Zoekresultaten 4351-4400 van de 4546 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:195 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-609/DH/A/W
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:195
Wraking kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-958/DH/DH
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:196
Ontvankelijkheid verzet.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:150 Hof van Discipline 's Gravenhage 220116
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:150
Klacht over eigen advocaat via FNV. Beroep ingesteld door verweerster tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen en opgelegde maatregel (waarschuwing). De raad heeft geoordeeld dat verweerster de conclusie heeft mogen trekken dat er geen vertrouwensbasis meer tussen haar en klager was. Omdat hiertegen geen beroepsgrond is ingediend door klager staat dit oordeel in hoger beroep vast. Dit betekent dat ook het hiermee samenhangende klachtonderdeel d) ongegrond had moeten worden verklaard. Anders dan de raad is het hof daarnaast van oordeel dat verweerster niet gehouden was klager bij het beëindigen van de opdracht erop had moeten wijzen dat hij in geval van rechtsbijstand buiten FNV mogelijk voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking zou kunnen komen. Het voert verder te ver om in zijn algemeenheid aan te nemen dat een advocaat ook moet wijzen op alternatieven voor zijn (verdere) rechtsbijstand en de financiering daarvan. De beroepsgronden van verweerster slagen. De door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen worden alsnog ongegrond verklaard. Vernietiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:151 Hof van Discipline 's Gravenhage 220139
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:151
Klacht tegen deken. De raad achtte klaagster ontvankelijk in haar klacht en verklaarde de klacht ongegrond. De deken die de klacht heeft behandeld, heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het beroep is gericht tegen het oordeel van de raad over de ontvankelijkheid van klaagster en is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen over de situatie waarin een klager niet tijdig het griffierecht heeft voldaan en vervolgens een nieuwe klacht indient die ziet op hetzelfde feitencomplex. De deken stelt dat, omdat de huidige klacht betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex, de raad klaagster niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Het hof oordeelt dat voor dit standpunt geen steun te vinden is in de Advocatenwet of de bijbehorende wetsgeschiedenis. In geval de wetgever aan het niet (tijdig) betalen van het griffierecht het verval van het klachtrecht had willen verbinden had het op de weg van de wetgever gelegen dat uitdrukkelijk te bepalen. Daarvan is geen sprake. Van een eerder genomen tuchtrechtelijke eindbeslissing is geen sprake. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:191 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-047/DH/RO
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:191
Verzet niet-ontvankelijk, want te laat ingediend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:152 Hof van Discipline 's Gravenhage 220162
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:152
Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft vanuit religieuze overwegingen en vanuit de rol die hij in de tempel vervulde met klager gesproken. Klager heeft zeer persoonlijke en daarmee vertrouwelijke informatie met verweerder gedeeld over de huwelijksproblemen tussen klager en zijn toenmalige echtgenote. Verweerder heeft klager geadviseerd zijn huwelijk niet op het spel te zetten. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij de echtgenote van klager één of twee dagen later als advocaat te gaan bijstaan. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-094/DH/DH
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:192
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:49 Accountantskamer Zwolle 23/16 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:49
Klacht tegen een voormalig bestuurder van een accountantskantoor. Betrokkene heeft aan de financierende bank en aan de Raad van Commissarissen halfjaarcijfers 2019 en 2020 verschaft, welke cijfers op onderdelen onderling afwijken en afwijken van de cijfers in de interne administratie. De post belastingen in de halfjaarcijfers 2020 ontbeert een deugdelijke grondslag wat noodzakelijkerwijs betekent dat ook een of meer andere posten in die cijfers geen deugdelijke grondslag hebben. Betrokkene is zonder toestemming van de Raad van Commissarissen twee nieuwe financieringsarrangementen aangegaan. De maatregel van berisping wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1757
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:130
Klacht tegen orthopedisch chirurg. Bij klaagster werd na een val een wervelbreuk vastgesteld. De orthopedisch chirurg heeft in opdracht van de rechtsbijstandsverzekering van klaagster een expertiserapport uitgebracht ter beantwoording van de vraag of sprake is geweest van medisch onzorgvuldig handelen met betrekking tot de wervelbreuk. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte en valse rapporten heeft overgenomen uit het dossier van het ziekenhuis. Ook verwijt zij de orthopedisch chirurg dat hij niet heeft gereageerd op klaagsters sommatie om bewijs te leveren van de stelling dat zij aan de poliomyelitis uit haar jeugd klachten en/of afwijkingen had overgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1809
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:131
Klacht tegen psychiater. Klager is beroepschauffeur en rijdt op een vrachtwagen. De psychiater heeft klager op verzoek van het CBR onderzocht in het kader een psychiatrische keuring ten behoeve van een rijbewijsverlenging. Op grond van het keuringsrapport is klager niet rijgeschikt verklaard. Klager verwijt de psychiater onder meer dat het onderzoek onterecht en zonder zijn medeweten en instemming is uitgebreid naar een alcoholonderzoek en dat de psychiater te veel waarde heeft gehecht aan de uitkomsten van het bloedonderzoek (CDT-waarde). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht (deels) gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht alsnog ongegrond en verstaat dat de waarschuwing is komen te vervallen. Alles overziend is het CTG van oordeel dat ook als de psychiater kennis had gedragen van het feit dat klager ten tijde van het onderzoek vakantie had en daarom sprake was van een hoger alcoholgebruik dan normaal (maar zij was daarvan niet op de hoogte), dit niet noodzakelijkerwijs tot een ander advies had geleid.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730665 / DW RK 23/80 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:64
Beslissing op verzet. Klager betwist de vordering. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1792
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:132
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. In februari 2018 heeft de orthopedisch chirurg bij klaagster een heupprothese geplaatst. Nadien is klaagster meerdere malen ter controle gezien en onderzocht wegens aanhoudende pijnklachten. Op 2 maart 2020 heeft een arthrogram plaatsgevonden. De radioloog concludeerde dat er geen argumenten voor loslating waren. Klaagster heeft zich voor een second opinion gewend tot een ander ziekenhuis. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij de heup niet goed heeft geplaatst. Na de operatie kwam er veel wondvocht vrij. Bovendien hield zij klachten. Een verbetering deed zich niet voor. In december 2021 is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster heeft het idee dat er te veel mensen in opleiding bij de operatie aanwezig waren en dat de orthopedisch chirurg haar aandacht er niet goed bij heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-519/DH/DH
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:189
Voorzittersbeslissing. Klacht over de (voormalige) eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Niet op te maken dat de beantwoording van vragen door verweerster onjuist is of dat klaagster opzettelijk in diskrediet is gebracht. Verweerster hoefde aan haar persoonlijk gerichte e-mail niet aan voormalige cliënt door te sturen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731087 / DW RK 23/92 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:65
Beslissing op verzet. Eerder over hetzelfde feitencomplex geklaagd en daarnaast over een periode van meer dan drie jaar geleden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-500/DH/DH
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:190
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Geheimhoudingsplicht is gericht op advocaat-cliënt-relatie. Klager was geen cliënt van verweerster, zodat de geheimhoudingsplicht niet is geschonden. Verweerster kon in het belang van haar cliënt de medische klachten van klager en de persoon die hij bijstond betwisten. Verweerster hoefde een brief niet ook aan klager te sturen, omdat hij op dat moment de geadresseerde niet meer bijstond. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/715507 / DW RK 22/121 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:66
Klaagster stelt dat de gerechtsdeurwaarder zonder recht of titel handelt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/715508 / DW RK 22/122 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:67
Klager beklaagt zich over het gelegde bewijsbeslag en is van mening dat de gerechtsdeurwaarder niet onpartijdig en onafhankelijk is. Klager stelt verder dat de gerechtsdeurwaarder haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:224 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-628/AL/MN
- Datum publicatie: 12-09-2023
- Datum uitspraak: 21-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:224
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klaagster maakt verweerder verschillende verwijten. Klaagster stelt onder meer dat verweerder zijn vordering niet (voldoende) heeft onderbouwd en ook heeft geweigerd om deze desgevraagd te onderbouwen. De raad constateert dat de vordering wel is onderbouwd. Het staat verweerder – als advocaat van de wederpartij van klaagster – in beginsel vrij om die vordering te onderbouwen op de wijze die hem goeddunkt. Klaagster heeft daar in de onderliggende procedure verweer tegen kunnen voeren. Het is niet aan de tuchtrechter om over die vordering een oordeel te geven. Verder is verweerder niet gehouden om op nadere vragen van klaagster over de vordering een reactie te geven. De raad concludeert daarom dat van enig tuchtrechtelijk handelen door verweerder niet is gebleken. De overige verwijten zijn niet vast komen te staan en daarom ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:225 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-657/AL/MN
