ECLI:NL:TGDKG:2023:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/715507 / DW RK 22/121 LvB/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:66
Datum uitspraak: 13-09-2023
Datum publicatie: 13-09-2023
Zaaknummer(s): C/13/715507 / DW RK 22/121 LvB/WdJ
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster stelt dat de gerechtsdeurwaarder zonder recht of titel handelt. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 13 september 2023 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/715507 / DW RK 22/121 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ],

klaagster,

gemachtigde: [  ],

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 23 maart 2022, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 22 april 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij e-mail van 2 mei 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder zijn verweerschrift aangevuld. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 juli 2023. Klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn, met kennisgeving, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 13 september 2023.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Op 9 december 2021 hebben [  ] en [  ] (hierna gezamenlijk: [  ]) verzocht verlof te verlenen om over te gaan tot verkoop van de door [  ] ten laste van klaagster in beslag genomen aandelen. In het petitum van het verzoekschrift is onder III opgenomen:

De heer [  ], als gerechtsdeurwaarder werkzaam op het kantoor van

[  ], althans een door haar aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan dit kantoor, aan te wijzen als deurwaarder met de executie belast.

-           Bij e-mail van 7 januari 2022 heeft de advocaat van [  ] aan de rechtbank (Limburg, locatie Roermond) de gegevens van de gerechtsdeurwaarder ([  ] te [  ]) opgegeven ten behoeve van de oproeping voor de mondelinge behandeling van het verzoekschrift.

-           Bij brief van 10 januari 2022 is de gerechtsdeurwaarder uitgenodigd voor de mondelinge behandeling op 9 februari 2022.

-           Bij beschikking van 23 februari 2022 heeft de rechtbank Limburg verlof verleend aan [  ]. Op pagina 2 onder 7 van de beschikking is opgenomen dat “[  ], in zijn hoedanigheid van deurwaarder” is verschenen in persoon. In het dictum van de beschikking is onder 4.3 opgenomen:

Wijst de heer [  ], als gerechtsdeurwaarder werkzaam op het kantoor van [  ], althans een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan dit kantoor, aan te wijzen als deurwaarder met de executie belast.

-           Op 15 maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder de grosse van de beschikking aan klaagster betekend met aanzegging (onder punt 3);

dat de heer [  ], als gerechtsdeurwaarder verbonden aan [  ], als deurwaarder met de executie van de genoemde aandelen is belast, zulks met het recht van vervanging door een andere aan [  ] verbonden deurwaarder;

-           Bij brief van 16 maart 2022 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder erop gewezen dat, in tegenstelling tot de aanzegging, [  ] is belast met de executie van de aandelen en niet de (beklaagde) gerechtsdeurwaarder.

-           Bij e-mail van 18 maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder gesteld dat met de aanwijzing van [  ] sprake is van een verschrijving, hetgeen in een aparte brief van [  ] wordt onderstreept. De (beklaagde) gerechtsdeurwaarder heeft klaagster tevens gemeld geen aanleiding te zien om de executie (op deze gronden) op te schorten.

-           Bij e-mail van 23 maart 2022 heeft klaagster een klacht ingediend bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders.

-           Op 28 maart 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder een deurwaardersrenvooi procedure ex artikel 438 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) opgestart.

-           Bij vonnis van 26 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de voormelde renvooiprocedure.

3. De klacht

Klaagster beklaagt zich  –  naar de kamer begrijpt – er over dat de gerechtsdeurwaarder zonder recht of titel en daarmee onrechtmatig handelt door de beschikking van 23 februari 2022 te executeren.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder, werkzaam op het kantoor van

[  ], de beschikking van 23 februari 2022 aan klaagster heeft betekend met de aanzegging dat hij als deurwaarder met de executie van de betreffende aandelen is belast. Alvorens over te gaan tot de executie heeft de gerechtsdeurwaarder, nadat klaagster een klacht bij de kamer had ingediend, op

28 maart 2022 een deurwaardersrenvooi procedure ex artikel 438 lid 5 Rv opgestart. De voorzieningenrechter heeft onder 4.2 van de beschikking van 26 april 2022 geoordeeld dat er weliswaar van een verschrijving geen sprake is, omdat het verzoek letterlijk is toegewezen als verzocht, maar heeft voorts geoordeeld “ datdoor de rechtbank in de beschikking van 23 februari 2022 duidelijk wel bedoeld is om [  ] dan wel een andere bij [  ] werkzame deurwaarder met de executie te belasten. [  ]is immers opgeroepen voor de mondelinge behandeling, is ter mondelinge behandeling verschenen en heeft zich bereid verklaard de executie ter hand te nemen. (…) [  ]is werkzaam bij [  ], het onder 4.3 vermelde kantoor.” Niet in geschil is verder dat [  ] niet werkzaam is bij [  ]. Gelet op het vorenstaande is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen door de gerechtsdeurwaarder is geen sprake.

5.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. M.C.M. Hamer en mr. O.J. Boeder, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 september 2023, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.