Zoekresultaten 42701-42750 van de 44710 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0451 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/921

    Verdeling na scheiding. Tot welke werkzaamheden strekt de opdracht van de notaris zich uit? De notaris is niet gehouden alle onderwerpen uit het echtscheidingsconvenant, die niet binnen zijn opdracht vielen, nader met partijen te bespreken. Ongegrond, met uitzondering van de klacht dat de notaris wel erg laat reageerde op het verzoek van de advocaat.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0319 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09166

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0313 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 007

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij onaanvaardbare betrokkenheid heeft getoond bij de echtscheiding van klager en vooral dat zij klagers minderjarige kinderen heeft behandeld op een ontoelaatbare wijze en tevens zonder medeweten en toestemming van klager. De gz-psycholoog heeft primair het verweer gevoerd dat klager deels niet-ontvankelijk is en heeft voorts verweer gevoerd. Het College heeft klager ontvankelijk verklaard in zijn klacht en heeft het eerste klachtonderdeel geheel en het tweede klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond geacht. Het College heeft de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht alsmede aan het tijdschrift GZ-psychologie, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0320 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09153

    Klaagster verwijt verweerder, arts, dat hij de hulpvraag van klaagster structureel heeft genegeerd en haar, ook na haar schrijven, niet te woord heeft gestaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder in zijn zorgplicht tekort is geschoten en weegt bij de op te leggen maatregel mee dat verweerder niet in het register is geregistreerd als psychiater, terwijl hij zich wel als zodanig presenteert. Volgt berisping en bepaling dat beslissing zal worden gepubliceerd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0314 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 139

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld, althans een oordeel te hebben gegeven tegenover de kinderrechter over klaagster, dit zonder haar ooit te hebben gezien of onderzocht. Ook heeft zij de verzoekschriften tot verlenging van de uithuisplaatsing gefiatteerd zonder klaagster te hebben gezien of onderzocht. Voorts verwijt klaagster de gz-psycholoog dat zij heeft gehandeld in strijd met het algemeen belang van de individuele gezondheidszorg door te weigeren haar BIG-registratie kenbaar te maken. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0321 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09134

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, dat hij ten aanzien van knobbeltje in de borst niet heeft gehandeld volgens NHG-Standaard. Dit heeft geleid tot uitstel van diagnose en behandeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college ziet geen reden waarom in dit geval van de richtlijn kon worden afgeweken. Klacht is (deels) gegrond; volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0315 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 167

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij klager niet heeft onderzocht naar diens geschiktheid voor een meerpersoonscel, voorts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en tot slot dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft het eerste en derde klachtonderdeel gegrond geacht, het tweede klachtonderdeel afgewezen. Het College heeft de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan de tijdschriften “Gezondheidszorgpsycholoog” en “De Psycholoog”, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0322 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09178

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, dat hij zich onder valse voorwendselen heeft voorgedaan als haar huisarts en zonder haar toestemming haar medisch dossier heeft opgevraagd en dit verder onder derden verspreid. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Verweerder maakte als huisarts deel uit van een Commissie voor Bemiddeling en Advies en had opdracht gegeven om in het kader van bemiddeling medische informatie op te vragen. Hoewel bericht van klaagster duidelijker verwoord had kunnen worden, mocht verweerder er op vertrouwen dat klaagster met haar e-mail een machtiging had verleend. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0316 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 222a

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij klaagsters zoon heeft onderzocht zonder toestemming van klaagster. Daarnaast had klaagster graag gezien dat de onderzoeksgegevens waren vernietigd. De gz-psycholoog heeft verweer gevoerd en o.m. aangegeven direct maatregelen te hebben genomen toen bleek dat er vooraf geen toestemming was verleend door klaagster. Het College heeft de klacht in haar geheel in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0449 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/918

    Strijd met de beleidsregels. Adverteren via verwijzers. Normhandhaving. Gegrond, zonder oplegging van maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0310 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013a

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat zij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat zij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0323 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0973

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0317 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0996

