Zoekresultaten 25751-25800 van de 45116 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:287 Raad van Discipline Amsterdam 15-531/A/A

    Samenvatting: voorzittersbeslissing. Niet gebleken dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de Advocatenwet en/of de Gedragsregels. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:374 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.134

    Klacht van een tandarts tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts a) het in de publiciteit treden, ondanks andere afspraken daarover b)het verkeerd in de media optreden door leugens over klager te verspreiden, met gevolg veel onrust onder de patiënten c) oncollegiaal gedrag door bewust leugens te verspreiden en klager in diskrediet te brengen d) dat door de publicatie de gehele beroepsgroep is geschaad e) dat hij nooit een poging heeft ondernomen om de publicatie aan te passen of te corrigeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot nader onderzoek naar en/of de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:294 Raad van Discipline Amsterdam 15-202A

    15-202A: Klacht tegen advocaat wederpartij. Niet gebleken dat verweerder tegenstrijdige belangen heeft behartigd. Geen strijd met Gedragsregel 18. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:282 Raad van Discipline Amsterdam 15-120A 15-211A 15-212A

    Inhoud e-mail advocaat wederpartij toe te rekenen aan zijn cliënten. Norm voor handelen advocaat wederpartij van toepassing. Klachten dat verweerders dreigen hun nog niet onherroepelijk vaststaande vordering op klagers over te dragen ongegrond. Geen schending geheimhoudingsplicht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:295 Raad van Discipline Amsterdam 15-068A 15-069A

    15-068A en 15-069A: Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:289 Raad van Discipline Amsterdam 15-190A

    15-190A: Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft gehandeld zoals een goed advocaat niet betaamt door te citeren uit een inhoudelijke e-mail van de mediator. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:296 Raad van Discipline Amsterdam 15-180A

    15-180A: Klacht van directeur penitentiaire inrichting tegen advocaat. Advocaat heeft vertrouwen in de advocatuur beschaamd door een zakje wiet bij zich te hebben toen hij een cliënt wilde bezoeken. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:290 Raad van Discipline Amsterdam 15-189A

    15-189A: Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door zowel voor de zoons van zijn overleden cliënt als voor klager op te treden en door – voorafgaand aan het overlijden van zijn cliënt – een beheersovereenkomst met een zeer vergaande beloningsstructuur met zijn cliënt te sluiten. Berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:297 Raad van Discipline Amsterdam 15-185NH

    15-185NH: Klacht tegen eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 214-2014

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Geen sprake van aan verweerder verweten grove nalatigheid inzake schouderoperaties. Wel is het medisch dossier onvoldoende bijgehouden en niet voldaan aan de eis van informed consent. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2013:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 0000

    Bekrachtiging van de schorsing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 026/2015

    Klacht tegen huisarts. Kindje van 13 maanden overleden. Niet verwijzen van patiëntje na mogelijk inslikken knoopcelbatterij en dit niet noteren. Zorgwekkende signalen na vier contacten over patiëntje met de HAP niet onderkend. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 054/2015

    Gegronde klacht over het verschaffen van medische informatie nu arts een te ruime uitleg aan de vraag van een verzekeraar gaf. Dit had voor hem aanleiding moeten zijn om een meer concrete vraagstelling te verzoeken en kon in elk geval niet worden opgevat als een vraag naar de medische historie vanaf 1989. Daarbij plaatst het college vraagtekens bij de relevantie van deze vermelding voor de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van klager in 2013. Ook overigens niet uitsluitend relevante en feitelijke informatie verschaft. Weliswaar had patiënt verzekeraar gemachtigd maar arts heeft afspraak met patiënt om hem vooraf van de gang van zaken op de hoogte te stellen genegeerd. Informatie met instemming van klager had niet hoeven, en had ook niet mogen , leiden tot misleiding door verweerder van de verzekering. Dat kan uiteraard nooit van een arts gevergd worden, maar verweerder heeft zich op deze manier de kans ontnomen om zich te vergewissen van de toestemming van klager voor hetgeen verweerder juist vond om te vermelden. Een diagnose wordt over het algemeen niet gezien als een waardeoordeel en derhalve mocht verweerder melding maken van “chronisch alcoholmisbruik”.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:285 Raad van Discipline Amsterdam 15-560/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1536b

