Zoekresultaten 25001-25050 van de 45087 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2016:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1559b
- Datum publicatie: 09-03-2016
- Datum uitspraak: 09-03-2016
- ECLI:NL:TGZREIN:2016:26
Klager verwijt de arts dat hij niet gekwalificeerd was ten tijde van de behandeling van de dochter van klager (gedeeltelijk gegrond), geen adequaat dossier heeft gevormd (gegrond), klager als gezaghebbend ouder niet heeft geïnformeerd over de behandeling en zijn toestemming niet heeft gevraagd (gegrond), zijn beroepsgeheim heeft geschonden (gegrond) en een verkeerde diagnose (chronisch PTSS) heeft gesteld (gegrond). Verweerder was eindverantwoordelijk voor het handelen van de niet BIG-geregistreerde behandelaar van de dochter, maar was inhoudelijk niet of nauwelijks betrokken. Verweerder heeft zijn taak schromelijk verwaarloosd. De behandelaar was in de veronderstelling dat verweerder kinderpsychiater was. Maatregel: uitzonderlijk slecht hulpverlener betoond. Niet gehouden aan professionele maatstaven. Optreden ter zitting ontluisterend. Onaanvaardbaar risico voor de individuele gezondheidszorg. Doorhaling.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.304
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:107
Klacht tegen patholoog. Na het overlijden van de moeder van klager is op verzoek van de behandelend artsen obductie op haar lichaam verricht, waarna weefselstukjes van de hersenen zijn gearchiveerd. Klager verwijt verweerder dat hij de familie onvoldoende heeft geïnformeerd en geen toestemming heeft gevraagd en voorts dat hij heeft geweigerd het weefsel aan de familie te overhandigen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen en het beroep van klager wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.140
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:98
Klacht tegen verzekeringsarts: BMA zaak. Klager is van Irakese nationaliteit en lijdt aan epilepsie, een depressie en een posttraumatische stressstoornis. Het gaat in casu om de verlenging van zijn verblijfsvergunning voor medische behandeling. Naar aanleiding van de adviezen van de aangeklaagde verzekeringsarts is de aanvraag tot verlenging afgewezen. Klager verwijt de aangeklaagde verzekeringsarts het volgende: 1. de adviezen van 2013 en 2014 voldoen niet aan de daaraan te stellen eisen. De verzekeringsarts heeft niet voldoende onderzoek gedaan om tot een medisch verantwoord en goed gemotiveerd onafhankelijk advies te komen, in het bijzonder waar het gaat om de beschikbaarheid van de benodigde medicatie; 2. de verzekeringsarts heeft klagers gezondheid in gevaar gebracht door, als gevolg van onvoldoende vakinhoudelijke kennis en grove onzorgvuldigheid, uit te gaan van de beschikbaarheid van de benodigde medicatie in het land van herkomst ter voorkoming van het ontstaan van een medische noodsituatie, terwijl dat niet het geval was. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond voor zover die betrekking heeft op de motivering en onderbouwing van de conclusie en legt de verzekeringsarts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2016:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-081
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZRSGR:2016:26
Klacht tegen een huisarts. Niet geluisterd naar de noodsignalen van patiënte en haar familie ter zake van pijnklachten na een val en geen nader onderzoek (laten) verricht(en). Ongegrond. In de omstandigheden van het geval niet onzorgvuldig gehandeld door geen nader onderzoek/ x-foto te (laten) verrichten/ maken. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:101 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.159
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:101
Betreft klacht tegen SEH-arts. Na van achteren door een auto te zijn aangereden, is klager in verband met verwondingen gezien op de afdeling Spoed Eisende Hulp (SEH). Vanwege aanhoudende klachten is klager negen dagen later opnieuw op de SEH gezien door verweerster, toen arts-assistent in opleiding. De klacht betreft de behandeling. Daarnaast verwijt klager de aangeklaagde SEH arts-asssistent in opleiding stemmingmakerij en onjuiste verslaglegging in het medische dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.311
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:108
Klacht tegen huisarts : telefonische hulpvraag namens 76-jarige patiënte werd geduid als verzoek om opname in een verzorgingshuis. Bij latere opname in het ziekenhuis bleek patiënte hyponatriëmie en hypokaliëmie te hebben. Klaagster verwijt de huisarts dat hij inadequaat heeft gehandeld door haar niet eerder op te laten menen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat verweerder wederom een visite had moeten afleggen of ten minste telefonisch beter had moeten. Waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.152
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:99
Klacht tegen verzekeringsarts: BMA zaak. Klager is van Nigeriaanse nationaliteit en met HIV besmet. Klager heeft de IND verzocht om uitstel van vertrek omdat het gelet op de gezondheidstoestand van klager niet verantwoord is te reizen. De verzekeringsarts heeft in dit kader adviezen uitgebracht aan de IND. De verzekeringsarts heeft onder meer aangegeven dat behandeling in Nigeria kan worden gegeven. Klager verwijt de verzekeringsarts zijn zorgplicht jegens klager te hebben geschonden : 1. door (meermaals) gebruik te maken van informatie, terwijl er aanleiding was om aan de juistheid van die informatie te twijfelen; 2. door ten onrechte het begrip “beschikbaarheid” (van medicatie) uit te breiden (zelfs op aan te sturen) tot het op individueel verzoek van patiënt importeren van medicatie die in Nigeria niet als geregistreerd medicijn aanwezig is. Daarbij heeft de verzekeringsarts bovendien nagelaten onderzoek te verrichten naar het systeem van parallelimport in Nigeria waardoor het niet zeker is of dit wel is toegestaan en (dus) of de medicatie daadwerkelijk beschikbaar is in Nigeria. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege voorziet het tweede criterium (voor de vraag of het onderzoek van de verzekeringsarts uit een oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de toets der kritiek kan doorstaan) in een gedeeltelijke herformulering van enkele aanscherpingen. Op dit geherformuleerde criterium stuit de klacht reeds af. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.188
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:102
Klacht tegen huisarts : klager was de geregistreerde partner van patiënte. Patiënte was als gevolg van een herseninfarct aan haar rechter zijde verlamd. Bij een aangevraagd huisbezoek heeft de huisarts de waarschijnlijkheidsdiagnose ‘bronchitis’ gesteld en onder andere een antibioticakuur voorgeschreven. Op zeker moment is patiënte met spoed opgenomen op de IC van het ziekenhuis. Aldaar bleek dat er bij haar sprake was van een bloedvergiftiging door infectie (sepsis), gecombineerd met bloedarmoede en hoge bloeddruk. Daarbij was sprake van een moeilijke ademhaling. Patiënte is kort daarop in het ziekenhuis overleden. Klager verwijt de aangeklaagde huisarts, zakelijk weergegeven, dat hij niet adequaat heeft gehandeld tijdens het huisbezoek. De huisarts had tijdens dat bewuste huisbezoek geen antibiotica mogen voorschrijven voor de klachten die patiënte had. Zijn handelen (en de latere fout van de waarnemer) heeft geleid tot verergering van de klachten van patiënte en uiteindelijk tot haar overlijden. Klager is van mening dat als de huisarts en de waarnemer wel op de juiste wijze met de klachten van patiënte waren omgegaan, zij later zou zijn overleden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.313
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:109
Klacht tegen huisarts: Klaagster is door verweerster, huisarts, in een periode van een jaar en drie maanden vier maal gezien in verband met buikklachten. Bij het laatste contact was verweerster aanwezig als opleider tijdens het consult van klaagster bij een haio (C2015.314). Klaagster is bij gelegenheid van het laatste consult op eigen verzoek verwezen naar een mdl-arts. Na onderzoek is bij klaagster de ziekte van Crohn vastgesteld. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster niet eerder heeft doorgestuurd naar het ziekenhuis. Was zij eerder verwezen, dan had zij deze ziekte mogelijk niet gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.211
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:103
Klacht tegen arts: Verweerster is in 2005 met een eigen praktijk gestart voor integrale geneeskunde, natuurgeneeskunde en meer in het bijzonder de orthomoleculaire- en natuurgeneeskunde. Klager heeft vanaf 24 november 2008 tot september 2011 maandelijks consulten bij verweerster gehad. Klager en verweerster hebben gedurende de behandelperiode zeer frequent (vaak dagelijks) e-mailcontact met elkaar. In de periode oktober 2009 tot in april 2010 heeft klager werkzaamheden verricht ten behoeve van de website en huisstijl van de praktijk van verweerster. Voorts zijn er zakelijke contacten tussen klager en verweerster over bestellingen die door klager zijn gedaan ten behoeve van verweerster en over het maken/branden van DVD’s. Naar aanleiding van dit laatste contact is tussen klager en verweerster een heftige mailwisseling ontbrand. Daarna is er geen patiëntencontact meer geweest. Het laatste consult vond plaats op 19 september 2011. De klacht bestaat uit 14 onderdelen, verspreid over 5 ordners. Omwille van een overzichtelijke behandeling van die 14 klachtonderdelen heeft het RTG ter zitting met partijen besproken dat gekozen wordt voor de navolgende (her-)rangschikking: 1) Ernstige overschrijding arts-patiënt-relatie; 2) Onvoldoende dossiervorming; 3) Verkeerde/te late diagnoses; 4) Fout beleid ten aanzien van voorgeschreven antibiotica; 5) Geen doorverwijzing; 6) Schending beroepsgeheim; 7) Bejegening. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het eerste klachtonderdeel gegrond en de overige klachtonderdelen ongegrond en legt een schorsing van de inschrijving voor de duur van zes maanden op, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar (betreffende de gegrondbevindingen van een soortgelijk verwijt), waarbij als voorwaarde geldt dat verweerster zich binnen drie maanden na deze uitspraak zal aanmelden bij ‘coaches voor medici’ voor een traject van begeleiding/coaching inzake het verwijtbaar tuchtrechtelijk handelen van verweerster; Publicatie. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege ten aanzien van de ongegrond verklaarde klachtonderdelen. Hij concludeert tot gegrondverklaring van die klachtonderdelen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het hoger beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2016:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 15/337VP
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZRAMS:2016:14
De klacht van de Inspectie heeft betrekking op het strafrechtelijk verleden van de verpleegkundige, waardoor hij – kort samengevat- niet meer als verpleegkundige kan functioneren. Verweerder heeft de klacht nadrukkelijke betwist en primair aangevoerd dat de Inspectie niet-ontvankelijk is in haar klacht. Doorhaling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:43 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150065
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:43
Klacht dat de advocaat de strafzaak van klager bij het hof niet op een deugdelijke en zorgvuldige wijze heeft behandeld. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad (klacht deels ongegrond, deels gegrond en waarschuwing). De advocaat heeft in hoger beroep nog aangevoerd dat hij het getuigenverhoor heeft verlaten op het moment dat dit verhoor werd onderbroken omdat de raadsheer-commissaris openbaar uitspraak diende te doen in een andere zaak. Hij heeft voorts verklaard hierover geen contact te hebben gehad met zijn cliënt. Uit de door de raad vastgestelde feiten volgt dat de verhoren door - niet aan de advocaat te wijten omstandigheden - erg waren uitgelopen. Het hof acht het aannemelijk dat de vertraging door de door de advocaat genoemde uitspraak verder dreigde op te lopen. Als een verhoor echter zodanig uitloopt dat een raadsman niet langer aanwezig kan zijn, kan hij slechts dit verhoor verlaten onder opgave van schriftelijke vragen aan de raadsheer-commissaris, indien hij dit vooraf - dan wel ter plekke door telefonisch contact - heeft afgestemd met zijn cliënt. Is dit niet het geval dient hij aanhouding te vragen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.314
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:110
Klacht tegen huisarts: Klaagster is door verweerster, huisarts in opleiding, in een periode van zeven maanden drie maal gezien in verband met buikklachten. Bij het laatste contact was de opleider van verweerster (C2015.313) tijdens het consult aanwezig. Klaagster is bij gelegenheid van het laatste consult op eigen verzoek verwezen naar een mdl-arts. Na onderzoek is bij klaagster de ziekte van Crohn vastgesteld. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster niet eerder heeft doorgestuurd naar het ziekenhuis. Was zij eerder verwezen, dan had zij deze ziekte mogelijk niet gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.227
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:104
Klacht tegen een bedrijfsarts. De klacht houdt in dat de arts klager arbeidsgeschikt heeft verklaard zonder hem te hebben onderzocht en zonder informatie in te winnen bij zijn huisarts, en zijn oordeel niet deugdelijk heeft onderbouwd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de arts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2016:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/098
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZRAMS:2016:15
Verweerster is specialist ouderengeneeskunde. Klaagster is de dochter van een inmiddels overleden patiënt. Patiënt was opgenomen in een verpleeghuis. Klaagster verwijt verweerster dat zij bij opname van patiënt geen algehele controle heeft uitgevoerd, een zeer slechte communicatie met klaagster en de familie heeft gevoerd en patiënt te laat naar het ziekenhuis heeft ingestuurd, als gevolg waarvan hij is komen te overlijden. waarschuwing
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:44 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150063
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:44
