Zoekresultaten 9891-9900 van de 45124 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 230/2020
- Datum publicatie: 04-08-2021
- Datum uitspraak: 04-08-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:76
Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich bij beklaagde gemeld met ADHD-problematiek. Beklaagde heeft hem vervolgens doorverwezen voor diagnose en behandeling naar de tweedelijns GGZ. Hier is vastgesteld dat bij klager sprake is van ADHD, gecombineerd beeld (primair), in ernstige mate en een stoornis in alcoholgebruik, matig. Bij ontslag zijn door de psychiater medicijnen voorgeschreven: 10mg methylfenidaat, 2dd1.5T zo nodig, 90 tabletten. Anderhalve maand later meldt klager zich bij beklaagde voor een herhaalrecept. Beklaagde wil de medicatie niet voorschrijven, omdat zij de tijd dat klager stabiel en zonder alcohol is te kort vindt om de medicatie over te nemen. Klager verwijt beklaagde dat zij niet bekwaam is om de diagnose ADD/ADHD te stellen, klager heeft doorverwezen naar een specialist bij ADHD-centraal en vervolgens weigert om de door de psychiater voorgeschreven ADHD-medicatie te herhalen. Naar het oordeel van het college heeft beklaagde gehandeld overeenkomstig het NHG-Standpunt Herhalen gespecialiseerde GGZ-medicatie zoals dat op dat moment gold. Van een stabiele situatie was geen sprake. Daar komt bij dat klager al binnen twee maanden om een herhaalrecept vroeg, ondanks dat hij 90 tabletten had gekregen om te gebruiken op de dagen dat hij voor zijn werk concentratie en focus nodig had. Volgens het college getuigt het van zorgvuldigheid dat beklaagde, gegeven deze omstandigheden, de door de psychiater voorgeschreven medicatie niet heeft herhaald. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2021:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/69
- Datum publicatie: 04-08-2021
- Datum uitspraak: 04-08-2021
- ECLI:NL:TGZRGRO:2021:19
Verwijt van klaagster dat beklaagde geen acht heeft geslagen op de door haar toegezonden medicijnlijst. Voorts zou beklaagde zijn toezegging om ervoor zorg te dragen dat klaagster direct en met voorrang zou worden aangemeld bij het MCL niet zijn nagekomen. Het college oordeelt dat beklaagde voldoende heeft toegelicht waarom hij geen acht heeft kunnen slaan op de medicatielijst van klaagster. Bovendien heeft beklaagde het medicatiegebruik met klaagster besproken tijdens het consult. Hiervoor was het consult ook bedoeld. Klachtonderdeel een faalt. Met betrekking tot klachtonderdeel twee oordeelt het college dat het verweer van beklaagde steun vindt in het dossier. Beklaagde heeft zich ingespannen klaagster zo spoedig mogelijk te verwijzen naar het MCL. De klacht is derhalve kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.267
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:146
Klacht tegen (bekken)fysiotherapeut. Klaagster heeft zich tot de fysiotherapeut gewend in verband met langdurige en terugkerende pijn aan haar schaambeen. Zij verwijt de fysiotherapeut onder meer dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld, dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld door bij klaagster een onjuiste behandeling (volgens de NIMOC-methode) toe te passen, dat er sprake is van onvolledige en onjuiste dossiervorming en dat zij klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege concludeert dat het Regionaal Tuchtcollege op enkele klachtonderdelen niet heeft beslist en geeft hierover alsnog een oordeel. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht over de dossiervorming en de voorlichting over de NIMOC-methode alsnog gegrond en legt aan de fysiotherapeut een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag D2021/2387-2021-013d
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:108
Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts. Klager klaagt over de behandeling van zijn minderjarige dochter, gediagnosticeerd met anorexia nervosa. De kinderarts heeft niet onzorgvuldig gehandeld door de huisarts en de verwijzer op de hoogte te stellen dat geen consult tot stand is gekomen toen klager aan de kinderarts vertelde dat hij het niet eens was met de verwijzing. Niet kan worden vastgesteld dat de huisarts of anderen door de kinderarts onjuist zijn geïnformeerd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.072
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:140