    Wanneer trombosedienst bericht ontvangt van beëindiging anti-stollingsmedicatie dient dit bij patiënt te worden geverifieerd. Eén poging patiënt te bereiken onvoldoende. Uit mededeling aan huisarts blijkt niet dat met patiënt zelf niet is gesproken. Onzorgvuldig. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:196 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 655.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 722.2014

    Aan de thans door klager geformuleerde klacht ligt hetzelfde feitencomplex ten grondslag als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld. Klager heeft in de onderhavige procedure onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij op andere gronden dan in de eerdere procedure van mening is dat de gerechtsdeurwaarder klachtwaardig zou hebben gehandeld. Klager kan deze klacht daarom niet opnieuw aan de Kamer voorleggen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:366 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.061

    De klacht is gericht tegen een verzekeringsarts. In het kader van de toetsing van de re-integratie-inspanningen aan de zijde van de werkgever van klaagster bij de aanvraag van een uitkering op grond van de Wet WIA is door een verzekeringsarts (C2015.062) een rapport uitgebracht. Aan de werkgever werd in verband met onvoldoende re-integratie-inspanningen een loonsanctie opgelegd. Klaagster heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend. Vervolgens heeft verweerster, verzekeringsarts, een half jaar later in het kader van de bezwaarprocedure verzekeringskundig onderzoek verricht en daarvan verslag uitgebracht. Klaagster verwijt verweerster dat deze in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die zij jegens klaagster behoorde te betrachten door mee te gaan in de beoordeling van de primaire verzekeringsarts en klaagster daarmee opzadelde met nog een jaar re-integratieverplichtingen bij haar werkgever. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1520

    Correct symptomatisch beleid gevoerd, waarbij op pijn en oncomfortabel voelen met succes is gereageerd door aanpassing medicatie. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:197 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 148.2014

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:203 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 302.2015

    Eindbeslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:280 Raad van Discipline Amsterdam 15-176NH

    15-176NH: Verzet. De kennelijke misslag in de voorzittersbeslissing leent zich voor verbetering. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:367 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.062

    De klacht is gericht tegen een verzekeringsarts. In het kader van de toetsing van de re-integratie-inspanningen aan de zijde van de werkgever van klaagster bij de aanvraag van een uitkering op grond van de Wet WIA is door verweerster, verzekeringsarts, een rapport uitgebracht. Aan de werkgever werd in verband met onvoldoende re-integratie-inspanningen een loonsanctie opgelegd. Klaagster verwijt verweerster dat zij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens klaagster behoorde te betrachten door: 1. klaagster te straffen met nog een jaar re-integratieverplichtingen bij haar werkgever omdat verweerster een ander oordeel heeft gegeven over klaagsters gezondheidssituatie dan de bedrijfsarts; 2. te oordelen over het handelen van de bedrijfsarts, waartoe zij niet bevoegd is. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1536a

    Trombosedienst moet zowel bij patiënt als bij (huis)arts verifiëren of en zo ja waarom patiënt is gestopt met anti-stollingsmedicatie. Verweerster als medisch leider verantwoordelijk. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:191 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 191.2015

    De gerechtsdeurwaarder heeft per abuis aan de werkgever van klaagster medegedeeld dat de vordering volledig was voldaan. Nu klaagster voor het restant verschuldigde een betalingsregeling met de gerechtsdeurwaarder had gesloten was het voor haar voldoende duidelijk dat er sprake was van een vergissing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:198 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 720.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:204 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 656.2015

    Klager heeft het verzet twee dagen te laat ingesteld. Hij heeft daarbij verzocht de overschrijding van de termijn verschoonbaar te achten, omdat hij op vakantie was. Dat levert echter geen verschoonbare termijnoverschrijding op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:281 Raad van Discipline Amsterdam 15-147A

    15-147A: Klacht tegen advocaat van de wederpartij gegrond. De door verweerder verstuurde brief bevat een passage die bezijden de waarheid is. Verweerder was daarmee bekend. Onderdelen van de brief zijn daarnaast onnodig grievend. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:368 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.105

    De klacht is gericht tegen een bedrijfsarts. Klaagster is op enig moment uitgevallen voor haar werk vanwege vermoeidheidsklachten en gebrek aan energie. Door de huisarts is bij klaagster een schildklieraandoening ontdekt. In het kader van de arbeidsongeschiktheidsmelding heeft klaagster het spreekuur van verweerder, bedrijfsarts, meerdere malen bezocht. Klaagster verwijt verweerder dat hij: 1. Willens en wetens onzorgvuldig heeft gehandeld en als gevolg daarvan een onjuiste diagnose heeft gesteld; 2. Zijn medisch beroepsgeheim heeft geschonden; 3. Zich niet kenbaar maakt en de mogelijkheid om schriftelijk en vertrouwelijk te communiceren blokkeert; 4. Zich niet inzet voor transparante dossiervorming en communicatie; 5. Geweigerd heeft een kopie van klaagsters persoonlijk dossier te verstrekken. Het RTG heeft klachtonderdeel 1 gegrond verklaard en klager berispt. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. Het hoger beroep van de arts strekt tot vernietiging van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover daarin klachtonderdeel 1 gegrond is verklaard en aan hem de maatregel van berisping is opgelegd. Het CTG stelt voorop dat een bedrijfsarts ook bij het (vermoeden van het) bestaan van een arbeidsconflict de medische situatie van de werknemer dient te onderzoeken, alvorens te komen tot een conclusie omtrent de arbeids(on)geschiktheid van de werknemer. Het CTG is van oordeel dat de arts verwijtbaar in strijd heeft gehandeld met de zorg die hij in zijn hoedanigheid van bedrijfsarts jegens klaagster behoorde te betrachten. Het CTG acht het opleggen van de maatregel waarschuwing passend en toereikend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:192 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 765.2014

    Meerdere klachtonderdelen waarvan één gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft vier bankbeslagen op hetzelfde tijdstip aan klager overbetekend. Het lag op de weg van de gerechtsdeurwaarder om slechts één overbetekening bij klager in rekening te brengen. Klacht gegrond en de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:199 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 975.2014

    Meerdere klachtonderdelen ongegrond. Indien klager een specificatie van het gevorderde bedrag zou willen ontvangen ligt het op zijn weg om de gerechtsdeurwaarder daarom te verzoeken. De gerechtsdeurwaarder heeft binnen een redelijke termijn op de e-mails van klager gereageerd. Indien klager het niet eens is met de tenuitvoerlegging van het vonnis dan kan hij zich wenden tot de gewone rechter.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:205 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 758.2014

    Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn op duidelijke wijze beantwoordt. Nu gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft erkend dat beantwoording van de eerste brief van klaagster is uitgebleven en dat zijn reactie op haar tweede brief niet duidelijk genoeg was, is dit onderdeel van de klacht terecht voorgesteld. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:369 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.124 en C2015.157

    De klacht is gericht tegen een verzekeringsarts. Bij klaagster is multiple sclerose gediagnosticeerd. Zij is door de verzekeringsarts verzekeringsgeneeskundig onderzocht in het kader van een vervroegde WIA-aanvraag. De verzekeringsarts heeft in zijn rapportage aangegeven dat klaagster tenminste acht uur per dag en tenminste 40 uur per week kan werken. Klaagster is tegen deze rapportage in bezwaar gegaan en heeft tegen de verzekeringsarts een klacht ingediend bij het UWV. Inmiddels heeft klaagster een IVA uitkering toegekend gekregen. De tuchtklacht van klaagster bestaat uit 26 klachtonderdelen die alle betrekking hebben op de genoemde rapportage. Het RTG Zwolle heeft de klachtonderdelen 3,4,5,8,9,10,12 en 18 gegrond bevonden en de verzekeringsarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Zowel de arts als klaagster zijn in hoger beroep gekomen. Het CTG verklaart de klacht alsnog volledig gegrond en legt aan de arts de zwaardere maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:193 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 906.2014

    Een van de twee klachtonderdelen is gegrond. Het ligt op de weg van de gerechtsdeurwaarder om een debiteur tijdig in kennis te stellen indien een aangezegde beslaglegging geen doorgang kan vinden. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij heeft nagelaten om aan klager mede te delen dat de reeds aangezegde beslaglegging geen doorgang zou vinden. De Kamer heeft de gerechtsdeurwaarder een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:283 Raad van Discipline Amsterdam 15-091A 15-092A 15-093A

    Klacht tegen eigen advocaat ongegrond en tegen haar kantoorgenoten (deels) niet-ontvankelijk. Het is klaagster voldoende duidelijk geworden dat de kosten, bovenop het door haar rechtsbijstandsverzekeraar beschikbaar gestelde kostenmaximum, voor eigen rekening zouden zijn. Het stond verweerster vrij zich te onttrekken na een gerezen verschil van mening. Klaagster is – daardoor – niet van pleidooi afgehouden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:194 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 235.2015

    De gerechtsdeurwaarder heeft de herberekening van het openstaande bedrag niet met klager gecommuniceerd op het moment dat die herberekening werd uitgevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in eerste instantie niet aan klager medegedeeld waarom die herberekening heeft plaatsgevonden. Nu de gerechtsdeurwaarder alsnog de door klager gevraagde duidelijkheid omtrent de herberekening van het openstaande bedrag heeft verschaft en hij heeft aangeboden de in rekening gebrachte kosten voor eigen rekening te nemen, volstaat de Kamer met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:370 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.023

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:284 Raad van Discipline Amsterdam 15-090A

    15-090A: Klacht tegen advocaat wederpartij in beide onderdelen ongegrond. De door verweerder overgelegde correspondentie kwalificeert niet als confraternele correspondentie. Verweerder heeft aldus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de brief in het geding te brengen. Verweerder heeft zich overigens voldoende welwillend opgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:195 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 851.2014

    In zaken als de onderhavige dient de vraag beantwoord te worden of het tuchtrechtelijk laakbaar is als de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet aan de curator heeft betekend. Hierbij dient als uitgangspunt dat de gerechtsdeurwaarder zich er niet van hoeft te vergewissen of de juiste persoon wordt gedagvaard wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is. Wel is het vaste rechtspraak van de Kamer dat controle op adresgegevens dient plaats te vinden alvorens tot dagvaarding wordt overgegaan, maar als er geen indicatie is dat van onder curatelestelling sprake is bestaat er vooralsnog geen verplichting om tevens het openbare Centraal Curatele- en bewindregister te raadplegen. Het is de Kamer in deze zaak overigens gebleken dat de koppeling tussen het Centraal Curatele- en bewindregister en de Gemeentelijke Basisadministratie niet altijd sluitend is. Wanneer het gaat om onderbewindstelling vindt registratie eerst vanaf 1 januari 2014 plaats en verder geldt geen verplichte registratie voor alle bewinden. Het register is dus niet volledig. Dat betekent dat zelfs bij raadpleging van het register voor de gerechtsdeurwaarder mogelijk niet steeds kenbaar is dat een curator of bewindvoerder als formele procespartij moet worden gedagvaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:371 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.024

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99a/14

    Klager verwijt verweerder terecht dat hij gemaakte afspraken heeft geschonden. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder Door in de mede namens hem geschreven brief op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Klager is door toedoen van verweerder ernstig in zijn belangen geschaad. Gezien de reeds eerder aan verweerder opgelegde disciplinaire maatregelen acht de raad een voorwaardelijke schorsing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:263 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 89 - 2015

    niet onbegrijpelijk dat verweerder meende dat het vermogen van klaagster boven de toegestane heffingstoets lag, maar het had op de weg van verweerder gelegen om, zeker gelet op de bijzondere omstandigheid dat klaagster niet over haar vermogen kon beschikken, deze zaak ter toetsing aan de Raad voor Rechtsbijstand voor te leggen. Verweerder heeft klaagster de mogelijkheid om voor een toevoeging in aanmerking te komen ontnomen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:257 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 78 - 2015

    Ook indien de aard en de omvang bij aanvang van de zaak niet direct vast staan dient de advocaat hetgeen omtrent de opdracht en zijn honorering is afgesproken vast te leggen. Niet gebleken dat de advocaat had moeten begrijpen dat haar cliënte tijdens de zitting psychisch niet in staat was om de getroffen regeling te begrijpen. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkel waarschuwing

  • ECLI:NL:TNORARL:2014:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/72

    De Kamer is niet gebleken van enige aanwijzing dat de notaris niet onafhankelijk en onpartijdig zou zijn geweest. Aan de verwijten van klaagster lijkt een onjuist beeld van de rol en de taak van de notaris bij het opstellen en passeren van testamenten ten grondslag te liggen. Een notaris legt in een testament de laatste wil van een testateur vast. Het is niet zijn taak om de door de testateur aangeleverde informatie op waarheid te onderzoeken. Evenmin is het zijn taak om de belangen te behartigen van de in het testament vermelde personen. Een notaris dient slechts de wensen van de testateur in een juridisch juiste vorm in een testament te verwoorden. Het is dus niet aan hem om de inhoud ervan te beoordelen. Slechts wanneer de inhoud van een testament zou ingaan tegen de goede zeden of de openbare orde kan de notaris weigeren daaraan zijn medewerking te verlenen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99b/14

