Zoekresultaten 19051-19100 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272/2017

    Klacht tegen GZ-psycholoog over opstellen van een verklaring ten behoeve van zijn cliënte, de ex-partner van klager. De cliënte heeft deze verklaring in een rechtszaak met klager over de verblijfplaats van hun kind gebruikt. Klager is in die verklaring zonder hoor en wederhoor (valselijk) beschuldigd van huiselijk geweld, manipulatie en agressie. Klacht gegrond: maatregel van berisping is opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 138/2017

    Betrokken arts deels te afwachtend. Waarschuwing. Zorg voor patient en beleid goed afgestemd met patient en familie. Tijdig bloedonderzoek bekeken en goed gelet op klinisch beeld. Echter de discrepantie tussen dit beeld, de sterk oplopende CRP (van 73 in februari 2016 naar 252 in mei van dat jaar), het verhoogde aantal leucocyten en het toxische bloedbeeld, ook aan mogelijke andere oorzaken dan de al lang bestaande wonden aan het been moeten denken. Nader onderzoek of overleg met het ziekenhuis was geïndiceerd. Dit klemt te meer nu door het gebruik van naproxen de gezondheidstoestand van patiënt beter kon lijken dan deze in werkelijkheid was. Daarnaast had verweerster naar het oordeel van het college patiënt beter moeten vervolgen dan zij heeft gedaan. Zij had er alert op moeten zijn dat het snel beter met patiënt had moeten gaan na aanvang van de kuur. Ook al kan niet zonder meer worden geoordeeld dat verweerster patiënt eerder had moeten verwijzen naar het ziekenhuis, waarbij verweerster ook nog terecht heeft laten meewegen dat patiënt zelf niet naar het ziekenhuis wilde, dan nog had zij moeten inzien dat het gelet op het toxische bloedbeeld van de 11e mei riskant was om zonder nauwgezet toezicht de effecten van een ongerichte kuur te blijven afwachten. Zij had voor het weekend de verdere opties moeten bezien en bespreken.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 232/2047 en 279/2017

    Klacht kort voor de behandeling ter zitting ingetrokken. Het college acht geen redenen van algemeen belang aanwezig op grond waarvan de behandeling van de klacht toch dient te worden voortgezet. Behandeling van de klacht wordt gestaakt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 228/2017

    Klacht tegen fysiotherapeut kennelijk ongegrond. Niet aannemelijk dat verwijzing huisarts bij verweerder bekend was. Verweerder heeft zorgvuldig gehandeld, er was geen reden voor een indicatie ‘chronisch’. Afspraak in praktijk om overname door collega te bespreken kan tuchtrechtelijke toets doorstaan.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17141

    Klaagster verwijt huisarts onder meer dat hij diagnose borderline zou hebben gesteld en niet met haar besproken, schending privacy door informatie te delen met familie en het overhandigen van een onvolledig dossier. Deze klachten zijn ongegrond. Onvolledig dossier is van onvoldoende gewicht hiervan tuchtrechtelijk verwijt te maken. Overige klachten niet feitelijk onderbouwd danwel verjaard en daardoor ook ongegrond c.q. niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 246/2017

    De kern van de, vele onderdelen tellende, klacht van klaagster voor zover deze verweerster aangaat is dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar een te strak lip- en/of tongriempje bij haar zoontje waardoor hij nooit goed heeft kunnen drinken en zich niet goed heeft kunnen ontwikkelen, veel van de stress van klaagster heeft meegekregen, slecht praat, zijn IQ te laag wordt ingeschat en hij wordt gepest vanwege zijn uiterlijk. Op basis van het dossier kan het college echter niet tot dat oordeel komen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17189

    huisarts van gezin, schrijft in kader door moeder gestarte gezagsprocedure tot verkrijgen eenhoofdig gezag over 11 jarige zoon, op verzoek van vader een brief over het handelen, nemen van verantwoordelijkheid door klaagster en deelt medisch informatie over zoon. Evident dat informatie bedoeld was gezagsverzoek van klaagster ter discussie te stellen en derden te informeren. Verweerder schendt zijn beroepsgeheim. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 153/2017