Klacht dat advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat hij in een procedure een grote hoeveelheid stukken bij het gerechtshof heeft ingediend zonder daarvan een afschrift aan de advocaat van klager te sturen, is ongegrond.De advocaat heeft op dezelfde dag dat hij de stukken ter griffie deponeerde de advocaat van klager hiervan op de hoogte gesteld. De advocaat van klager heeft de gedeponeerde stukken voor de behandeling van de zaak ook ingezien. Daarnaast heeft het gerechtshof besloten de gedeponeerde stukken buiten beschouwing te laten omdat zij niet op de gebruikelijke wijze zijn ingediend. Van schending van de in gedragsregel 14 besloten liggende te beschermen verdedigingsbelang is in dit geval geen sprake (geweest). Het hof acht het gemaakte verwijt daarmee te gering van betekenis van van onvoldoende gewicht om daaraan enige tuchtrechtelijke gevolgen te verbinden. Het hof bekrachtigt daarom de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.287
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:105
Klacht tegen huisarts: De klacht heeft betrekking op de overleden partner van klager, patiënte. Aan patiënte was door haar huisarts na een huisbezoek antibiotica voorgeschreven. Zes dagen na dit huisbezoek heeft verweerder, destijds huisarts, als waarnemer eerst telefonisch met patiënte gesproken en vervolgens een huisbezoek afgelegd en patiënte onderzocht. De nacht na dit bezoek is patiënte met spoed opgenomen op de IC in verband met onder meer een sepsis. Tien dagen nadien is patiënte in het ziekenhuis overleden. Klager verwijt verweerder – zakelijk weergegeven – dat hij niet adequaat heeft gehandeld tijdens het huisbezoek door na te laten de lichaamstemperatuur en de bloeddruk van patiënte op te meten. Klager stelt dat dit nalaten heeft geleid tot verergering van de klachten en uiteindelijk tot het overlijden van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2016:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/028
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZRAMS:2016:16
Klagers verwijten de kinderarts – kort samengevat – dat deze onzorgvuldig jegens hen heeft gehandeld door ten onrechte een melding te doen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. De klacht heeft voorts betrekking op de door de kinderarts gestelde diagnose met betrekking tot klagers zoon en de dossiervoering.Afwijzing
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:96 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.022
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:96
Klacht tegen een verzekeringsarts, inhoudende het niet serieus nemen van de medische klachten van patiënt, onbehoorlijk gedrag tijdens spreekuurcontacten, een onjuiste en onvolledige probleemanalyse en het niet serieus nemen van de medische expertise van de behandelend psychiaters. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege merkt patiënt aan als klager (in plaats van zijn dochter) en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:45 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150062
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:45
Advocaat heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat hij vanwege intrekking van de toevoeging klager kort voor de inhoudelijke behandeling van de strafzaak op een zitting alleen nog op betalende basis heeft willen bijstaan en vervolgens zijn werkzaamheden heeft neergelegd. De advocaat moet zorgen voor duidelijkheid over de tussen hem en zijn cliënt bestaande financiële afspraken. In oktober 2012 wist de advocaat, althans behoorde hij te weten dat klager niet in aanmerking kwam voor een toevoeging. De advocaat heeft desondanks nadien werkzaamheden voor klager verricht zonder hierover met hem financiële afspraken te maken. De advocaat heeft pas negen dagen voorafgaand aan de behandeling van de zaak van klager ter zitting op 25 september 2014 aan klager uitsluitsel gegeven dat hij alleen op betalende basis klager wilde bijstaan.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.291
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:106
Klacht tegen bedrijfsarts: Verweerder, bedrijfsarts, heeft klager in het kader van de Wet verbetering Poortwachter beoordeeld, een rapportage opgesteld en geschikt geacht om werkzaamheden uit te oefenen. Klager kon zich hier aanvankelijk in vinden maar heeft toch bezwaar gemaakt tegen de hersteld verklaring. Door de bezwaarafdeling is, na ontvangst van medische informatie van de afdeling psychiatrie van het ziekenhuis waar klager eerder was beoordeeld, vervolgens een verzoek tot herziening gedaan. Klager is ter gelegenheid van deze herziening arbeidsongeschikt geacht en met terugwerkende kracht toegelaten tot de ziektewet. Klager verwijt verweerder, zakelijk weergegeven, dat hij geen acht heeft geslagen op de stukken van het ziekenhuis, dat hij geen goede diagnose heeft gesteld en dat hij klager onheus heeft bejegend. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.068
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:97
