Zoekresultaten 81-100 van de 185 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3511
- Datum publicatie: 21-07-2022
- Datum uitspraak: 19-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:105
Klacht tegen ambulanceverpleegkundige. Beklaagde heeft klaagster onderzocht na een 112-melding van klaagsters zoon dat zij onwel was geworden. Klaagster verwijt beklaagde een onjuiste en/of onzorgvuldige behandeling, onzorgvuldig onderzoek, een onjuiste diagnose en het ten onrechte niet meenemen en/of doorverwijzen. Naar het oordeel van het college waren er op het moment van onderzoek door beklaagde geen symptomen op basis waarvan nader onderzoek was aangewezen. Beklaagde kan dan ook niet worden verweten dat zijn onderzoek onzorgvuldig is geweest. Ook van een onjuiste diagnose is naar het oordeel van het college geen sprake. Beklaagde heeft kunnen komen tot de door hem gestelde werkhypothese van lichte hvs. Hij heeft daarom ook geen aanleiding hoeven zien om klaagster mee te nemen en/of door te verwijzen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3677
- Datum publicatie: 18-07-2022
- Datum uitspraak: 15-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:100
Klager is de vader van de, ten tijde van de indiening van de klacht, 17-jarige zoon. Klager heeft aangegeven dat de zoon niet op de hoogte was van de inhoud van de klacht, dat hij de inhoud van de klacht niet heeft gelezen en erg beïnvloedbaar is. Eveneens is de zoon niet ter zitting verschenen. Uit artikel 7:447 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek vloeit voort dat de minderjarige patiënt die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, zelf bevoegd is een klacht in te dienen. Hiermee is de bevoegdheid van de wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige om als zodanig te klagen, vervallen. Nu eveneens niet is gebleken dat klager als gemachtigde van de zoon is opgetreden, omdat de zoon niet op de hoogte was van de inhoud van de klacht en het college bovendien niet is gebleken dat de zoon zelf klachten had over het optreden van beklaagde kan klager niet als rechtstreeks belanghebbende, noch als gemachtigde van de zoon worden beschouwd. Op grond hiervan verklaart het college klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3457
- Datum publicatie: 18-07-2022
- Datum uitspraak: 15-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:101
Klager, geboren in 1985, neemt op zondag (18 juli 2021) telefonisch contact op met de huisartsenpost vanwege pijn in de linkerarm en een drukkend gevoel op de borst. Hij geeft aan de telefoniste aan dat hij rookt en dat zijn vader hartpatiënt is en dat hij het aan hem voorgeschreven medicijn Crestor sinds lange tijd niet meer gebruikt. Klager wordt binnen een uur op de huisartsenpost gezien door beklaagde. Tijdens dit consult geeft klager desgevraagd aan dat hij geen last meer heeft van een drukkend gevoel op zijn borst, benauwdheid of hartkloppingen. Beklaagde heeft klager vervolgens een anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek verricht. Op basis hiervan heeft beklaagde, mede gelet op de relatief jonge leeftijd van klager, de klachten geduid als laterale epicondylitis (tennisarm).Omdat beklaagde had begrepen dat klager geen eigen huisarts had heeft ze hem geadviseerd om de volgende dag via de Dagwaarneming een huisarts te zoeken in verband met zijn voorgeschiedenis en het feit dat hij rookt. Deze huisarts zou dan eveneens het medicijn Crestor weer kunnen voorschrijven.Op dinsdag 20 juli 2021 is klager naar zijn eigen huisarts gegaan die hij wel bleek te hebben. Er is onderzoek verricht en naar aanleiding van de uitslagen van deze onderzoeken is klager op donderdag 22 juli 2021 met spoed in het ziekenhuis opgenomen. Er is een stent geplaatst in de linker kransslagader.Klager verwijt beklaagde dat zij zijn klachten niet serieus heeft genomen, een verkeerde diagnose heeft gesteld, het medicijn Crestor niet heeft voorgeschreven en hem niet direct heeft doorverwezen naar de cardioloog. Het college verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3823
- Datum publicatie: 18-07-2022
- Datum uitspraak: 15-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:102
Klacht tegen verzekeringsarts kennelijk ongegrond. Beklaagde heeft toetsing/beoordeling in kader van Ziektewet voldoende inzichtelijk gemaakt en situatie klager voldoende onderzocht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3668
