Zoekresultaten 12281-12290 van de 45116 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2020:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/64

    Klagers 1 tot en met 3 verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opmaken van vaders testament. De kamer begrijpt dat de klacht (kort gezegd) uiteenvalt in de volgende onderdelen. In vaders testament is een aantal overbodige bepalingen opgenomen. Vaders testament wat betreft de bepaling 4 is in strijd met de wet. De notaris heeft onvoldoende zorgvuldigheid betracht bij de beoordeling van de onafhankelijke wilsvorming van vader. Het testament geeft de wil van vader niet juist weer. Hoewel klagers 2 en 3 niet rechtstreeks betrokken zijn geweest bij de handelwijze van de notaris, is de kamer van oordeel dat zij als kinderen en erfgenamen van vader een redelijk belang hebben bij hun klacht over het testament. Een dergelijk belang acht de kamer niet aanwezig ten aanzien van klager 1. Het feit dat klager 1 de stiefvader van klagers 2 en 3 is en het feit dat hij zelf notaris is geweest, brengen niet met zich dat hij een indirect of afgeleid belang heeft bij de klacht. Klager 1 wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard in de klacht. De klacht van klagers 2 en 3 wordt op alle onderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 005/2020

    Klacht tegen de huisarts van klaagster naar aanleiding van een verwijzing naar de GGZ. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:55 Accountantskamer Zwolle 20/865 Wtra AK

    Voorzittersbeslissing. De meeste klachtonderdelen zien op gedragingen waarover de Accountantskamer en het CBb al een inhoudelijk oordeel hebben gegeven en zijn daarom niet-ontvankelijk (beginsel van ne bis in idem). Twee klachtonderdelen zijn niet-ontvankelijk omdat ze niet binnen de driejaarstermijn zijn ingediend. Eén klachtonderdeel is ongegrond. Niet gebleken is dat betrokkene druk op klager heeft uitgeoefend om geen klacht in te dienen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:56 Accountantskamer Zwolle 19/2341 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft vastgesteld dat betrokkene het handelen wordt verweten dat het hof in zijn arrest van 27 oktober 2017 te zijnen laste bewezen heeft verklaard, te weten - kort gezegd - dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan het in december 2003 opzettelijk doen van een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting door de vennootschap waarvoor hij werkzaam was. Maatregel: doorhaling met een termijn van 10 jaar waarbinnen betrokkene niet opnieuw in het accountantsregister kan worden ingeschreven

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:192 Raad van Discipline Amsterdam 20-572/A/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het kantoor van verweerder kennelijk niet-ontvankelijk, klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:193 Raad van Discipline Amsterdam 20-565/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder op een intimiderende en ongepaste wijze de belangen van zijn cliënte behartigt en dat de door hem geuite dreiging met beslaglegging disproportioneel is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:194 Raad van Discipline Amsterdam 20-568/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Geen sprake van chantage/afdreiging.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:189 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200075

    Klacht van vereffenaar nalatenschap tegen advocaat van een erfgenaam. De verweten gedragingen hebben plaatsgevonden voordat klager als vereffenaar is aangesteld en dus zijn voorganger nog als vereffenaar optrad. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht, omdat hij heeft geklaagd na het verstrijken van de klachttermijn in 46g Advocatenwet. De klachttermijn is gestart toen zijn voorganger als de (voormalig) vereffenaar kennis kon nemen van de handelingen van verweerder. Gesteld noch gebleken is dat de (voormalig) vereffenaar pas na het verstrijken van de termijn kennis heeft kunnen nemen van de verweten handelingen of dat hij nadien pas bekend kon zijn geworden met de gevolgen van het handelen. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:188 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200153

    Artikel 13 beklag. Klager stelt een advocaat nodig te hebben om een procedure te starten tegen zijn voormalig advocaat en de verjaring van de aansprakelijkstelling te stuiten. Het hof is met de deken van oordeel dat voor het stuiten van de verjaring van de aansprakelijkstelling van de voormalig advocaat van klager vertegenwoordiging van een advocaat niet is voorgeschreven noch kan dergelijke bijstand uitsluitend door een advocaat geschieden. Daarnaast hebben twee advocaten een negatief advies uitgebracht voor het voeren van de door klager gewenste procedure. Het beklag is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:185 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200144

    Appelverbod. Klacht tegen een voorzittersbeslissing van de raad is niet-ontvankelijk.