Zoekresultaten 61-80 van de 44710 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7475

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager verwijt de orthopedisch chirurg onder meer dat hij tijdens een consult onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan en heeft gezegd dat een operatie aan klagers voet niet meer mogelijk was. Het college overweegt dat op het moment van onderzoek er geen operatie-indicatie was, zodat het besluit van de orthopedisch chirurg om geen CT-scan te maken en te volstaan met een hernieuwde röntgenfoto terecht is. Het college kan het advies om niet te opereren en door te gaan met de pijnbestrijding en proberen met steunzolen de situatie te optimaliseren goed volgen. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7474

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij bij een knieoperatie zijn rechterbeen heeft rechtgezet zonder onderzoek te hebben gedaan naar de stand van zijn rechtervoet. Het college overweegt dat er geen sprake van is dat het been is rechtgezet. De klachten aan klagers rechtervoet zijn niet te verklaren door de stand van het been na de knieoperatie. De orthopedisch chirurg heeft derhalve niet verwijtbaar gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-521/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:72 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-062/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:66 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-228/DH/RO

    Verzoek art. 60b Advocatenwet niet-ontvankelijk. Verweerder is (na indiening van het verzoek) overleden. Anders dan de deken oordeelt de raad dat artikel 60b Advocatenwet alleen van toepassing is en kan zijn, wanneer de advocaat nog in leven is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7417

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Bij klager is door de orthopedisch chirurg een knieprothese geplaatst. Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij nalatig heeft gereageerd op zijn aanhoudende pijnklachten en een hautaine houding heeft aangenomen jegens klager. Het college stelt vast dat de orthopedisch chirurg heeft gehandeld conform de voor hem geldende professionele standaard toen klager zich met aanhoudende klachten bij hem meldde. Over de ervaren hautaine houding overweegt het college dit niet te kunnen vaststellen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:79 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-702/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de aan klager geleverde bijstand. Klager klaagt over de verkeerde advocaat: niet verweerder, maar zijn kantoorgenoot heeft klager bijgestaan. Daarmee ontbreekt de feitelijke grondslag voor klagers verwijten. Klacht daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-092/DH/RO 25-093/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over toegevoegde advocaat bij een vordering tot tenuitvoerlegging kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:67 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-156/DH/NH/W

    Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking. Geen grond voor gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de tuchtrechters.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-119/DH/DH

    Klager heeft verweerder gevraagd om bijstand. Klager verwijt verweerder tevergeefs dat hij niet voldoende voortvarend heeft gereageerd op zijn verzoek. Naar het oordeel van de voorzitter is verweerder niet te traag geweest met zijn reactie naar klager. In zijn algemeenheid kan niet van een advocaat worden gevergd dat hij op zeer korte termijn reageert op berichten van personen die geen cliënt zijn. Klager heeft enige tijd op de reactie van verweerder moeten wachten, omdat verweerders prioriteiten lagen bij lopende zaken. De voorzitter neemt in aanmerking dat de kwestie waarvoor klager bijstand vroeg niet spoedeisend van aard was. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-099/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het mededeling doen over schikkingsonderhandelingen kennelijk ongegrond. De door verweerster gedane mededeling ziet niet op de inhoud van de schikkingsonderhandelingen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:73 Raad van Discipline Amsterdam 25-251/A/A

    Toewijzing verzoek 60ab.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:118 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-862/AL/MN

    De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-178/AL/LI/W

    Wrakingsbeslissing. De wrakingskamer verklaart het verzoek ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755570 / NT 24-28 755571 / NT 24-29

    1.1. Uit de door klaagster en de kandidaat-notaris gegeven toelichting op hun communicatie voorafgaand aan de dienstweigering blijkt dat het – eerst na de bespreking van 7 mei 2024 gebleken – bezit van cryptovaluta heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen van de kandidaat-notaris in klaagster. Daarvoor bestond naar het oordeel van de kamer geen aanleiding. De melding van het bezit van de cryptovaluta is nog op de dag van de bespreking gedaan. Dat klaagster dit bewust heeft verzwegen is niet gebleken; in tegendeel, voor de hand ligt dat zij dit bezit (ter waarde van circa € 250) vergeten was te melden. Toen de digitale nalatenschap voor het notariskantoor een beletsel bleek, heeft klaagster haar cryptovaluta verkocht en dit meteen aan de kandidaat-notaris gemeld. Daarbij heeft zij opnieuw haar wens uitgesproken dat het notariskantoor haar nalatenschap zou afwikkelen. De kandidaat-notaris heeft evenwel, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft bevestigd, in het daaropvolgende telefoongesprek met klaagster gezegd dat zij er niet op kon vertrouwen dat klaagster daadwerkelijk alle cryptomunten had verkocht en dienstverlening aan klaagster geweigerd. Dat klaagster dit als kwetsend heeft ervaren is begrijpelijk.1.2. Voor zover (steeds) aanvullende wensen van klaagster ten grondslag hebben gelegen aan de weigering tot dienstverlening, geldt dat de kandidaat-notaris haar geen nieuwe offerte heeft doen toekomen. Daarover zou volgens de kandidaat-notaris wel telefonisch met klaagster zijn gesproken, maar uiteindelijk is besloten tot dienstweigering, overigens ook zonder klaagster concreet naar een andere notaris door te verwijzen. Dat klaagster niet bereid was om meer kosten te betalen, zoals de notarissen stellen, betwist klaagster en hebben de notarissen ook niet concreet onderbouwd. Niet kan daarom worden aangenomen dat dit aan de dienstverlening in de weg stond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7284

    Klacht tegen psychiater deels gegrond. De psychiater is betrokken geweest bij de behandeling van klagers’ zoon (hierna: patiënt) als onderdeel van een multidisciplinaire behandeling. Gedurende deze behandeling heeft patiënt een suïcidepoging gedaan, aan de gevolgen waarvan hij uiteindelijk is overleden. Klagers maken de psychiater verschillende verwijten over de behandeling van patiënt en over de nazorg aan hen als nabestaanden na het overlijden van patiënt. De klacht over de nazorg aan klagers is deels gegrond. In een nagesprek met klagers is de psychiater tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheden in zowel de voorbereiding op het gesprek als bij de opvolging daarvan. Het college legt hiervoor aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-859/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad verklaart de klacht van klager in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2290

    Klacht tegen een chirurg. Klaagster heeft in 2009 een auto-ongeval gehad. Vanwege aanhoudende schouderklachten rechts en na diverse onderzoeken is zij op 16 november 2012 door de chirurg geopereerd. Klaagster meent dat de chirurg niet de juiste operatie heeft uitgevoerd en maakt hem hierover diverse verwijten. Ook verwijt zij hem dat hij onjuiste declaraties heeft gedaan en dat een eerder geplande operatie niet door is gegaan. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/8049

    Klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Klacht over optreden van verweerder als bestuurder die in die hoedanigheid een officiële waarschuwing aan verweerder heeft gestuurd. Handelen valt niet onder de tweede tuchtnorm, omdat het geen schade kan opleveren in het kader van de individuele gezondheidszorg en ook het vertrouwen in de beroepsuitoefening niet schaadt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2645

    Klacht tegen neuroloog. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in een ziekenhuis en enkele dagen later overleden. Klager verwijt de neuroloog a) dat de zorg aan zijn echtgenote niet goed en ondeskundig is geweest, en b) dat is nagelaten om hem te bellen toen zijn echtgenote achteruitging, waardoor klager niet bij zijn echtgenote was toen zij overleed. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klager heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.