ECLI:NL:TGDKG:2015:194 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 235.2015
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2015:194 |
---|---|
Datum uitspraak: | 20-10-2015 |
Datum publicatie: | 10-12-2015 |
Zaaknummer(s): | GDW 235.2015 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | De gerechtsdeurwaarder heeft de herberekening van het openstaande bedrag niet met klager gecommuniceerd op het moment dat die herberekening werd uitgevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in eerste instantie niet aan klager medegedeeld waarom die herberekening heeft plaatsgevonden. Nu de gerechtsdeurwaarder alsnog de door klager gevraagde duidelijkheid omtrent de herberekening van het openstaande bedrag heeft verschaft en hij heeft aangeboden de in rekening gebrachte kosten voor eigen rekening te nemen, volstaat de Kamer met de constatering dat de klacht gegrond is. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 20 oktober 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 235.2015 ingesteld door:
[ ] ,
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ] ,
toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde,
gemachtigde: [ ].
Ontstaan en loop van de procedure
- Bij brief met bijlagen, ingekomen op 12 maart 2015, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.
- Bij verweerschrift, ingekomen op 2 juni 2015, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.
- Klager heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.
- De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 september 2015 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.
- Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
- De uitspraak is bepaald op 20 oktober 2015.
1. De feiten
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
a: Bij de gerechtsdeurwaarder is een tweetal dossiers ten laste van klager in behandeling. Dossier 11192870 is door middel van een betalingsregeling op 25 september 2013 volledig voldaan. Het andere dossier met zaaknummer 11098214 is in behandeling sinds 12 maart 2012. Het betreft premie-achter-stand aan een zorgverzekeraar. Ook in dat dossier is een betalingsregeling overeengekomen, maar klager heeft alleen de maandtermijnen van maart en april 2012 voldaan.
b: Op 7 november 2012 is de gerechtsdeurwaarder een nieuwe betalingsregeling met klager overeengekomen.
c: In januari 2013 is het de gerechtsdeurwaarder gebleken dat rechtstreekse betalingen aan de ziektekostenverzekeraar (RAC boekingen) onterecht in mindering waren gebracht op de vordering. De gerechtsdeurwaarder heeft dit gecorrigeerd, waardoor het openstaande saldo is verhoogd met € 711,00. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd om dit aan klager toe te lichten.
d: Inzake de schuld waarop het tweede dossier betrekking heeft, is op 25 juli 2013 gedagvaard en op 20 augustus 2013 een verstekvonnis gewezen. Dit verstekvonnis is op 20 september 2013 aan klager betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen.
e: Op 11 september 2014 heeft klager contact met de gerechtsdeurwaarder opgenomen, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij zijn schuld geheel had afgelost.
f: De gerechtsdeurwaarder heeft klager in de periode van 12 september tot en met 13 oktober 2014 een voorstel gedaan dat inhoudt dat klager het bedrag van € 711,00 alsnog voldoet door middel van een aflossingsregeling en de gerechtsdeurwaarder hem schadeloos stelt voor de kosten van de dagvaarding, proceskosten en betekenings- en executiekosten. Klager heeft op dit voorstel nog niet gereageerd.
2. De klacht
Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder ten laste van hem een verstekvonnis heeft verkregen terwijl hij in de veronderstelling verkeerde dat hij aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. Klager stelt zich op het standpunt dat de gerechtsdeurwaarder niet in voldoende mate met hem heeft gecommuniceerd omtrent de herberekening van het openstaande bedrag.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij beter met klager had moeten communiceren omtrent de herberekening van het openstaande bedrag. Daarnaast stelt hij zich op het standpunt dat hij, gelet op de onjuist aan hem doorgegeven boekingen van zijn opdrachtgever, aan klager een duidelijk en acceptabel voorstel heeft gedaan, waarbij klager enkel nog een deel van de oorspronkelijke vordering diende te voldoen en de gemaakte kosten zouden komen te vervallen.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder [ ] zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft de herberekening van het openstaande bedrag niet met klager gecommuniceerd op het moment dat die herberekening werd uitgevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in eerste instantie niet aan klager medegedeeld waarom die herberekening heeft plaatsgevonden. Nu de gerechtsdeurwaarder alsnog de door klager gevraagde duidelijkheid omtrent de herberekening van het openstaande bedrag heeft verschaft en hij heeft aangeboden de in rekening gebrachte kosten voor eigen rekening te nemen, volstaat de Kamer met de constatering dat de klacht gegrond is. Een maatregel kan achterwege blijven.
4.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klacht gegrond.
Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. A.W.J. Ros en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.