- Datum publicatie: 12-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:225
Uit de stukken is de raad gebleken dat klager schriftelijk heeft ingestemd met het uurtarief van verweerder. Dat in afwijking daarvan mondeling een prijsafspraak voor een maximum aantal uren tegen een vast bedrag is gemaakt, is niet komen vast te staan. Nu sprake is geweest van reguliere werkzaamheden tegen een vastgesteld uurtarief met instemming van klager kan van gebrekkige communicatie daarover of van het beschamen van het vertrouwen van klager of misleiding geen sprake zijn geweest. Verweerder is meer dan coulant geweest om met klager tot een oplossing te komen en eerst zelf en later via een deurwaarder alsnog met klager een betalingsregeling af te spreken. Evenmin is de raad gebleken van gebrekkige communicatie of van onredelijke onbereikbaarheid van de kant van verweerder. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5322
- Datum publicatie: 12-09-2023
- Datum uitspraak: 12-09-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:211
Kennelijk ongegronde klacht tegen een uroloog. Bij klager is een frenulumplastiek uitgevoerd door de uroloog. Klager verwijt de uroloog onder andere dat hij klager tijdens de operatie heeft gedwongen om te kijken, terwijl klager uitdrukkelijk kenbaar maakte dat hij dat niet wilde en dat hij niet naar de klachten van klager heeft geluisterd nadat de wond niet goed was geheeld. Het college onderschrijft dat het laten meekijken van een patiënt aan het einde van de ingreep – voordat de wond verbonden wordt - binnen de beroepsgroep gebruikelijk is, en ook nodig om ervoor te zorgen dat de patiënt goed voorbereid is op wat hij eenmaal thuis kan verwachten. Het college kan niet vaststellen dat de uroloog daarbij dwang heeft gebruikt. Verder is het college van oordeel dat de uroloog het genezingsproces adequaat heeft beoordeeld, voldoende aandacht heeft gehad voor de klachten van klager en hem daarbij correct heeft geadviseerd. Tijdens de controleafspraken stond de wondgenezing centraal en midden in het genezingsproces kan niet vooruit worden gelopen op het eindresultaat van de frenulumplastiek en de uiteindelijke conditie van de voorhuid. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:226 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-982/AL/MN
- Datum publicatie: 12-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:226
Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. De wijze waarop verweerder zich in zijn processtukken zonder enige nuancering over klager heeft uitgelaten, is onnodig grievend. Het ging om een vermoeden van zijn cliënten waarvoor geen bewijs aanwezig was en bovendien betrof het een ernstige beschuldiging. Daarbij bestond er ook geen noodzaak om dit vermoeden als een vaststaand feit te poneren. Verweerder had onder die omstandigheden meer distantie moeten houden door er consequent bij te vermelden dat het een vermoeden van zijn cliënten betrof. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:227 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-917/AL/GLD
- Datum publicatie: 12-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:227
De raad heeft geoordeeld dat verweerster haar cliënte volstrekt onvoldoende heeft geïnformeerd over de zaak en heeft werkzaamheden verricht die in onvoldoende verband stonden met de opdracht en zonder haar cliënte daarvan op de hoogte te stellen. De raad rekent dat verweerster zwaar aan. Gelet op de ernst van dit handelen, acht de raad de oplegging van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken passend en geboden. De raad ziet gelet op de mate waarin verweerster jegens klaagster is tekortgeschoten, het feit dat verweerster haar hierboven genoemde werkzaamheden (grotendeels) wel heeft gedeclareerd en de kenbare wens van klaagster om dit aan verweerster betaalde geld terug te ontvangen, aanleiding om te bepalen dat verweerster (ongeveer) de helft van het gedeclareerde bedrag aan klaagster terug dient te betalen. Daarom zal de raad aan de voorwaardelijke schorsing een bijzondere voorwaarde verbinden, namelijk dat verweerster aan klaagster een vergoeding van € 6.000 zal betalen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:188 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-332/DH/DH 23-565/DH/DH
- Datum publicatie: 11-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:188
Voorzittersbeslissing. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ne bis in idem-beginsel. Dat de klacht nu namens de eenmanszaak van klager is ingediend, maakt geen verschil nu klager in deze kwestie met zijn bedrijf vereenzelvigd kan worden. Klacht gericht tegen het gevoerde verweer is ook kennelijk niet-ontvankelijk, omdat dit ziet op hetzelfde feitencomplex. Door de klacht te richten tegen het verweer dat is gevoerd, kan het ne bis in idem-beginsel niet worden omzeild.
-
ECLI:NL:TSCTS:2023:7 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-07 (2022.V10-ALASKABORG)
- Datum publicatie: 08-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TSCTS:2023:7
De Alaskaborg was op 07-02-2022 om 21.10 BT (08-02-2022 GMT 02.10) uit Baie Comeau, Canada, vertrokken met als bestemming Rotterdam. De lading bestond uit crushed carbone anodes, verdeeld over de twee ruimen. Tijdens het laden van de Alaskaborg sneeuwde het hard. Tijdens het laden van ruim 1 sneeuwde het minder hard dan bij het laden van ruim 2.Op 09-02-2022 om 18.30 BT (22.30 GMT) ging op de Alaskaborg het bilge alarm (hierna: het alarm) af van de lensput bakboord voor in ruim 2. Het schip voer toen zuid van Newfoundland. Betrokkene, de HWTK en de eerste stuurman overlegden met elkaar en concludeerden dat het alarm werd veroorzaakt door smeltende sneeuw in het ruim of door binnendringend water. Door het rollende en stampende schip vonden zij het te gevaarlijk om bemanningsleden aan dek en in het ruim te laten gaan voor inspectie. Zij waren het erover eens om de, inmiddels bijgezette, bilge ejector bij te laten staan op de betreffende lensput en dat vol te houden tot de volgende morgen of totdat het weer beter zou zijn.De volgende ochtend 10-02-2022 om 08.00 BT (11.00 GMT) werd de bilge ejector gestopt. De eerste stuurman ging met dekbemanning in ruim 2 en ontdekte dat er een gat zat in brandstoftank 7SB waaruit VLSFO (Very Low Sulphur Fuel Oil, hierna: olie) lekte. Die olie vermengde zich met de lading en liep ook in de lensput BB voor. Hierdoor werd eerder het alarm veroorzaakt.Het gat in de brandstoftank was veroorzaakt doordat de sjorringen (d-ringen) van een tussendek-luik waren losgebroken en als gevolg daarvan het tussendek-luik in het ruim was gevallen tegen de wand van brandstoftank 7SB aan.Een deel van de gelekte olie was overboord gepompt gedurende de ruim 12 uur dat er onafgebroken werd gelensd op de bilge put bakboord voor in ruim 2.De Alaskaborg (IMO nummer 9466374) is een Nederlands General Cargo Ship, varend voor rederij Wagenborg Shipping B.V. Het schip is in het jaar 2012 gebouwd, is 133,36 meter lang en 21,50 meter breed en heeft een laadvermogen van 11885 brutoton. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 14 personen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738792 / DW RK 23/307 MdV/SM
- Datum publicatie: 08-09-2023
- Datum uitspraak: 07-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:63
Proces-verbaal mondelinge uitspraak. Ordemaatregel: zes maanden schorsing ex art. 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
-
ECLI:NL:TSCTS:2023:8 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-8 (2022.V11-ALASKABORG)
- Datum publicatie: 08-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TSCTS:2023:8
De Alaskaborg was op 07-02-2022 om 21.10 BT (08-02-2022 GMT 02.10) uit Baie Comeau, Canada, vertrokken met als bestemming Rotterdam. De lading bestond uit crushed carbone anodes, verdeeld over de twee ruimen. Tijdens het laden van de Alaskaborg sneeuwde het hard. Tijdens het laden van ruim 1 sneeuwde het minder hard dan bij het laden van ruim 2.Op 09-02-2022 om 18.30 BT (22.30 GMT) ging op de Alaskaborg het bilge alarm (hierna: het alarm) af van de lensput bakboord voor in ruim 2. Het schip voer toen zuid van Newfoundland. Betrokkene, de kapitein en de eerste stuurman overlegden met elkaar en concludeerden dat het alarm werd veroorzaakt door smeltende sneeuw in het ruim of door binnendringend water. Door het rollende en stampende schip vonden zij het te gevaarlijk om bemanningsleden aan dek en in het ruim te laten gaan voor inspectie. Zij waren het erover eens om de, inmiddels bijgezette, bilge ejector bij te laten staan op de betreffende lensput en dat vol te houden tot de volgende morgen of totdat het weer beter zou zijn.De volgende ochtend 10-02-2022 om 08.00 BT (11.00 GMT) werd de bilge ejector gestopt. De eerste stuurman ging met dekbemanning in ruim 2 en ontdekte dat er een gat zat in brandstoftank 7SB waaruit VLSFO (Very Low Sulphur Fuel Oil, hierna: olie) lekte. Die olie vermengde zich met de lading en liep ook in de lensput BB voor. Hierdoor werd eerder het alarm veroorzaakt.Het gat in de brandstoftank was veroorzaakt doordat de sjorringen (d-ringen) van een tussendek-luik waren losgebroken en als gevolg daarvan het tussendek-luik in het ruim was gevallen tegen de wand van brandstoftank 7SB aan.Een deel van de gelekte olie was overboord gepompt gedurende de ruim 12 uur dat er onafgebroken werd gelensd op de bilge put bakboord voor in ruim 2.De Alaskaborg (IMO nummer 9466374) is een Nederlands General Cargo Ship, varend voor rederij Wagenborg Shipping B.V. Het schip is in het jaar 2012 gebouwd, is 133,36 meter lang en 21,50 meter breed en heeft een laadvermogen van 11885 brutoton. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 14 personen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:160 Raad van Discipline Amsterdam 23-558/A/A