Klacht tegen tandarts. Klager is in de zomer van 2014 gezien bij een universitair tandheelkundig centrum in verband met bloedend tandvlees bij een in 2005 geplaatste brug. De tandarts werkte daar als supervisor van studenten. Uit een röntgenfoto bleek dat onder een kroon cariës was ontstaan. Klager is hiervoor behandeld. Ruim twee weken later heeft hij zich opnieuw bij het centrum gemeld, omdat hij nog steeds last had. Onderzoek wees toen op een ontsteking aan de wortelpunt(en). Klager is verwezen naar een endodontoloog. Enkele weken later heeft hij zijn dossier opgevraagd. De klacht luidt als volgt: 1. Na de behandeling van klager heeft de tandarts verklaard dat klager alleen de eerste twee weken last zou hebben van de ontsteking, maar klager bleef last houden van bloedingen; 2. Klager kreeg in september 2014 bij zijn aanvraag om zijn medisch dossier niet de foto’s mee die in juli en augustus 2014 zijn gemaakt. En de naam van de tandarts is weggelaten in zijn medisch dossier; 3. Klager stelt de tandarts verantwoordelijk voor de geleden schade. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 1 en 2 kennelijk ongegrond verklaard en klager in klachtonderdeel 3 niet-ontvankelijk verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 2 gegrond daar waar het gaat om het niet vermelden van de naam van de tandarts in het medisch dossier van klager. Gelet op de omstandigheden van het geval wordt geen maatregel aan de tandarts opgelegd. Voor het overige wordt het beroep van klager verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:147 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.274
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:147
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. De klacht betreft de behandeling van de moeder van klager. Zij was tot haar overlijden van opgenomen op de verpleeghuisunit van een woonzorglocatie. Klager verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat zij 1. ten onrechte de antistollingsmedicatie heeft stopgezet, 2. patiënte onvoldoende heeft laten drinken, 3. palliatieve zorg heeft verleend in plaats van zorg op het leven, 4. dat patiënte niet is gereanimeerd en 5. een actieve levensbeëindiging heeft verricht door het toedienen van een te hoge dosis morfine. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 1. gegrond verklaard, aan de specialist ouderengeneeskunde de maatregel van waarschuwing opgelegd en de overige klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag D2021/2392-2021-013c
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:109
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager klaagt over de behandeling van zijn minderjarige dochter, gediagnosticeerd met anorexia nervosa. Geen sprake van onvoldoende onderzoek of geen goed integraal behandelplan. Uit het dossier blijkt dat de arts de diagnostiek en het behandelplan meermaals met klager heeft besproken en toegelicht en dat telkens op de brieven van klager is gereageerd. De arts heeft verder onweersproken gesteld dat klager geen gebruik heeft gemaakt van de hem geboden gelegenheid om anderen te betrekken bij dan wel suggesties te doen over de diagnostiek en/of behandeling. Het dossier biedt geen grond voor het oordeel dat de arts klager onvoldoende heeft geïnformeerd dan wel onvoldoende betrokken heeft bij haar beslissingen en de behandeling of dat zij anderszins onzorgvuldig heeft gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.186
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:141
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2021.037
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:148
Klacht tegen arts die in opdracht van een rechtbank een psychiatrisch expertise heeft uitgebracht in een letselschadeprocedure van klager. Klager klaagt over de onzorgvuldige inhoud van de concept- en de definitieve rapportage psychiatrische expertise en verwijt de arts dat hij zich niet onafhankelijk heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag D2021/2390-2021-013b
- Datum publicatie: 03-08-2021
- Datum uitspraak: 03-08-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:110
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager klaagt over de behandeling van zijn minderjarige dochter, gediagnosticeerd met anorexia nervosa. Uit het dossier blijkt dat de arts de diagnostiek en het behandelplan meermaals met klager heeft besproken en toegelicht en dat telkens op de brieven van klager is gereageerd. De arts heeft verder onweersproken gesteld dat klager geen gebruik heeft gemaakt van de hem geboden gelegenheid om anderen te betrekken bij dan wel suggesties te doen over de diagnostiek en/of behandeling. Het dossier biedt geen grond voor het oordeel dat de arts klager onvoldoende heeft geïnformeerd dan wel onvoldoende betrokken heeft bij haar beslissingen en de behandeling of dat zij anderszins onzorgvuldig heeft gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.