    De kern van de, vele onderdelen tellende, klacht van klaagster voor zover deze verweerster aangaat is dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar andere, lichamelijke oorzaken voor klaagsters toestand en te lichtvaardig een psychische oorzaak heeft aangenomen. Op basis van het dossier kan het college echter niet tot dat oordeel komen. Klacht kennelijk ongrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:37 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.249

    Klacht tegen een internist. Klaagster verwijt de internist schuld aan de dood van haar vader.. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van de stukken en hetgeen door partijen over en weer ter terechtzitting in beroep nog naar voren is gebracht tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de internist met betrekking tot de klacht geen verwijt zoals bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet BIG kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:195 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16-507

    Beslag op uitkering is niet opgeheven nadat de vordering was voldaan. Klaagster moest tweemaal rappelleren. Teveel geinde bedragen zijn aan uitkeringsinstantie terugbetaald en niet aan klaagster terwijl dit in het onderhavige geval voor de hand liggend zou zijn geweest.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:196 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16-747

    klager heeft driemaal gevraagd om toezending van een vonnis. Werd van kastje naar muur gestuurd. klacht is gegrond, geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:197 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16-1322

    Beslag op uitkering van debiteur van klager is ten onrechte niet opgenomen in het digitaal beslagregister. Klager heeft daardoor schade geleden. klacht gegrond, geen ruimte voor vaststelling schadevergoeding.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:198 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-801

    klacht KBVG tegen gerechtsdeurwaarder: gegrond. Er is gehandeld in strijd met artikel 19 Gerechtsdeurwaarderswet. De gerechtsdeurwaarder heeft geen kantoor gehouden in haar vestigingsplaats en was daardoor niet bereikbaar voor klanten. De gerechtsdeurwaarder heeft de KBVG niet geïnformeerd dat zij haar werkzaamheden had beëindigd. Oplegging zwaarste maatregel (ontzetting uit het ambt voor een jaar) gerechtvaardigd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:20 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-1037/DH/RO/W

    Wrakingsverzoek gegrond. De beslissing op het aanhoudingsverzoek is genomen vóór aanvang van de zitting, terwijl verzoeker had toegezegd zijn verzoek voor de zitting te onderbouwen. De afwijzing van het aanhoudingsverzoek is bovendien onvoldoende gemoviteerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:38 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.373

    Klaagster verwijt de aangeklaagde huisarts dat hij haar onheus heeft bejegend. De huisarts stelde zich weinig professioneel en respectloos op en weigerde klaagster te onderzoeken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond. Het Centraal Tuchtcollege heeft de arts eind 2013 een laatste kans gegund en hem een voorwaardelijke schorsing opgelegd met een proeftijd van twee jaar. Thans is er weer sprake van een klacht met gelijksoortige verwijten. Het college legt de maatregel op van schorsing van zijn inschrijving in het BIG-register voor de duur van zes maanden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep voor zover de arts heeft geweigerd klaagster te onderzoeken en betreffende de opgelegde maatregel, verklaart dit klachtonderdeel alsnog ongegrond , legt de arts de maatregel van berisping op en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.169

    Klaagster is vanaf begin 2015 in behandeling bij het FACT team van de GGZ. De aangeklaagde gz-psycholoog is verbonden aan het FACT team en is van mei 2015 tot juni 2016 bij de behandeling van klaagster betrokken geweest. In juni 2016 heeft klaagster zich, naar aanleiding van de gemaakte afspraken, ernstig verbaal, agressief en dreigend jegens de gz-psycholoog geuit. De behandelrelatie is toen geëindigd. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog: 1. klaagster geen traumabehandeling heeft gegeven; 2. haar beroepsgeheim heeft geschonden; 3.wil dat klaagster een lijdensweg heeft; 4. samen met een andere cliënt van klaagster heeft gestolen; en 5. heeft geweigerd om mee te werken aan de procedure bij de levenseindekliniek. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:201 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1180

    Dekenklacht. Deken verwijt verweerder de door hem aan een voormalig advocaat van zijn cliënt gedane ondubbelzinnige betalingstoezegging, om gelden vanaf zijn derdengeldrekening aan de voormalig advocaat te betalen, niet is nagekomen. Van een ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke betalingstoezegging door verweerder jegens de voormalig advocaat is de raad niet gebleken. Voor zover de berichten van verweerder wel als een onvoorwaardelijke toezegging kunnen worden opgevat, dan geldt dat de hoogte van de declaratie(s) van de voormalig advocaat niet als onbetwist vaststond. De raad oordeelt de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:36 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.174

    Klaagsters in eerste aanleg, moeder en dochter, zijn betrokken geweest bij een verkeersongeval. De aangeklaagde gz-psycholoog, is eigenaar van het pand waarin een trauma centrum met andere gz-psychologen is gevestigd. Met een van die andere psychologen is klaagster (moeder) een behandelrelatie aangegaan. Klaagster 1 (moeder) heeft deze gz-psycholoog ( gz-psycholoog S.) beschuldigd van verkrachting. Het Centraal Tuchtcollege heeft bedoelde S. een maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing van een jaar opgelegd, onder meer wegens grensoverschrijdend gedrag. Klaagster 1 heeft vervolgens aan verschillende instanties e-mails gestuurd waaruit afgeleid zou kunnen worden dat de schorsing mede betrekking had op de hier aangeklaagde gz-psycholoog. In reactie hierop heeft deze gz-psycholoog klaagster 1 gevraagd dit recht te zetten en gezegd bij gebreke daarvan de nodige stappen te zullen nemen in verband met laster en smaad (reputatie schade). Klaagster 1 verwijt de gz-psycholoog dat hij: 1. geen behoorlijke intake heeft verricht; 2. klaagster onjuist heeft doorverwezen; 3. geen dossier heeft bijgehouden; 4. geen volledige openheid van zaken heeft gegeven over het grensoverschrijdend gedrag van S; 5. klaagster heeft geïntimideerd met de bedoeling het grensoverschrijdend gedrag van S. stil te houden; 6. niet beschikt over een klacht- of geschillenregeling. Klaagster 2 (dochter) verwijt de gz-psycholoog dat hij: 7. geen behoorlijke intake heeft verricht; en 8. geen dossier heeft bijgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster 1 (moeder) niet-ontvankelijk m.b.t. de klachtonderdelen 1,2,3 en 6 en verklaart klachtonderdeel 4 en 5 ongegrond. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster 2 (dochter) niet ontvankelijk met betrekking tot klachtonderdelen 7 en 8. Alleen klaagster 1 (moeder) komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:21 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-247/DH/DH

    Verweerder heeft klager ten onrechte niet geïnformeerd over de mogelijkheid, de termijn en de goede en kwade kansen van het instellen van cassatie. Dit is tuchtrechtelijk verwijtbaar en rechtvaardigt oplegging van de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/318vp

    Klagers verwijten verweerster dat het door haar opgestelde rapport niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Verweerster heeft een rapport gemaakt in opdracht van de gemeente. Volgens klagers heeft zij haar medisch beroepsgeheim geschonden. Verweerster voert verweer. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:17 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-721/DH/DH

    Dekenbezwaar gegrond, schrapping. Het verwijt dat verweerster kan worden gemaakt komt er in de kern op neer dat zij zich al lange tijd stelselmatig niet laat controleren door de deken binnen de door hem gestelde kaders. Verweerster heeft zich door de inadequate wijze van informatieverstrekking aan de deken niet gedragen zoals het een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Haar houding ten aanzien van het advocatentuchtrecht in zijn algemeenheid en de deken en het dekentoezicht in het bijzonder getuigt naar het oordeel van de raad van laksheid, achteloosheid en onverschilligheid. De raad maakt verweerster daarvan een ernstig tuchtrechtelijk verwijt. Het tuchtrechtelijk verleden van verweerster in aanmerking genomen acht de raad de maatregel van schrapping van het tableau gerechtvaardigd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:18 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1189/DH/DH

    Verzet ongegrond. Klacht ingediend na ommekomst van de vervaltermijnen van artikel 46g leden 1 en 2 van de Advocatenwet. Klacht bij voorzittersbeslissing terecht niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-409/DH/RO

    Verzet ongegrond. De klacht betreft onwelwillend gedrag bij de overname van een dossier (gedragsregel 22 lid 1) en onjuiste uitlatingen binnen de klachtprocedure. Voor het eerst in verzet, en aldus te laat, heeft klaagster als aanvullende klacht opgeworpen dat verweerder haar beroep op het retentierecht (gedragsregel 22 lid 2) heeft genegeerd. De klacht dat verweerder zich in de klachtprocedure heeft bediend van onjuistheden heeft klaagster ook in verzet onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 206 en 251-2017

    Klacht tegen drie kaakchirurgen over onvoldoende nazorg en niet-afgeven dossier. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 208 en 252/2017

    Klacht tegen drie kaakchirurgen over onvoldoende nazorg en niet-afgeven dossier. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:200 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1112

    Tussenbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Heropening onderzoek inz klachtonderdeel a. Opdracht aan partijen om nadere stukken in te brengen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1770

    Oogarts wordt verweten dat hij bij toediening van intravitreale injectie niet hygiënisch heeft gehandeld, waardoor klager een ooginfectie heeft opgelopen, meerdere malen geopereerd moest worden en niet volledig meer kan zien. Richtlijn“Leeftijdsgebonden Maculadegeneratie”. Verweerder heeft voldaan aan de vereisten voor hygiënisch werken. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:23 Raad van Discipline Amsterdam 17-1027/A/A

    Voorzittersbeslissing. Gelet op het gemotiveerde verweer van verweerster heeft klager zijn stelling, dat verweerster zich onvoldoende heeft ingespannen bij de behandeling van zijn strafzaak, niet of onvoldoende onderbouwd. Duidelijk is dat partijen het niet eens waren over de te voeren strategie. Zoals verweerster terecht stelt betekent dit echter niet dat zij zich onvoldoende voor klager heeft ingespannen. Ook overigens blijkt dit niet uit het dossier. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:200 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16-470

    Verweerder heeft onnodig lang gedaan over het vaststellen van de beslagvrije voet. Er is minder geld terugbetaald dan waarover verweerder beschikte. Klacht is gegrond. Het verweer dat de administratie niet op de orde was bij de GGN maakt dat niet anders.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:40 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.132

    Klacht tegen een tandarts. Klagers verwijten de tandarts dat zij een schriftelijke verklaring (die is opgesteld door de tandarts met wie klaagster een conflict heeft) heeft ondertekend, die in een procedure tussen klaagster en deze tandarts is overgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard in hun klacht. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:34 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.469

    Klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft allereerst aangevoerd dat het Regionaal Tuchtcollege zich op basis van onjuiste en ondeugdelijke gronden bevoegd heeft geacht kennis te nemen van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege zich terecht bevoegd heeft geacht om kennis te nemen van de door klager ingediende klacht. De oorspronkelijke klacht bestond uit zes klachtonderdelen. Deze onderdelen zijn in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege weergegeven onder 3. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel 5, de klachtonderdelen 1 en 6 geheel gegrond verklaard, de klachtonderdelen 2 en 3 deels gegrond verklaard en de klacht voor het overige als ongegrond afgewezen. Voor het gegrond verklaarde deel van de klacht is de tandarts de maatregel van berisping opgelegd. De tweede en derde beroepsgrond van de tandarts zijn gericht tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover de klachtonderdelen 1 tot en met 3 (deels) gegrond zijn verklaard en aan hem de maatregel van berisping is opgelegd. Deze klachtonderdelen betreffen het (ontbreken van) informed consent, het (onvoldoende) onderzoek naar het tandenknarsen en het (niet) lege artis handelen bij de plaatsing van de keramische inlays. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege zijn er (voldoende) aanwijzingen dat de tandarts wel met klager heeft gesproken over de inhoud en de gevolgen van de behandeling en de eventuele risico’s en dat niet geconcludeerd kan worden dat geen sprake was van informed consent. Het Centraal Tuchtcollege is met het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de enkele omstandigheid dat klager tandenknarst geen contra-indicatie is voor het aanbrengen van inlays van keramiek. Wat betreft de plaatsing van de inlays kan het Centraal Tuchtcollege op basis van de bekende gegevens niet vaststellen dat deze inlays te hoog zijn gelegd. Deze klachtonderdelen zullen als (geheel) ongegrond worden afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, voor zover voor zover de klachtonderdelen 1 tot en met 3 (deels) gegrond zijn verklaard en aan de tandarts de maatregel van berisping is opgelegd en opnieuw rechtdoende, wijst de klachtonderdelen 1 tot en met 3 als ongegrond af en legt de tandarts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:201 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16-1110

    Beslissing op verzet: ogg Beslagvrije voet

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.434

    Klacht tegen een tandarts. Klagers verwijten de tandarts 1) dat hij zich in diverse opzichten jegens hen schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag in het kader van het arbeidsconflict 2) dat de tandarts de behandelrelatie met hen niet had mogen beëindigen door hen onaangekondigd en zonder begeleidende brief de patiëntendossiers toe te sturen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard in het eerste klachtonderdeel en het tweede klachtonderdeel als ongegrond afgewezen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld ter zitting te worden gehoord over het eerste klachtonderdeel. De beslissing in eerste aanleg kan daarom niet worden gehandhaafd. Met toepassing van artikel 73, vijfde lid, van de Wet BIG heeft het Centraal Tuchtcollege de zaak zelf afgedaan. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verklaart klagers in het oorspronkelijke klachtonderdeel 1 niet-ontvankelijk en wijst het oorspronkelijke klachtonderdeel 2 als ongegrond af.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:35 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.131

    Klacht tegen een tandarts. Klagers verwijten de tandarts dat diens assistente, over de periode dat zij met klaagster heeft samengewerkt bij haar vorige werkgever (2003 tot en met 2008), een schriftelijke verklaring heeft opgesteld, die in een procedure tussen klaagster en haar werkgever is overgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard in hun klacht. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-267

    Verzet ongegrond. Klacht van opdrachtgever. Verweerder heeft emailbericht van klager wel degelijk ontvangen. Is echter verschoonbare fout.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:203 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-774

    verzet ongegrond niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft willen leggen op privégoederen ipv op de VOF

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:204 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 17-775

    Verzet ongegrond Beslagvrije voet: gerechtsdeurwaarder is passief bij vaststellen BVV: elk jaar huurverhoging en zorgpremie.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:43 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/104

    Dierenarts wordt verweten dat zij een hond een niet voor de eigen diersoort geregistreerd antibioticum (Ampi-dry 5000 5gr/30ml) in een te hoge dosering heeft toegediend, met als gevolg dat de conditie van de hond sterk achteruit ging en moest worden besloten tot euthanasie. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:7 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170287

    Verzet tegen beslissing voorzitter dat hoger beroep tegen beslissing raad, waarin het dekenbezwaar gegrond is verklaard en verweerder de maatregel van schrapping is opgelegd, kennelijk niet-ontvankelijk is. Het verzet slaagt. In het beroepschrift van verweerder, waarbij hij beroep instelde tegen de beslissingen van de raad op het dekenbezwaar en de klacht, zijn enkele bezwaren te lezen die betrekking hebben op het dekenbezwaar. De aangevoerde gronden zijn uiterst beperkt en betreffen lang niet alle overwegingen van de beslissing op het dekenbezwaar, maar niet gezegd kan worden dat tegen die beslissing geen gronden zijn aangevoerd. De behandeling van het hoger beroep zal worden voortgezet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:13 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170219

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Ook in hoger beroep ongegrond. Niet gebleken dat verweerster de rechter onjuiste feiten heeft voorgehouden. De door verweerster in het verzoekschrift gebruikte kwalificaties zijn stevig maar niet onnodig grievend in tuchtrechtelijke zin. Van stemmingmakerij en het verkondigen van leugens, waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad, is niet gebleken. Niet gebleken dat verweerster steeds een viergesprek heeft afgehouden. Klager heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat verweerster zich onbetamelijk jegens klager heeft gedragen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:32 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.104

    Klacht tegen gynaecoloog. Klager is de ex-partner van patiënte die bij verweerder onder gynaecologische behandeling geweest voor DES-controle en fertiliteitsvragen. De klacht houdt in dat de gynaecoloog verweerder in een tweetal gesprekken sterk heeft bevestigd dat chlamydia de oorzaak was van de onvruchtbaarheid van patiënte, terwijl hij wist dat dit niet het geval was. Volgens klager heeft de gynaecoloog daarmee willens en wetens de fout van een andere arts die bij zijn ex-partner een gynaecologische ingreep had verricht, geprobeerd te verhullen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:44 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/30

    Dierenarts wordt verweten de euthanasie van een hond veterinair onjuist althans niet naar behoren te hebben uitgevoerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/633568 / DW RK 17/790

    Beslissing op verzet. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder voorafgaand aan de beslaglegging onvoldoende onderzoek heeft verricht of de aanwezige goederen op het adres [ ] te [ ] daadwerkelijk eigendom waren van [a]. Van de gerechtsdeurwaarder had mogen worden verwacht dat hij het onderscheid tussen afzonderlijke juridische entiteiten in acht neemt en niet zonder verder onderzoek de conclusie trok dat ten laste van [a] beslag mocht worden gelegd op het adres van [b] te [ ]. Verzet gegrond. Maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:8 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170221

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Het hof is, net als de raad, van oordeel dat verweerder in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 19 door klaagster zonder enige aankondiging vooraf en zonder haar verhinderdata te vragen in kort geding te dagvaarden. Het hof acht gezien de omstandigheden, waaronder dat voor klaagster geen verrassing kan zijn geweest dat de clienten van verweerder ook tegen klaagster een verbod vorderden en dat het nadeel voo rklaagster uiterst beperkt is gebleven, het nalaten van verweerder niet in die mate verwijtbaar dat oplegging van een maatregel is aangewezen. De beslissing tot oplegging van een waarschuwing zal daarom worden vernietigd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:14 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180004

    Voorzittersbeslissing. Hoger beroep tegen beslissing van de raad waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ongegrond is verklaard. Appelverbod artikel 46h lid 7 Advocatenwet. Afwijzing hoger beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:33 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.118

    Klacht tegen gynaecoloog. Verweerster heeft bij klaagster een gynaecologische ingreep verricht. Tijdens de operatie blijkt sprake te zijn van endometriose. Deze wordt door verweerster voor zover mogelijk verwijderd. Klaagster verwijt verweerster dat zij 1) voorafgaand aan en tijdens de operatie niet de zorg heeft betracht die van haar verwacht mag worden, 2) dat zij het operatieverslag en bijbehorende operatiefoto van klaagster zou hebben vervalst, 3) dat er verkeerde medicatie is voorgeschreven en verweerster onvoldoende uitleg heeft gegeven over het verloop van de operatie, de voorgeschreven medicatie en de bijwerkingen daarvan en dat er 4) onvoldoende nazorg is geboden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat het nalaten van het voorlichten van klaagster over de betreffende bijwerking niet juist is, maar dat dit nalaten onvoldoende is om te kunnen spreken van een tuchtrechtelijk relevant verwijt en heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:45 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2017/21

    Dierenarts wordt verweten ten aanzien van een hond veterinair tekort te zijn geschoten met betrekking tot een keizersnede alsook ten aanzien van de nazorg, door onder meer een onjuist diergeneesmiddel te hebben voorgeschreven en medicatie zonder bijsluiter te hebben meegegeven. Alleen voor wat betreft het niet meegegeven van de bijsluiter gegrond. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/630291 / DW RK 17/596

    Beslissing op verzet. Rente en buitengerechtelijke kosten. Verzoek om kwijtschelding. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:9 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170211

    Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad dat de klachten, dat verweerder klagers zaak niet serieus heeft genomen en moedwillig heeft getraineerd, verweerder klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de resultaatbeoordeling door de Raad voor Rechtsbijstand en dat verweerder klager te laat heeft meegedeeld dat de kans om de vordering in de bodemprocedure toegewezen te krijgen klein was, gegrond zijn. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:15 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170183

    Klachten over eigen advocaten zijn ook in hoger beroep deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. Een redelijke wetsuitleg brengt met zich mee dat ook de raad bevoegd is een klacht wegens termijnoverschrijding (46g Aw) niet-ontvankelijk te verklaren in het geval de voorzitter geen gebruik heeft gemaakt van zijn dienovereenkomstige bevoegdheid. Bekrachtiging.