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:160
Voorzittersbeslissing; klacht deels niet-ontvankelijk want buiten de driejaarstermijn ingediend en deels kennelijk ongegrond, omdat het gaat om privégedragingen van verweerster en niet gebleken is dat zij als privépersoon het vertrouwen in de Advocatuur heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:154 Raad van Discipline Amsterdam 23-065/A/A
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:154
Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5532
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:157
Klacht tegen inrichtingsarts ongegrond. Klager verblijft in een Penitentiaire Inrichting. Verweerder is als huisarts en justitieel geneeskundige werkzaam in deze PI. Vóór zijn detentie was klager volledig arbeidsongeschikt verklaard. Hij is het niet eens met het advies van de inrichtingsarts om hem arbeidsgeschikt te verklaren. Ook verwijt klager de inrichtingsarts dat hij hem geen (duidelijke) uitleg daarover heeft gegeven. Het college oordeelt dat de inrichtingsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4891
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 05-09-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:56
Klacht tegen Gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Tijdens klagers verblijf in detentie is door het Openbaar Ministerie aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) verzocht om een zogeheten trajectconsult uit te voeren omtrent de vraag of een pro Justitia onderzoek geestvermogens bij klager geïndiceerd was. Klager en zijn moeder verwijten de Gz-psycholoog dat zij heeft geweigerd inzage in het medisch dossier te verstrekken en dat zij daarna heeft geweigerd om het dossier te corrigeren. De voorzitter komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Dat de Gz-psycholoog heeft geweigerd inzage te verstrekken in het dossier dan wel het dossier te corrigeren kan niet worden vastgesteld.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:155 Raad van Discipline Amsterdam 23-143/A/NH
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:155
Verzetzaak. Het verzet is gegrond. Klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-119/AL/MN
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:219
Advocaat wederpartij. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad duidelijke redenen gegeven voor zijn beperkte beschikbaarheid op een aantal momenten. Daarvan was de advocaat van klager op de hoogte. Verweerder heeft zich niet bewust onbereikbaar gehouden of de opzet gehad om te traineren, wat ook niet in het belang van zijn cliënte was. Verweerder mocht afgaan op de feiten en instructies zoals aangeleverd door zijn cliënte. Van het klachtwaardig spreken van onwaarheid door verweerder is geen sprake geweest. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4782
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 05-09-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:57
Klacht tegen Gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Over klaagsters zoon is, in opdracht van het Openbaar Ministerie, een pro Justitia rapport opgemaakt door een psycholoog van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Klaagster was als referent in het onderliggende onderzoek betrokken. Omdat klaagster en haar zoon het niet eens waren met de inhoud van het rapport, hebben zij zich nadien meermaals tot verweerder gewend in zijn hoedanigheid van manager. De klacht gaat er over dat klaagster haar correctierecht ten aanzien van het pro Justitiarapport niet heeft kunnen toepassen. De voorzitter komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Verweerder was op het moment van uitbrengen van het rapport nog niet als manager bij het NIFP werkzaam. Het is bovendien aan de psycholoog als rapporteur om een referent in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van diens correctierecht. Dit betekent dat aan verweerder hierover geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:156 Raad van Discipline Amsterdam 23-240/A/A
