Zoekresultaten 12261-12270 van de 45111 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:57 Accountantskamer Zwolle 20/209 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 18-09-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:57
Klacht over onzorgvuldig declareren van (extra) werkzaamheden in abonnementsfacturen en in meerwerkfacturen en over schending van de geheimhoudingsplicht. De tuchtrechtelijke- en civiele procedure over betaling van facturen kan naast elkaar gevolgd worden. Betrokkene heeft voor werkzaamheden (deels) dubbel gedeclareerd door er niet voor te zorgen dat het declaratiesysteem op orde was. Betrokkene heeft vertrouwelijke gegevens voor eigen gewin (betaling van facturen) gebruikt. Betrokkene heeft zichzelf, nadat de cliëntrelatie met klagers was geëindigd, via een boekhoudkoppeling die was blijven bestaan tussen een boekhoudprogramma van het kantoor en de bank van klagers, toegang verschaft tot de bankgegevens van klagers. Op twee bankrekeningnummers heeft hij vervolgens beslag gelegd. Het verweer van betrokkene dat klagers zelf hebben verzuimd om de koppeling te beëindigen druist in tegen het doel en de strekking van de artikelen 16 en 18 VGBA. Betrokkene heeft ook gewezen op een bepaling in de algemene voorwaarden van het kantoor op grond waarvan hij gerechtigd zou zijn de bankinformatie te gebruiken. Van deze (wettelijke) bepalingen kan bij overeenkomst niet worden afgeweken. De klacht is in beide onderdelen gegrond. Strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, vertrouwelijkheid en integriteit. Maatregel berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.027
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 18-09-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:165
Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is werkzaam binnen het High Intensive Care (HIC) team van een GGZ-instelling. Op enig moment heeft de verpleegkundige vanuit huis veelvuldig WhatsAppberichten gestuurd en gebeld naar een patiënte. Patiënte heeft het personeel hierover geïnformeerd waarna de verpleegkundige is opgedragen hiermee direct te stoppen. De verpleegkundige heeft hieraan geen gehoor gegeven. Klaagster (de GGZ-instelling) verwijt de verpleegkundige dat hij met zijn handelen buiten de grenzen van zijn professioneel handelen is getreden en daarmee het vertrouwen heeft geschaad dat patiënten en collega’s mogen hebben in de verpleegkundige zorg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register op. Het beroep van de verpleegkundige ziet uitsluitend op de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat sprake is geweest van eenmalig ernstig grensoverschrijdend gedrag op het moment dat de verpleegkundige aan het re-integreren was na een burn-out, terwijl de verpleegkundige daarvoor al twintig jaar als verpleegkundige werkzaam was zonder met de tuchtrechter in aanraking te komen. De verpleegkundige heeft daarvoor direct hulpverlening ingeschakeld, is zich bewust dat dit nooit meer mag gebeuren en heeft spijt van zijn handelen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart daarom het beroep ten aanzien van de opgelegde maatregel gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van voorwaardelijke schorsing op voor de duur van een jaar met een proeftijd van twee jaren en gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om zijn beroep uit te oefenen, in die zin dat hij niet langer werkzaam mag zijn binnen een GGZ-instelling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:190 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200118
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 11-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:190
Art 13 beklag. Het feit dat klager het niet eens is met de beschikking van de kantonrechter en daarin mogelijk feitelijke onjuistheden kan aanwijzen, maakt niet dat een hoger beroep juridisch ook kansrijk is. Met de deken ziet het hof geen aanleiding om te oordelen dat aan klager ten tweede male een advocaat zou moeten worden aangewezen. Het beklag is afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:184 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200112
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 07-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:184
Klacht over eigen advocaat. Het hof stelt voorop dat verweerster met haar proceshouding miskent dat zij verantwoording heeft af te leggen aan de cliënt en aan de tuchtrechter. Het hof oordeelt dat verweerster niet heeft gehandeld zoals een redelijk handelend en bekwaam advocaat betaamt, doordat zij verzuimd heeft een vonnis te doen betekenen en daarbij klager niet heeft geïnformeerd hierover. Ook heeft verweerster verzuimd ter zitting naar voren te brengen dat de hypothecaire geldlening op dat moment volledig was afgelost. Het verzoek om een schadevergoeding, te bemiddelen bij de schadeclaim en nieuwe verwijten in beroep zijn door het hof afgewezen. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:166 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.102
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 18-09-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:166
Klacht tegen arts. Klaagster is gediagnosticeerd met hyperacusis (overgevoeligheid voor normaal harde geluiden). Dit kan bij klaagster tot verlammingsverschijnselen leiden. De gemeente heeft aan klaagster een woning toegewezen. Klaagster verzoekt om woningaanpassingen i.v.m. haar aandoening. De arts is werkzaam als WMO-adviesarts en heeft op verzoek van de gemeente een sociaal medisch advies opgesteld t.b.v. de bezwaarprocedure tussen klaagster en de gemeente. De arts heeft negatief geadviseerd over het aanpassen van de woning. De klacht houdt in dat de arts: a. een onkundig en niet-onderbouwd advies heeft gegeven in zijn hoedanigheid als arts, op een gebied waarin hij niet gespecialiseerd is (wat betreft gehoorbescherming en woonaanpassing aan de hand van geluiddichte boxen alsmede maatvoering leefruimte). De arts zou volgens klaagster geweigerd hebben contact op te nemen met door klaagster aangedragen behandelaren en medisch deskundigen. Ook heeft de arts volgens klaagster ten onrechte geen bronvermelding toegevoegd van zijn research; b. ten onrechte conclusies heeft getrokken die niet overeenkomen met de bevindingen van de betrokken specialisten. Zo heeft hij volgens klaagster ten onrechte geconcludeerd tot een noodzaak van een niet nader aangegeven behandeling, zonder het doel daarvan aan te geven en in tegenstelling tot de bevindingen van de betrokken specialisten; c. gedeeltelijk niet heeft voldaan aan de onderzoeksvraag door geen programma van eisen op te stellen. Hierdoor is volgens klaagster ook voor de volgende hulpverleners en instanties niet in te vullen naar welk soort passende woning gezocht dient te worden en vreest klaagster eindeloos niet passende woningaanbiedingen te zullen krijgen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege vernietigd, de klacht (deels) gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:167 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.108
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 18-09-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:167
.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:162 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.235 en C2019.236
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 18-09-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:162
Klachten tegen psychiater. Klager is betrokken geweest bij een ongeval. Vanwege hoofdpijnklachten en concentratieproblemen is klager ontheven uit de leerplicht en gaat hij niet meer naar school. In het kader van een letselschadeprocedure de psychiater op verzoek van (de medisch adviseurs van) klager en de verzekeraar klager onderzocht met de vraag of er bij klager als gevolg van het ongeval een psychiatrische stoornis is ontstaan die beperkingen of blijvend functieverlies tot gevolg heeft. De conclusie van de psychiater luidde dat hij bij klager geen classificeerbare psychiatrische stoornis heeft kunnen vaststellen. Klager verwijt de psychiater dat hij 1) in strijd heeft gehandeld met de geldende criteria en richtlijnen voor het opstellen van een medische specialistische rapportage doordat hij niet of onvoldoende inhoudelijk is ingegaan op een aantal vragen en commentaren van klager en verschillende betrokkenen op het conceptrapport, en 2) contact heeft opgenomen met de hiervoor genoemde verzekeraar en klager daarbij heeft benadeeld door onwaarheden te verkondigen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachten afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt beroep van klager in beide zaken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-223/DB/OB
- Datum publicatie: 16-09-2020
- Datum uitspraak: 31-08-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:62
Advies over de (on)mogelijkheden en kans van slagen schriftelijk niet schriftelijk vastgelegd en onvoldoende gecommuniceerd. de zaak voorts onvoldoende voortvarend aangepakt door in de correspondentie meerdere malen de gerechtelijke procedure ter sprake te brengen, doch deze feitelijk niet aanhangig te maken Bij klaagster bestond de indruk dat verweerder haar zaak al die tijd daadwerkelijk in behandeling had. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:59 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-200/DB/LI
- Datum publicatie: 16-09-2020
- Datum uitspraak: 31-08-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:59
Verweerder was zich bewust van de lopende bezwaartermijn en heeft deze op basis van de onjuiste uitgangspunten ongebruikt laten verstrijken. Die handelwijze is naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerders verweer, dat hij wel over voldoende kennis en kunde beschikte om de zaak van klagers aan te nemen kan niet worden gerijmd met hetgeen hij namens klagers in de voorlopige voorzieningenprocedure naar voren heeft gebracht. Klacht over gebrekkige informatie over de financiële afwikkeling met de verzekeraars is ongegrond. Deels gegrond, deels ongegrond. Berisping. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:60 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-134/DB/OB
- Datum publicatie: 16-09-2020
- Datum uitspraak: 31-08-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:60
Klager heeft gesteld dat het verweerster niet vrij stond om als vereffenaar op te treden omdat hij, voordat zij werd benoemd, meerdere keren telefonisch had benaderd voor advies en haar daarbij vertrouwelijke informatie heeft gegeven. Verweerster heeft die gesprekken betwist. Omdat de raad geen feiten heeft kunnen vaststellen die de conclusie rechtvaardigen dat het verweerster niet vrijstond om als vereffenaar op te treden is de klacht ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1226
- Pagina: 1227
- Pagina: 1228
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten