Zoekresultaten 13001-13050 van de 45116 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 035/2018A
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:46
Klacht tegen gz-psycholoog ongegrond. Het college ziet dan ook geen reden om beklaagde te volgen in zijn standpunt dat de WGBO in het onderhavige geval niet van toepassing is. De klacht mist feitelijke grondslag, omdat beklaagde bij brief van 25 januari 2018 aan klager heeft meegedeeld uit wiens behandeldossiers de eerder aan klager verstrekte conceptgegevens afkomstig zijn.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 132/2019
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:47
klacht tegen huisarts, die teveel nadruk zou leggen op psychiatrische ziekte-oorzaken en geen endocrinologisch onderzoek zou laten doen. Bovendien zou hij ten onrechte “Veilig Thuis” hebben ingeschakeld. Het RTG acht de klachten ongegrond. Uit het medisch dossier blijkt dat beklaagde naar zowel lichamelijke als naar eerder gediagnosticeerde psychiatrische klachten keek. Patiënte was reeds gezien in vier universitaire ziekenhuizen. Een noodzakelijke schildklierpunctie was nog niet uitgevoerd omdat die door patiënte als problematisch werd ervaren. Beklaagde heeft juist gehandeld door niet mee te werken aan weer een (door de moeder van patiënte gewenste) ‘second’ opinion, nu deze niet in het belang zou zijn van patiënte. Het melden bij “Veilig Thuis” was voor beklaagde een van de weinige uitwegen om uit de impasse te komen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 125/2019
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:48
klacht tegen psychiater die ten onrechte de diagnose autistische stoornis zou hebben gesteld. Tevens weigert hij deze diagnose uit het medisch dossier te verwijderen. Het RTG acht de klachten ongegrond. Beklaagde heeft deze diagnose niet zelf gesteld. Tevens hoefde hij niet in te gaan op het verzoek deze diagnose uit het dossier te verwijderen, nu het enkel verwijderen van bepaalde woorden de begrijpelijkheid van het medisch dossier kunnen aantasten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:76 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190252
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:76
Klacht over eigen advocaat in een echtscheidingsprocedure. Bekrachtiging beslissing raad. Onzorgvuldig of ondeskundig handelen niet gebleken. Verweerster heeft wel aan kostenbesparing gedaan en klaagster geïnformeerd over het risico van intrekking van de toevoeging in het echtscheidingsgeschil. Klaagster heeft uitdrukkelijk ingestemd met de inzet van verweerster op betalende basis in een kort geding. Van excessief declareren is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:32 Accountantskamer Zwolle 19/1521 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:32
Klacht van de Nba over de toetsing van het kwaliteitsstelsel van een kantoor op grondslag van de Nadere voorschriften kwaliteitssystemen (NVKS). Het kantoor voldoet op organisatieniveau en op opdrachtniveau niet aan de voorschriften die (met toepassing van het verlichte regime) gelden voor een klein kantoor. Hoewel persoonlijke omstandigheden (ziekte) een rol hebben gespeeld is betrokkene als voor het kwaliteitssysteem verantwoordelijke accountant verwijtbaar tekort geschoten. Doorhaling voor de duur van achttien maanden. Daarbij is rekening gehouden met de duur van de periode waarin het stelsel niet op orde is geweest en herstel niet eerder is gerealiseerd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 206/2019
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:49
- Klacht tegen psychiater over afbouwen voorschrijven medicinale cannabis, nu klager niet zonder zou kunnen. Onvoldoende toezicht op (vervangende) medicatie? Geen bewijs dat medicinale cannabis klager helpt. Dat medicatiebeleid wellicht langer ongewijzigd is gebleven, is te wijten aan stagnatie in totstandkoming nieuwe behandeling en kan beklaagde niet worden toegerekend. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:77 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190197
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 07-02-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:77
Klacht tegen advocaat van de wederpartij over het meermalen in procedures onnodig grievend uitlaten door telkens te stellen dat klager een crimineel verleden zou hebben. De raad oordeelde de klacht gegrond, omdat verweerster dit ondanks stelselmatige ontkenning van klager telkens is blijven herhalen. Het hof vernietigt de uitspraak van de raad. Verweerster heeft in meerdere procedures bij verschillende rechters gedurende meerdere jaren drie maal melding gemaakt van het vermeend crimineel verleden van klager. Dat is niet stelselmatig. De uitspraak is bovendien gedaan in een bepaalde context en kan als functioneel worden beschouwd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2020:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-17