    Klaagster verwijt verweerder dat: 1. hij voorafgaand aan de operatie slechts een vluchtig gesprek met patiënte heeft gevoerd; patiënte was het niet helemaal duidelijk wat de ingreep zou behelzen; 2. de heup door hem verkeerdis gezet, waardoor er dusdanige complicaties (infecties) optraden dat de prothese binnen 15 maanden weer verwijderd moest worden; 3. hij na de operatie patiënte slechts eenmaal gezien; verweerder heeft niet tijdig en adequaat op de complicaties gereageerd. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht het tuchtrechtelijke niet verwijtbaar dat verweerder slechts een kort informatief gesprek met patiënte heeft gevoerd alvorens haar te opereren. Onweersproken is dat patiënte op de SEH en door de opnemend orthopeed al was geïnformeerd over de aard van het letsel en de noodzaak van snel opereren met de daaraan verbonden eventuele risico’s. In het dossier is naar het oordeel van het college geen adstructie te vinden voor het standpunt van klaagster dat verweerder de heup verkeerd heeft gezet. Met betrekking tot de klacht dat verweerder patiënte na de operatie slechts één keer heeft gezien merkt het college op dat het aan de zaalarts is na de operatie de verdere begeleiding van patiënte te verzorgen. De orthopeed komt alleen als het nodig is. Bovendien is patiënte na 14 dagen overgeplaatst naar de afdeling interne. De klacht wordt op alle onderdelen ongegrond bevonden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0311 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013b

    Klaagster verwijt de psychotherapeut dat hij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat hij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat hij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De psychotherapeut heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0631 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 155 - 2009

    Niet betamelijk om een echtscheidingsbeschikking in te doen schrijven tegen een kortere termijn dan bij de wet voorzien. Dit betreft de eigen verantwoordelijkheid als advocaat. Een behoorlijk advocaat dient onmiddellijk bij ontdekking zijn fouten te herstellen, dit is niet gebleken. Een advocaat geniet een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met die cliënt goed dunkt. Geen sprake van bewust onthouden van informatie aan wederpartij. Belangen van wederpartij niet nodeloos geschaad. Klacht deels gegrond,. Maatregel: waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0307 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/159

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is in de zorg die klager van hem mocht verwachten door onder meer hem onheus te bejegenen. De bedrijfsarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college overwoog dat de bedrijfsarts verwijtbaar onjuist had gehandeld door zich te veel door zijn irritatie te laten meeslepen en uitdrukkingen te bezigen als "u bent gek/of "u bent een idioot", en voorts geen oog te hebben voor de onderliggende problematiek van klager. Het college achtte dit handelen jegens klager laakbaar en heeft de bedrijfsarts de maatregel van een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0308 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/141

    De klacht betreft de behandeling van klaagsters moeder: verder patiënte te noemen. Patiënte was bekend met een mammacarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onzorgvuldig jegens patiënte heeft gehandeld en geen ziekenhuisopname heeft geregeld voor het uitvoeren van euthanasie. Patiënte is overleden. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld. Dat het de huisarts niet was gelukt een opname te regelen viel hem niet aan te rekenen.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0448 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/926

    De notaris wordt verweten in strijd te hebben gehandeld met haar ministerieplicht door te weigeren mee te werken aan de overdracht van aandelen aan klaagster. De Kamer is van oordeel dat de notaris, gelet op de belangen van de bij de rechtshandeling betrokken partijen, terecht de leveringsakte niet heeft gepasseerd en de beslissing van de rechter in de aanhangig gemaakte kort gedingprocedure heeft afgewacht. Verder is niet gebleken van (de schijn van) partijdigheid of afhankelijkheid aan de zijde van de notaris. De notaris had geen reden een verzoek tot het opstellen van een conceptakte tot statutenwijziging te weigeren. Klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0309 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/284

