Zoekresultaten 441-460 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:33 Raad van Discipline Amsterdam 25-081/A/NH
- Datum publicatie: 21-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:33
Verzoek tot opheffing schorsing artikel 60b Advocatenwet toegewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7267
- Datum publicatie: 21-02-2025
- Datum uitspraak: 21-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:37
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater, betrokken als geneesheer-directeur van een GGZ-instelling. Klaagster verwijt de psychiater dat hij een diagnose heeft gesteld en een zorgmachtiging voor klaagster heeft aangevraagd op grond van verklaringen van derden, terwijl hij klaagster zelf nooit gezien heeft. Het college overweegt dat voor het uitvoeren van zijn taak het niet nodig is dat de geneesheer-directeur klaagster persoonlijk spreekt. De psychiater heeft geen diagnose gesteld en bij de aanvraag voor de zorgmachtiging zijn (voor zover voor het college kenbaar) geen verklaringen van derden gevoegd. Ook voor het overige biedt het dossier het college geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de psychiater is tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klaagster. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7273
- Datum publicatie: 21-02-2025
- Datum uitspraak: 21-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:38
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klaagster in het kader van een aanvraag van een zorgmachtiging als onafhankelijke psychiater beoordeeld. Klaagster verwijt de psychiater dat hij niet onafhankelijk is en dat hij op basis van slechts één gesprek een (foutieve) diagnose heeft gesteld, die gebaseerd is op oude diagnoses van een ziekenhuis en verklaringen van (oude) buren. Het college overweegt dat de psychiater nooit bij de behandeling van klaagster betrokken is geweest en hij haar niet kende voordat hij haar sprak in het kader van de beoordeling. Daarmee voldoet hij aan de criteria van onafhankelijkheid. Uit de medische verklaring van de psychiater blijkt niet dat hij gebruik heeft gemaakt van oude verslagen of medische informatie van enig ziekenhuis en evenmin van verklaringen van huidige of voormalige buren van klaagster. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:30 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-945/DH/DH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:30
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:31 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-951/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:31
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:25 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-878/DH/DH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:25
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een geschil over omgang met een jong kind. Verweerster heeft gehandeld binnen de ruime mate van vrijheid die haar toekomt als partijdig belangenbehartiger van haar cliënt. Van het nodeloos schaden van klaagsters belangen is niet gebleken. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:26 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-881/DH/DH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:26
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over de kwaliteit van de bijstand in een pensioenkwestie en in een arbeidszaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744251 / DW RK 23/465
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:11
De gerechtsdeurwaarder hoeft niet te betekenen aan een ander adres dan bekend uit de BRP. Hij is niet gehouden te zoeken in andere dossiers naar het adres waar klager daadwerkelijk zou verblijven.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:27 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-890/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:27
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in zaken over onder meer gezag. Klager heeft zijn klacht, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van verweerster, onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744253 / DW RK 23/466 EdV/RH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:12
De gerechtsdeurwaarder heeft in een exploot een onjuist bedrag opgenomen. Aangezien het een fout betreft in een exploot, wordt vastgesteld dat de klacht gegrond is. De gerechtsdeurwaarder heeft het bedrag aangepast maar dat niet aan klaagster meegedeeld, dit is eveneens klachtwaardig. Maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:28 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-872/DH/RO 24-902/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:28
Voorzittersbeslissing. Klachten tegen de eigen advocaten over de kwaliteit van de bijstand in diverse zaken kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:13 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/755330 / DW RK 24/290 EdV/RH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:13
Beslissing op verzet. Verzet ongegrond. Klager heeft geen recht op een betalingsregeling. Een betalingsregeling is een gunst van de opdrachtgever.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:29 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-935/DH/RO
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:29
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat die heeft opgetreden voor een VVE. Klager is een van de leden van die VVE. Verweerster heeft een vaststellingsovereenkomst opgesteld die door alle VVE leden is ondertekend. De klacht van klager over de inhoud van die vaststellingsovereenkomst is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:14 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam DW RK 24/288 en C/13/755323 / DW RK 24/289 EdV/RH
- Datum publicatie: 20-02-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:14
Beslissing op verzet. Verzet gedeeltelijk gegrond. Beslag op voertuig. De gerechtsdeurwaarder heeft onzorgvuldig gehandeld door de auto te veilen voor de helft van de ANWB veilingwaarde terwijl de vordering op klager slechts een tiende van dat bedrag bedroeg. Niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder daarbij een afweging heeft gemaakt om op dat moment de auto niet te veilen vanwege de veel lagere opbrengst ten opzichte van de ANWB koersprijs. Het verweer van gerechtsdeurwaarder dat een auto zonder papieren en sleutels nu eenmaal minder oplevert bij een veiling, doet in de ogen van de kamer niet af aan de zorgvuldigheid die de gerechtsdeurwaarder in deze bijzondere situatie (waarde auto en daadwerkelijk te realiseren verkoopwaarde versus hoogte vordering) in acht had moeten nemen. De gerechtsdeurwaarder heeft de belangen van klager onvoldoende meegewogen en heeft gehandeld in strijd met artikel 3.4 en 3.6 van de Gerechtsdeurwaardersverordening. Maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:24 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-775/DH/RO/D
