ECLI:NL:TGDKG:2023:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738792 / DW RK 23/307 MdV/SM

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2023:63
Datum uitspraak: 07-09-2023
Datum publicatie: 08-09-2023
Zaaknummer(s): C/13/738792 / DW RK 23/307 MdV/SM
Onderwerp: BFT
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Proces-verbaal mondelinge uitspraak. Ordemaatregel: zes maanden schorsing ex art. 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

PROCES-VERBAAL van mondelinge uitspraak van 7 september 2023 inzake zaaknummer C/13/738792 / DW RK 23/307 MdV/SM,

behandeling ter openbare ­zit­ting , waar aanwezig zijn:

mr. W.M. de Vries, voorzitter, en mr. C.W.D. Bom en mr. J.M. Wisseborn, (plaatsvervangend) leden, alsmede S.N. Maayen, secretaris.

In de zaak van

HET BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT,

gevestigd te Utrecht,

verzoekster,

gemachtigden: mr. A. van den Brink en mr. S. Bong,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

verweerder,

gemachtigde: mr. R.H.P. van der Venne.

Na uitroep van de zaak zijn verschenen:

mr. A. van den Brink, namens het BFT,

drs. E.H.C van Engelen RA CFE, namens het BFT,

[   ], beklaagde,

mr. R.H.P. van der Venne, gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder.

Zakelijk weergegeven:

De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling is namens het BFT het verzoek schorsing ex artikel 38 van de Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw) nader toegelicht. De gerechtsdeurwaarder heeft verweer gevoerd en daartoe pleitnota’s overgelegd. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan, die in dit proces-verbaal is opgenomen, dat op 8 september 2023 aan partijen wordt afgegeven.

Inleiding

Namens het BFT is aangevoerd dat uit de op 25 augustus 2023 van de gerechtsdeurwaarder ontvangen kwaliteitsoverzichten is gebleken dat per 1 augustus 2023 sprake was van een bewaartekort van € 107.347,91. Uit nader onderzoek is gebleken dat het bewaartekort op 1 augustus 2023 € 171.255,37 bedroeg en dat op 29 augustus 2023 het bewaartekort was opgelopen tot € 235.651,24. Uit het onderzoek is tot dusver ook gebleken dat de gerechtsdeurwaarder in 2018, 2019, 2020 en 2021 gelden van de kwaliteitsrekening heeft overgeboekt naar rekeningen die volgens de overboekingen op naam stonden van [   ], [   ], [   ] en [   ]. In augustus 2023 zijn, ondanks het bestaan van een bewaringstekort, gelden overgeboekt van de kwaliteitsrekening naar de kantoorrekening. Daarbij gaat het om zeven overboekingen voor een totaalbedrag van € 74.456,57. In augustus 2023 is van de kantoorrekening een bedrag van ruim € 10.000 overgeboekt naar de rekening van [   ] Holding met de omschrijving ‘salaris augustus’.

Gezien het tuchtrechtelijke uitgangspunt ten aanzien van het laten bestaan van een bewaringstekort en ter voorkoming van mogelijke verdere benadeling van derden verzoekt het BFT de kamer de gerechtsdeurwaarder – lopende het onderzoek door het BFT – te schorsen.

De gerechtsdeurwaarder heeft niet betwist dat er een bewaringstekort is ontstaan, maar heeft – samengevat – aangevoerd dat een schorsing niet per se nodig is omdat de stand inmiddels op peil is. Heden heeft de gerechtsdeurwaarder met behulp van vrienden € 150.000 uit privémiddelen overgemaakt naar de derdengeldenrekening. En er is nog een financiële injectie op komst. Daarnaast is er dagelijks contact met het BFT. De gerechtsdeurwaarder verstopt zich niet voor zijn verantwoordelijkheid, hij is goed op weg en het geld loopt geen enkel risico te verdwijnen.

De beoordeling van het verzoek

De kamer komt tot het oordeel dat er sprake is van een ernstig vermoeden dat de gerechtsdeurwaarder gehandeld heeft in strijd met artikel 34 lid 1 juncto artikel 19 Gdw. Voorts is de kamer van oordeel dat, gelet op het maatschappelijk belang dat met de derdengelden is gemoeid, het niet verantwoord is dat de gerechtsdeurwaarder het beheer en beschikking over de derdengeldenrekening houdt, nu er al langere tijd problemen zijn met de derdengeldenrekening, waarvan niet duidelijk is of die inmiddels zijn opgelost. De kamer acht het van groot belang dat er een waarnemer wordt benoemd die de bevoegdheid krijgt om over de derdengeldenrekening te beschikken in de plaats van de gerechtsdeurwaarder. Het voorgaande rechtvaardigt de maximale schorsing van zes maanden in afwachting van de indiening van een klacht door het BFT. De Kamer begrijpt van zowel het BFT als de gerechtsdeurwaarder dat gerechtsdeurwaarder [   ] zich bereid heeft verklaard om als waarnemend gerechtsdeurwaarder op te treden en dat het er toe zal worden geleid dat de Minister hem als zodanig zal benoemen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • schorst de gerechtsdeurwaarder met ingang van heden voor de duur van zes maanden, althans – indien die datum eerder wordt bereikt – tot aan de datum van de beslissing op een jegens hem ingediende tuchtklacht, onverminderd de mogelijkheid van verlenging als bedoeld in artikel 38, eerste lid, Gerechtsdeurwaarderswet.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Waarvan proces-verbaal.