor verweerder persoonlijk zeer moeilijk was, wat bij klager bekend was. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:13 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-685

    Voorzittersbeslissing. Verweerster mocht haar cliënte adviseren over een burengeschil met klaagster zoals door haar gedaan. Over de inhoud en toonzetting van dat advies, waarvan klaagster heeft kennis genomen, kan alleen de cliënte van verweerster klagen. Dat verweerster met dat advies klaagster onnodig of onevenredig heeft geschaad zonder redelijk doel, of dat sprake zou zijn geweest van het aansporen tot het plegen van een misdrijf door verweerster, is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-150

    Betreft een klacht over het optreden van de eigen advocaat in een zaak die betrekking heeft op de nakoming van een door de rechter vastgestelde zorgregeling betreffende het minderjarige kind van klager en zijn ex-echtgenote waarbij aan de ex-echtgenote een dwangsom was opgelegd. Verweerder wordt verweten dat hij na aanzegging van verbeurde dwangsommen geen verdere rechtsmaatregelen heeft genomen. Verweerder heeft aangevoerd dat dat geen zin had omdat hij via de deurwaarder had vernomen dat de ex-echtgenote en haar nieuwe partner van een minimumloon moesten rondkomen en verdere executiemaatregelen niet werden vergoed op basis van een toevoegen zodat klager zinloos kosten zou moeten maken. De raad volgt verweerder hierin. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder direct contact heeft opgenomen met de ex-echtgenote van klager is de raad van oordeel dat dit eveneens ongegrond is. De ex-echtgenote heeft zelf contact opgenomen met verweerder en hem meegedeeld dat zij geen advocaat meer had. Dat is verweerder door een derde bevestigd. In die omstandigheden mocht verweerder direct contact onderhouden met de ex-echtgenote van klager. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-679/DB/LI

    Tussenbeslissing. Terugverwijzing naar deken voor nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:14 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-505

    Voorzittersbeslissing. Klacht van klager tegen verweerder en kantoorgenoot (19-504) over weigeren tot instellen van hoger beroep. Dominus litis. Op zorgvuldige wijze is door (het kantoor) van verweerder opgetreden jegens klager. Dat sprake is van ondeskundig handelen daarbij is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-142

    Verweerder wordt verweten dat hij is opgetreden voor een cliënt die ondernemers oplicht, waaronder klaagster. Verweerder zou bekend zijn geweest met de oplichtingspraktijken. De raad is van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij niet zonder meer verantwoordelijk is voor het handelen van zijn cliënt. Pas als verweerder zelf een verwijt kan worden gemaakt over zijn handelwijze is er sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, bijvoorbeeld als hij meewerkt aan malafide praktijken. Daarvan is niet gebleken. Verder is niet gebleken dat verweerder bewust onjuiste feiten heeft gesteld. Verweerder mocht afgaan op het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verstrekt en heeft het standpunt van zijn cliënt verwoord. Dat i zijn taak als advocaat. Evenmin is gebleken dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klaagster. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:3 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-680/DB/LI

    Tussenbeslissing. Terugverwijzing naar deken voor nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/255

    Klager heeft last van tinnitus aan beide oren. Volgens klager zijn zijn klachten onvoldoende serieus genomen en is hem een goede behandeling onthouden. Zo is er volgens klager ten onrechte niet voor een tolk gezorgd en medicatie geweigerd en is een verkeerde diagnose gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-504

    Voorzittersbeslissing. Klacht van klager tegen verweerder en kantoorgenoot (19-505) over weigeren tot instellen van hoger beroep. Dominus litis. Op zorgvuldige wijze is door (het kantoor) van verweerder opgetreden jegens klager. Dat sprake is van ondeskundig handelen daarbij is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:298 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-598

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Geen bijzondere omstandigheden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:4 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-637/DB/ZWB

    Dat klager en verweerder een verschil van inzicht hadden over de aanpak van de zaak betekent niet dat verweerder nimmer de intentie heeft gehad om klagers dossier met inachtneming van de polisvoorwaarden te behandelen. Gelet op vertrouwensbreuk en verschil van inzicht mocht verweerder zich terugtrekken en dat heeft hij niet op onzorgvuldige wijze gedaan. Ondanks de door klager ondertekende machtiging, waarmee hij toestemming heeft gegeven aan verweerder om de verzekeraar informatie te verstrekken uit klagers dossier, heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zijn juridische standpunt over de verdere behandeling van de zaak aan de verzekeraar te geven, zonder het advies vooraf aan klager te sturen en klager om toestemming te vragen voor verstrekking van het advies aan de verzekeraar. Niet gebleken dat verweerder onredelijk voordeel heeft genoten. Deels ongegrond, deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/256

