Zoekresultaten 12281-12290 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:147 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-255

    Klaagster heeft diverse klachten over verweerster. Verweerster zou klaagsters belangen onvoldoende hebben behartigd in procedures betreffende onder meer het gezag over haar kinderen. Zo heeft verweerster een appelrekest niet aan klaagster heeft voorgelegd alvorens het in te dienen. Ook werd verweerster niet goed voorbereid op de zittingen. Verweerster heeft een rapport van een psycholoog niet netjes bij het hof heeft ingediend. Het rapport was niet gedateerd, de pagina’s waren niet genummerd en er ontbrak een conclusie. Klaagster heeft een groot deel van de klachtonderdelen niet of onvoldoende onderbouwd naar het oordeel van de raad. Bovendien heeft verweerster de klachten voldoende gemotiveerd heeft betwist aan de hand van stukken. De raad verklaart de klachten daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:128 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-666

    Verweerder is tekortgeschoten in de zorg jegens klager omdat hij eerder de memorie van grieven in concept had kunnen maken om die tijdig voor de uiterste roldatum met klager te bespreken. Door dit zo laat te maken als hij heeft gedaan, heeft verweerder een onnodig risico genomen. Daar komt nog bij dat ook niet is gebleken dat verweerder aan klager heeft uitgelegd dat en waarom hij diens suggesties op de concept-memorie niet heeft verwerkt in het uiteindelijk op 4 april 2017, kennelijk zonder medeweten van klager, ingediende stuk. Ook na ontvangst van de memorie van antwoord van de wederpartij is verweerder op vergelijkbare wijze slordig en laat geweest in zijn belangenbehartiging van klager. Klacht in zoverre gegrond.  Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-790

    Betreft klacht over het optreden van een kantoorgenote van verweerder, van wie verweerder de patroon is, tegen klager, een voormalige cliënt van verweerder. Klager vormde samen met zijn zus, de cliënte van de stagiaire, een v.o.f.  Klager is in het verleden voor deze v.o.f. opgetreden. Klager en zijn zus zijn vervolgens in een geschil verwikkeld met betrekking tot de v.o.f., waarin de stagiaire van verweerder de zus heeft bijgestaan. De raad heeft geoordeeld dat de zaak waarin de stagiaire de zus heeft bijgestaan niets te maken heeft met de zaken waarin verweerder voor de v.o.f. is opgetreden. Evenmin is er sprake van vertrouwelijke of zaaksgebonden informatie waarover verweerder beschikte en die gebruikt kon worden tegen klager. Ook overigens is niet gebleken van redelijke bezwaren tegen het optreden van de stagiaire tegen klager. Van medeplichtigheid aan het verduisteren van gelden is niet gebleken.  De stagiaire heeft, met medeweten van verweerder, haar cliënte geadviseerd de gelden van de rekening van de v.of. “veilig te stellen” in verband met verplichtingen van de v.o.f. Dat kan niet als medeplichtigheid aan verduistering worden beschouwd. Klacht is in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-634

    Klacht over eigen advocaat betreffende de kwaliteit van de dienstverlening. Een advocaat behoort de cliënt te informeren over alle aspecten die bij de berekening van de alimentatie een rol spelen. Voor zover er posten zijn waarover verschillend kan worden geoordeeld, dient de advocaat dat te bespreken evenals de verschillende resultaten die dat met zich meebrengt. Indien in het kader van een schikking met een lager bedrag wordt ingestemd dan op grond van de berekeningen te verwachten zou zijn, dient de cliënt zich daarvan bewust te zijn en mee in te stemmen. Dat is in dit geval onvoldoende gebeurd. Voorts is een advocaat gehouden met betrekking tot de financiële aangelegenheden van de cliënt door te vragen, als daar aanleiding voor is. In dit geval was er een groot verschil tussen de koopsom van de echtelijke woning en de hypothecaire lening. Gebleken is dat de cliënt zelf financiële middelen had aangewend voor de aankoop van de woning. Het feit dat de cliënt dat bij het eerste gesprek niet zelf had gemeld, ontslaat de advocaat niet van de verplichting zelf door te vragen, nu daar aanleiding voor was in verband met het verschil. Het feit dat een nadien opgemaakte nieuwe concept berekening fouten bevatte en niet compleet was, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster bleek niet over alle relevante actuele informatie te beschikken. Het concept diende enkel als bespreekmodel, dat nog aanpassingen behoefde. Verder mocht verweerster haar opdracht neerleggen toen bleek dat de noodzakelijke vertrouwensband niet langer aanwezig was. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:148 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-645

    Klager verwijt verweerder dat hij in strijd met de daarvoor geldende regels in een arbeidsprocedure het volledige medische dossier van het UWV betreffende klager heeft overgelegd en daarmee ook zijn cliënt, de werkgever van klager, inzage heeft gegeven in dat dossier. Daarmee heeft verweerder zijn beroepsgeheim geschonden. Verweerder heeft zijn fout erkend. De raad oordeelt dat de klacht gegrond is en dat verweerder door het overleggen van de medische gegevens de bevoorrechte positie van advocaten, die kennis kunnen nemen van de medische gegevens van het UWV bovendien in gevaar heeft gebracht. Zij legt verweerder de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:129 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-694

    De raad is van oordeel dat verweerder weliswaar tweemaal aan de late kant op berichten van klager heeft gereageerd, maar heeft dat waar nodig rechtgezet. Verweerder heeft klager op basis van de hem op dat moment bekende relevante stukken op voldoende wijze kennelijk voorlopig geadviseerd. Niet valt in te zien dat het verweerder tuchtrechtelijk kan worden verweten dat hij tijdens het haalbaarheidsonderzoek heeft ontdekt dat hij nog bepaalde andere stukken nodig had om dat onderzoek verder af te kunnen ronden. Daaruit kan eerder een zorgvuldige werkwijze van verweerder worden afgeleid. Dat klager het niet eens was met de voorlopige bevindingen van verweerder, is onvoldoende om daarvan een verwijt aan verweerder te maken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:147 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-215/DB/LI

      Verzet ongegrond  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:180 Raad van Discipline Amsterdam 19-510/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een getuige tegen advocaat van procespartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:181 Raad van Discipline Amsterdam 19-091/A/A/D 19-410/A/A

    Gegronde klacht + dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarden integriteit en professionaliteit door contante betalingen voor zijn werkzaamheden te verlangen zonder dat daarvoor een (afdoende) rechtvaardiging bestond en zonder daarvoor een kwitantie af te geven, door de met klaagster gemaakte afspraken over de te verrichten werkzaamheden niet na te komen, door geen urenverantwoording aan klaagster af te leggen en door, nadat klaagster de overeenkomst van opdracht had beëindigd, niet of nauwelijks meer te reageren op haar berichten en het door haar betaalde bedrag niet aan haar terug te betalen. Verweerder heeft voorts niet gereageerd op herhaalde verzoeken van de deken om inlichtingen te verschaffen en is tot twee keer toe niet verschenen op de zitting van de raad om uitleg te geven. Door het handelen en/of nalaten van verweerder zijn de belangen van klaagster ernstig geschaad en wordt een adequaat en efficiënt klachtonderzoek onmogelijk gemaakt. De raad rekent verweerder een en ander zwaar aan. De raad ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding verweerder voor de gegrond verklaarde klacht een voorwaardelijke boete op te leggen van € 7.500. Verweerder is deze boete verschuldigd indien hij niet uiterlijk vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klaagster een bedrag van € 5.000 (zijnde het door klaagster aan verweerder betaalde bedrag) heeft voldaan. Daarnaast ziet de raad aanleiding verweerder een onvoorwaardelijke maatregel op te leggen. Gelet op de ernst van de aan verweerder gemaakte verwijten en zijn lange antecedentenlijst, is de raad van oordeel dat niet met minder kan worden volstaan dan een schrapping van het tableau.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:182 Raad van Discipline Amsterdam 19-407/A/A

    Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond.