Zoekresultaten 381-400 van de 14191 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2526
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:6
Klacht tegen een psychiater. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen dan wel onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat er informatie is verwerkt zonder zijn toestemming. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering over zijn bevindingen heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2527
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:7
Klacht tegen een psychiater. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen dan wel onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat er informatie is verwerkt zonder zijn toestemming. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering over zijn bevindingen heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2221
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:1
Gedeeltelijk gegronde klacht van patiënte tegen een huisarts. Waarschuwing. Klaagster verwijt de huisarts onder andere dat hij niet adequaat heeft gereageerd op haar oogklachten en de voortekenen van acuut glaucoom heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de huisarts in de door klaagster gepresenteerde klachten zoals hoofdpijn, wisselend wazig zien, pupilverschillen en sterke ongerustheid, aanleiding had moeten zien om uitgebreider onderzoek in te zetten dan hij heeft gedaan. De klacht is in zoverre gegrond. De huisarts kan niet worden verweten dat hij de voortekenen van het zeldzaam voorkomende acuut glaucoom heeft gemist.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2421
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:2
Klacht tegen psychiater. Bij klager is eind 2012 de diagnose ASS (PDD-NOS) gesteld. De psychiater heeft klager in 2014 in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de diagnose ASS bevestigd en dat in een adviesgesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager twijfelt aan de diagnose en kan zich er niet in vinden dat de psychiater autisme als een stoornis bestempelt. Voor klager heeft de diagnose een negatieve invloed op zijn zelfbeeld, studie en privéleven. Hij vond de psychiater agressief en defensief op zijn gesprek. Klager verwijt de psychiater dat zij: a. ten tijde van de behandeling niet BIG-geregistreerd was, b. een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en hem schade heeft berokkend en c. hem onheus heeft bejegend door grievende uitspraken te doen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2461
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:3
Gedeeltelijk gegronde klacht van nabestaande tegen een arts. Waarschuwing. Klager klaagt namens zijn echtgenote, hierna: de patiënte, die is overleden. Hij klaagt erover dat zij door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. Ook is de arts volgens klager (onder andere) onzorgvuldig en nalatig geweest, omdat hij de patiënte niet persoonlijk gezien en beoordeeld heeft en ook niet zelf telefonisch heeft gesproken voordat hij overging tot palliatieve sedatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht voor wat betreft het gebrek aan persoonlijk contact met de patiënte over de palliatieve sedatie gegrond verklaard. De klacht ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie en de daarmee samenhangende klachtonderdelen is door het Regionaal Tuchtcollege ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7169
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:9
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de IGJ. De klacht bestaat uit twee onderdelen; het verwijt dat de verpleegkundige tweemaal seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld tijdens zijn werkzaamheden bij een abortuskliniek en dat hij tijdens zijn werkzaamheden in de ambulancezorg en als burgerhulpverlener niet professioneel en onzorgvuldig heeft gehandeld. Beide klachtonderdelen zijn gegrond. Het college is van oordeel dat aannemelijk is dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van de verpleegkundige jegens twee patiënten. Het handelen van verweerder is onverenigbaar met het werk van de verpleegkundige, in het bijzonder ten opzichte van de kwetsbare patiënten die aan zijn zorg waren toevertrouwd. Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel constateert het college dat er sprake is van een patroon in het handelen van de verpleegkundige waarin hij herhaaldelijk de grenzen van het toelaatbare opzoekt en daar overheen gaat. De verpleegkundige ging niet alleen voorbij aan de protocollen, richtlijnen en kwaliteitskaders van de diverse organisaties waarvoor hij werkzaam is geweest, maar ook in meer algemene zin aan de veiligheid van patiënten en/of burgers door zijn eigenstandige werkwijze en zijn omgang met medische hulpmiddelen. Het college heeft zorgen over het gebrek aan reflecterend en lerend vermogen van de verpleegkundige en heeft niet de indruk dat de verpleegkundige zich voldoende realiseert welke impact zijn handelen heeft gehad dan wel had kunnen hebben op patiënten en burgers. Vanwege de aard van het tuchtrechtelijk verwijtbare handelen en de wijze waarop de verpleegkundige dit handelen lijkt goed te praten, ook nog ter zitting is het college van oordeel dat met de maatregel van het verbod tot wederinschrijving (de verpleegkundige heeft zichzelf laten uitschrijven uit het BIG-register) het risico op herhaling onvoldoende is weggenomen. Het college legt daarom naast een verbod op wederinschrijving ook een algeheel beroepsverbod op.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7568
