Zoekresultaten 9921-9930 van de 42388 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:140 Raad van Discipline Amsterdam 20-205/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Op grond van de dossierstukken is de raad van oordeel dat verweerster zorgvuldig en dus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:141 Raad van Discipline Amsterdam 20-086/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Gedragsregel 8. In het licht van de context waarbinnen de klacht is ingediend, is de raad van oordeel dat verweerder gedragsregel 8 niet heeft geschonden en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:142 Raad van Discipline Amsterdam 20-363/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:139 Raad van Discipline Amsterdam 20-218/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Gedragsregel 16. Verweerder heeft niet voortvarend gehandeld en zonder voorafgaand overleg met klagers besloten geen hoger beroep in te stellen. Klacht in beide onderdelen gegrond. Voorwaardelijke schorsing van twaalf weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:118 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190031H

    Herzieningsverzoek van klager afgewezen omdat dit alleen openstaat voor advocaten aan wie een maatregel is opgelegd. Kennelijk niet-ontvankelijk. Verzoek om mondelinge behandeling afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-821/DB/ZWB

    Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat zij zich in het verweerschrift in eerste aanleg en in het verweerschrift in hoger beroep heeft uitgelaten over de inhoud van de mediationgesprekken, terwijl daarover geheimhouding was afgesproken. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/461

    Klaagster dient een klacht in tegen een verpleegkundige van de GGD met verwijt dat de verpleegkundige onzorgvuldig is omgegaan met door de GGD verstrekte vragenlijsten en het medisch dossier van haar minderjarige dochter.  Volgens klaagster heeft de verpleegkundige haar als hulpvrager  in de steek gelaten door niet of te laat te reageren op het in de vragenlijsten neergelegde verzoek om een gesprek met klaagster. De verpleegkundige erkent dat zij dat had moeten reageren (of eerder had moeten reageren) maar betwist dat de fout zo ernstig is dat haar een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.   Kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-260/DB/LI

    Feitelijke grondslag van klacht dat verweerder  heeft gezegd dat hij klager "persoonlijk zou slopen" ontbreekt. Niet gebleken van verkondigen van onwaarheden of onnodig procederen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:46 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-262/DB/LI

    Feitelijke grondslag van klacht dat verweerder heeft gezegd dat hij klager "persoonlijk zou slopen" ontbreekt. Niet gebleken van verkondigen van onwaarheden of onnodig procederen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 020/2020

    Klacht tegen orthopedisch chirurg, niet praktiserend. Gelet op het feit dat beklaagde niet in het BIG-register was ingeschreven toen hij de patiënt zag en zijn rapportage uitbracht waarop de klacht betrekking heeft, kan het college niet anders dan de klacht niet-ontvankelijk verklaren. Uit de aanduiding ‘niet praktiserend’ blijkt dat het gaat om een beroepsbeoefenaar die zijn praktijk heeft neergelegd en niet meer in dat beroep werkzaam is, aldus de nota van toelichting. In zoverre heeft beklaagde conform de daarvoor geldende regels aangegeven dat hij arts, niet praktiserend, is. Beklaagde is – ondanks zijn doorgehaalde BIG-registratie – door de rechtbank benoemd als deskundige. Hij heeft werkzaamheden verricht waarop de ‘RICHTLIJN MEDISCH SPECIALISTISCHE RAPPORTAGE IN BESTUURS- EN CIVIELRECHTELIJK VERBAND” van de Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage (NVMSR) van toepassing is. In die richtlijn staat onder 4.1 dat de expert als arts in het BIG-register moet zijn geregistreerd. Nu daarvan geen sprake was ten tijde van de opdracht en het uitbrengen van de rapportage, merkt het college op dat hier toch de verwarring lijkt te rijzen die de wetgever nu juist heeft willen voorkomen.