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:156
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de eigen advocaat. Dat verweerster tijdens de lopende schikkingsonderhandelingen niet is overgegaan tot, of heeft aangedrongen op, het aanvragen van voorlopige voorzieningen valt haar tuchtrechtelijk niet te verwijten, gelet ook op de rol die van een advocaat in familiekwesties wordt verwacht. Op basis van het feitenrelaas en hetgeen door verweerster is aangevoerd, komt daarnaast naar voren dat verweerster wel degelijk werkzaamheden voor klaagster heeft verricht en dat verweerster klaagster ook had geïnformeerd over de verschuldigdheid van de eigen bijdrage. Verder heeft verweerster toereikend aangevoerd dat zij zich niet lichtvaardig heeft onttrokken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:220 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-505/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:220
Voorzittersbeslissing. De verwijten van klager, dat verweerster hem heeft geïntimideerd en laten achtervolgen en ongepaste uitlatingen heeft gedaan, zijn onvoldoende feitelijk onderbouwd. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:157 Raad van Discipline Amsterdam 23-264/A/A
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:157
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft gehandeld binnen de aan hem als advocaat toekomende vrijheid en van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerder is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:221 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-317/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:221
Voorzittersbeslissing. Klaagster heeft haar verwijten over het optreden van verweerster in haar strafzaak, tegenover de betwisting daarvan door verweerster, onvoldoende onderbouwd met relevante stukken. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:158 Raad van Discipline Amsterdam 23-549/A/NH
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:158
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafrechtelijke procedure.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:222 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-343/AL/MN
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:222
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De rechtbank heeft klager bij vonnis veroordeeld om aan de bank € 5.000, te betalen naar aanleiding van een daarover tussen klager en de bank getroffen schikking. Hiermee heeft de bank een executoriale titel waarmee het openstaande bedrag bij klager kan worden geïncasseerd door een deurwaarder. Het feit dat klager het om verschillende redenen niet eens is met (de executie van) het vonnis betekent niet dat verweerder tuchtrechtelijk iets te verwijten valt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:159 Raad van Discipline Amsterdam 23-552/A/A
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:159
Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Van onnodig grievende uitlatingen is geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:153 Raad van Discipline Amsterdam 23-027/A/A 23-028/A/A
- Datum publicatie: 07-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:153
Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:147 Hof van Discipline 's Gravenhage 220176
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:147
Klacht tegen advocaat wederpartij, die in verzoekschriftprocedure ex artikel 3:251 BW niet gemeld heeft dat zijn cliënt in staat van faillissement verkeerde. Anders dan de raad verklaart het hof de klacht ongegrond. De cliënt was op grond van artikel 25 lid 2 Fw bevoegd in de door klaagster aanhangig gemaakte procedure te verschijnen en verweerder mocht hem daarin ook bijstaan. Het voeren van verweer in die procedure diende het belang van de cliënt en was niet zinloos, omdat nog een niet bij voorbaat kansloze cassatieprocedure over de faillietverklaring aanhangig was. Verweerder mocht uitgaan van een meer dan theoretische mogelijkheid dat het faillissement vernietigd zou worden bij een herbeoordeling (ex nunc) door