    Klager heeft (onder meer) last van tinnitus aan beide oren. Hij is van mening dat verweerder hem hiervoor onvoldoende medische hulp heeft geboden en een verkeerde diagnose heeft gesteld. Verweerder voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:16 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-669

    Voorzittersbeslissing. Ne bis in idem-verweer verworpen. Betreft klacht over verweerder als advocaat van de wederpartij in een letselschadeprocedure van klagers en daarna over zijn optreden in een tuchtrechtelijke procedure bij het Hof van Discipline. Verweerder heeft de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overtreden jegens klagers. Hij mocht het verweer voeren zoals door hem gedaan, zonder dat is gebleken dat hij de geheimhoudingsplicht of anderszins de belangen van klagers op onredelijke wijze heeft veronachtzaamd. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-552

    Voorzittersbeslissing. Handelen of nalaten advocaat in zijn hoedanigheid van curator. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege beperkte volmacht. Niet gebleken dat verweerder zich in zijn functie van curator zodanig heeft gedragen dat hij daardoor het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:10 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-071

    Raadsbeslissing. Tijdens een bespreking heeft verweerder het jasje dan wel de schouder van klager aangeraakt. Gelet op de omstandigheden waaronder deze gedraging heeft plaatsgevonden, het door verweerder getoonde inzicht in zijn gedrag en de door verweerder aangeboden excuses is deze gedraging naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:17 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-711

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een erfrechtkwestie. Verweerder heeft de grenzen van de hem toekomende vrijheid als advocaat niet overschreden. Klacht kennelijk ongegrond. De klachtonderdelen over de advocaat-cliënt-relatie en de door de wederpartij gemaakte proceskosten zijn kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:11 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-082

    Klacht tegen eigen advocaat. Hoewel de procedure niet of nauwelijks kans van slagen had, was het entameren daarvan nog niet direct tuchtrechtelijk verwijtbaar. Er zijn echter bijkomende omstandigheden die maken dat verweerder met deze procedure een foute route heeft gekozen. Uit het dossier en het door verweerder gevoerde verweer, komt een beeld naar voren van een adviseur die uitsluitend denkt in procedures en niet in oplossingen. Een complexe situatie laat zich vaak niet met juridische procedures oplossen. Overleg met alle betrokkenen is wenselijk en nodig om tot een bevredigend resultaat te komen. Daaraan heeft het tuchtrechtelijk verwijtbaar ontbroken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:194 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/654110 / DW RK 18/493

    Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal te laat heeft (over)betekend. Hoewel de wet op dit punt duidelijk is, is de kamer van oordeel dat in deze zaak sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor de termijnoverschrijding in het onderhavige geval niet moet leiden tot een tuchtrechtelijke bestraffing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:220 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190113

    Anders dan de raad is het hof van oordeel dat het ontbreken van een schriftelijke opdrachtbevestiging verweerster onder de voorliggende omstandigheden niet kan worden tegengeworpen. Meerdere telefoongesprekken voorafgaand aan intakegesprek (dat uiteindelijk niet is doorgegaan), waarin over toevoeging en eigen bijdrage is gesproken. Vooruitlopend op intakegesprek kon nog geen schriftelijke bevestiging van gemaakte afspraken en verstrekte informatie worden verwacht. Geen tekortschieten in informatie- en adviesverplichting. Verweerster heeft ten onrechte een “volle” toevoeging voor de echtscheidingsprocedure aangevraagd, nadat klaagster de afspraak voor de intake had afgezegd. Gelet op het feit dat verweerster zelf ongeveer twee uur met de zaak bezig is geweest, acht het hof het aanvragen van een lichte adviestoevoeging verdedigbaar. Berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:200 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667531 / DW RK 19/289

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat zij diverse malen heeft verzocht om een rentestop maar dat haar verzoek, ondanks haar situatie, niet wordt gehonoreerd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:214 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190029

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft door in haar processtukken onderscheid te maken tussen persoonlijke spullen en inboedelgoederen voldoende onderscheid aangebracht. Door verweerster zijn geen feiten geponeerd waarvan zij de onwaarheid kende of had moeten kennen. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:195 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672178 / DW RK 19/493

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich onder meer er over dat de gerechtsdeurwaarder een titel heeft betekend dat in een eerder stadium vernietigd zou zijn. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:221 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190103D

    Bekrachtiging beslissing raad dat verweerster heeft gehandeld zonder de voor een advocaat vereiste eerbied voor de gerechtelijke autoriteiten en onvoldoende professionele distantie heeft getoond, waarbij een voorwaardelijke schorsing van 12 weken is opgelegd. Veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:201 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667530 / DW RK 19/288

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat haar verzoek tot kwijtschelding niet wordt gehonoreerd en dat de gerechtsdeurwaarder haar aan het lijntje houdt door haar steeds dezelfde formulieren te laten invullen, terwijl de gerechtsdeurwaarder wel de rente maandelijks laat doorlopen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:215 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190068

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Raad heeft berisping opgelegd. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld, maar later ingetrokken. Klager heeft hoger beroep ingesteld nadat de klachttermijn was verstreken. Hoger beroep niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-181

    Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk tegen een internist. Het verrichten van bloedonderzoek is een gebruikelijke stap bij een behandeling. Het is voorts niet nodig hiervoor toestemming aan de patiënt te vragen. Ook is niet is gebleken dat beklaagde in zijn rol van supervisor tekort is geschoten. Het college kan verder niet beoordelen of de verwijten van intimidatie en vrouwonvriendelijkheid gegrond zijn. Klaagster heeft niet kunnen onderbouwen welke relevante e-mailberichten en brieven beklaagde heeft nagelaten in haar medisch dossier op te nemen. Ten slotte is het tuchtrecht niet bedoeld om te oordelen over onvrede over inhoudelijke standpunten in een wetenschappelijke discussie (in casu betreffende de ETA Richtlijn en bijbehorende trials) dan wel dat beklaagde naar het oordeel van klaagster niet of niet tijdig op haar stellingen daarover heeft gereageerd. Klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:196 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672177 / DW RK 19/492

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich onder meer er over dat de gerechtsdeurwaarder een titel heeft geëxecuteerd dat in een eerder stadium vernietigd zou zijn. De partiele vernietiging van het arrest heeft de gerechtsdeurwaarder er niet van hoeven te weerhouden het arrest te executeren. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:216 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190134

    Klacht tegen advocaat wederpartij door raad gegrond verklaard met oplegging van een berisping. Verweerder heeft zich niet gedragen jegens klaagsters zoals dat van een advocaat mag worden verwacht en heeft met hen rechtstreeks gecorrespondeerd terwijl zij door een advocaat werden bijgestaan. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/355975 KL RK 19-93

    1. De notaris heeft onbetwist verklaard dat hij met het opstellen en verlenen van de hypotheekakte geen enkele bemoeienis heeft gehad. Deze akte is opgesteld door en verleden voor de waarnemer van de notaris. De kamer is van oordeel dat een waarnemend notaris in beginsel niet handelt onder de verantwoordelijkheid van de waargenomen notaris. Nu de notaris zelf geen bemoeienis gehad heeft met het opstellen en passeren van de hypotheekakte, kan hem naar het oordeel van de kamer in dit geval geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. 2. Klagers verwijten de notaris verder dat hij te laat zijn aansprakelijkheidsverzekering heeft ingeschakeld en vervolgens te laat de door de aansprakelijkheidsverzekering gevraagde stukken ter beschikking heeft gesteld. Naar het oordeel van de kamer was er niet sprake van een zo late actie van de notaris dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-153a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een KNO-arts. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat er tijdens de eerste ingreep een fout is gemaakt. Er was sprake van een ongestoord verloop van de operatie en klaagster kon in goede conditie de kliniek verlaten. Volgens de verslaglegging is het risico van een eventuele nabloeding vooraf met haar gesproken. Het is te betreuren dat deze complicatie is opgetreden door het losschieten van één van de hechtingen, maar er is door beklaagde adequaat gereageerd door het dichten van de wond onder optimale omstandigheden. Dat er na de ingrepen niet naar klaagster zou zijn geluisterd en dat er geen aandacht aan haar klachten zou zijn geschonken, is niet aannemelijk. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:197 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/657664 DW RK 18/600

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder willens en wetens de boedelverkoop als pressiemiddel gebruikt om een betaling(sregeling) af te dwingen. De kamer overweegt dat er sprake van enige mate van druk bij beslagleggingen inherent is aan het middel van beslag, maar klager heeft onvoldoende gesteld dat ter zake sprake zou zijn van ongeoorloofde druk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:217 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190126, 190127 en 190128

    Bekrachtiging beslissing raad. Het doel van de plicht tot het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (art. 6:24 Voda en toelichting daarop) is om het publiek tot op zekere hoogte waarborg te bieden dat iedere advocaat voldoende verhaal biedt in geval van schade door een beroepsfout. Aan de waarborgfunctie kan worden voldaan door de (vermeend) benadeelde desgevraagd de gegevens van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar te geven, maar ook door de deken als toezichthouder vragen te bevestigen dat verweerders adequaat zijn verzekerd en de claim is gemeld. De betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet brengt voorts mee dat een advocaat jegens de (vermeend) benadeelde helder communiceert na een ingediende claim en een standpunt inneemt over de claim. Dan bestaat geen verplichting de naam van de verzekeraar bekend te maken. Klagers hebben geen aanspraak op de verzekeraar en dienen de advocaat in rechte aan te spreken als deze de claim afwijst. De polisvoorwaarden hebben uitsluitend werking tussen de verzekerde en diens verzekeraar. Als de advocaat klagers wel in het ongewisse laat, bijv. door standpunt over de claim niet kunnen/willen meedelen, verwijzen naar (standpunt van) de verzekeraar, dan is hij om een impasse te voorkomen wel gehouden de gegevens van de verzekeraar aan klagers kenbaar te maken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:191 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/656569 DW RK 18/573

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft klager per e-mail (onomwonden) laten weten dat het beslag zal worden opgeheven en zijn dossier zal worden gesloten, zodra hij de som van € 4.317,86 heeft voldaan. In het kader hiervan is eerst een telefonisch onderhoud geweest. Dan wordt klager geconfronteerd met een openstaand bedrag aan buitengerechtelijke kosten. De kamer is van oordeel, in het belang van alle betrokken partijen, dat het aan de gerechtsdeurwaarder is zich ervan te vergewissen dat geen posten meer openstaan, alvorens hij een dergelijke mededeling doet.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-200

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Gezien de zeer complexe gezondheidsproblematiek van klager kan beklaagde niet tuchtrechtelijk worden verweten dat hij methadon is blijven voorschrijven en het hem samen met klager niet is gelukt het gebruik van methadon door klager geheel af te bouwen, voordat klager naar een andere huisarts overstapte. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:198 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/647271 DW RK 18/233

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing, zonder veroordeling in de kosten van behandeling bij de kamer. Raadpleging van digitaal beslagregister (DBR) brengt de impliciete verplichting met zich mee dat de raadplegende gerechtsdeurwaarder zijn bevindingen meldt, dan wel aan de eerste beslaglegger, dan wel aan de schuldenaar. Vooral in die gevallen waarin de beslagvrije voet van de schuldenaar in het gedrang komt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:218 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190057

    Hoger beroep ingesteld door verweerder tegen gedeeltelijk gegrond verklaarde klacht. Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak door het hof hebben partijen nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn na de zitting schriftelijk door partijen aan het hof bevestigd. Verweerder doet daarbij een aantal toezeggingen en klager geeft aan de klacht alsnog te willen intrekken. Het hof ziet ervan af om de deken te vragen of hij de klacht wenst voort te zetten om redenen van algemeen belang. Het hof vernietigt de beslissing van de raad en verstaat dat op de klacht niet hoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:192 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/656203 / DW RK 18/561

    Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. Klaagster beklaagt zich over de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder de ontruiming van haar woningen heeft aangepakt. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder op verzoek van de executant roerende zaken achtergelaten in een van de woningen, terwijl deze volledig diende te worden ontruimd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:199 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671126 / DW RK 19/456

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich – onder meer – er over dat de gerechtsdeurwaarder het vonnis onrechtmatig heeft betekend. En dat hij de betekening van het vonnis en het proces-verbaal onjuist heeft geverbaliseerd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:68 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/346927 KL RK 18-183 C/05/352053 KL RK 19-50

    1. De klacht is tijdig ingediend en daarom ontvankelijk. 2. De kamer is van oordeel dat een waarnemend kandidaat-notaris in beginsel niet handelt onder de verantwoordelijkheid van de waargenomen notaris. Nu onweersproken is dat de kandidaat-notaris het dossier geheel zelfstandig en niet onder verantwoordelijkheid van de notaris heeft behandeld kan de notaris naar het oordeel van de kamer in dit geval niet - ook niet als werkgever - een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De klacht tegen de notaris zal in zoverre dan ook ongegrond worden verklaard. 3. Uitgangspunt is dat klachten tegen medewerkers van de notaris worden geacht te zijn gericht tegen de notaris, die voor de medewerker verantwoordelijk is. Indien de handelwijze van een medewerker is toe te rekenen aan een bepaald dossier, dat onder de verantwoordelijkheid van een specifieke (kandidaat-)notaris valt, dan dient de klacht te worden beschouwd als te zijn gericht tegen die betrokken (kandidaat-)notaris (uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 november 2010, ECLI:NL:GHAMS: 2010: B06928). 4. ABC-transactie. De kandidaat-notaris had naar het oordeel van de kamer extra alertheid dienen te zijn. Van hem mag verwacht worden dat hij het geheel van de ABC-transactie in ogenschouw neemt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:219 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190082

    Bekrachtiging beslissing raad. Deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-168

    Deels gegronde klacht tegen een KNO arts. Geen aanleiding om vast te stellen dat er bij de operatie fouten zijn gemaakt, dan wel dat er onzorgvuldig of niet volgens de regelen der kunst is gehandeld. Het doorboren van het horizontale kanaal, waarbij het evenwichtsorgaan is geraakt, is aan te merken als een complicatie (en niet als een chirurgische fout). Ook het feit dat beklaagde onder zijn supervisie de AIOS deze operatie gedeeltelijk heeft laten uitvoeren is, gelet op alle omstandigheden, niet onzorgvuldig of verwijtbaar. De gang van zaken rondom het inlichten van klaagster over de opgetreden complicatie is wel onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Beklaagde heeft onvoldoende oog gehad voor de mogelijkheid dat klaagster zich de inhoud van het gesprek direct na de operatie, door de effecten van de narcose, later nauwelijks zou kunnen herinneren. Voorts is er van dit gesprek, noch van enig ander moment waarop klaagster over de complicatie zou zijn ingelicht, enige notitie in het patiëntendossier te vinden. Daarnaast is onvoldoende vastgelegd, dan wel gewaarborgd dat klaagster daadwerkelijk over alle risico’s van de operatie is voorgelicht door beklaagde. Ten slotte was er voor beklaagde reden om op 13 februari 2018 een audiogram te maken, gelet op de complicatie en de klachten van gehoorverlies en de evenwichtsklachten. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:193 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/656077 / DW RK 18/554

    Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. Het uitgangspunt – en helemaal bij de uitvoering van ambtshandelingen – is dat de gerechtsdeurwaarder naar waarheid dient te verklaren. Derden moeten daar immers van op aan kunnen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:213 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180304

    Intrekking klacht wegens schikking. Hof vernietigt raadsbeslissing en verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:188 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam nummer C/13/668214 / DW RK 19/318

    Klacht gegrond. Maatregel: geldboete. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voldaan aan de verplichting uit de Verordening Beroepsstage & Permanente educatie KBvG (artikel 5 lid 1) door niet de vereiste opleidingspunten te behalen binnen het daarvoor aangewezen tijdvak.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:5 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/646910 / DW RK 18/217

    Klager beklaagt zich er onder meer over dat het exploot op een verkeer adres is betekend en de gerechtsdeurwaarder er ten onrechte van uit is gegaan dat hij in gemeenschap van goederen is getrouwd. Het is niet aan de gerechtsdeurwaarder te wijten dat de adresgegevens in de Brp kennelijk onjuist waren. Verder zijn de huwelijkse voorwaarden niet ingeschreven en mag de gerechtsdeurwaarder aannemen dat het huwelijk in gemeenschap van goederen is gesloten (1:116 BW), waardoor alle bezittingen en schulden gemeenschappelijk zijn, dus ook een woning. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:189 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/650739 / DW RK 18/368

    Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing, zonder veroordeling in de kosten voor de behandeling bij de kamer. De gerechtsdeurwaarder heeft met het versturen van zijn reactie aan klager niet voldaan aan het criterium van tijdige beantwoording van brieven.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/669149 / DW RK 19/357

    Beslissing op verzet. Klager heeft niet aangetoond dat geen sprake is van een betalingsachterstand. Verzet ongegrond.