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 18-03-2020
- ECLI:NL:TNORDHA:2020:9
Klaagster verwijt de notaris dat zij heeft meegewerkt aan het passeren van de akte van levering op 4 december 2015
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:33 Accountantskamer Zwolle 19/1316 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:33
Klacht na terug verwijzing door het CBb. Betrokkene heeft op een eerste verzoek van de belastinginspecteur aanstonds informatie van een voormalige cliënt aan de belastingdienst verstrekt. Betrokkene heeft dat gedaan omdat die informatie volgens hem al eerder aan de belastingdienst was verstrekt en aangenomen kon worden dat de cliënt daar belang bij had en dat hij daartegen geen bezwaar had. Uit de verklaring van betrokkene volgt dat hij geen besef lijkt te hebben gehad van mogelijke belangen van klager die speelden. Het had op grond van het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid zonder meer op zijn weg gelegen om het verzoek van de inspecteur eerst met klager te bespreken alvorens de informatie te verstrekken.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2020:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-73
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 18-03-2020
- ECLI:NL:TNORDHA:2020:10
Klaagster blijft achter zonder spaartegoed en zonder enige reactie op de bij herhaling door haar (advocaat) gestelde vragen aan de notaris.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 207/2019
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:50
Klacht tegen psychiater over afbouwen voorschrijven medicinale cannabis, nu klager niet zonder zou kunnen. Geen bewijs dat medicinale cannabis klager helpt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2020:1 Kamer voor het notariaat Amsterdam 672376/NT 19-40
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 25-02-2020
- ECLI:NL:TNORAMS:2020:1
Klacht over verlijden van een akte van verdeling nalatenschap en het herhaaldelijk laat of niet reageren van de oud-notaris. De kamer komt tot het oordeel dat klager in het eerste klachtonderdeel niet-ontvankelijk is (vervaltermijn). Het tweede klachtonderdeel is gegrond. De kamer legt de oud-notaris de maatregel van berisping op. In dat oordeel is meegewogen dat de oud-notaris geen inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn gedrag.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:34 Accountantskamer Zwolle 19/1730 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:34
Een accountant had bij de controle van de jaarrekening van een vereniging aandacht moeten besteden aan het ingestelde forensisch accountantsonderzoek naar mogelijke integriteitsproblemen op directieniveau. Ook had hij de uitkomsten van dit onderzoek moeten afwachten. Door dit niet te doen heeft de accountant een onvoldoende professioneel-kritische instelling gehad en heeft hij zijn goedkeurende verklaring gegeven zonder over voldoende en geschikte controle-informatie te beschikken. Daarnaast had de accountant in zijn accountantsverslag duidelijk moeten uitleggen van wie hij de bevestiging had gekregen dat zich geen fraudegevallen zouden hebben voorgedaan. Tot slot heeft de accountant ontoereikende maatregelen getroffen met het oog op zijn onafhankelijkheid, omdat het interim hoofd financiën van de vereniging verbonden was aan zijn accountantskantoor. De klacht is in al haar onderdelen gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2020:2 Kamer voor het notariaat Amsterdam 672375/NT 19-39 672403/NT 19-41
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TNORAMS:2020:2
Klacht over bejegening. Klagers verwijten de kandidaat-notaris dat hij zich in het gesprek dat hij op zijn kantoor met hen heeft gevoerd niet heeft gedragen zoals een notaris betaamt. Zij verwijten de notaris dat zij toen niet heeft ingegrepen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/448
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:54
Klaagster verwijt verweerster dat zij: 1) misleidende informatie heeft gegeven over haar deskundigheid - haar ontbreekt o.a. deskundigheid over ouderverstoting, 2) een onjuiste conclusie/diagnose heeft getrokken en een tunnelvisie had, 3) geen informatie heeft gegeven over het behandeldoel en de behandeling, 4) geen neutrale houding naar klaagster als ouder heeft gehad, 5) niet professioneel is omgegaan met klachten, 6) privacy van klaagster heeft geschonden en 7) niet heeft zorggedragen voor een doorverwijzing. Dit alles met gevolg dat het contact tussen klaagster en haar dochter niet is hersteld c.q. de behandeling is mislukt. Verweerster vindt het spijtig voor klaagster en haar dochter dat de gesprekken niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Dat betekent volgens verweerster niet (per definitie) dat dat aan de therapeut te wijten is. Verweerster verzoekt de klacht als ongegrond te verklaren en heeft ten aanzien van de decursus een beroep gedaan op artikel 67 lid 3 Wet BIG. Ongegrond
