Zoekresultaten 1851-1900 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-083/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over aangifte door een advocaat en uitlatingen op sociale media. Ook aan verweerder komt het recht toe om aangifte te doen. Het is vervolgens – uitsluitend – aan het openbaar ministerie om aan de hand van de aangifte verder onderzoek te doen, om een standpunt in te nemen of al dan niet strafbare feiten zijn begaan en om wel of niet tot vervolging over te gaan. Voor de tuchtrechter is daarin geen taak weggelegd. De tuchtrechter beperkt zijn oordeel daarom dan ook in beginsel tot beantwoording van de vraag of (evident) gebleken is dat er valse aangifte is gedaan of dat de aangifte als ongeoorloofd pressiemiddel zonder functioneel verband tussen het doel en het middel wordt gedaan. De klacht is in zoverre ongegrond.Het klachtdossier bevat onvoldoende om tot een dergelijk oordeel te komen. Naar het oordeel van de raad had verweerder echter – ook met de door hem toegelichte intentie – meer discretie moeten betrachten bij het online publiceren van gegevens die herleidbaar zijn naar klager, zoals zijn naam. Die herleidbare informatie was immers niet dienstig voor het doel dat verweerder met zijn bericht had, terwijl hij had moeten weten dat klagers reputatie daarmee (mogelijk) geschaad zou worden. Dat deel van de klacht is gegrond. De raad legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:135 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-737/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn bewaarplicht door klagers dossier te vernietigen. Klacht gegrond. Omdat verweerder door zijn benarde gezondheidssituatie en zeer hoge leeftijd geen praktijk meer uitoefent, heeft een tuchtrechtelijke maatregel geen enkel doel. Louter om die reden ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5963

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Op 6 juli 2024 is klaagster door een psychiater gezien in het kader van een door haar bedrijfsarts aangevraagde psychiatrische analyse en verzekeringsgeneeskundig belastbaarheidsonderzoek. Daarna heeft de verzekeringsarts op basis van het dossier een belastbaarheidsonderzoek verricht en daarover een rapportage opgesteld. Klaagster verwijt de verzekeringsarts onder andere dat hij niet zelfstandig het verzekeringsgeneeskundig belastbaarheidsonderzoek heeft verricht en klaagster niet heeft gezien.Het college stelt voorop dat het aan de verzekeringsarts is om te bepalen op welke wijze hij zijn onderzoek inricht. Daarbij is het niet altijd nodig om de betrokkene zelf te zien alvorens hij een rapportage opstelt. In het onderhavige geval betreft de opdracht niet een zelfstandige verzekeringsgeneeskundige beoordeling, maar een vertaling van de bevindingen van de psychiater naar de concrete belastbaarheid van klaagster. Mede gelet op de beschikbare informatie in het dossier van klaagster is het college van oordeel dat de verzekeringsarts niet in strijd heeft gehandeld met de op hem rustende zorgvuldigheid door klaagster niet op te roepen voor een gesprek. Daarbij neemt het college in overweging dat de verzekeringsarts heeft toegelicht dat hij – ook bij een dergelijke beperkte opdracht - in sommige gevallen wel overgaat tot het oproepen van de betrokkene. Zijn afweging om daartoe in dit geval niet over te gaan, acht het college niet onbegrijpelijk. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5964

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Op 6 juli 2024 is klaagster door de psychiater gezien in het kader van een door haar bedrijfsarts aangevraagde psychiatrische analyse en verzekeringsgeneeskundig belastbaarheidsonderzoek. In het kort verwijt klaagster de psychiater dat haar rapport niet voldoet aan de verzekeringsgeneeskundige standaarden en dat het rapport door de psychiater is verstuurd aan de aanvragende bedrijfsarts zonder toestemming van klaagster. Het college is, anders dan klaagster, van oordeel dat het rapport van de psychiater op inzichtelijke en consistente wijze uiteenzet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. De samenvatting en beschouwing van de psychiater zijn uitgebreid en betrekken verschillende aspecten in de afweging, waaronder ook het arbeidsconflict. Met name wordt door de psychiater uitgebreid uitgelegd hoe de DSM classificatie tot stand is gekomen. Het rapport voldoet daarmee ten aanzien van de inzichtelijkheid en consistentie aan de daaraan te stellen eisen. Verder overweegt het college dat het inzage- en correctierecht van klaagster is gerespecteerd. Voor zover klaagster bedoelt te zeggen dat, zonder haar toestemming, het rapport niet had mogen worden verzonden aan de bedrijfsarts, miskent zij dat het blokkeringsrecht hier niet van toepassing is. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6710

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts is in het kader van een bezwaar- en beroepsprocedure gevraagd om, na het initiële rapport van een andere verzekeringsarts, de situatie van klager opnieuw te beoordelen. De verzekeringsarts, verweerder in casu, is tot de conclusie gekomen dat het initiële rapport geen wijziging of aanvulling behoefde. Op grond van deze beoordeling is het bezwaar ongegrond verklaard. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zijn rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het college is van oordeel dat de verzekeringsarts in haar rapport op inzichtelijke en consistente wijze heeft uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Zij heeft daarbij uitvoerig weergegeven op grond van welke informatie en bevindingen zij tot haar conclusies is gekomen en welke criteria zij daarbij heeft gehanteerd. Haar keuzes en conclusies zijn deugdelijk gemotiveerd en goed te volgen. De verzekeringsarts kon naar het oordeel van het college op basis van de haar ter beschikking gestelde informatie in redelijkheid tot haar conclusies komen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:133 Raad van Discipline Amsterdam 23-564/A/A

    Raadsbeslissing. Gegronde klacht over advocaat wederpartij in een familierechtkwestie. Verweerster heeft zich in een familierechtelijk geschil over de zorg, omgang en hoofdverblijfplaats van een minderjarig kind niet professioneel en met onvoldoende distantie tot haar cliënte en het geschil opgesteld, waardoor de verhoudingen tussen partijen (verder) zijn geëscaleerd. Deze onprofessionele en daarmee onbetamelijke houding komt niet alleen tot uitdrukking in de verregaande en onnodig grievende uitlatingen aan het adres van klager in haar processtukken, maar ook in de wijze waarop verweerster procedeert en zich verhoudt tot klager en diens advocaat. In tegenstelling tot haar verklaring dat zij zich met haar wetenschappelijke achtergrond en ervaring inzet voor de positie van kinderen heeft verweerster als advocaat juist door haar proceshouding onvoldoende rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de minderjarige zoon en de verhoudingen tussen partijen verder laten escaleren. Verweerster heeft daarmee gehandeld in strijd met de kernwaarde onafhankelijkheid. Voorwaardelijke schorsing van zes weken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6412

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager is arbeidsongeschikt voor eigen werk in het kader van de Ziektewet en is beoordeeld door de arts (handelend als verzekeringsarts niet in opleiding) in het kader van de WIA. Klager is het niet eens met de beoordeling van de arts en maakt de arts verschillende verwijten. Volgens klager heeft de arts de medische beoordeling onzorgvuldig uitgevoerd door bij het opstellen van de functionele mogelijkhedenlijst (FML) geen informatie op te vragen bij de behandelaars ondanks dat klager hiervoor een machtiging had ingevuld. Tevens is het onderzoek verricht en de FML opgemaakt zonder bijzijn van de superviserend verzekeringsarts.De klacht dat de arts bij zijn oordeel niet heeft beschikt over het medisch dossier van klager mist feitelijke grond. De arts heeft bovendien zijn oordeel dat er geen noodzaak was om nadere informatie in te winnen, inzichtelijk gemotiveerd.Met het ondertekenen van het rapport verklaart de superviserend verzekeringsarts dat de conclusies uit het medisch onderzoek tot stand zijn gekomen conform de te stellen kwaliteitseisen. Niet noodzakelijk is dat de supervisor de gekeurde persoon dan zelf ook nog ziet. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:134 Raad van Discipline Amsterdam 24-147/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft door de gebruikte bewoordingen de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare niet overschreden. De bewoordingen zijn scherp, maar gelet op de contact waarin verweerder zijn e-mail heeft gestuurd, de onderlinge verhoudingen tussen partijen en de vrijheid die verweerder heeft om de belangen van zijn cliënte te behartigen zijn de woorden niet onnodig grievend. Verder stond het verweerder vrij om twee keer achter elkaar een wrakingsverzoek in te dienen. Tot slot is van het frustreren van de waarheidsvinding door verweerder geen sprake. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6413

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager is arbeidsongeschikt voor eigen werk in het kader van de Ziektewet en is beoordeeld door een arts, die niet een geregistreerd verzekeringsarts is. Het medisch onderzoeksverslag van de arts is vervolgens getoetst, geaccordeerd en gecontrasigneerd door de verzekeringsarts die optrad als supervisor van de arts.Klager maakt de verzekeringsarts als supervisor het verwijt dat hij onzorgvuldig zou hebben gehandeld doordat hij, samengevat, klager nooit heeft gezien tijdens het spreekuur, tevens de medische informatie van klager uit de curatieve sector niet heeft ingezien, en daarom het medisch onderzoeksverslag niet had mogen contrasigneren en accorderen. Het college heeft in dit concrete geval geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van deze gevolgde procedure en beoordeling door de superviserend verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de verslaglegging deugdelijk bestudeerd en volgens de geldende beleidsregels gecontrasigneerd zonder klager zelf te hebben zien. Daarmee heeft de verzekeringsarts niet gehandeld in strijd met de voor hem geldende beroepsnorm. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5854

    Verwijt aan internist over afbouw van medicatie. Medicatie was conform richtlijn afgebouwd. Afwijking van de richtlijn was niet aan de orde. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6988

    Klacht tegen KNO-arts kennelijk ongegrond. Klaagster wendde zich met klachten van acuut ontstane slechthorendheid aan haar enig horende (rechter) oor tot de KNO-arts. Klaagster verwijt de KNO-arts onder meer dat de door hem gestelde diagnose onvoldoende zeker was, dat hij aanvullend onderzoek had moeten doen en de verkeerde behandeling heeft ingezet. Het beleid van de KNO-arts kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan en niet kan worden vastgesteld dat klaagster onvoldoende in geïnformeerd (informed consent).

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 741664/NT 23-40 741666/NT 23-41 745293 / NT 24-1

    In de literatuur wordt klaagster als ‘primaire verwachter’ van deze tweetrapsmaking aangeduid. Er bestaat voor de (toegevoegd) notaris geen wettelijke verplichting tot het informeren van primaire verwachters bij een tweetrapsmaking. De kamer is echter van oordeel dat de op een notaris rustende zorgplicht van artikel 17 Wna meebrengt dat een notaris, wanneer hij gevraagd wordt een verklaring van erfrecht af te geven in een nalatenschap, de primaire verwachters moet informeren over hun positie in de nalatenschap van de overledene. Dat een primaire verwachter een erfgenaam onder opschortende voorwaarde is, doet hieraan niet af.Het verwijt van klaagster dat de toegevoegd notaris ten onrechte het CCBR niet heeft geraadpleegd, acht de kamer tevens gegrond. Indien de toegevoegd notaris het CCBR had geraadpleegd, had hij immers van het bewind op de hoogte kunnen zijn en derhalve kunnen constateren dat de dochter van erflaatster de nalatenschap niet (zuiver) kon aanvaarden en evenmin benoemd kon worden tot executeur in de nalatenschap.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6935

    Klacht tegen arts (specialist ouderengeneeskunde) deels gegrond. De klacht gaat over de inmiddels overleden moeder van klaagsters. Bij patiënte was sprake van cognitieve achteruitgang en uitgezaaide darmkanker. Begin 2023 heeft de arts, op verzoek van patiënte in het kader van een onderbewindstelling, een wilsbekwaamheidsbeoordeling uitgevoerd. Hij heeft een verklaring afgegeven waarin staat dat patiënte wilsbekwaam is. Klaagsters zijn het niet eens met de beoordeling van de arts en hoe deze tot stand is gekomen. Het college komt tot het oordeel dat de arts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, omdat de verslaglegging van de arts dusdanig summier is, dat het college niet (inhoudelijk) kan beoordelen of de arts op logische wijze, gebaseerd op de door hem bevraagde feiten en omstandigheden, tot zijn conclusie heeft kunnen komen dat patiënte wilsbekwaam was. De arts heeft zijn advies niet alleen onvoldoende onderbouwd, maar ook geen notities van het gesprek met patiënte gemaakt. Het doen aan dossiervorming valt onder de algemene normen van een arts en geldt ook voor verweerder als zelfstandig opererend medicus. Daarnaast is het belang van dossiervoering deels gelegen in de toetsbaarheid van het handelen, namelijk het onderbouwen/toelichten van besluiten. Het college legt aan de arts een berisping op.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:16 Kamer voor het notariaat Amsterdam 746460 / 24-5

    De notaris heeft aangevoerd dat het voor rekening van klaagster moet komen dat zij deze toevoegingen over het hoofd heeft gezien, nu klaagster wel commentaar heeft gegeven op een aantal andere bepalingen in de concept koopovereenkomst, maar geen vragen heeft gesteld over genoemde verklaring en ontbindende voorwaarde. Het is op zijn minst slordig dat klaagster dit over het hoofd heeft gezien, maar dat ontslaat de notaris niet van zijn verantwoordelijkheid om – zeker zoals in het onderhavige geval waarbij het een zeer bijzondere transactie betrof en naast civielrechtelijke onderwerpen ook bijzondere publiekrechtelijke en fiscale vraagstukken speelden – klaagster erop te wijzen dat de bepalingen in 5a en 7.1 (ii) waren toegevoegd ten opzichte van het model.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5962

    Klacht over huisarts, in de kern over het ontzeggen van de juiste zorg. Klager is door huisarts verwezen voor echo en later naar chirurg, die een karbunkel in de bovenarm diagnosticeerde. Een jaar later is osteomyelitis vastgesteld. Huisarts heeft klager geen zorg onthouden, maar hem snel en adequaat doorverwezen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5709

    Klager is bij huisarts op HAP geweest en verwijt haar dat ze de diagnose (herseninfarct) heeft gemist en klager en echtgenote onprofessioneel heeft bejegend. Huisarts heeft wel rekening gehouden met mogelijkheid cva en daarnaar onderzoek gedaan. Niet onzorgvuldig. Verweten bejegening niet vast te stellen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6650

    Kennelijk ongegronde klacht over huisarts dat hij oxycodon heeft voorgeschreven, maar het gebruik daarvan onvoldoende heeft gemonitord en gebrek aan aandacht had voor alternatieve behandelingen en (verslavings-)risico’s.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6046

    Kennelijk ongegronde klacht over huisarts dat hij klaagster na ontslag uit ziekenhuis niet heeft willen bezoeken en dat hij niet schriftelijk heeft willen antwoorden op vragen van klager over de griepprik.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6831

    Kennelijk ongegronde klacht over plastisch chirurg na Macs lift (gezichtsbehandeling) en ontstane complicatie (geïnfecteerd hematoom). Geen nalatigheid of slordigheid in uitvoering operatie en nazorg.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6172

    Gegronde klacht tegen een verloskundige. Klaagster heeft zich vanwege haar eerste zwangerschap aangemeld bij de verloskundigenpraktijk waar de verloskundige werkzaam is. Op enig moment kreeg zij last van vaginaal bloedverlies, hetgeen werd toegeschreven aan een miskraam. In de periode hierna hield zij klachten van wisselend bloedverlies en buikpijn. De verloskundige heeft klaagster op 19 juli 2023 gezien en bij haar een echo gemaakt. Klaagster verwijt de verloskundige dat zij op 19 juli 2023 niet heeft vastgesteld dat er sprake was van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Op 19 juli 2023 had klaagster al langere tijd last van intermitterend bloedverliesen aanhoudende buikpijn. Deze klachten in combinatie met het feit dat de zwangerschap nooit intra-uterien is vastgesteld voor de miskraam waarvan werd uitgegaan en het feit dat de laatste menstruatiedatum niet bekend was, had volgens de toepasselijke richtlijn voor de verloskundige aanleiding moeten zijn om te denken aan een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en deze uit te sluiten. Gegrond. Waarschuwing. Publicatie.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:180 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-154/AL/GLD