een verwijzingshof. Dat het faillissement uiteindelijk in werkelijkheid niet is vernietigd, doet hieraan niet af. Verweerder heeft de belangen van klaagster ook niet onnodig en op ontoelaatbare wijze geschaad door niet te melden dat zijn cliënt al voor het vestigen van het pandrecht failliet was verklaard. Daarbij is mede van belang dat het faillissement voor klaagster openbare informatie was en dat niet is gebleken dat klaagster er groot belang bij had om door verweerder te worden gewezen op het faillissement van de cliënt. Klaagster heeft ook niet kunnen toelichten wat zij in de procedure anders zou hebben gedaan als zij tijdens de procedure wel op het faillissement was gewezen. Voor het inhoudelijke oordeel van de rechter in deze procedure had informatie over het faillissement van de cliënt ook geen verschil gemaakt. Het gaat dus niet om informatie die aan de rechter gemeld had moeten worden omdat die wezenlijk is voor de oordeelsvorming van de rechter (HvD 5 juni 2009, Advocatenblad 20 augustus 2010).
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:218 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-063/AL/MN
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:218
Klacht tegen advocaat van de wederpartij in familiegeschil. Verweerster mocht vanuit het partijdig belang van haar cliënt financiële informatie van klaagster in een gelijktijdig lopende alimentatieprocedure van een andere moeder tegen haar cliënt vermelden in de stukken, ook dat in die procedure nog geen alimentatie was vastgesteld. Verweerster had het BSN nummer van klaagster beter kunnen weglaten of doorstrepen, maar daarvan treft haar geen tuchtrechtelijk verwijt. Ook overigens heeft verweerster de grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij niet overschreden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:187 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-479/DH/RO
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 06-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:187
Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:148 Hof van Discipline 's Gravenhage 210343
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:148
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerster had geen reden om vraagtekens te stellen bij de door haar in een procedure ingebrachte foto, waarop (ook) de minderjarige dochter van klager blijkt te staan. Het stond verweerster vrij om het medisch dossier van klager te delen met haar medisch adviseur, die een eigen beroepsgeheim heeft.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:213 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-023/AL/GLD
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:213
Klager heeft zich op de mogelijk laatste dag van de verzettermijn na een verstekvonnis tot verweerder gewend. De raad is gebleken dat verweerder zich tussen die intake en in de periode daarna niet ervan heeft vergewist of klager had begrepen onder welke omstandigheden verweerder alsnog verzet zou instellen en wat de risico's van de door verweerder voorgestelde aanpak waren (informeren bij de wederpartij naar de mogelijk eerdere aanvangsdatum van de verzettermijn). Dat had gezien de financiële gevolgen van het verstekvonnis voor klager wel van verweerder verwacht mogen worden. Gezien de aanwezige tijdsdruk had verweerder de opdracht niet moeten aannemen. Daarnaast heeft verweerder klager niet op deskundige wijze bijgestaan, onder meer door hoger beroep tegen het verstekvonnis in te stellen, terwijl dat niet mogelijk is. Ook heeft verweerder zijn zorgplicht voor klager verzaakt door niet in zijn belang te handelen en hem niet op de hoogte te houden van de voortgang. Ook is verweerder vaak onbereikbaar geweest voor klager. Daarnaast heeft verweerder excessief gedeclareerd. Hij heeft uren gedeclareerd voor werkzaamheden die hij niet voor klager had moeten verrichten omdat zij geen meerwaarde voor klager hadden. Na diens aansprakelijkstelling had verweerder uren moeten crediteren, ook voor niet door klager verzochte werkzaamheden, en daarover ook transparant moeten zijn. Berisping en toewijzing van artikel 48 lid 9 Aw.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:214 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-086/AL/GLD
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:214