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:35 Accountantskamer Zwolle 19/1695 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-04-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:35
Klacht over accountant die als bindend adviseur is opgetreden. Tuchtprocedure is in beginsel niet bedoeld om inhoud, wijze van totstandkoming en/of gezag van een bindend advies ter discussie te stellen. Tuchtrechtelijk ingrijpen is alleen aan de orde in uitzonderlijke gevallen. Daarvan is in dit geval niet gebleken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:70 Raad van Discipline Amsterdam 20-097/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:70
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:64 Raad van Discipline Amsterdam 19-582/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:64
Gegronde klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door als jurist namens de stichting met klager gesprekken te voeren die hebben geleid tot de opdrachtovereenkomst en vervolgens als advocaat/gemachtigde tegen klager is opgetreden in de procedure bij de rechtbank. Hiermee heeft verweerder de kernwaarde integriteit geschonden. Verder heeft verweerder zich in zijn conclusie van antwoord ongepast en onnodig grievend over klager uitgelaten en stemt de inhoud van de conclusie van antwoord die verweerder bij de rechtbank heeft ingediend niet overeen met de feitelijke gang van zaken. Aldoende heeft verweerder als advocaat gemachtigde van zijn cliënt voor wie hij eerder werkzaam was, de rechtbank bewust foutief geïnformeerd terwijl hij wist althans behoorde te weten dat het verweer van zijn cliënte in strijd was met de feitelijke gang van zaken. Voorwaardelijke schorsing van vier weken en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:69 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-528
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 05-02-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:69
Voorzittersbeslissing. Verweerster is, na onttrekking van mr. Z wegens mogelijke belangenverstrengeling jegens klager, de opvolgend advocaat van de wederpartij van klager in een familiegeschil. Naar het oordeel van de voorzitter valt niet in te zien waarom verweerster niet zou mogen samenwerken met mr. Z of andere advocaten en hulpverleners in pilots. Niet is gebleken dat in het kader daarvan door verweerster vertrouwelijke informatie over klager is gedeeld of dat zij zich anderszins zich jegens klager schuldig heeft gemaakt aan een handelen dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarnaast mocht zij als partijdig advocaat procedures jegens klager opstarten zoals gedaan. Niet is gebleken dat door de verstrekking van de BSN nummers van klager en haar cliënte aan overheidsinstanties verweerster daarmee derden heeft gemanipuleerd of op enigerlei wijze heeft misleid ten nadele van klager. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/435
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:49
Klager verwijt de huisarts dat hij 1) een neusspray heeft voorgeschreven en klager niet verwezen heeft naar het ziekenhuis voor een neusoperatie, 2) een onjuiste verklaring naar het ziekenhuis heeft gestuurd, 3) geen hulp wilde bieden bij het opstellen van een brief in het kader van een hoger beroepszaak en 4) dat hij een gesprek abrupt heeft gestopt, agressief was en heeft gezegd dat klager een andere huisarts moest zoeken. De huisarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-180
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 30-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:63
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Gedragsregel 21 lid 3. Verweerster mocht afgaan op het digitale roljournaal van de rechtbank. Daaruit blijkt niet dat de zaak al voor uitspraak stond op het moment dat verweerster haar akte bij de rechtbank indiende. Hoewel het beter was geweest als verweerster na ontvangst van het verzoek van klagers advocaat om haar akte in te trekken bij de rechtbank had geïnformeerd naar de stand van zaken en naar de mogelijkheid om nog stukken in te dienen, heeft verweerster, door dit na te laten, niet klachtwaardig gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:71 Raad van Discipline Amsterdam 20-115/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:71
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Klager heeft op geen enkele manier onderbouwd dat verweerster zich bewust heeft laten inhuren om het proces te vertragen ten faveure van haar factureringsbeleid.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:65 Raad van Discipline Amsterdam 20-090/A/A 20-091/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:65
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaten van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweersters feiten hebben geponeerd die niet juist zijn. Het stond verweersters verder vrij om te reageren op het wrakingsverzoek van klagers.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:70 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-496
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:70
voorzittersbeslissing over de eigen advocaat in een familierechtelijk geschil. Naar het oordeel van de voorzitter is onder meer niet gebleken dat verweerster onvoldoende met klaagster heeft gecommuniceerd of haar onjuist heeft voorgelicht over gefinancierde rechtsbijstand. De vermeende onheuse bejegening is niet komen vast te staan. De klacht over een privé-gedraging van verweerster valt buiten het tuchtrecht. Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/467
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:50
De IGJ verwijt de verpleegkundige dat hij zijn professionele grenzen als verpleegkundige heeft overschreden door tijdens de behandelrelatie een persoonlijke relatie aan te gaan, welke relatie kort na de opname van cliënte uitmondde in een seksuele relatie. De IGJ verwijt de verpleegkundige een beperkt inzicht in zijn handelen. De verpleegkundige heeft erkend en heeft spijt, maar dat hem een beperkt inzicht wordt verweten is volgens de verpleegkundige een verkeerde voorstelling van zaken en er bestaat ook geen risico op herhaling. Gegrond, schorsing
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:64 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-213
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 27-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:64
De klacht tegen verweerster over haar optreden in het familiegeschil van klaagster is grotendeels niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de driejaarstermijn (art. 46g lid 1 sub a Aw). De klacht over de mogelijkheden tot het aanvragen van een toevoeging voor klaagster is tijdig ingediend maar ongegrond. Weliswaar is een advocaat bij aanvang, en waar nodig tussentijds, gehouden om de mogelijkheden voor een toevoeging met de cliënt te bespreken, maar op een advocaat rust geen verplichting om met de cliënt de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand voor toekomstige zaken te bespreken. Ter zake valt verweerster tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:72 Raad van Discipline Amsterdam 19-844/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:72
Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Volgens klager heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan corruptie en heeft verweerder samengewerkt met de (advocaat van de) wederpartij van klager, de werkgever. Daarvan is echter niets gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:66 Raad van Discipline Amsterdam 20-092/A/NH
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:66
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerder in zijn pleitnota feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of had kunnen weten dat die onjuist waren, heeft klager tegenover het verweer van verweerder onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/408
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:51
Klager verwijt de oogarts dat hij onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en niet goed heeft geluisterd naar (de klachten van) klager. Klager heeft twee weken na het betreffende consult gebeld in verband met een verandering van het klachtenpatroon. Klager verwijt de oogarts dat hij toen pas een week later in zijn oogcentrum kon komen voor nader onderzoek, met alle gevolgen van dien. De oogarts heeft verweer gevoerd en verzoekt de klacht als (kennelijk) ongegrond af te wijzen. Gegrond, maatregel
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-224
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 27-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:65
De raad oordeelt de klachten tegen verweerder als advocaat van de wederpartij van klagers deels niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de driejaarstermijn (art. 46g lid 1 sub a Aw), voor het overige ontvankelijk. Verweerder kan tuchtrechtelijk niet worden aangerekend dat zijn cliënten klaarblijkelijk hebben nagelaten aan de vonnissen jegens klagers te voldoen en hem geen opdracht hebben gegeven tot het doen opheffen van de gelegde beslagen. Als partijdig advocaat mocht verweerder de standpunten in de procedures innemen van zijn cliënten zoals door hem gedaan op basis van de hem verstrekte informatie, terwijl klagers zich tegen in hun ogen onjuiste standpunten hadden kunnen verweren. Verweerder heeft in strijd met Regel 12 (gedragsregels 1992) gehandeld door middels overlegging van een getuigenverklaring in een procedure citaten uit confraternele correspondentie, zonder overleg met de advocaat van klagers noch met de deken, aan de rechter te overleggen. Daardoor heeft verweerder meegewerkt aan het openbaar maken van confraternele correspondentie. Dat zijn cliënt dat hem heeft verzocht, doet aan het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter niet af. In zoverre gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2020:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-18 en 19-19
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 12-02-2020
- ECLI:NL:TNORDHA:2020:8
Ingevolge de Wet op het notarisambt heeft klaagster een onderzoek ingesteld naar het handelen van de notarissen. Zij zijn notaris bij [M]. [M] is een vennootschap, waarin de praktijkvennootschappen van drie notarissen en vijftien advocaten deelnemen en samenwerken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:67 Raad van Discipline Amsterdam 20-094/A/NH
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:67
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het is inherent aan een gerechtelijke procedure dat de standpunten van de verschillende partijen uiteen lopen. Dit betekent echter niet dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat die onjuist waren.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/291
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:52
Klaagster verwijt verweerster dat zij te laat heeft doorverwezen naar de kaakchirurg en heeft ten onrechte twee botstukken verwijderd. Ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:66 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-396
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 09-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:66
Verweerster is ernstig tekortgeschoten in haar zorg jegens haar cliënte in het familiegeschil. Na ontvangst van de beschikking van het gerechtshof heeft verweerster geen actie ondernomen om het gerechtshof te verzoeken om een duidelijke kennelijke rekenfout in de alimentatie te laten herstellen. Evenmin heeft verweerster op deskundige wijze meteen na ontvangst van de beschikking aan klaagster uitgelegd wat daarvan voor haar de gevolgen waren. Als gevolg hiervan is klaagster, door haar eigen uitleg van de beslissing, ernstig in de financiële problemen terecht gekomen. Ondanks haar toezegging dan om een gedegen cassatieadvies in te winnen, is verweerster ook op dat punt tekortgeschoten in haar zorg jegens klaagster en heeft de cassatietermijn laten verlopen. Verweerster heeft klaagster ernstig aan haar lot overgelaten, ook bij de schadeclaim van klaagster, terwijl juist een advocaat hulp moet bieden bij het oplossen van dergelijke problemen. Tijdens de zitting heeft verweerster bij de raad bovendien niet de indruk gewekt op de hoogte te zijn van alle juridische mogelijkheden in dit soort zaken, wat de raad zorgelijk vindt. De raad spreekt uit dat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld jegens klaagster ex artikel 48 lid 9 Advocatenwet. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:68 Raad van Discipline Amsterdam 20-095/A/NH
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:68
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De door verweerder gekozen bewoordingen in zijn e-mail aan klager zijn niet onnodig grievend. Ook is niet gebleken dat er onjuiste feiten in staan. Dat verweerder is vergeten om de bijlagen bij zijn e-mail te voegen is, los van de vraag of dit opzettelijk is gebeurd, niet iets wat hem tuchtrechtelijk kan worden verweten.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:62 Raad van Discipline Amsterdam 19-707/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:62
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Het dreigen met informeren van de werkgever van klager is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het onjuist informeren van de rechtbank over niet bestaande rapporten van deskundigen is klachtwaardig. Schending kernwaarde integriteit. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/017
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:53
Klager heeft een klacht ingediend tegen de voorzitter van de klachtencommissie van een beroepsvereniging (aangeklaagde). Klager stelt dat aangeklaagde geen correcte, deugdelijke en volledige klachtenprocedure heeft gevoerd, waarbij klager informatie is onthouden en door hem ingebrachte informatie is achtergehouden. Klager stelt dat de klachtbehandeling een totale amateuristische bestuurlijke chaos is en betwist de naar eigen zeggen ondeskundige en onwaarachtige uitspraak van de klachtencommissie, die door aangeklaagde als voorzitter is ondertekend. Omdat een verweer van de zijde van aangeklaagde niet tot een ander oordeel kan leiden, heeft de voorzitter geen aanleiding gezien om de voorzitter om een reactie op de klacht te vragen. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-709
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 09-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:67