    Klacht over eigen advocaat. De raad oordeelt dat verweerder in strijd met gedragsregel 17 heeft gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en omdat verweerder niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, is de oplegging van een waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:245 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-781/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat verweerder – in strijd met de gedragsregels – schriftelijk contact heeft opgenomen met de wederpartij, terwijl hij wist dat die wederpartij door een advocaat werd bijgestaan. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op de omstandigheid dat verweerder niet eerder door de tuchtrechtelijk is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing op zijn plaats is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:131 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-858/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Verwijten zien onder meer op het klakkeloos overnemen van beschuldigingen van de cliënt en het in een kwaad daglicht stellen van klager. Ook verwijt klager verweerder dat hij stukken bewust per post heeft versturen, zodat klager daar pas laat kennis van kan nemen, en het indienen van een verkapt beroepschrift. Alle klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:109 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-522/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klager heeft zijn klacht niet onderbouwd, waardoor de voorzitter niet kan vaststellen of verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerster mocht voor beide wederpartijen van klager optreden, niet gebleken dat gedragsregel 15 is overtreden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:132 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-891/DH/DH

    Raadsbeslissing. Gegronde klacht over de kwaliteit en financiële afwikkeling van een echtscheidingszaak. Verweerster heeft klaagster onvoldoende (schriftelijk) meegenomen in de gekozen strategie en bijbehorende kansen en risico’s. Ook had zij de door haar gekozen strategie beter moeten motiveren en toelichten in haar processtukken aan de rechtbank. Verder heeft verweerster bij de financiële afwikkeling van de zaak onzorgvuldig en onbetamelijk gehandeld. Schending kernwaarden deskundigheid en financiële integriteit. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:133 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-069/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een huurgeschil. Verweerder heeft nagelaten om klaagsters te wijzen op het feit dat het vonnis van de kantonrechter niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. Ook heeft hij nagelaten om (zekerheidshalve) de verjaring van al verbeurde dwangsommen te stuiten. Verweerder is tekortgeschoten in zijn bijstand aan klaagster. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:134 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-310/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht van de eigen cliënt over onbereikbaarheid gegrond. Verweerster is door persoonlijke omstandigheden maandenlang onbereikbaar geweest voor klaagster. Verweerster heeft dit ook erkend en toegelicht. Gezien de erkenning, excuses en toelichting ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:179 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-149/AL/GLD

    Klager klaagt (onder meer) over het feit dat verweerder niet transparant zou zijn geweest over de hoedanigheid waarin hij is opgetreden. De raad is van oordeel dat verweerder gelet op de genoemde omstandigheden wel in strijd met de letter van gedragsregel 9 heeft gehandeld, maar dat hij niet onbetamelijk heeft gehandeld zoals bedoeld in artikel 46 Advocatenwet en dat zijn handelen daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De raad zal dit klachtonderdeel daarom ongegrond verklaren.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:62 Accountantskamer Zwolle 23/2580 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:43 Accountantskamer Zwolle 23/2630 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:24 Accountantskamer Zwolle 23/2500 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:56 Accountantskamer Zwolle 23/2446 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:37 Accountantskamer Zwolle 23/2584 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:50 Accountantskamer Zwolle 23/2663 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:31 Accountantskamer Zwolle 23/2650 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:44 Accountantskamer Zwolle 23/2503 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:25 Accountantskamer Zwolle 23/2591 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:57 Accountantskamer Zwolle 23/2653 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:38 Accountantskamer Zwolle 23/2499 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht. Ook is in aanmerking genomen dat aan betrokkene reeds eerder een maatregel is opgelegd in verband met het niet voldoen aan zijn PE-verplichtingen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:51 Accountantskamer Zwolle 23/2504 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:32 Accountantskamer Zwolle 23/2664 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:45 Accountantskamer Zwolle 23/2661 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:26 Accountantskamer Zwolle 23/2645 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:58 Accountantskamer Zwolle 23/2652 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:39 Accountantskamer Zwolle 23/2632 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht. Ook is in aanmerking genomen dat aan betrokkene reeds eerder een maatregel is opgelegd in verband met het niet voldoen aan zijn PE-verplichtingen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:52 Accountantskamer Zwolle 23/2590 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:33 Accountantskamer Zwolle 23/2631 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:46 Accountantskamer Zwolle 23/2647 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:27 Accountantskamer Zwolle 23/2648 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene onweersproken heeft gesteld dat hij in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2024:59 Accountantskamer Zwolle 23/2649 Wtra PE

    PE-zaak. De klacht is gegrond, betrokkene krijgt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft niet voldaan aan het vereiste om een PE-portfolio voor 2022 op te stellen en heeft daarvoor ook geen goede reden aangedragen. Daarnaast is niet gebleken dat betrokkene in 2022 wel PE-activiteiten heeft verricht.