    Klaagster verweet de huisarts dat hij met betrekking tot de hem gemelde klachten over onder meer pijn in de buik, koorts en braken een onjuiste diagnose had gesteld. Bij opname van klaagster in het ziekenhuis is de diagnose geperforeerde appendicitis gesteld. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft geoordeeld dat de huisarts klaagster voor nader onderzoek had moeten verwijzen naar het ziekenhuis en heeft hem de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0446 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 10-14

    Benadeling klager/makelaar door inschrijving koopakte? De notaris heedft in deze zaak terecht een beroep gedaan op zijn ministerieplicht jegens de verkopers - die immers met instemming van de kopers de notaris om inschrijving van de koopakte verzocht hadden - en zijn geheimhoudingsplicht in de verhouding tot klager als derde. De koopakte vermeldt in artikel 14 weliswaar dat partijen de notaris niet de opdracht geven om de akte zo spoedig mogelijk in de openbare registers te laten inschrijven, maar dit sluit op zich de mogelijkheid niet uit voor de notaris om op later verzoek van één partij of van beide partijen de koopakte in te schrijven op een door partijen zelf te bepalen moment. De notaris kon niet anders doen dan te handelen naar de wens van partijen als direct belanghebbenden. Van strijd met het bepaalde in artikel 7:3 van het Burgerlijk Wetboek, zoals door klager gesuggereerd, is geen sprake. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0628 Raad van Discipline Amsterdam 09-222U

    Klacht tegen eigen advocaat in schadezaak. Advocaat had met klagers besproken dat tbv hoger beroep in de civiele procedure zijdens klagers een deskundigenrapport zou worden gevraagd en in die procedure zou worden ingebracht ter bestrijding van het deskundigenrapport van de wederpartij. Advocaat ziet daar vlak voor het dienen van grieven vanaf, doch bespreekt deze gewijzigde strategie niet, althans onvoldoende met klagers. Klacht in zoverre gegrond. Overige klachtonderdelen betreffen de kwaliteit van dienstverlening. Ongegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKSHE:2010:YC0444 Kamer van toezicht 's-Hertogenbosch Kln.09.01

    De ongegronde klacht strekt zich tot het erkennen door de notaris van een situatie van vruchtgebruik na een erfenis bij een koopovereenkomst en later een akte van levering en het niet willen wijzigen van het woord "vruchtgebruik" in "onverdeelde boedel".

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0447 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-34

    De notaris heeft de meldingen die zij als kandidaat-notaris op grond van de Wet Mot had moeten doen, alsnog gedaan nadat die wet was ingetrokken. Zij heeft daarmee voldaan aan de meldingsplicht die thans is neergelegd in artikel 16 van de WWFT. Welke notaris op dat moment verplicht was die melding te doen, kan hier in het midden blijven. Het staat immers vast dat de notaris een melding als bedoeld in voormelde wetsbepaling heeft gedaan. Het BFT ziet onder meer toe op de naleving door notarissen van de WWFT. In dat kader moet het BFT onder meer kunnen vaststellen of ongebruikelijke transacties juist en volledig zijn gemeld. In artikel 24, vierde lid, van de WWFT is afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) van overeenkomstige toepassing verklaard. Artikel 5:17, eerste lid, van de AWB bepaalt dat een toezichthouder bevoegd is inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden. De notaris dient daarom alsnog de gevraagde gegevens aan het BFT te verstrekken. Haar geheimhoudingsplicht staat daaraan niet in de weg, aangezien daarop in artikel 23, eerste lid, van de WWFT uitdrukkelijk een uitzondering is gemaakt voor zover uit die wet de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. Het bovenstaande betekent dat de klacht gegrond moet worden verklaard. Nu het BFT ter zitting heeft verklaard dat niet langer wordt betwijfeld dat het Meldpunt de laatste meldingen heeft ontvangen, acht de Kamer deze uitspraak meer van principieel dan van praktisch belang. Voor het opleggen van een sanctie ziet de Kamer daarom geen aanleiding.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0629 Raad van Discipline Amsterdam 09-289A

    Verzetzaak. Klager verwijt de advocaat van de wederpartij dat hij onjuiste en onnodige grievende uitlatingen heeft gedaan. De raad bekrachtigt het oordeel van de voorzitter dat dit niet kan worden vastgesteld en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0623 Raad van Discipline Amsterdam 09-266A