- Datum publicatie: 18-07-2022
- Datum uitspraak: 15-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:103
Klacht tegen tandarts. Klaagster heeft door de aangeklaagde tandarts een paar facings laten zetten waar klaagster ontevreden over was. Zij vond de kleur niet mooi. De facings zijn vervangen waarbij de geprepareerde tanden niet goed schoongemaakt zijn en er geen nieuwe afdrukken zijn gemaakt. De nieuwe facings pasten daardoor niet naadloos, met als gevolg dat er op de behandelde elementen nog een streep tand zichtbaar was met cementresten erop. Ook had klaagsters pijnklachten als gevolg van de niet juist geplaatste facings. Klaagster heeft zich bij een nieuwe tandartsenpraktijk laten inschrijven waar een en ander is hersteld. Klaagster verwijt de tandarts dat hij de facings niet goed heeft geplaatst. Dat verwijt verklaart het college gegrond. De overige verwijten, onder andere dat het behandeldossier onvolledig zou zijn en valse aantekeningen zou bevatten en dat de assistente van de praktijk zich negatief zou hebben uitgelaten over de nieuwe tandartsenpraktijk, zijn ongegrond. De tandarts krijgt voor het gegronde deel van de klacht een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3647
- Datum publicatie: 18-07-2022
- Datum uitspraak: 15-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:104
Klaagster en haar ex-partner zijn verwikkeld in een lastige echtscheidingsprocedure. De ex-partner wordt begeleid door de POG-GGZ verpleegkundige, werkzaam in de praktijk van beklaagde. Er hebben bemiddelingsgesprekken plaatsgevonden tussen de POH-GGZ verpleegkundige, klaagster en de ex-partner van klaagster. Naar aanleiding van deze gesprekken geeft de POH-GGZ verpleegkundige aan dat zij een melding gaat doen bij Veilig Thuis. De POH-GGZ verpleegkundige heeft de melding vervolgens online gedaan. Vanwege een hectische dag in de huisartsenpraktijk en de aankomende vakantie van de POH-GGZ verpleegkundige heeft beklaagde de melding niet gezien. Ook klaagster zelf was niet op de hoogte van de inhoud van de melding.Klaagster wordt op de hoogte gesteld van de inhoud van de melding door de inhoud hiervan op te vragen bij Veilig Thuis. Omdat er naar haar mening irrelevante, onjuiste medische en persoonlijke informatie is gedeeld met Veilig Thuis stelt klaagster dat beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het college verklaart de klacht gegrond en legt beklaagde een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3731
- Datum publicatie: 14-07-2022
- Datum uitspraak: 12-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:98
Klacht tegen verpleegkundige gegrond. Doorhaling. Tweede tuchtnorm. De verpleegkundige heeft patiënte, die wilsonbekwaam was gelet op de vergevorderde dementie, opgelicht voor een enorm bedrag en zichzelf laten betalen voor de uren die zij met haar doorbracht. Dat is volstrekt geen handelen dat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Met dit handelen is de individuele gezondheidszorg ermee gediend dat zij de titel van verpleegkundige niet langer voert.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3588
- Datum publicatie: 14-07-2022
- Datum uitspraak: 12-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:97
Klager verwijt psychiater dat zij ten onrechte Abilify heeft voorgeschreven en contact heeft afgehouden. Deze klachtenonderdelen zijn kennelijk ongegrond. Het klachtonderdeel dat de psychiater onvoldoende uitleg heeft gegeven over het fenomeen achterwacht en het klachtonderdeel dat rapportages ontbreken zijn kennelijk niet-ontvankelijk. Ook na een verzoek om aanvulling is onduidelijk gebleven op welke feiten en omstandigheden deze klachtonderdelen berusten.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3821
- Datum publicatie: 14-07-2022
- Datum uitspraak: 12-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:99
Klacht tegen verzekeringsarts over verricht onderzoek in bezwaar in het kader van een WIA-procedure. Naar het oordeel van het college voldoen de uitgebrachte rapportages aan de daaraan gestelde criteria en is sprake van zorgvuldig onderzoek. Op basis van de op dat moment beschikbare informatie heeft beklaagde in redelijkheid kunnen concluderen dat er geen aanleiding bestond om meer beperkingen aan te nemen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3355
