Zoekresultaten 661-680 van de 3154 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:70 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/666703 / DW RK 19/249 LvB/WdJ

    Klager beklaagt zich over de executie van een vonnis en dat de gerechtsdeurwaarder de inhoud van het vonnis niet juist heeft uitgelegd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/653709 / DW RK 18/481 LV/WdJ

    Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft niets van doen gehad met het dossier van klager. Geen onrechtmatigheden ten aanzien van inbeslagname en openbare verkoop van auto van klager. Gerechtsdeurwaarder heeft niet adequaat gereageerd op de klacht van klager van 25 juli 2018. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd aan gerechtsdeurwaarder sub 2. Geen veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671850 / DW RK 19/478 LvB/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder mag in beginsel weliswaar afgaan op informatie die hij van zijn opdrachtgeefster ontvangt, maar in dit geval had het wel op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om nader onderzoek te doen bij zijn opdrachtgeefster, nu de raadsman van klager had aangegeven dat er een arrest door de Hoge Raad was gewezen. Klacht op dit onderdeel gegrond. Voor het overige ongegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/669112 / DW RK 19/355 LV/WdJ

    Gelet op ministerieplicht meerdere beslagen gelegd. Er was een concreet en gerechtvaardigd belang om de loonstrook van klager naar de advocaat van de opdrachtgever te sturen. De beslagvrije voet is ten onrechte op nihil vastgesteld, de blote stelling van de opdrachtgever dat sprake zou zijn van meerdere inkomstenbronnen is hiertoe onvoldoende. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/671248 / DW RK 19/459 LvB/WdJ

    Weliswaar niet gebleken dat niet binnen een redelijke termijn op berichten van klager is gereageerd, maar wel dat de gerechtsdeurwaarder zeer slordig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Tevens is te lang gewacht met terugstorten vakantiegeld. Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/610963 / DW RK 16/672 LV/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders te hebben meegewerkt aan het creëren dan wel het opeisen van nepleningen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670901 / DW RK 19/444 LvB/WdJ

    Klager beklaagt zich er over dat niet tijdig op zijn klachten is gereageerd, de gerechtsdeurwaarder beslag onder de verkeerde VvE heeft gelegd en hij bij de betekening van het beslag een bedrag aan de gerechtsdeurwaarder heeft overgemaakt. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675199 / DW RK 19/603 LV/WdJ

    Beslissing op verzet. Voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk, want hetzelfde feitencomplex als eerdere klacht. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672102 DW RK 19/486 MK/SM

    Klacht ongegrond. Ten aanzien van een openstaande vordering heeft klager tegenstrijdige mededelingen ontvangen van het gerechtsdeurwaarderskantoor. Dit betrof een vergissing. De gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat, maakt zich daarmee niet zonder meer ook schuldig aan handelen of nalaten dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Bovendien was er weinig ruimte voor de gerechtsdeurwaarder om de vergissing aan klager uit te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670812 / DW RK 19/437 MK/SM

    Beslissing op verzet. De door klaagster aangevoerde gronden leiden niet tot herziening van de beslissing van de voorzitter.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:61 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668951 DW RK 19/349 MK/SM

    Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder had beter moeten opletten bij het overmaken van gelden aan de rechthebbende. Hoewel hij hier steken heeft laten vallen, heeft de gerechtsdeurwaarder – zodra hij op de hoogte was geraakt van zijn omissie – het zo goed mogelijk opgelost.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675525 / DW RK 19/613

    De gerechtsdeurwaarder heeft zijn reactie op een op 11 februari 2019 door klager ingediende klacht naar een verkeerd adres gestuurd. Het verzet is gegrond. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden excuses, acht de kamer de gemaakte fout onvoldoende om tuchrechtelijk verwijtbaar handelen vast te kunnen stellen. De aanvankelijke klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/661653 / DW RK 19/65 MK/SM

    Gelijk aan wat de kamer bij beslissing van 22 januari 2019 en het Gerechtshof bij beslissing van 29 oktober 2019 eerder hebben bepaald (in een andere zaak tegen de gerechtsdeurwaarder) heeft de kamer (opnieuw) geoordeeld dat het vermelden van de kosten van het exploot met verwijzing naar het Btag, in de e-Court procedure, als misleidend moet worden aangemerkt. Ondanks de omstandigheid dat in de onderhavige zaak – anders dan in voornoemde zaken – meerdere gevallen van misleiding betrof, ziet de kamer geen aanleiding een zwaardere maatregel dan (opnieuw) een berisping op te leggen. De kamer heeft het nog wel nodig gevonden om het BFT te wijzen op haar verantwoordelijkheid als bestuursorgaan en onafhankelijk toezichthouder door andermaal aan te geven zorgvuldigheid te betrachten in haar treffen met de pers/media.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672486 / DW RK 19/507

    De gerechtsdeurwaarder heeft onder meer een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:56 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/672483 / DW RK 19/506

    De gerechtsdeurwaarder heeft een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan, die door hem niet is gemeld, en niet is aangezuiverd. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder een ontoereikende administratie gevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in een groot aantal gevallen bij de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag de termijn van acht dagen zoals bepaald in artikel 475i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering overschreden. Ten slotte heeft de gerechtsdeurwaarder in zijn repertoria exploten opgenomen die zijn uitgebracht door een gerechtsdeurwaarder die tijdens het uitbrengen van de exploten niet aan zijn gerechtsdeurwaarderskantoor verbonden was. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/687220 / DW RK 20/369 C/13/687222 / DW RK 20/370

    Schorsingsverzoek op grond van artikel 38 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw). Faillissement gerechtsdeurwaarderskantoor. Gerechtsdeurwaarder [a] heeft geen toegang tot de dossieradministratie. Koppeling financiële administratie met de dossiers is niet mogelijk. Schorsingsverzoek wordt ten aanzien van [a] toegewezen. Een gedeelte van de dossiers van [a] zijn overgedragen aan gerechtsdeurwaarder [b]. Die heeft ook enige tijd geen koppeling kunnen maken tussen de dossier- en financiële administratie. Omdat die situatie op kort termijn is opgelost en ten aanzien van [b] geen ernstig vermoeden van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is gerezen wordt het schorsingsverzoek ten aanzien van [b] afgewezen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:51 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667525 / DW RK 19/285 LV/SM

    Tussenbeslissing. Behandeling wordt aangehouden om de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid te stellen om aan te tonen dat de ambtshandelingen tegen klager door een ander kantoor zijn verricht dan het kantoor van de beklaagde gerechtsdeurwaarder.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:52 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/680053 / DW RK 20/80 LV/SM

    - laten ontstaan van een bewaringstekort en deze niet onverwijld te hebben aangezuiverd én het niet voldoen aan de minimum ratio voor liquiditeit. Alle klachtonderdelen worden gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder is de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van één maand

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668780 DW RK 19/342 LV/SM

    De gerechtsdeurwaarder heeft een vergissing begaan bij bevraging huwelijksgoederenregister waardoor ten onrechte beslag is gelegd op het inkomen van de echtgenote van de schuldenaar. Gelet op de informatie die voorhanden was, in combinatie met een vertraagde inschrijving van de huwelijkse voorwaarden, was er geen reden voor de gerechtsdeurwaarder om te twijfelen aan de uitkomst van de bevraging. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is op dit punt dan ook niet gebleken. Wel is de gerechtsdeurwaarder onzorgvuldig geweest met de privacy gevoelige informatie van klaagster en diens echtgenoot, terwijl dit eenvoudig anders had gekund. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder, kort nadat bekend is geworden dat Covid-19 een wereldwijde epidemie betrof, de overheid gepaste maatregelen had aangekondigd en de KBvG een dringend advies voor haar leden daarop had afgestemd, kennelijk toch de noodzaak gezien om twee keer bij klaagster langs te gaan om of beslag op de inboedel te leggen, dan wel de staat van de inboedel te bepalen. Hieruit blijkt dat de gerechtsdeurwaarder zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de reële gezondheidsrisico’s die dergelijke bezoeken met zich mee kunnen brengen. Juist met het oog op die risico’s is het advies van de KBvG aan haar leden gegeven. In het licht van het voorgaande is een dergelijk handelen niet wat, gelet op de gegeven omstandigheden, een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668509 / DW RK 19/332 LV/SM

    De gerechtsdeurwaarder die overgaat tot beslaglegging onder de werkgever van de partner van een schuldenaar, dient daarbij een hoge mate van zorgvuldigheid in acht te nemen. Het beslag wordt immers gelegd op het inkomen van de niet-schuldenaar waarbij diens werkgever komt te beschikken over (privacy)gevoelige informatie. In gevallen als deze is de ondergrens voor het in acht nemen van de zorgvuldigheid, het op voorhand bevragen van het (openbare) huwelijksgoederenregister. Nu niet valt te achterhalen of een dergelijke bevraging heeft plaatsgevonden, moet worden aangenomen dat dit niet is gebeurd, met een ten onrechte beslaglegging als gevolg. De gevolgen van het niet bevragen van het huwelijksgoederenregister trekken zich verder door nu dit geleid heeft tot het opnemen van onjuiste gegevens in het exploot van beslaglegging. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. Op de inhoud van een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot moet blindelings kunnen worden vertrouwd. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.