Zoekresultaten 9961-9970 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:167 Raad van Discipline Amsterdam 21-154/A/A

    Het valt verweerster tuchtrechtelijk te verwijten dat zij onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over de hoedanigheid waarin zij optrad, klaagster op een agressieve en niet constructieve manier heeft benaderd en niet is ingegaan op het voorstel van klaagster om in gesprek te gaan terwijl dit meer dan aangewezen was. Verweerster heeft onvoldoende distantie betracht en zij heeft geen blijk gegeven van enig zelfinzicht of inzicht in haar verantwoordelijkheden als advocaat. Op de zitting van de raad is verweerster niet in staat gebleken te reageren op de verwijten die klaagster haar maakt en met een afstand naar de zaak te kijken. Zij heeft uitsluitend verwijten richting klaagster geuit en heeft geen blijk gegeven van inzicht in haar eigen aandeel in de ontstane situatie. Nu de verweten gedragingen hebben plaatsgevonden in de periode dat verweerster nog advocaat-stagiaire was en zij een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, zal de raad in dit geval volstaan met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:33 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/380791 / KL RK 20-145

    De kamer is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de kandidaat-notaris in deze zaak tekort is geschoten voor wat betreft de zorgvuldigheid en het tempo van haar werkzaamheden. Het enkele feit dat klaagster met de kandidaat-notaris van mening verschilt over het verloop van de verkoop/afwikkeling vormt op zichzelf beschouwd en/of in samenhang met de verdere van belang zijnde feiten en omstandigheden geen grond om aan te nemen dat de kandidaat-notaris hier klachtwaardig heeft gehandeld/nagelaten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:139 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-481/DB/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van tuchtrechter. Klager klaagt over de wijze waarop verweerder in zijn hoedanigheid van lid-advocaat van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden is omgegaan met het door klagers tegen de voorzittersbeslissing d.d. 3 september 2018 ingestelde verzet. Het tuchtrecht is echter niet bedoeld om het werk van een (andere) tuchtrechter te beoordelen. Een dergelijke klacht zal om die reden dan ook niet snel gegrond zijn. Dat zou alleen het geval kunnen zijn in zeer in het oog springende gevallen, zoals bij het aannemen van steekpenningen. Daarvan is in dit geval echter geen sprake. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:168 Raad van Discipline Amsterdam 21-205/A/NH

    Gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft de geheimhoudingsverplichting uit de mediation geschonden door de werkgeversverklaring van klager aan de rechtbank over te leggen. De raad acht een waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/384124 / KL RK 21-29

    Klager verwijt de notaris dat zij in strijd met het testament van erflater heeft gehandeld. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. De kamer overweegt dat de notaris terecht heeft aangevoerd dat het de wens van erflater was dat de erfgenamen de onterfde legitimarissen niet in kennis zouden stellen van hun onterving. Dit is ook niet gebeurd. De mededeling over de onterving kwam niet van de erfgenaam, maar van de notaris. De notaris was niet de geadresseerde van de in het testament opgenomen wil van erflater op dit punt, zodat haar geen verwijt treft. Op de notaris rustte verder geen verplichting de erfgenamen eerst te informeren, alvorens zij de legitimarissen informeerde. De notaris is daags na het overlijden van erflater benaderd door de legitimarissen met het verzoek om informatie, zodat het voor de hand lag dat zij hen eerst informeerde. Omdat zij actief werd benaderd door de legitimarissen, heeft de notaris haar geheimhoudingsplicht niet geschonden, maar voldaan aan haar zorgplicht om de legitimarissen de voor hen benodigde informatie te verschaffen en hen te informeren over hun wettelijke rechten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:169 Raad van Discipline Amsterdam 21-241/A/A 21-242/A/A

    Ongegronde klacht over de advocaten van de wederpartij. Hetgeen verweerders in de memorie over klager en MediaInc hebben geschreven – overigens in geheel andere bewoordingen dan klager stelt – is functioneel voor de zaak die zij bepleiten en met het oog op de gekozen bewoordingen niet onnodig grievend. Dat verweerders in de conclusie feiten hebben geponeerd waarvan zij wisten of redelijkerwijs hadden kunnen weten dat die onjuist zijn, heeft klager dus onvoldoende onderbouwd en is de raad ook niet gebleken. Voor zover klager het niet eens is met hetgeen verweerders in de conclusie hebben geschreven ligt het op zijn weg om daartegen in de civiele procedure verweer te voeren.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:140 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-478/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in hoedanigheid van deken. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad, doordat de Raad van de Orde geen verslag van de hoorzitting heeft verstrekt. Ook is op geen enkele wijze gebleken dat door verweerder dan wel medewerkers die onder verweerders tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid vallen valse verklaringen zijn verstrekt, valsheid in geschrifte is gepleegd, misbruik van macht is gemaakt en het recht onjuist is toegepast. Het besluit om de klacht niet in behandeling te nemen betreft een handelen van de Raad van de Orde, van welk bestuursorgaan verweerder als deken deel uitmaakte. Mede in aanmerking genomen de op dat moment reeds gevolgde procedures en gevoerde correspondentie is de voorzitter van oordeel dat met de weigering om de klacht in behandeling te nemen het vertrouwen in de advocatuur niet is geschaad. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:170 Raad van Discipline Amsterdam 20-980/A/A

    Klacht over de eigen advocaat ongegrond. Niet gebleken dat verweerder tekort is geschoten in zijn dienstverlening aan klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:171 Raad van Discipline Amsterdam 21-501/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk. Klager kan als wederpartij niet klagen over gedragsregel 15.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:51 Accountantskamer Zwolle 20/2468 Wtra AK

    Klacht van een groep vennootschappen tegen accountant die samen met collega’s (niet-accountants) werkzaamheden voor de groep heeft verricht. Klacht dat betrokkene geen door klaagster ondertekende opdrachtbevestiging had is ongegrond. De opdracht is schriftelijk bevestigd en naar klaagster gezonden. Daarmee is voldaan aan de regelgeving. Klacht is wel gegrond voor zover betrokkene stukken heeft verstuurd aan de ex-vrouw van de bestuurder die zien op een entiteit waarvan zij geen bestuurder is. Dat betrokkene stukken heeft verstuurd naar de bank in het kader van een financieringsaanvraag is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De betrokken bestuurder is daarvan ook op de hoogte gebracht. De overige klachtonderdelen zien op fiscale werkzaamheden, een jaarrekening en betalingen van facturen en salarissen. Niet gebleken is dat betrokkene voor de aangiften als verantwoordelijke heeft te gelden. Dat geldt ook voor het klaarzetten van betalingen. Betrokkene is een poosje niet ingeschreven geweest in het register en in die periode hoe dan ook niet tuchtrechtelijk aansprakelijk. Dat de jaarrekening een materiele fout bevat is niet onderbouwd. Deze klachtonderdelen zijn ongegrond. Maatregel: waarschuwing.