Klager heeft verweerder verzocht om de eerder vastgestelde kinderalimentatie te herberekenen. Vast staat dat verweerder kort daarna onvoldoende heeft gecommuniceerd met de advocaat van de wederpartij van klager over zijn gewijzigde kantooradres en kennelijk ook niet heeft gezorgd voor doorzending door zijn voormalige kantoor van aan hem gerichte correspondentie naar zijn huidige kantoor. Naar het oordeel van de raad heeft het handelen van verweerder voorts niet voldaan aan de van hem te verwachten kwaliteitseisen omdat hij klager ondeskundig, op basis van zijn onjuiste berekening, heeft geadviseerd geen wijzigingsverzoek van kinderalimentatie in te dienen. Of sprake is van een gemaakte beroepsfout door verweerder is een civiel geschil. Als onbetwist staat wel vast dat verweerder herhaaldelijk heeft toegezegd aan klager om met een passend voorstel te komen om de door klager beweerdelijk geleden schade te compenseren, maar dat hij maanden later nog steeds geen voorstel aan klager niet heeft gedaan. Verweerder lijkt weg te lopen voor zijn verantwoordelijkheid als advocaat. Hij heeft noch bij de deken noch bij de raad een toelichting gegeven over de redenen van zijn mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbare handelen. Dit is voor de raad een zorgelijke ontwikkeling. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:69 Raad van Discipline Amsterdam 20-096/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:69
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/32 en 33
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:10
Klaagster verwijt de twee notarissen dat zij “op zichzelf dan wel gezamenlijk” partijdig en onzorgvuldig hebben gehandeld bij het opstellen van de (concept-)akte(s) van verdeling met betrekking tot de woning van haar en haar ex-partner. De klacht valt uiteen in verschillende onderdelen. Klaagster verwijt de notarissen onder meer dat hun kantoor de door de ex-partner gegeven opdracht tot het opstellen van de concept-akte van verdeling heeft aangenomen, terwijl in de door klaagster en de ex-partner getekende en bij de medewerker van de notarissen bekend zijnde vaststellingsovereenkomst de afspraak is neergelegd dat klaagster de notaris mocht aanwijzen die de akte van verdeling zou passeren. De kamer is van oordeel dat de medewerker bekend, dan wel redelijkerwijs bekend had kunnen en moeten zijn, met deze afspraak. Het had daarom op de weg van de medewerker gelegen om bij klaagster te verifiëren of zij akkoord ging met opdrachtverlening aan het notariskantoor. Door dit niet te doen, heeft de medewerker niet op de juiste wijze gehandeld. Zijn handelwijze wordt aan de notarissen toegerekend. Dit klachtonderdeel wordt daarom jegens beide notarissen gegrond verklaard. Verder verwijt klaagster de notarissen dat zij niet is geïnformeerd over de aanvang van de werkzaamheden, dat zij niet is geraadpleegd over de inhoud van de door de medewerker opgestelde concept-akte van verdeling en de medewerker haar de eerste concept-akte niet heeft toegezonden. De kamer is van oordeel dat de handelwijze van de medewerker met betrekking tot de aanvang van de werkzaamheden en de eerste concept-akte niet correct is geweest. Hij had naast de ex-partner ook klaagster, die mede-eigenaar was van de te verdelen woning, moeten informeren over de aanvang van de werkzaamheden. De medewerker had de eerste concept-akte bovendien niet alleen aan de ex-partner, maar gelijktijdig ook aan klaagster moeten toesturen. De handelwijze van de medewerker wordt aan de notarissen toegerekend. Ook dit klachtonderdeel wordt jegens beide notarissen gegrond verklaard. Klaagster verwijt notaris 2 dat de medewerker de eerste concept-akte aan de ING Bank heeft verzonden, terwijl deze concept-akte niet naar klaagster is gezonden en haar ook geen toestemming is gevraagd om deze concept-akte aan de bank te sturen. De kamer is van oordeel dat de medewerker niet op de juiste wijze heeft gehandeld en dit wordt aan notaris 2 toegerekend. Het klachtonderdeel zal in zoverre jegens notaris 2 gegrond worden verklaard. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard. Aan beide notarissen wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:63 Raad van Discipline Amsterdam 19-732/A/A
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 23-03-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:63
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Partijen bestoken elkaar over en weer met procedures en de raad kan niet vaststellen dat dit specifiek aan de handelwijze van verweerster is te wijten. Klager heeft geen rechtstreeks belang bij het klachtonderdeel over het handelen van verweerster in strijd met de regels van de Raad voor Rechtsbijstand. Dit betreft een algemeen belang waarover alleen de deken een klacht kan indienen. Klacht ongegrond en voor een deel niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:68 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-710 19-759
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 09-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:68