Klacht tegen bedrijfsarts: klager heeft zich medio maart ziek gemeld wegens rugklachten en hoofd- en oogpijn. Klager heeft een visuele beperking waardoor hij hulpmiddelen nodig heeft voor lees- en schrijftaken. Begin april heeft de aangeklaagde bedrijfsarts klager op zijn spreekuur gezien en onderzocht. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij: 1. tijdens het consult in april geen excuses aan klager heeft aangeboden voor het feit dat hij te laat aanwezig was; 2. meteen na aanvang van het consult, en zonder te vragen naar de medische gegevens, een oordeel heeft uitgesproken, inhoudende dat klager voor meer dan 100% arbeidsgeschikt was en dat hij direct zijn werkzaamheden diende te hervatten; 3. een onduidelijke, ongemotiveerde en onvolledige probleemanalyse aan de werkgever heeft verstrekt, welk verslag afweek van hetgeen de bedrijfsarts mondeling aan klager had medegedeeld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2016:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-067a
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZRSGR:2016:25
Klacht tegen een huisarts. (1) Over de wijze van verwijzing naar een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Gegrond: De arts heeft de hulpvraag van klager onvoldoende uitgevraagd en aan de verwijsbrief in vragende vorm een kwalificatie toegevoegd die hij niet met klager heeft besproken. (2) Voorts het klager lastig maken om het medisch dossier te verkrijgen. Ongegrond: Hoewel ongelukkig dat klager meermaals heeft moeten verzoeken om delen van zijn medisch dossier is niet gebleken van opzettelijk achterhouden van het dossier. Deze omstandigheden zijn onvoldoende zwaarwegend om aan de arts tuchtrechtelijk te worden aangerekend. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2016:100 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.158
- Datum publicatie: 08-03-2016
- Datum uitspraak: 08-03-2016
- ECLI:NL:TGZCTG:2016:100
Betreft klacht tegen SEH-arts. Na van achteren door een auto te zijn aangereden, is klager in verband met verwondingen op de afdeling Spoed Eisende Hulp (SEH) van een ziekenhuis gezien door een SEH-arts. Klager verwijt de aangeklaagde SEH-arts stemmingmakerij en onjuiste verslaglegging in het medische dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:42 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7412
- Datum publicatie: 07-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:42
Toen de advocaat een zaak aannam waarbij hij de belangen van de nabestaanden van een slachtoffer van een misdrijf moest behartigen, stond hij ook de verdachte van ditzelfde misdrijf bij in zijn strafzaak. De advocaat negeerde de waarschuwing van het Openbaar Ministerie over belangenverstrengeling. De verklaringen die de advocaat tijdens de procedure heeft aangegeven om zijn handelen te verklaren, bleken vaak onjuist.Niet alleen bij de intake en tijdens de behandeling van de zaak is (de kwaliteit van) de dienstverlening benedenmaats geweest. Ook bij het neerleggen van de opdracht heeft de advocaat onjuist gehandeld door zonder aantoonbare toestemming van klager (nabestaande) het dossier over te dragen aan een door hem aangezochte advocaat en zonder aantoonbare toestemming van klager een deel van de door klager aan de advocaat betaalde bedragen over te maken naar deze aangezochte advocaat. Alle vier de klachten zijn gegrond. Het hof heeft de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd. Daarbij heeft het hof meegewogen de ernst van de klacht, het tuchtrechtelijk verleden van de advocaat en de wijze waarop de advocaat zijn klachtwaardig handelen in deze tuchtrechtelijke procedures heeft willen verbloemen met onwaarheden.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2016:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1527
- Datum publicatie: 07-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TGZREIN:2016:23
Klager verwijt verweerder, bedrijfsarts, onder meer een gesprek met klager heeft geweigerd, dat hij heeft aangedrongen op het afzeggen van een second opinion en klager onder druk heeft gezet het contact met de werkgever te verbreken. Verder verwijt hij verweerder dat deze klager onheus heeft bejegend en zijn beroepsgeheim heeft geschonden door medische gegevens en de klachten met klagers werkgever te bespreken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2016:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1547a
- Datum publicatie: 07-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TGZREIN:2016:24
Klaagster verwijt verweerster, kinderarts, dat zij is tekort geschoten met betrekking tot klaagsters pasgeboren zoon waar het betreft de voeding, het emotionele aspect van de verzorging tijdens opname, het betrekken van de ouders bij de verzorging, en door het doen van onprofessionele uitspraken en het geven van onvoldoende en onjuiste informatie tijdens de opname. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2016:18 Accountantskamer Zwolle 16/7-16/111-112-113 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TACAKN:2016:18