    Klaagster verwijt verweerder onvoldoende deskundigheid, traagheid en onjuiste declaraties. De raad acht de klacht gegrond en legt de maatregel van schorsing op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0630 Raad van Discipline Amsterdam 09-280U

    Klacht tegen eigen advocaat. Een advocaat dient de met cliënt gemaakte afspraken goed schriftelijk vast te leggen. Zeker als de afspraak inhoudt dat na een rechterlijk tussenvonnis geen verdere actie zal worden ondernomen. Klachtonderdeel gegrond. Aan het verzoek om de zaak weer te activeren behoefde de advocaat geen gehoor te geven. Het verzoek richtte zich tot de deken en tevens was ten gevolge van ingediende klacht de vertrouwensbasis weg. Klachtonderdeel ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0624 Raad van Discipline Amsterdam 09-177Alk

    Klager verwijt verweerster (advocaat wederpartij) onjuiste en onnodig grievende uitlatingen. De raad oordeelt dat de met de klacht verweten handelwijze niet is komen vast te staan en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0625 Raad van Discipline Amsterdam 09-295U

    Klacht tegen eigen advocaat. Beroepsfout door laten verlopen van termijn. Klacht gegrond, zonder oplegging van maatregel. Advocaat heeft ruimhartig excuses aangeboden en klager heeft deze aanvaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0626 Raad van Discipline Amsterdam 09-270H

    Klager verwijt verweerster dat zij te laat is geweest met de executie van aan klager toegewezen dwangsommen. De raad oordeelt dat verweerster, nadat zij door klager op de hoogte was gebracht van zijn wens tot incasso van de dwangsommen, dit voldoende voortvarend heeft gedaan. De klacht is ongegrond beoordeeld.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0445 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 10-03

    Naar aanleiding van de behandeling ter zitting heeft de notaris alsnog een kopie overgelegd van het dagafschrift van 28 oktober 2005 van de bij- en afschrijvingen van zijn derdengeldrekening. Uit de overgelegde kopie blijkt de Kamer niet van enige terugstorting op 28 oktober 2005 door de notaris aan koper. De Kamer merkt in dit verband wel op, dat de notaris het niet op deze klachtprocedure had hoeven te laten aankomen om aan het alleszins redelijk verzoek van klager te voldoen. Het verwijt van klager houdt naar het oordeel van de Kamer echter niet langer stand, gezien deze productie van de notaris.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0627 Raad van Discipline Amsterdam 09-285U

    Klacht tegen eigen advocaat. Eerst na een duidelijke opdracht kan een advocaat gehouden zijn een derde aansprakelijk te stellen. Klachtonderdeel ongegrond. Advocaat heeft klager er expliciet op gewezen dat het niet insturen van de gegevens aan de Raad voor Rechtsbijstand door klager tot afwijzing van het toevoegingsverzoek kan leiden. Zolang klager niet aan de redelijke voorwaarden van de advocaat voldoet (bespreking op kantoor en het betalen van een voorschot) behoeft de advocaat niet aan de opdracht te beginnen. Klachtonderdeel ongegrond. Indien klager over alle stukken beschikt, behoeft de advocaat zijn dossier niet af te geven ten behoeve van second opinion. klachtonderdeel ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0306 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 003/2009

    Klaagster is de echtgenote van patiënt die zich in 2006 in psychiatrisch centrum Zon en Schild heeft gesuïcideerd. Patiënt was een Azerbedjaanse asielzoeker. Hij had een ernstige PTTS en een psychose. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet direct na opname is gestart met een gerichte behandeling (cognitieve gedragstherapie), dat hij onvoldoende op de hoogte was van de voorgeschiedenis van patiënt en dat hij onvoldoende kennis en ervaring had m.b.t. de behandeling van oorlogsslachtoffers. Het college wijst de klachten af.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0305 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 152/2008

