Zoekresultaten 9891-9900 van de 44810 resultaten
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:7 Kamer voor het notariaat Amsterdam 677566 / NT 19-63
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 29-04-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:7
Klacht deels gegrond verklaard: Na tussenbeslissing van 11 februari 2021 heeft de oud-notaris aantekeningen uit het dossier overgelegd ten bewijze van haar stelling dat bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden het hebben van een testament is besproken. De notaris is in dat bewijs geslaagd. Wat rest is het klachtonderdeel over de gebrekkige communicatie, dat de kamer in de beslissing van 11 februari 2021 gegrond heeft verklaard. De kamer legt de oud-notaris daarvoor een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:129 Raad van Discipline Amsterdam 21-362/A/NH
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:129
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder voor andere partijen in de procedure(s) van klaagster is opgetreden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:123 Raad van Discipline Amsterdam 20-979/A/A
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:123
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:8 Kamer voor het notariaat Amsterdam 688221 / NT 20-32
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 25-03-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:8
De inrichting en organisatie van het notariskantoor was gebrekkig. Klaagster is daarvan onnodig de dupe geworden. De oud-notaris heeft niet de verantwoordelijkheid genomen het dossier zelf op te pakken, zoals zij wel aan klaagster had toegezegd. Klacht (deels) gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 691800 / NT 20-45
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 08-04-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:10
De kamer stelt voorop dat het niet aan haar is te beoordelen of klagers het recht van overpad naar de Kastanjelaan hebben. Dit is voorbehouden aan de civiele rechter. Ter zake is nog geen procedure gevoerd of aanhangig. Ter beoordeling van de kamer is uitsluitend of de kandidaat-notaris al dan niet klachtwaardig heeft gehandeld. Klagers hebben zelf geen onderzoek verricht naar het recht van overpad en er niet voor gekozen een aankoopmakelaar in de arm te nemen. Als het recht van overpad voor hen essentieel was, dan hadden ze dat naar het oordeel van de kamer duidelijker moeten maken. In dat geval hadden zij de kandidaat-notaris opdracht kunnen verstrekken, voorafgaand aan het passeren of nog naderhand, om nader onderzoek te verrichten en dan had de kandidaat-notaris ook (meer) aanleiding hierin kunnen zien om klagers op de mogelijkheid daarvan te wijzen. Hetgeen de kandidaat-notaris klagers heeft meegedeeld bij het passeren van de akte van levering, dat hij op grond van het dossier geen reden had te veronderstellen dat het recht van overpad, zoals dat in 1997 (opnieuw) was gevestigd, was vervallen, is niet onjuist. Van verdergaande mededelingen is niet gebleken. Naar het oordeel van de kamer heeft de kandidaat-notaris, anders dan klagers dat hebben opgevat, met die mededeling geen absolute stelligheid verkondigd. De kandidaat-notaris heeft ter zitting betoogd dat hij, achteraf gezien, zich misschien nog voorzichtiger had moeten uitlaten. De kamer onderschrijft dit, maar is van oordeel dat in het onderhavige geval de grens van het klachtwaardige niet is overschreden.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-123
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 21-06-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:84
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Er is geen aanleiding is om te veronderstellen dat klaagster een zodanig verhoogd risico had op complicaties dat beklaagde geen abdominale uterusextirpatie (baarmoederverwijdering) had mogen uitvoeren. Uit de medische voorgeschiedenis van klaagster volgt dat beklaagde niet bedacht heeft hoeven zijn op een allergie bij klaagster. Beklaagde heeft dan ook niet onzorgvuldig gehandeld door klaagster na de operatie niet preventief te behandelen met medicatie tegen huisstofmijtallergie en haar in een zespersoonskamer te laten opnemen. Staat niet vast dat steunverband een complicatie voorkomt, dus het achterwege laten hiervan kan beklaagde niet worden verweten. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:124 Raad van Discipline Amsterdam 20-978/A/A
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:124
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2217-2020/280
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 21-06-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:70
Klaagster dient een klacht in tegen een tandarts met het verwijt dat de tandarts een verkeerde diagnose heeft gesteld, de bovenlaag van klaagsters tanden heeft weg gepolijst, verzuimd heeft te noteren in het medisch dossier dat klaagster op een vork had gebeten en ten onrechte wel heeft genoteerd dat klaagsters klachten door knarsen/klemmen werden veroorzaakt, de praktijk van de tandarts haar beroepsgeheim heeft geschonden en klaagster zorg heeft ontzegd. De tandarts betwist de klachten; zij voert aan dat zij alleen de verkleuringen op de tanden van klaagster heeft verwijderd met een puimsteentje en een scherp hoekje van de voortand heeft gepolijst. De tandarts erkent dat zij niet in het dossier heeft genoteerd dat klaagster op een vork had gebeten, maar zij heeft dat wel in een verwijsbrief aan de gnatholoog wel vermeld. Het college verklaart de klachten van klaagster kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 688301 / NT 20-33
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 11-03-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:9
Klaagster heeft geen feiten en/of omstandigheden aangedragen waaruit blijkt dat de akten van 27 september 2018, 21 november 2018 en 3 januari 2019 ‘valselijk opgemaakt’ zijn. Op de veiling heeft de notaris het registergoed geveild zoals dit haar bleek uit de leveringsakte van 19 mei 2000 en de hypotheekakte van dezelfde datum. De kamer heeft geen enkele reden om te twijfelen aan de echtheid van deze notariële akten. Uit de akte van 27 september 2018 volgt dat sprake was van een zaal/internetveiling (hybride veiling). Uit het proces-verbaal van veiling en gunning van 21 november 2018 blijkt dat de koopsom bij opbod € 182.000,00 was, terwijl tevens wordt geconstateerd dat er niet is afgemijnd. De kamer volgt het verweer van de notaris dat het niet gebruikelijk is om een volmacht mee te zenden met het afschrift van een notariële akte en dat de volmacht van de Volksbank dus is gehecht aan de originele akte van gunning. De kamer ziet geen reden om daaraan te twijfelen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 693343 / NT 20-49
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 08-04-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:11
Klaagster verwijt de notaris dat hij een onjuist advies heeft gegeven dat niet strookt met de wens van haar en wijlen haar echtgenoot. Klaagster heeft daardoor aanzienlijke schade geleden omdat zij voor de inkomstenbelasting moest afrekenen over het volledig aanmerkelijk belang in de onderneming van haar overleden echtgenoot. Naar het oordeel van de kamer is de notaris met zijn advies bewust en in goed overleg afgeweken van de volgens klaagster aan hem eerder verstrekte opdracht, ter bescherming van het vermogen van klaagster tegen zakelijke crediteuren van erflater. Klacht ongegrond.