Voorzittersbeslissing. Kennelijk niet ontvankelijk i.v.m. verstreken zijn van de zesjaarstermijn.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2016:50 Raad van Discipline Amsterdam 16-092/A/A
- Datum publicatie: 07-03-2016
- Datum uitspraak: 04-03-2016
- ECLI:NL:TADRAMS:2016:50
Voorzittersbeslissing. Niet gebleken van zodanige gedragingen van verweerder in zijn hoedanigheid van mediator dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2016:36 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-609/DB/LI
- Datum publicatie: 07-03-2016
- Datum uitspraak: 07-03-2016
- ECLI:NL:TADRSHE:2016:36
Advies om geen bezwaar in te dienen tegen beschikking IND niet onderbouwd en niet schriftelijk vastgelegd. Geen opdrachtbevestiging aan cliënt toegezonden en geen urenspecificatie van werkzaamheden. Niet gebleken dat in rekening gebracht voorschot is terugbetaald. Vreemdelingenzaak aangenomen zonder aantoonbaar te beschikken over voldoendedeskundigheid dan wel een ander te raadplegen die wel over voldoende deskundigheid beschikt. In combinatie met tuchtrechtelijk verleden niet verantwoord indien verweerder zijn advocatenpraktijk langer zou mogen uitoefenen. Klacht gegrond; schrapping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:41 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15.314/DH-a
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 08-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:41
Beslissing op verzet. Klacht in verband met opdracht tot advisering door verweerder in een aangelegenheid betreffende een mogelijke strijdigheid met de Wet op de kansspelen. De verwijten betreffen onder meer onjuiste adressering en inhoud van de opdrachtbevestiging, nalaten klager te waarschuwen voor de gevaren van zijn plannen en de declaratie, waarin ook werkzaamheden van een kantoorgenoot waren verwerkt. De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het verzet wordt buiten de oude wettelijke termijn van 14 dagen ingesteld, maar de raad acht de termijnoverschrijding verschoonbaar omdat de griffier per abuis de nieuwe wettelijke verzettermijn van 30 dagen had meegedeeld. Het verzet is ontvankelijk. De raad verklaart het verzet in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2016:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 239/2014
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 04-03-2016
- ECLI:NL:TGZRZWO:2016:28
Klacht tegen verpleegkundige, werkzaam op een PAAZ-afdeling. De vader van klaagster heeft vijf uur lang ontbloot in zijn rolstoel doorgebracht. Hij werd hierop telkens aangesproken door de avond- en nachtverpleegkundige (verweerster) maar zij hebben hem niet na verloop van tijd in bed geholpen en zijn toestand gecontroleerd. Later die dag is patiënt overleden. Aangezien verweerster de laatste en de langste periode verantwoordelijk is geweest, en heeft verzuimd een MIP-melding te doen, wordt haar een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:35 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-093/DH/DH
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 18-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:35
Voorzittersbeslissing. Het klachtrecht komt alleen toe aan diegene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn belang is getroffen of kan worden getroffen. Klaagster kan in deze kwestie niet als zodanig worden aangemerkt. Derhalve is de klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond. De klacht dat verweerder niet inhoudelijk reageert op brieven van de advocaat van klaagster, is door klaagster niet althans onvoldoende onderbouwd en door verweerder betwist. Dat verweerder enkel via de advocaat van klaagster correspondeert is in overeenstemming met gedragsregel 18. Daarnaast is uit de aan de raad overgelegde stukken niet gebleken dat verweerder in zijn zorg als advocaat voor de wederpartij van klaagster enige tuchtrechtelijk relevante grens heeft overschreden.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4771/15.81c
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:48
Beslissing op verzet. De klacht is gericht tegen verweerder en een aantal van zijn kantoorgenoten. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2016:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 242/2014
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 04-03-2016
- ECLI:NL:TGZRZWO:2016:29
Klacht tegen arts in opleiding tot psychiater. De vader van klaagster is tijdens een verblijf op de PAAZ-afdeling overleden. Klachten over de medicatie, het niet optreden tegen overmatig eten en drinken door patiënt terwijl deze diabetes had, het verblijf op een open afdeling en het niet deelnemen aan nagesprekken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:36 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-015/DH/RO
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 17-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:36