    Het had verweerder op basis van de vigerende richtlijnen en publicaties al een aantal jaren duidelijk moeten zijn dat bij profylactische chirurgie bij vrouwen met een BRCA 1-genmutatie geen ovariëctomie maar een adnexectomie had moeten worden uitgevoerd. (Verweerder had uitsluitend de eierstokken verwijderd terwijl klaagster de eileiders vervolgens nog apart heeft moeten laten verwijderen) Op zijn minst had verweerder bij twijfel overleg moeten voeren met het UMCG die klaagster hadden verwezen. Klacht gegrond. Klacht over toegepaste operatietechniek ongegrond nu verweerder aan klaagster te kennen had gegeven dat hij de operatie niet laparoscopisch (de wens van klaagster) zou uitvoeren maar laparotomisch en dat klaagster naar een ander ziekenhuis kon gaan terwijl klaagster desondanks een afspraak met verweerder heeft gemaakt. Niet verwijtbaar dat verweerder niet naar een directe collega heeft verwezen omdat er onzekerheden waren of de collega zou blijven.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0619 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 187-2009

    De tuchtrechter niet bevoegd declaratiegeschillen te beslechten, behoudens excessief declareren. Hiervan is niet gebleken. Frauduleus handelen bij het opstellen van een declaratie is niet komen vast te staan. Tenaamstelling van een factuur op een ander dan de opdrachtgever door voormalig kantoor valt de voormalig behandelend advocaat tuchtrechtelijk niet te verwijten. klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0613 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 196-2009

    Kennelijk onjuist optreden of advisering bij de behandeling van de zaak is niet gebleken, evenmin dat de belangen van cliënte daardoor zijn geschaad of konden worden geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0620 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 204-2009

    Niet gebleken van onnodig grievende uitlatingen jegens de wederpartij. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0300 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0935

    Klaagster verwijt verweerder, plastisch chirurg, dat klaagster sinds een mini facelift last heeft van oorsuizen. Klaagster heeft voorts pas na herhaald vragen het medisch dossier ontvangen, wat onduidelijk was en niet compleet. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat er geen aanwijzing is voor een causaal verband tussen de ingreep en het oorsuizen. Verweerder heeft op verzoek van de manager van de kliniek het operatieverslag overgeschreven, wat niet had mogen gebeuren, maar waarbij geen kwade opzet bestond. Dat het dossier niet compleet zou zijn staat niet vast. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0614 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 184-2009

    Feit dat advocaat te lichtvaardig heeft aangenomen dat sprake was van een vertrouwensbreuk is van onvoldoende gewicht om deze een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klaagster heeft geen schade geleden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0621 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 126-2009

    Grenzen van de aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0301 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0975

    Klager, beroepsvoetballer, verwijt verweerder, sportarts, dat hij in 1999 na een keuring binnen enkele dagen twee verschillende brieven heeft geschreven aan de voetbalclub en dat sprake is van belangenverstrengeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat de tuchtrechtelijke norm, gelet op de toenmalige bepalingen, niet is overschreden. De sportarts/behandelend arts dient zich te realiseren dat sprake kan zijn van belangenverstrengeling indien hij tevens als keuringsarts optreedt. Dat kan hier niet (meer) worden vastgesteld. Daarbij speelt het tijdsverloop een rol. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0615 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch X 162-2009

    Wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, geldt het advocatentuchtrecht alleen dan voor hem, indien die advocaat zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt (i.e misdraagt) dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0302 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 059.dh

    Klager verwijt de tandarts dat hij bij het plaatsen van een implantaat een verkeerde behandeling heeft uitgevoerd, op een nalatige wijze een brug heeft aangebracht, geen onderzoek (foto’s) heeft gedaan, onvoldoende medicatie heeft voorgeschreven, een dubbele rekening in rekening heeft gebracht en tot slot dat hij klager tijdens het laatste consult onheus heeft bejegend. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de zes klachtonderdelen ongegrond geacht en de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0622 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 137-2009