    Naar het oordeel van de raad klaagt klager terecht over het feit dat verweerder zich niet aan de afspraken heeft gehouden die gemaakt waren over de betaling van de te maken kosten van de rechtsbijstand aan klager. Deze afspraken zijn door verweerder steeds nauwkeuriger en tot in detail vast gelegd vastgelegd in meerdere brieven. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien dergelijke prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten. In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder. Door de stellingname van verweerder (en zijn collega’s) dat klager de facturen voor de werkzaamheden voor zover deze het kostenmaximum te boven gingen, wel degelijk diende te voldoen, heeft hij een onterechte inbreuk gemaakt op de duidelijk omschreven afspraken. Door in diverse brieven op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Een voorwaardelijke schorsing is een gepaste maatregel gezien de leidende positie van verweerder in deze kwestie en de schade die klager heeft geleden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:264 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 318 - 2014

    Ook in verzet is niet gebleken dat de afwijzing van de vordering door de rechtbank wegens onvoldoende onderbouwing aan verweerder is te wijten. Hoger beroep afgeraden tenzij klager in hoger beroep schade wel onweersprekelijk zou kunnen aantonen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:258 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch ZWB 27 - 2015

    Het schriftelijk en zonder voorbehoud onjuist informeren van een cliënt omtrent de mogelijkheid om een rechtsmiddel in te stellen is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het incasseren van een bedrag waarop verweerder geen recht had is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dat verweerder geen contact kreeg met cliënt doet hier niet aan af nu hij had moeten volstaan met een verwijzing naar de opvolgend advocaat of de cliënt zelf. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2014:56 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL//2013/73

    Ten aanzien van het verwijt van klaagster dat de notaris de erfdelen uit de nalatenschap van moeder heeft uitgekeerd zonder dat zij daarvoor toestemming had gegeven, overweegt de Kamer als volgt. Vooropgesteld zij dat de boedelnotaris in opdracht van de executeur heeft gehandeld. De executeur had de bevoegdheid om de erfdelen uit de nalatenschap van moeder uit te keren. Hoewel de notaris in opdracht handelde, is hij niet onverhoeds te werk gegaan. Hij heeft de door klaagster gestelde verduistering door broer Jan uitgebreid onderzocht. Ondanks dat hij klaagster meerdere malen heeft uitgenodigd om haar stellingen inzake de verduistering te onderbouwen, bleven de bewijzen daarvan uit. De notaris is derhalve niet gebleken dat er gronden waren voor de verdenking van verduistering. Er bestond tussen klaagster en haar beide broers geen discussie over de opeisbaarheid en de hoogte van de vorderingen. Ondanks de aankondigingen van de notaris dat hij zou overgaan tot uitkering van de erfdelen, heeft klaagster geen kort gedingprocedure aangespannen om dit te voorkomen. De Kamer acht het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris onder deze omstandigheden is overgegaan tot uitkering van de erfdelen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99c/14

    Klager klaagt terecht over het feit dat verweerster zich niet aan de afspraken heeft gehouden die gemaakt waren over de betaling van de door haar te maken kosten voor haar rechtsbijstand aan klager. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien dergelijke prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerster om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten. In dit geval heeft verweerster zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerster. Door de stellingname van verweerster (en haar collega’s) dat klager de facturen voor de werkzaamheden voor zover deze het afgesproken bedrag te boven gingen, diende te voldoen, heeft zij een onterechte inbreuk gemaakt op die duidelijk omschreven afspraken. Niet voor niets zijn er drie brieven geschreven waarin die afspraken steeds nauwkeuriger en tot in detail zijn vast gelegd. Door op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden heeft verweerster klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerster gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. De positie van verweerster op haar (toenmalige) kantoor in aanmerking nemende is de maatregel van een berisping op zijn plaats.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:265 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 99 - 2015

    De aard en de omvang van letselschadezaken brengt in zijn algemeenheid met zich mee dat met de behandeling daarvan een lange tijd gemoeid is. De periodes tussen de door de advocaat verzonden brieven en e-mails was, zeker gelet op de omstandigheid dat deze in afwachting was van een reactie van zijn cliënt, niet dusdanig lang dat de advocaat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Klacht ongegrond