Dekenbezwaren. De raad is van oordeel dat verweerder in strijd met Regel 29 (gedragsregels 2018) heeft gehandeld door de deken in twee verschillende klachtonderzoeken niet de nodige informatie te verschaffen. Door ook geen verweer te voeren bij de raad lijkt verweerder zijn verantwoordelijkheid als advocaat te ontlopen. Dat is een ernstige en zorgelijke gang van zaken voor een advocaat. Op grond hiervan is de raad van oordeel dat aan verweerder in beide dekenbezwaren samen één maatregel moet worden opgelegd, namelijk een schorsing van vier weken in de uitoefening van zijn praktijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/016
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:48
Klager heeft een klacht ingediend tegen de voorzitter van een beroepsvereniging (aangeklaagde). Klager stelt dat aangeklaagde de verantwoordelijkheid heeft voor een goede beroepsuitoefening en verwijt aangeklaagde dat deze tekort geschoten is om deze doelstelling te realiseren en te bewaken. Ook draagt aangeklaagde volgens klager de verantwoordelijkheid voor langdurig en collectief medisch falen van aangesloten leden. De voorzitter heeft beslist dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is. Omdat een verweer van de zijde van aangeklaagde niet tot een ander oordeel kan leiden, heeft de voorzitter geen aanleiding gezien om de voorzitter om een reactie op de klacht te vragen. Niet-ontvankelijk
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:24 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675142 / DW RK 19/601
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:24
Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder de aan haar gedane contante betalingen blijft ontkennen, ondanks de verklaring van de hulpofficier van justitie. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/678194 / DW RK 20/14
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:25
Beslissing op verzet. Verschoonbare termijnoverschrijding. Het had op de weg van de gerechtsdeurwaarders gelegen om klaagster (nogmaals) in de gelegenheid te stellen om tot betaling van de restantvordering over te gaan, nadat het beslag op het inkomen van haar ex-partner was mislukt. Door gelijk over te gaan tot het leggen van beslag op de bankrekening van de ex-partner van klaagster zijn de kosten opgelopen. Deze kosten hadden eventueel voorkomen kunnen worden als klaagster nogmaals was aangeschreven. Verzet en klacht gegrond. Maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/662283 DW RK 19/91
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:26
De gerechtsdeurwaarder heeft ondanks het betalingsvoorstel van klaagster beslag onder de Belastingdienst gelegd. Niet duidelijk is geworden of de gerechtsdeurwaarder iets met het betalingsvoorstel van klaagster heeft gedaan. Verder is ten onrechte geen beslagvrije voet toegepast bij het beslag. De klacht is op deze onderdelen gegrond, voor het overige ongegrond. Maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/673442 / DW RK 19/544
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:27
Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/51
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:7
De klacht bestaat uit vier onderdelen. De notaris voert aan dat klager oneigenlijk gebruikmaakt van het tuchtrecht en klager daarom niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in zijn klacht. De kamer volgt de notaris niet in zijn verweer. Het doet er namelijk niet toe wat de uiteindelijke beweegreden van klager is geweest om de onderhavige klacht in te dienen. De notaris voert ook aan dat klager te laat is met klagen voor zover het de klachtonderdelen 1 tot en met 3 betreft. Naar het oordeel van de kamer is alleen klachtonderdeel 1 te laat ingediend en is klager dus niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel. Klachtonderdeel 2 houdt het verwijt in dat de notaris de gelden, die voor de transacties met betrekking tot het kasteel en de inboedel door de koper op de derdengeldenrekening van de notaris waren gestort, heeft aangewend voor de aankoop van een ander pand door de koper. Volgens klager heeft de notaris hiermee het gezamenlijk passeren van de leveringsakten met betrekking tot het kasteel en de inboedel vertraagd en uiteindelijk onmogelijk gemaakt. De kamer is van oordeel dat de koper de notaris de opdracht mocht geven een deel van haar vermogen dat op zijn derdengeldenrekening stond, aan te wenden voor een onroerend goedtransactie met een derde. De notaris had op dat moment geen andere belangen in het oog te houden dan die van de koper en die derde. Klachtonderdeel 2 wordt dus ongegrond verklaard. Klachtonderdeel 3 houdt het verwijt in dat de notaris de door koper getekende koopovereenkomst roerende zaken niet heeft laten tekenen door klager, terwijl volgens klager al vanaf 6 juni 2016 sprake was van een perfecte koopovereenkomst. Los van de vraag of sprake is van een perfecte koopovereenkomst, staat volgens de kamer vast dat de koper en klager waren overeengekomen dat er een inboedellijst aan de koopovereenkomst moest worden gehecht. Ook staat vast dat de notaris klager in 2016 herhaaldelijk heeft gevraagd om de inboedellijst en dat de notaris pas op 25 februari 2017 voor het eerst een inboedellijst heeft ontvangen van klager. Naar het oordeel van de kamer kon de notaris in ieder geval vóór 25 februari 2017 dus niet anders dan klager de koopovereenkomst niet te laten tekenen. Verder staat vast dat de koper aan de notaris heeft laten weten niet met de door klager op 27 februari 2017 toegezonden inboedellijst in te stemmen. Klager en de notaris verschillen echter van mening over de vraag of het ontbreken van overeenstemming over de inboedellijst meebrengt dat de koopovereenkomst met betrekking tot de inboedel niet perfect is. De kamer is van oordeel dat deze discussie niet dient plaats te vinden in onderhavige tuchtprocedure. De beantwoording van de vraag of sprake is van een perfecte overeenkomst met betrekking tot de inboedel is voorbehouden aan de civiele rechter. Klachtonderdeel 3 wordt ongegrond verklaard. In klachtonderdeel 4 verwijt klager de notaris dat hij de levering van het kasteel heeft losgekoppeld van de levering van de inboedel en dat de notaris geen actie heeft ondernomen om de positie van klager ten aanzien van de verkochte inboedel veilig te stellen. De kamer is van oordeel dat de notaris de belangen van klager voldoende in het oog heeft gehouden. Klachtonderdeel 4 wordt daarom ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGDKG:2020:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/664938 DW RK 19/187
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 24-03-2020
- ECLI:NL:TGDKG:2020:28
De vordering betreffende een restschuld van een hypothecaire lening is middels aanmaningsbrieven gestuit . De gerechtsdeurwaarder heeft meerdere malen niet binnen een redelijke termijn op e-mails heeft gereageerd, dan wel pas nadat een rappel aan de gerechtsdeurwaarder is verzonden. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping en veroordeling proceskosten.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/52
- Datum publicatie: 01-04-2020
- Datum uitspraak: 16-03-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:8
Het eerste klachtonderdeel betreft de vraag of de notaris voldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader en of zij voldoende heeft gewaarborgd dat vader zijn wil op onafhankelijke wijze - zonder beïnvloeding van derden - aan de notaris heeft kunnen overbrengen. Vast staat dat (het vermogen van) vader niet onder bewind of curatele was gesteld, zodat het hem in beginsel vrij stond rechtshandelingen te verrichten. Hoewel vader destijds op leeftijd was, is het de notaris niet gebleken dat hij daardoor niet in staat was om zijn wil te bepalen. De kamer heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de notaris. De notaris heeft voldoende naar voren gebracht dat zij de wilsbekwaamheid van vader heeft beoordeeld en dat er geen indicatoren waren die aanleiding vormden voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. De kamer is van oordeel dat de notaris in de gegeven situatie voldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van vader. In verband met de vraag of de notaris (ook) voldoende alert is geweest op de mogelijkheid van beïnvloeding van vader door de broer en de zus, overweegt de kamer dat het tot de kernverantwoordelijkheid van een notaris behoort om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van degene die een testament maakt. Een notaris dient dan ook al het nodige te doen om zich ervan te vergewissen dat de betrokkene bij het vormen en uiten van zijn of haar wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed door (de aanwezigheid van) een derde. Een notaris heeft de vrijheid om te bepalen op welke wijze hij/zij uitvoering geeft aan deze verantwoordelijkheid. De kamer is van oordeel dat de notaris in de gegeven omstandigheden een voldoende zorgvuldige invulling heeft gegeven aan haar taak om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming. Daarbij overweegt de kamer dat niet aannemelijk is geworden dat vader door enige beïnvloeding niet meer in staat zou zijn geweest zelfstandig zijn wil te bepalen. Klachtonderdeel 1 wordt daarom ongegrond verklaard. Het tweede klachtonderdeel houdt het verwijt in dat de notaris heeft geweigerd om antwoord te geven op de door de gemachtigde van klaagster tijdens een bespreking gestelde vragen. Omdat de notaris naar het oordeel van de kamer niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zich op haar geheimhoudingsplicht te beroepen, heeft de kamer klachtonderdeel 2 ook ongegrond verklaard
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 260
- Pagina: 261
- Pagina: 262
- ...
- Pagina: 903
- Volgende pagina zoekresultaten