Zoekresultaten 9921-9930 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:104 Raad van Discipline Amsterdam 20-828/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk, omdat alleen klager sub 4 zich over een onderdeel kan beklagen. Klacht voor het overige ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder zich ten onrechte heeft uitgegeven als advocaat van een derde. Eveneens is niet gebleken dat verweerder misbruik heeft gemaakt van zijn status en/of klagers heeft geïntimideerd, bedreigd, gepest of tegen klagers heeft gelogen. Verweerder heeft de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:117 Raad van Discipline Amsterdam 20-962/A/A/D

    Verweerder heeft opgetreden voor een (meerderheids)lid van een VvE dat tevens VvE-bestuurder is en, daarnaast, voor de VvE (in opdracht van het VvE-bestuur). Het optreden van verweerder zag telkens op geschillen met het tweede (minderheids)lid van de VvE. Ondanks de aanhoudende twijfel over de betamelijkheid van het handelen van verweerder en zelfs nadat het gerechtshof in een arrest uitdrukkelijk twijfel heeft uitgesproken over de onafhankelijkheid van verweerder, heeft verweerder zijn bijstand aan de VvE voortgezet. Dit is onbetamelijk. De verweten gedraging raakt aan de kernwaarden onafhankelijkheid en partijdigheid. Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen maatregel heeft de raad meegewogen dat de deken in januari 2018 een advies heeft gegeven dat inhield dat verweerder zijn bijstand aan de VvE kon voortzetten en dat de voorzitter van de raad in juli 2019 heeft geoordeeld dat geen sprake was van schending van gedragsregel 15. Door dit alles genoot verweerder lange tijd het voordeel van de twijfel. Het arrest van het gerechtshof en de daarop volgende terugtrekking van verweerder uit die zaak vormde het keerpunt. Dat verweerder na dit moment is blijven, althans opnieuw gaan optreden voor de VvE in een nieuwe zaak is verwijtbaar. De raad heeft verder in aanmerking genomen dat verweerder nog niet zo lang advocaat is en dat uit de onweersproken verklaringen van verweerder en zijn gemachtigde blijkt dat op kantoor veelvuldig overleg is gevoerd over deze kwestie. Verweerder heeft aldus niet ondoordacht of onverschillig gehandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:129 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.265

    Klacht tegen chirurg. Na klaagsters schouderoperatie en ontslag uit het ziekenhuis neemt de beklaagde chirurg de controles en vervolgafspraken over. Eind 2019 werd met een CT-scan vastgesteld dat bij klaagster sprake was van een inzakking van een ruggenwervel. Klaagster verwijt de beklaagde chirurg dat hij te weinig informatie geeft over de behandeling, vervolgonderzoeken, risico’s en eventuele andere mogelijkheden, geen diagnose stelt, ten onrechte klaagster niet behandelt of doorverwijst, klaagster te laat/niet informeert over uitslagen en het daaropvolgende behandeltraject, de klachten van klaagster bagatelliseert, klaagster onnodig veel pijn en ongemak laat lijden en klaagster in onzekerheid laat en aan haar lot overlaat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in zijn geheel ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/373593 KL RK 20-94

    Notaris behaalde 3 opleidingspunten te weinig. Inmiddels maatregelen getroffen om te waarborgen dat notaris zijn opleidingsverplichtingen in de toekomst zonder problemen kan nakomen. Daarom, hoewel klacht gegrond, geen maatregel. De kamer overweegt onder andere dat de opleidingsverplichting hoe dan ook een verantwoordelijkheid van de notaris zelf is, niet van zijn ondersteunend personeel.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/365673 / KL RK 20-17

    De kamer is van oordeel dat klaagster de notaris terecht verwijt haar niet van de volmacht van 2003 in kennis te hebben gesteld toen klaagster eind februari/ begin maart 2017 contact opnam met de notaris. De notaris doet in dit verband tevergeefs een beroep op haar geheimhoudingsplicht. Deze verplichting strekt zich immers in dit geval niet verder uit dan de bescherming van het belang van de volmachtgever redelijkerwijs meebrengt. Dit belang vereiste in dit geval dat de volmacht op het moment dat de daarin beschreven situatie zich zou voordoen niet dat de volmacht voor de gevolmachtigde geheim zou blijven, maar juist dat deze bij haar bekend zou worden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:111 Raad van Discipline Amsterdam 20-804/A/A

    Het verzet is op één klachtonderdeel gegrond verklaard omdat de voorzitter een te beperkte toetsingsnorm heeft gehanteerd. Dit klachtonderdeel is ongegrond verklaard. Verweerder heeft door tegen klaagster op te treden de niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld nu hij niet beschikte over specifiek van klaagster afkomstige of op haar betrekking hebbende informatie, zodat de normstelling die in Gedragsregel 15 tot uitdrukking komt niet in het geding is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:105 Raad van Discipline Amsterdam 20-924/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerster heeft op de dag van het aflopen van de beroepstermijn per post een verklaring van non-appel gevraagd. Zij heeft daarmee niet onbetamelijk gehandeld, nu zij er van mocht uitgaan dat deze verklaring niet zou worden afgegeven indien hoger beroep was ingesteld. Klachtonderdeel over het gebruiken van de afgegeven verklaring van non-appel ongegrond, nu dit geen handelen van verweerster betreft.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:118 Raad van Discipline Amsterdam 20-964/A/A

    Klacht van twee advocaten tegen de advocaat van de wederpartij van hun cliënten. De klacht over een onnodig grievende uitlating is ongegrond. Klagers zijn voor het overige niet-ontvankelijk omdat ze geen zelfstandig belang hebben bij de klacht.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/369176 / KL RK 20-49

    Uitstel overdrachtsdatum registergoed. Door een (kandidaat-)notaris mag niet zonder akkoord van de koper met uitstel van de overdracht worden ingestemd. De kamer komt evenwel op basis van de-mail correspondentie die in deze klachtzaak is overgelegd tot de conclusie dat de koper in dit geval feitelijk al met al toch wel met het uitstel van de overdracht blijkt te hebben ingestemd. De kamer laat bij deze beoordeling meewegen dat koper bij zijn e-mail van 5 juni 2020 een plausibele verklaring heeft gegeven voor het feit dat door hem op 4 april 2018 wel een ingebrekestelling is verstuurd, hoewel hij bij mail van 28 maart 2018 akkoord heeft gegeven voor het uitstel. De kamer ziet daarom geen grond voor een tuchtrechtelijk verwijt aan het adres van de kandidaat-notaris voor haar betrokkenheid bij de uitgestelde overdracht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:112 Raad van Discipline Amsterdam 21-318/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk voor zover het gaat over uitlatingen van verweerster over de moeder van klager en kennelijk ongegrond voor zover het gaat om uitlatingen over klager.