- Datum publicatie: 10-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:8
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij hem onder dwang aripiprazol toedient waarvan hij ernstige bijwerkingen, met name aan zijn gebit, ondervindt. Het college ziet geen aanleiding om te concluderen dat de verpleegkundige verwijtbaar heeft gehandeld. Het college kan de verpleegkundige volgen in haar motivering waarom zij, ondanks de bezwaren van klager, van mening is dat de medicatie – die op basis van een zorgmachtiging aan klager wordt verstrekt - aan klager moet blijven worden verstrekt. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7174
- Datum publicatie: 09-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:2
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. De klacht heeft betrekking op de behandeling van klaagsters moeder op een gesloten afdeling voor dementiepatiënten. Klaagster maakt de specialist ouderengeneeskunde meerdere verwijten over de behandeling van patiënte. Daarnaast klaagt zij erover dat zij buiten de zorg voor patiënte werd gehouden en dat de specialist ouderengeneeskunde weigerde met haar in gesprek te gaan na het overlijden van patiënte. De voorzitter verklaart klaagster deels kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht omdat volgens de voorzitter moet worden getwijfeld aan het uitgangspunt dat klaagster de wil van patiënte vertegenwoordigt. Voor het overige verklaart de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7175
- Datum publicatie: 09-01-2025
- Datum uitspraak: 06-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:3
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde in hoedanigheid van bestuurder. De klacht heeft betrekking op de behandeling van klaagsters moeder op een gesloten afdeling voor dementiepatiënten. Verweerster is bestuurder van de stichting waaronder ook de instelling valt waar patiënte verbleef. Na het overlijden van patiënte heeft klaagster een klacht ingediend bij de klachtenfunctionaris van de stichting. Naar aanleiding van deze klacht heeft verweerster, in haar hoedanigheid van bestuurder, bij brief van 12 december 2023 een reactie aan klaagster gestuurd. De klacht van klaagster heeft betrekking op deze brief. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6730
- Datum publicatie: 09-01-2025
- Datum uitspraak: 02-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:1
Klager verwijt de fysiotherapeut dat hij zonder duidelijke diagnose krachtoefeningen heeft gegeven die bovendien niet helpend waren en dat hij verkeerde informatie in het dossier heeft opgenomen. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6868
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:9
Patiënt kwam met krampende pijnen op de borst, in de maagstreek en braakklachten naar de huisartsenpost. In verband met het overlijden van patiënt later in de nacht wordt huisarts op huisartsenpost verweten dat hij bij de behandeling van patiënt nalatig is geweest en patiënt naar het ziekenhuis had moeten doorverwijzen. NHG standaard ‘misselijkheid en braken’. Goede anamnese en behoorlijk lichamelijk onderzoek. De conclusies en gestelde werkdiagnose zijn aannemelijk en navolgbaar. Het ingezette beleid is aanvaardbaar. Geen alarmsignalen. Huisarts hoefde niet bedacht te zijn op een onderliggende, ernstige aandoening en op het ernstige en zeldzame beloop. Geen aanleiding om patiënt op dat moment naar het ziekenhuis te verwijzen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7070
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:8
Verwijt aan huisarts dat klager zijn medicatie niet heeft ontvangen en dat hij niet heeft gedaan waar klager om vroeg. Verzoek om herhaalrecepten. Niet duidelijk welke medicatie herhaald moest worden. Geen reden om aan verzoek te voldoen in verband met aanwezigheid voorraad bij apotheek. Misverstanden in communicatie. Bedoeling klager niet duidelijk. Huisarts heeft het verzoek van klager anders begrepen en kunnen begrijpen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5901
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4
Klager ondergaat een besnijdenis om cosmetische redenen. Klager verwijt de chirurg het opzettelijk fout uitvoeren van de operatie, grensoverschrijdend gedrag, liegen over eerdere prestaties en onvoldoende voorlichting. De chirurg ontkende de verwijten en betoogt dat de operatie juist is uitgevoerd.Het college oordeelt dat de klachtonderdelen over de uitvoering van de operatie, grensoverschrijdend gedrag en het liegen over eerdere prestaties ongegrond zijn. Wel heeft de chirurg klager vooraf onvoldoende geïnformeerd over de risico’s en gevolgen van de operatie. Er kon niet worden volstaan met het toesturen van een zeer algemeen opgestelde, summiere toestemmingsverklaring en een link naar een pdf met informatie over de nazorg. Vooral niet waar het - zoals hier - gaat om wensgeneeskunde (niet noodzakelijke ingrepen, zoals cosmetische ingrepen). Er is daarom sprake van onvoldoende informed consent. In zoverre is de klacht gegrond. Volgt de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5500
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:5
Arts wordt verweten dat hij in zijn deskundigenrapportage leidraad, richtlijn en model geldend in civiele zaken niet heeft gevolgd, dat hij onvolledig onderzoek heeft gedaan en vooringenomen en partijdig was. Ook wordt hem verweten geen antwoord te hebben gegeven op de 34 vragen van klager. Enkele regels van leidraad niet in acht genomen. Rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Geen oordeel over de vraag of er beter had kunnen worden onderzocht en gerapporteerd. Vooringenomenheid of partijdigheid kan niet worden vastgesteld. Geen verplichting om alle vragen te beantwoorden. Voldoende inzichtelijk gemaakt wat de vragen waren en hoe daarmee is omgegaan. Gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5432
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:6
Verwijten aan specialist ouderengeneeskunde over het ontbreken van een intake- en evaluatiegesprek, de communicatie, het verstrekken van medicatie, het verstrekken van het medisch dossier en informatie over de coronavaccinatie. Rommelig verloop op opnamedag. Het ontbreken van een intakegesprek kan verweerster niet verweten worden. Nalaten van communicatie naar aanleiding van omissies die hadden moeten worden opgemerkt in de voorbereiding van een te organiseren MDO. Medicatie is niet door verweerster gewijzigd. Verweerster mocht afgaan op wat haar collega had genoteerd. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing en publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6847
- Datum publicatie: 08-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:7
Verwijt aan huisarts dat hij tijdens een telefoongesprek een domme opmerking heeft gemaakt en dat hij niet op een e-mail van klager heeft gereageerd. Mondelinge communicatie. Bespreking van een gevoelig onderwerp. Subjectieve beleving van klager. Mededeling van klager in e-mail. Geen aanleiding om direct contact met klager op te nemen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7311
- Datum publicatie: 07-01-2025
- Datum uitspraak: 07-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:7
Gedeeltelijke gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar tijdens het maken van röntgenfoto’s en bij de extractie van een kies ruw en onprettig heeft behandeld. Verder verwijt zij hem dat hij tegen haar wil een wortelkanaalbehandeling is gestart (endo-start) en dat er door zijn onzorgvuldige behandeling bij de extractie een holte in haar kaakbeen is ontstaan die ontstoken is geraakt. De klacht over het zonder toestemming uitvoeren van de eerste fase van een wortelkanaalbehandeling is gegrond. Klaagster had eerder kenbaar gemaakt dat zij, in het geval het nodig zou zijn, geen wortelkanaalbehandeling wenste, maar de kies wilde laten verwijderen. De tandarts stelt dat hij, op het moment dat hij constateerde dat de cariës tot de pulpa reikte, een endo-start moest uitvoeren om klaagster zo pijnvrij mogelijk te houden. Naar het oordeel van het college waren er andere mogelijkheden voorhanden om de wens van klaagster te respecteren zonder een endo-start als noodoplossing. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:207 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2367
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:207
Klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is in mei 2015 van de trap gevallen. Zij is op de Spoedeisende Hulp (hierna: SEH) van het ziekenhuis waar de traumachirurg werkzaam is gezien en daar conservatief behandeld. Dit beleid is ook gevolgd bij haar daaropvolgende bezoeken aan de polikliniek van het ziekenhuis. De traumachirurg is als supervisor betrokken geweest bij het eerste bezoek van klaagster aan de polikliniek. Na een second opinion in een ander ziekenhuis is klaagster geopereerd in verband met (verdenking van) een ontwrichting van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij deze diagnose en de diagnose chronisch pijnsyndroom (CRPS) heeft gemist waardoor zij niet de juiste behandeling heeft gehad. Ook verwijt zij hem dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:208 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2368
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:208
Klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is in mei 2015 van de trap gevallen. Zij is op de Spoedeisende Hulp (hierna: SEH) van het ziekenhuis waar de traumachirurg werkzaam is gezien en daar conservatief behandeld. Dit beleid is ook gevolgd bij haar daaropvolgende bezoeken aan de polikliniek van het ziekenhuis. De traumachirurg is als supervisor betrokken geweest bij het tweede, derde en vierder bezoek van klaagster aan de polikliniek. Na een second opinion in een ander ziekenhuis is klaagster geopereerd in verband met (verdenking van) een ontwrichting van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij deze diagnose en de diagnose chronisch pijnsyndroom (CRPS) heeft gemist waardoor zij niet de juiste behandeling heeft gehad. Ook verwijt zij hem dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het feit dat de traumachirurg klaagster bij haar vierde bezoek aan de polikliniek niet zelf zag tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht daarom alsnog gedeeltelijk gegrond. Aan de traumachirurg wordt geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:201 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2429
- Datum publicatie: 06-01-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:201
Klacht van een dochter van een patiënt met vasculair parkinsonisme tegen een specialist ouderengeneeskunde. De patiënt verbleef sinds september 2023 in een woonzorginstelling. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig is geweest bij het bepalen en het voeren van het medicatiebeleid. Verder verwijt zij de specialist ouderengeneeskunde dat hij onzorgvuldig is geweest in de communicatie over – onder meer – de medicatie en het negeren van een volmacht. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.