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door te weigeren aan de wedrpartij van zijn client een afschrift te vertrekken van een door dezeaan hem verzonden aangetekendebrief, althans door deze niet te informeren dat hij in de enveloppe geen brief had aangetroffen. Beslag laten leggen zonder enige aankondiging, terwijl de indruk was gewekt dat een betalingsregeling was getroffen, tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klachten gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0616 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 122-2009

    Het bestaan van een wederzijds vertrouwen tussen een advocaat en een cliënt is essentieel voor een behoorlijke beroepsuitoefening. De advocaat mag evenwel niet op een ongelegen moment zijn opdracht neerleggen. Hij moet alsdan zorgvuldig te werk gaan om de belangen van zijn cliënt niet te schaden. In het onderhavige geval geen sprake van betalingsonwil of een gebrek aan vertrouwen tussen klager en verweerder. Verweerder heeft de zaak te kort voordat een processtuk moest worden ingediend neergelegd. Het neerleggen van de werkzaamheden door verweerder is zonder voldoende reden en ontijdig geschied. Met betrekking tot de invordering van het bedrag van zijn declaraties heeft verweerder te voortvarend en onvoldoende zorgvuldig gehandeld. Klacht gegrond. Maatregel: berisping

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0303 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 h 172.dh

    Klaagster verwijt de tandarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, door zonder toestemming en onverwacht de beugel van haar dochter te verwijderen. Voorts verwijt klaagster de tandarts orthodontie te hebben toegepast terwijl de tandarts niet als orthodontist was geregistreerd in het BIG-register. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft het eerste klachtonderdeel gerond geacht en het tweede klachtonderdeel afgewezen. Het College heeft de tandarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht alsmede aan het Nederlands Tandartsenblad, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0617 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 268 - 2009

    Een advocaat dient tijdig aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Bij herhaling niet voldoen van financiële verplichting én het feit dat daaruit wat de niet-tijdige betaling van griffierechten betreft ook nadeel voor cliënten kan voortvloeien maken het gebleken gedrag onacceptabel. Dekenbezwaar gegrond; schorsing 2 weken, waarvan 1 week voorwaardelijk, proeftijd 2 jaar.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0304 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 o 213.dh

    Klager verwijt de tandarts dat zij twee frames heeft gemaakt die, wegens de slechte toestand van klagers gebit, niet geïndiceerd waren. Voorts verwijt klager de tandarts dat zij die frames terug wil hebben, nu klager deze niet betaalt. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0618 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 193-2009

    Niet komen vast te staan dat uitlatingen van ex-client door opvolgend advocaat in de mond zijn gelegd. Advocaat mag afgaan op juistheid van mededelingen van zijn cliënt. Niet gebleken dat er sprake was van een klemmende reden om aan de onjuistheid daarvan te twijfelen. verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0299 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/391P

    De klacht van de Inspectie betreft het onprofessionele en grensoverschrijdende gedrag van de psychiater/psychotherapeut in 2001 jegens twee patiënten; met één van hen is hij inmiddels gehuwd. De psychiater/psychotherapeut heeft de klacht gemotiveerd betwist en heeft zich onder andere beroepen op artikel 8 EVRM. Het college oordeelde de klacht grotendeels gegrond en heeft de psychiater/psychotherapeut zowel in zijn hoedanigheid van arts als psychotherapeut de maatregel opgelegd van een onvoorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van één jaar. Ook is aandacht besteed aan de bevoegdheid van de aangeklaagde om niet mee te werken aan het Inspectieonderzoek (cautie).

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0293 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0902a

    Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij in 2,5 uur een omvangrijke spoedklus heeft gedaan, waarvan zij veel napijn ondervond. Klaagster had niet om een spoedbehandeling gevraagd en evenmin om zo weinig mogelijk behandelingen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat v erweerder de op leeftijd zijnde klaagster ter wille heeft willen zijn door zoveel mogelijk verrichtingen uit te voeren in zo weinig mogelijk sessies. Niet is komen vast te staan dat de later bij klaagster gesignaleerde problemen door de behandeling van verweerder zijn ontstaan. Klacht ongegrond.