- Datum publicatie: 19-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:24
Het dekenbezwaar is gericht tegen verweerder, die als advocaat vooral strafzaken behandelt. De deken verwijt verweerder dat hij de kernwaarden van de advocatuur heeft geschonden door vertrouwelijke informatie te delen met een derde.Het openbaar ministerie vervolgt verweerder strafrechtelijk voor deze feiten. Dat heeft geleid tot een vonnis van 17 september 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant waarbij verweerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, voor schending van zijn beroepsgeheim en zijn wettelijke geheimhoudingsplicht. Verweerder heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld. Op het hoger beroep is nog niet beslist.Volgens de deken blijkt uit het onderliggende strafdossier dat verweerder heimelijk een derde heeft laten meeluisteren bij het politieverhoor van zijn cliënt. Op dat moment golden beperkingen. Ook zou verweerder daar € 500,- betaald voor hebben gekregen. Dat is volstrekt onacceptabel. Niet alleen heeft verweerder zijn eigen integriteit te grabbel gegooid, maar ook heeft hij het vertrouwen beschaamd dat de samenleving en politie en justitie in advocaten moeten kunnen hebben. De deken vindt daarom dat verweerder geen advocaat meer mag zijn. Hij vraagt de raad om verweerder te schrappen van het tableau.Verweerder heeft allereerst gevraagd om de uitkomst van zijn strafzaak in hoger beroep af te wachten en daarna pas dit dekenbezwaar te behandelen en voert daarnaast een aantal formele verweren. Daarnaast heeft verweerder betwist dat hij wist van de beperkingen dan wel deze beperkingen heeft geschonden. Tot slot heeft verweerder de raad gevraagd om, als het dekenbezwaar wel gegrond wordt verklaard, hem niet te schrappen als advocaat.De raad ziet geen aanleiding om met deze tuchtprocedure te wachten totdat in hoger beroep is beslist in de strafzaak van verweerder, verwerpt de formele verweren en komt tot een inhoudelijk oordeel over het dekenbezwaar. Dat oordeel luidt dat met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verweerder wist dat zijn cliënt de maatregel van beperkingen opgelegd had gekregen. Ook stelt de raad vast dat verweerder een derde op zijn kantoor heimelijk heeft laten meeluisteren met een politieverhoor van deze cliënt. Daarmee heeft verweerder in strijd gehandeld met de advocatuurlijke kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid. De raad acht dit een ernstig tuchtrechtelijk vergrijp en een onvergeeflijke fout. Tegelijk is de raad er wel voldoende van overtuigd geraakt dat dit als een eenmalige misstap moet worden beschouwd. Om die reden acht de raad het opleggen van de ultieme maatregel van schrapping niet gepast. Wel is een aanzienlijke (deels voorwaardelijke) schorsing passend en noodzakelijk. De raad legt daarom de maximale schorsing van één jaar (52 weken) op, waarvan de helft (26 weken) voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6768
- Datum publicatie: 19-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:23
Huisarts. Klacht: geen behandelplan (a), langdurig zware pijnmedicatie (oxycodon) voorgeschreven zonder consulteren specialist (b), geen doorverwijzing naar orthopeed (c), wachttijden niet willen verkorten ondanks fysieke achteruitgang en ondraaglijk lijden (d), klaagster niet serieus genomen (e).College: klachtonderdeel a) gedeeltelijk gegrond. Vanaf juli 2023 huisarts te afwachtend, te reactief en geen (duidelijk) behandelplan meer. Voor het overige ongegrond. Huisarts mocht deze dosering oxycodon voorschrijven zonder overleg specialist, geprobeerd wachttijd te verkorten, verwijzing orthopeed niet nodig en klaagster serieus genomen.Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:27 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2463
- Datum publicatie: 19-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:27
Klacht tegen een cardioloog. Klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis in verband met een hartkatheterisatie en een dotterbehandeling. Na ontslag uit het ziekenhuis heeft klager medicatie opgehaald bij de ziekenhuisapotheek, waaronder bloedverdunners. Klager heeft begrepen dat het om nieuwe bloedverdunners ging en dat de bloedverdunners waar hij al bekend mee was (acetylsalicylzuur) waren stopgezet. Volgens klager had de acetylsalicylzuur nooit mogen worden stopgezet. Hierdoor is zijn bloed dikker geworden, wat heeft geleid tot verstopping van de ader(s) en een hartinfarct. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7656
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:32
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De klacht heeft betrekking op de overleden echtgenoot van klaagster (hierna: patiënt). Patiënt had last van hoestklachten. Uiteindelijk bleek dat patiënt darmkanker in een vergevorderd stadium had met diverse uitzaaiingen. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld, dat hij patiënt niet heeft doorverwezen en dat hij nadat de ernstige diagnose met slechte prognose was gesteld niets meer van zich heeft laten horen. Het college is van oordeel dat de huisarts de patiënt had moeten doorverwijzen voor verdere diagnostiek toen de hoestklachten na zes maanden nog steeds aanhielden. Voor deze hoestklachten bestond geen verklaring. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht deels gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7309
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:33
Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onterecht en onzorgvuldig als behandelend arts een geneeskundige verklaring heeft afgegeven. Uit de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ volgt dat een arts een geneeskundige verklaring niet mag afgeven voor eigen patiënten. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7347
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:34
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is bij de huisarts geweest in verband met een wondje op haar hoofdhuid. Klaagster is ontevreden over de behandeling die de huisarts heeft ingezet en daarnaast vindt zij dat zij onheus is bejegend. Het college oordeelt dat de juiste behandeling is ingezet. Onheuse bejegening kan niet worden vastgesteld. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.