Zoekresultaten 12271-12280 van de 45111 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/687220 / DW RK 20/369 C/13/687222 / DW RK 20/370

    Schorsingsverzoek op grond van artikel 38 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw). Faillissement gerechtsdeurwaarderskantoor. Gerechtsdeurwaarder [a] heeft geen toegang tot de dossieradministratie. Koppeling financiële administratie met de dossiers is niet mogelijk. Schorsingsverzoek wordt ten aanzien van [a] toegewezen. Een gedeelte van de dossiers van [a] zijn overgedragen aan gerechtsdeurwaarder [b]. Die heeft ook enige tijd geen koppeling kunnen maken tussen de dossier- en financiële administratie. Omdat die situatie op kort termijn is opgelost en ten aanzien van [b] geen ernstig vermoeden van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is gerezen wordt het schorsingsverzoek ten aanzien van [b] afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2020:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/58

    Klager verwijt de notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld rondom de totstandkoming van de verklaring van erfrecht in erflaters nalatenschap. De klacht valt uiteen in twee onderdelen. Het eerste klachtonderdeel betreft het verwijt dat de notaris er op basis van informatie van drie van erflaters erfgenamen (de zussen) en zonder ruggespraak met de overige erfgenamen ten onrechte van is uitgegaan dat alle overige erfgenamen de drie zussen volmacht wilden geven om erflaters nalatenschap af te wikkelen. Dit klachtonderdeel wordt door de kamer ongegrond verklaard. Bij het opmaken van de (concept-)verklaring van zuivere aanvaarding inclusief boedelvolmacht is de notaris in eerste instantie weliswaar afgegaan op informatie van de zussen, maar de notaris heeft deze informatie naar het oordeel van de kamer voldoende toegelicht aan en geverifieerd bij klager. Het tweede klachtonderdeel betreft het verwijt dat de notaris heeft nagelaten een opdrachtbevestiging aan klager toe te zenden, klager vooraf te infomeren over de te verrichten werkzaamheden en de daarmee gepaard gaande kosten en hem een declaratie toe te zenden. Ook dit klachtonderdeel wordt door de kamer ongegrond verklaard. Klager heeft namelijk niet weersproken dat de zus opdracht heeft gegeven aan de notaris om de verklaring van erfrecht inzake het overlijden van erflater op te maken. Dat de zus als opdrachtgever van de notaris moet worden beschouwd, volgt ook uit de door de notaris overgelegde opdrachtbevestiging. Op de notaris rustte daarom niet de verplichting de door klager gestelde informatie en stukken ongevraagd aan hem te verstrekken. Indien klager bedoelde informatie en stukken desondanks rechtstreeks van de notaris had willen ontvangen, had het op zijn weg gelegen om de notaris hiervan in kennis te stellen en haar een redelijke termijn te geven voor het verstrekken van de door hem gewenste informatie, alvorens een klacht in te dienen. Niet is gebleken dat klager dit heeft gedaan. Voor zover klager de kamer verzoekt om de notaris te veroordelen tot het betalen van een vergoeding van kosten, overweegt de kamer dat de Wna niet in deze mogelijkheden voorziet. Klager wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard in dit verzoek.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 006/2020

    Beklaagde werkt als verpleegkundige bij een FACT-team. Klaagster verwijt hem haar niet direct te hebben uitgeschreven toen bleek dat zij geen behandeling wilde, dat hij klaagster desondanks heeft besproken in een MDO, haar heeft proberen over te halen alsnog behandeling te accepteren en haar heeft verwezen naar een (ander) FACT-team. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 008/2020

    Klaagster is op advies van een gz-psycholoog in opleiding door de huisarts verwezen naar de GGZ. Klaagster is het met die verwijzing niet eens en verwijt beklaagde dat zij als werkbegeleider het handelen van de gz-psycholoog in opleiding niet gecontroleerd heeft. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2020:16 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/9

    Klaagster verwijt de kandidaat-notaris dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opmaken van de volmacht en (de wijziging van) het testament van moeder. Volgens klaagster heeft de kandidaat-notaris onvoldoende zorgvuldigheid betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid en de onafhankelijke wilsvorming van moeder. De klacht van klaagster speelt tegen de achtergrond van de verstoorde relatie tussen haar en de broer. Volgens klaagster heeft de broer misbruik gemaakt van de aan hem verleende volmacht en is sprake van oudermishandeling. Het is echter niet aan de kamer om hierover een oordeel te geven. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek om “de wijzigingen van het testament te ontbinden en de notariële volmacht ongeldig te verklaren” en de klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2020:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/64

    Klagers 1 tot en met 3 verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opmaken van vaders testament. De kamer begrijpt dat de klacht (kort gezegd) uiteenvalt in de volgende onderdelen. In vaders testament is een aantal overbodige bepalingen opgenomen. Vaders testament wat betreft de bepaling 4 is in strijd met de wet. De notaris heeft onvoldoende zorgvuldigheid betracht bij de beoordeling van de onafhankelijke wilsvorming van vader. Het testament geeft de wil van vader niet juist weer. Hoewel klagers 2 en 3 niet rechtstreeks betrokken zijn geweest bij de handelwijze van de notaris, is de kamer van oordeel dat zij als kinderen en erfgenamen van vader een redelijk belang hebben bij hun klacht over het testament. Een dergelijk belang acht de kamer niet aanwezig ten aanzien van klager 1. Het feit dat klager 1 de stiefvader van klagers 2 en 3 is en het feit dat hij zelf notaris is geweest, brengen niet met zich dat hij een indirect of afgeleid belang heeft bij de klacht. Klager 1 wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard in de klacht. De klacht van klagers 2 en 3 wordt op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 005/2020

    Klacht tegen de huisarts van klaagster naar aanleiding van een verwijzing naar de GGZ. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:55 Accountantskamer Zwolle 20/865 Wtra AK

    Voorzittersbeslissing. De meeste klachtonderdelen zien op gedragingen waarover de Accountantskamer en het CBb al een inhoudelijk oordeel hebben gegeven en zijn daarom niet-ontvankelijk (beginsel van ne bis in idem). Twee klachtonderdelen zijn niet-ontvankelijk omdat ze niet binnen de driejaarstermijn zijn ingediend. Eén klachtonderdeel is ongegrond. Niet gebleken is dat betrokkene druk op klager heeft uitgeoefend om geen klacht in te dienen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:56 Accountantskamer Zwolle 19/2341 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft vastgesteld dat betrokkene het handelen wordt verweten dat het hof in zijn arrest van 27 oktober 2017 te zijnen laste bewezen heeft verklaard, te weten - kort gezegd - dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan het in december 2003 opzettelijk doen van een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting door de vennootschap waarvoor hij werkzaam was. Maatregel: doorhaling met een termijn van 10 jaar waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het accountantsregister kan worden ingeschreven

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:192 Raad van Discipline Amsterdam 20-572/A/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het kantoor van verweerder kennelijk niet-ontvankelijk, klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris kennelijk ongegrond.