- Datum publicatie: 07-07-2022
- Datum uitspraak: 01-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:95
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. Klaagster en de specialist ouderengeneeskunde verschillen (fundamenteel) van mening over wat er is gezegd en gedaan door beklaagde op een moment tijdens de laatste levensfase van de moeder van klaagster.De verwijten die klaagster beklaagde op grond daarvan maakt kunnen niet (objectief) worden vastgesteld. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3163
- Datum publicatie: 07-07-2022
- Datum uitspraak: 01-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:96
Klacht tegen een ouderengeneeskundige. Klagers zijn de broer en zus van de patiënte over wie de klacht gaat. De ouderengeneeskundige wordt diverse verwijten gemaakt over hoe zij patiënte en klagers zou hebben behandeld. Het is tijdens deze procedure niet duidelijk geworden hoe patiënte zelf over de klacht denkt en in hoeverre zij wel of niet bekwaam is ter zake van het (laten) indienen van een klacht. Daarnaast geldt dat er een professionele curator is aangesteld voor patiënte en (ook) niet is gebleken dat deze de klacht ondersteunt. De betreffende curator is aangesteld, nadat een van de klagers als curator werd ontslagen door de kantonrechter wegens onvoldoende functioneren. Al met al is niet gebleken dat klagers klachtgerechtigd zijn. Het college verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3007
- Datum publicatie: 07-07-2022
- Datum uitspraak: 01-07-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:94
Beklaagde, chirurg, heeft een low anterior resectie uitgevoerd bij klager. Zes maanden na deze operatie is geconstateerd dat bij deze operatie waarschijnlijk ureterletsel is ontstaan. De klacht gaat in de kern over de vraag of klager (als regiebehandelaar) kan worden verweten dat dit niet eerder is ontdekt. De dag na de operatie bleek de nierfunctie fors gedaald. Interne geneeskunde werd in consult geroepen. Deze ging uit van een prerenale oorzaak van ondervulling waarop het infuusbeleid werd aangepast. In de opvolgende dagen werd een geringe verbetering van de nierfunctie geconstateerd en geïnterpreteerd als een goede reactie op de ingestelde therapie. De internist adviseerde om de nog niet geheel herstelde nierfunctie door de huisarts te laten controleren. Het kan beklaagde niet worden verweten dat hij de conclusies en aanbevelingen van de internist heeft gevolgd en dat hij klager met ontslag heeft laten gaan zonder nader onderzoek in de vorm van - bijvoorbeeld - een echo. Beklaagde heeft echter vervolgens onvoldoende uitvoering gegeven aan de op zich genomen monitoring van de nierfunctie. Klacht gegrond zonder oplegging van maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3558
- Datum publicatie: 30-06-2022
- Datum uitspraak: 28-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:90
Klager, verblijvende in een TBS-kliniek, verwijt verpleegkundige (Zorgmanager medische dienst) dat deze niet tegemoet wil komen aan de wens van klager niet langer behandeld te worden door de tandarts die eens per maand op de locatie aanwezig is, maar door een tandarts op een andere locatie. Beklaagde kon in de gegeven omstandigheden vasthouden aan het uitgangspunt dat klager voor mondzorg naar de tandarts op de locatie kon gaan en dat als hij een andere tandarts wilde raadplegen, klager de kosten daarvan zelf zou moeten betalen. Dat klager ontevreden was over de eerder door de betrokken tandarts verleende zorg leidt niet tot een ander oordeel. Dat de bus waarin de zorg kennelijk wordt verleend daartoe niet geschikt is, is niet gebleken. Er was ook geen andere reden voor afwijking van eerdergenoemd uitgangspunt. Klager had wel pijnklachten, maar deze waren draaglijk en op het moment dat klager deze voor het eerst naar voren bracht (8 oktober) zou hij op korte termijn bij de tandarts op locatie terecht hebben gekund. Op het moment dat klager met beklaagde sprak kon hij zelfs dezelfde dag nog terecht bij genoemde tandarts.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/58
- Datum publicatie: 30-06-2022
- Datum uitspraak: 28-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:91
Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster is in 2018 geopereerd aan het carpaal tunnelsyndroom in haar linkerhand. De operatie vond plaats door een AIOS onder supervisie van de plastisch chirurg. Volgens klaagster is de operatie niet goed gegaan, waardoor zij later opnieuw geopereerd moest worden. Zij verwijt de plastisch chirurg 1) dat deze de operatie door een AIOS heeft laten uitvoeren, zonder dat klaagster daarmee zou hebben ingestemd en 2) dat de operatie uitgevoerd zou zijn met een botte schaar en de plastisch chirurg dat wist. Het college deelt deze verwijten niet en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3730
- Datum publicatie: 30-06-2022
- Datum uitspraak: 28-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:92
Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Op basis van die informatie heeft beklaagde in het zorgplan over klager de bedoelde passage over agressie mogen opnemen. Dat klager het niet eens is met de zorgmachtigingen en de bewoordingen van beklaagde is voorstelbaar maar daarmee is het nog geen smaad of laster.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4115 en Z2022/4187
- Datum publicatie: 30-06-2022
- Datum uitspraak: 28-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:93
Voorzittersbeslissing. Ne bis in idem; art. 51 Wet BIG. Klaagster heeft eerder geklaagd tegen dezelfde gynaecoloog. De klacht werd door het RTG ongegrond verklaard. Het hiertegen door klaagster ingediende hoger beroeps werd door het CTG wegens onvoldoende duidelijk omschreven gronden niet-ontvankelijk verklaard.De voorzitter oordeelt dat er nu over hetzelfde handelen wordt geklaagd als in de eerdere procedures, ook al wordt dit enigszins anders verwoord. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3053
- Datum publicatie: 27-06-2022
- Datum uitspraak: 24-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:88
Klacht tegen bedrijfsarts. Klager is eenmaal bij de betreffende bedrijfsarts op consult geweest. Over beklaagdes handelen met betrekking tot dit consult heeft klager eerder een klacht ingediend bij het regionaal tuchtcollege. Deze klacht is ongegrond verklaard, waarna klager beroep heeft ingesteld. Hangende deze beroepsprocedure heeft hij bij het regionaal tuchtcollege opnieuw een klacht ingediend. Vanwege de verwevenheid van beide procedures heeft het tuchtcollege de behandeling van de nieuwe klacht aangehouden in afwachting van de beslissing van het CTG in de lopende beroepsprocedure. Het CTG heeft vervolgens beslist en in de beoordeling ook het nieuwe klachtonderdeel betrokken. Naar het oordeel van het college betreft de onderhavige klacht hetzelfde handelen als het handelen waarover het CTG onherroepelijk heeft beslist. Klacht niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/53
- Datum publicatie: 27-06-2022
- Datum uitspraak: 24-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:87
Klacht tegen psychiater. Klager verblijft in een tbs-kliniek. Hij verwijt de psychiater dat deze ten aanzien van klager zou hebben geadviseerd hem dwangmedicatie te geven. Het college is van oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/39
- Datum publicatie: 27-06-2022
- Datum uitspraak: 24-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:89
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde, inhoudende dat zij een patiënte die met Covid-19 verbleef op een revalidatieafdeling van een zorgcentrum - ondanks meerdere verzoeken van de familie - niet heeft doorgestuurd naar het ziekenhuis. Uiteindelijk is patiënte wel doorgestuurd naar het ziekenhuis. Het college is van oordeel dat er voordat patiënte daadwerkelijk werd doorgestuurd geen medische indicatie was om haar op te laten nemen in het ziekenhuis. Het college acht het handelen van beklaagde verdedigbaar en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle gp2020/26
- Datum publicatie: 24-06-2022
- Datum uitspraak: 21-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:86
Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De gezondheidszorgpsycholoog is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog dat zij klager zou hebben gedwongen een document te ondertekenen om gedwongen therapie te volgen en dat zij klager onheus zou hebben bejegend door te zeggen dat hij een drugsdealer is. De klacht wordt in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.