Klacht van advocaat en de cliënt als wederpartij van verweerder (voormalig advocaat). Naar het oordeel van de raad heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar onjuiste informatie aan de rechtbank verstrekt op het B4-formulier. Verweerder heeft niet vooraf aan klagers gevraagd om instemming met het uitstelverzoek, dus had om die reden niet het B4-formulier (eenstemmig uitstelverzoek) mogen gebruiken. Door dat wel te doen en door in strijd met de waarheid aan te geven dat het een eerste uitstelverzoek betrof en een kopie aan de wederpartij was gestuurd, heeft verweerder de rechtbank onjuist geïnformeerd. Daarnaast heeft hij de procedure op oneigenlijke gronden vertraagd ten nadele van de wederpartij en heeft voor zijn handelen nooit excuses aangeboden. Verweerder heeft de onderlinge verhouding als advocaten verstoord en het vertrouwen van de wederpartij in de advocatuur geschaad. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-087/AL/GLD/D
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:215
Dekenbezwaar. Verweerder is door zijn handelen niet alleen tekortgeschoten in zijn zorgplicht ex artikel 46 Aw richting cliënten en wederpartijen door het structureel niet of veel te laat te reageren op aan hem gerichte correspondentie, daarnaast heeft hij de deken langdurig belemmerd in haar toezichthoudende taak (regel 29) en is hij herhaalde toezeggingen aan de deken niet nagekomen. Die opstelling van verweerder jegens de deken geeft geen blijk van respect en gevoel voor onderlinge verhoudingen en de toezichthoudende en controlerende taak van de deken. Daarnaast heeft verweerder ondanks vele aanmaningen nagelaten de financiële bijdragen voor de jaren 2020 en 2021 te voldoen. Weliswaar heeft verweerder tijdens de zitting verklaard het foutieve van zijn handelen richting de deken in te zien, maar hij heeft al met al de raad er niet van kunnen overtuigen dat sprake is van enig inzicht in het laakbare van zijn handelen. De gedane toezeggingen zijn niet alleen veel te laat gedaan, maar worden ook niet door enig handelen ondersteund. De raad komt tot het oordeel dat verweerder dusdanig ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dat hij, ook heeft hij zichzelf al uitgeschreven, alsnog geschrapt moet worden van het tableau.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:216 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-357/AL/GLD
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:216
Verweerder (voormalig advocaat) heeft geen stukken overgelegd waaruit door de raad kan worden afgeleid dat hij met klagers voldoende heeft gecommuniceerd over de financiële kant van de zaak (gedragsregel 16). Daarnaast heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Aw doordat hij in strijd met gedragsregel 19 zekerheden - anders dan in geld - van klagers heeft gevraagd voor betaling van zijn declaraties zonder daarover overleg met de deken te hebben gevoerd. Dat de auto van klager niet daadwerkelijk op zijn naam is gezet, doet aan het laakbare van het handelen van verweerder niet af. De overige klachten, dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden, klager op toevoegingsbasis had moeten bijstaan en op andere punten in zijn zorgplicht richting klagers is tekortgeschoten, zijn niet voldoende concreet onderbouwd. De verweten handelwijze van verweerder en de opstelling van verweerder tijdens de zitting, die geen inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen en juist het optreden van klager ter discussie stelde, is voor de raad ernstig. Omdat verweerder in zijn 19-jarige loopbaan als advocaat een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, heeft de raad volstaan met de maatregel van een berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:146 Hof van Discipline 's Gravenhage 220178
- Datum publicatie: 06-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:146
Klacht tegen advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad. De klacht is gericht tegen de advocaat van klaagsters moeder. De eerste vier klachtonderdelen zien op handelen van verweerder waarover enkel zijn eigen cliënte kan klagen en daarom niet-ontvankelijk. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond omdat niet is gebleken dat verweerder persoonlijke informatie over klaagster gebruikt zonder doel of op ontoelaatbare wijze en omdat niet is komen vast te staan dat verweerder klaagster heeft gekleineerd.