Voorzittersbeslissing. 1. Verwijt dat verweerder zich schuldig zou hebben gemaakt aan misleiding en laakbaar gedrag. Verweerder heeft tegen dit verwijt gemotiveerd verweer gevoerd en betwist dat hij laakbaar zou hebben gehandeld. Nu klager dit klachtonderdeel niet nader met stukken, anders dan zijn eigen brieven, heeft onderbouwd, mist dit onderdeel van de klacht feitelijke grondslag. 2. Verwijt dat verweerder de afspraken uit het convenant niet is nagekomen. De voorzitter acht bij dit klachtonderdeel van belang dat verweerder in deze kwestie geen contractspartij is. Niet op hem, maar op de ex-echtgenote van klager rust de verplichting tot nakoming van hetgeen in het convenant is vastgelegd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:49 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4771/15.81b
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:49
Beslissing op verzet. De klacht is gericht tegen verweerder en een aantal van zijn kantoorgenoten. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:43 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4790/15.100
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:43
Beslissing op verzet. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij zich ten overstaan van de deken en de rechter schuldig heeft gemaakt aan misleiding en zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op de juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:37 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-366 DH/RO
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 08-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:37
Beslissing op verzet. Klachten betreffende bijstand van verweerder op basis van twee toevoegingen in de periode 2009 tot 2013. Een daarover eerder ingediende klacht is door de raad in oktober 2014 ongegrond bevonden, waarna die beslissing door het Hof van Discipline is bekrachtigd. De onderhavige klacht berust op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2016:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 120/2015
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 04-03-2016
- ECLI:NL:TGZRZWO:2016:30
Klacht tegen plastisch chirurg gegrond. Verweerder heeft het medisch dossier van klaagster aangevuld, in die zin dat hij aan de vermelde risico’s het risico van necrose heeft toegevoegd. Hij heeft dit gedaan zonder transparant te zijn over de aanleiding en de datum van de aanvulling. Door zijn handelwijze heeft verweerder de verdenking op zich geladen de informatie in het dossier in zijn voordeel te hebben willen aanpassen, om zodoende alsnog te kunnen aantonen dat hij voorafgaand aan de operatie heeft gewaarschuwd voor het risico op necrose. Hierdoor heeft verweerder afbreuk gedaan aan het vertrouwen dat patiënten in de volledige en waarheidsgetrouwe weergave van de gang van zaken in het dossier moeten kunnen hebben. Verder is sprake van een onvolledig operatieverslag, van een onzorgvuldige overdracht en van inadequate nazorg, regie en follow-up. Maatregel: voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register van drie maanden met een proeftijd van een jaar.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:50 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4771/15.81a
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:50
Beslissing op verzet. De klacht is gericht tegen verweerder en een aantal van zijn kantoorgenoten. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4779/15.89
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:44
Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:38 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4802/15.112
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 08-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:38
Beslissing op verzet. Verweerder heeft in opdracht van klager cassatieadvies uitgebracht. De declaratie heeft hij gematigd tot het door klager betaalde voorschot. Verwijt dat verweerder zijn declaratie heeft toegerekend naar het reeds betaalde voorschot en dat klager heeft moeten betalen voor een negatief cassatieadvies, waarbij klager verweerder verwijt dat hij (klager) de zaak niet mondeling heeft mogen toelichten. In dat geval was het volgens klager niet nodig geweest dat verweerder het (gehele) dossier zou bestuderen. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond. De raad oordeelt dat de cassatieadvocaat bij het uitbrengen van een cassatieadvies tot taak heeft de cassatiegronden te beoordelen op basis van het volledige procesdossier. In beginsel behoort het, behoudens uitzonderingen, niet tot de taakuitvoering om de voorgelegde zaak met de cliënt te bespreken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:51 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4789/15.99
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:51
Beslissing op verzet. Ten aanzien van drie klachtonderdelen is de raad van oordeel dat de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk heeft bevonden. Ten aanzien van klachtonderdeel d overweegt de raad dat verweerder gedragsregel 24 heeft geschonden, aangezien hij de mogelijkheid van gefinancierde rechtshulp niet met klaagster heeft besproken terwijl zij daar wellicht wel voor in aanmerking kwam. Verweerder heeft daarnaast niet aan klaagster bevestigd dat voor haar geen gebruik zou worden gemaakt van gefinancierde rechtsbijstand en dat een beroep zou worden gedaan op de rechtsbijstandsverzekering van klaagster. Naar het oordeel van de raad is deze schending van gedragsregel 24 echter van onvoldoende gewicht om op basis daarvan te kunnen concluderen dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, nu onvoldoende uit de stellingen van klaagster is af te leiden dat zij door het handelen van verweerder daadwerkelijk op relevante wijze in haar belang is geschaad. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:32 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4758/15.68
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:32
Beslissing op verzet. Klacht tegen deken. Klager verwijt verweerder dat hij geen gehoor heeft gegeven aan verzoeken van klager om diens klachten in behandeling te nemen, nader onderzoek te doen naar personeelsleden van een advocatenkantoor, en om de betreffende advocaten op non-actief te stellen. De raad is van oordeel dat de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond heeft bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:45 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4778/15.88c
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:45
Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden deels kennelijk niet ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:39 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4733/15.43
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 08-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:39
Verwijt dat verweerster een bezwaarschrift namens klager niet tijdig heeft ingediend. Verweerster had aanvankelijk aan klager de vraag voorgelegd of hij een bezwaarschriftprocedure wilde voeren, mede omdat daaraan kosten voor klager waren verbonden. Op dat verzoek had verweerster geen reactie ontvangen. Zij heeft op de laatste dag geprobeerd met een pro forma bezwaar de termijn te redden, maar heeft het per fax ingediend, welke fax niet is aangekomen. Het pro forma bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. De raad oordeelt dat de klacht dat verweerster is tekortgeschoten in de behartiging van klagers belangen ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2016:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 036/2015
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 04-03-2016
- ECLI:NL:TGZRZWO:2016:26
Klacht tegen chirurg afgewezen. Verweerder heeft klaagster voldoende geïnformeerd dat geen garantie kon worden gegeven over een te verwachten cupmaat. Verweerder heeft een gebruikelijke methode zorgvuldig uitgevoerd. Verweerder heeft in het nazorgtraject zorgvuldig gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:33 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-139/DH/RO
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-03-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:33
Voorzittersbeslissing. 1. Verwijt dat verweerder klager in 2003 en 2004 niet op de hoogte zou hebben gehouden van de ontwikkelingen in de strafzaak van klager. De klacht is in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk, aangezien uit de stukken blijkt dat klager reeds in 2009 op de hoogte was van de inhoud van het Europees Arrestatiebevel en van het feit dat verweerder, althans zijn toenmalige kantoorgenoot, cassatie had ingesteld. Klager heeft in 2013 een klacht ingediend tegen verweerder. Derhalve is de redelijke termijn voor het indienen van een klacht geschonden. 2. Verwijt dat verweerder niet heeft gereageerd op door klager verzonden brieven en e-mails uit 2009 en 2012. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond, aangezien uit de door klager toegezonden stukken niet blijkt niet om hoeveel brieven en e-mailberichten het zou gaan. Daarnaast zijn geen afschriften van deze vermeende correspondentie overgelegd. Op basis van de stukken kan de juistheid van deze door klager gemaakte verwijten derhalve niet worden vastgesteld. Daarnaast betwist verweerder het bestaan van deze correspondentie.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:46 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4778/15.88b
- Datum publicatie: 04-03-2016
- Datum uitspraak: 01-02-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:46
Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden deels kennelijk niet ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 500
- Pagina: 501
- Pagina: 502
- ...
- Pagina: 902
- Volgende pagina zoekresultaten