ECLI:NL:TNORARL:2014:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/72
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2014:55 |
---|---|
Datum uitspraak: | 09-07-2014 |
Datum publicatie: | 09-12-2015 |
Zaaknummer(s): | AL/2013/72 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Klacht ongegrond |
Inhoudsindicatie: | De Kamer is niet gebleken van enige aanwijzing dat de notaris niet onafhankelijk en onpartijdig zou zijn geweest. Aan de verwijten van klaagster lijkt een onjuist beeld van de rol en de taak van de notaris bij het opstellen en passeren van testamenten ten grondslag te liggen. Een notaris legt in een testament de laatste wil van een testateur vast. Het is niet zijn taak om de door de testateur aangeleverde informatie op waarheid te onderzoeken. Evenmin is het zijn taak om de belangen te behartigen van de in het testament vermelde personen. Een notaris dient slechts de wensen van de testateur in een juridisch juiste vorm in een testament te verwoorden. Het is dus niet aan hem om de inhoud ervan te beoordelen. Slechts wanneer de inhoud van een testament zou ingaan tegen de goede zeden of de openbare orde kan de notaris weigeren daaraan zijn medewerking te verlenen. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: AL/2013/72
Beslissing van de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden op de klacht van
[X],
wonende te [..],
klaagster,
gemachtigde: [Y], echtgenoot van klaagster,
tegen
[Z] ,
notaris te [..],
gemachtigden: mr. G.J. van Oosten en mr. M.M. Olthoff-Worst, advocaten te Amsterdam.
Partijen zullen verder als ‘klaagster’ en ‘de notaris’ worden aangeduid.
1. Her verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de brief met bijlagen van 13 mei 2013, waarin de klacht tegen de notaris is neergelegd;
- de brief van de notaris van 1 juli 2013;
- de brief van klaagster met bijlagen van 15 november 2013;
- de mondelinge behandeling van de klacht op 11 juni 2014, waarbij zijn verschenen klaagster, tezamen met haar gemachtigde en de notaris, tezamen met zijn gemachtigden.
2. De feiten
2.1 Op 3 september 2011 is de heer [A] (hierna: erflater) overleden. Hij was gehuwd
met mevrouw [B] en uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren, [C] , [D] en klaagster.
Mevrouw [B] is in 2004 overleden.
2.2 De heer [A] heeft laatstelijk over zijn nalatenschap beschikt bij testament van 18 april 2005, verleden voor de notaris. Hij heeft daarin klaagster en haar broer [D] benoemd tot zijn erfgenamen, waarbij de omvang van het erfdeel van klaagster is vastgesteld op haar legitieme portie. Broer [C] is als erfgenaam uitgesloten. Erflater heeft zijn zoon [D] tot executeur benoemd. Erflater heeft aan de executeur een onherroepelijke volmacht gegeven om de woning van erflater aan derden te verkopen.
Het testament bevat de mogelijkheid om een afwikkelingsbewind over de erfdelen van de afstammelingen in te stellen, waarbij de executeur tot bewindvoerder is benoemd, indien voor de levering van die woning de medewerking van de erfgenamen mocht zijn vereist en zij die medewerking niet wilden verlenen.
2.3 Broer [D] (hierna ook: de executeur) heeft het executeurschap aanvaard.
2.4 Klaagster heeft op 23 november 2011 de kantonrechter bij de rechtbank Leeuwarden, locatie Heerenveen, verzocht om haar broer [D] ontslag als executeur te verlenen.
2.5 Tijdens de eerste zitting op 21 februari 2012 heeft de kantonrechter de executeur opgedragen om een boedelnotaris aan te wijzen. De executeur heeft vervolgens [E], notaris bij [F], als boedelnotaris aangewezen.
In de e-mail van 11 april 2012, waarin de executeur [E] heeft verzocht om als boedelnotaris op te treden, is onder meer het volgende vermeld:
“ hieronder staat een mailtje van [Z] aan mij. Er is wat gedoe in de familie, mijn zuster wilde niet dat ik [Z] zou aanwijzen (die heeft ook het testament gemaakt) omdat ze niet veel vertrouwen in hem heeft, maar ze kan niet onderbouwen waarom niet. [Z] is op de hoogte van het gekibbel in de familie .”
2.6 De kantonrechter heeft bij beschikking van 3 juli 2012 het verzoek van klaagster om ontslag van [D] als executeur afgewezen.
3. De klacht en het verweer
3.1 De klacht van klagers valt in een aantal onderdelen uiteen.
Klachtonderdeel 1
: bij het opstellen van het testament van erflater is de notaris partijdig geweest.
Hij heeft meegewerkt aan een vooropgezet plan van de broers van klaagster om broer
[C] te bevoordelen en haar te benadelen. De notaris is daarbij afgegaan op voor hem
oncontroleerbare feiten. Erflater is beïnvloed door zijn zoon [C], die zowel bij het
eerste gesprek als bij de passeerafspraak aanwezig was. Onder deze omstandigheden
had de notaris het testament niet mogen passeren.
Klachtonderdeel 2 : de notaris heeft misbruik gemaakt van de mogelijkheid om een afwikkelingsbewind op te nemen in het testament van erflater, waardoor klaagster in de toekomst op een zijspoor kon worden gezet.
Klachtonderdeel 3 : de notaris heeft de boedelnotaris [E] negatief beïnvloed bij diens oordeelsvorming over de persoon van klaagster. Dit is namelijk op te maken uit de e-mail van de executeur aan boedelnotaris [E] van 11 april 2012.
Klachtonderdeel 4 : volgens de executeur had de notaris tegen hem gezegd dat klaagster vanwege haar karakter niet in aanmerking kon komen als vervanger van de executeur. De notaris heeft klaagster echter nog nooit ontmoet.
Klachtonderdeel 5 : het is onjuist dat klaagster kwetsbaar is voor slechte invloeden en verstandelijk minder sterk is dan haar beide broers.
Klachtonderdeel 6
: haar broer [D] heeft in zijn e-mail van 11 april 2012 aan [E] bericht dat hij niet
wist waarom klaagster geen vertrouwen in [Z] als boedelnotaris had, terwijl [D] wel
degelijk wist dat de reden hiervoor was dat klaagster hem niet onafhankelijk vond.
3.2 De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De Kamer zal daarop hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. De Kamer overweegt daartoe als volgt.
Klachtonderdeel 1
4.2 De Kamer is niet gebleken van enige aanwijzing dat de notaris niet onafhankelijk en onpartijdig zou zijn geweest. Aan de verwijten van klaagster lijkt een onjuist beeld van de rol en de taak van de notaris bij het opstellen en passeren van testamenten ten grondslag te liggen. Een notaris legt in een testament de laatste wil van een testateur vast. Het is niet zijn taak om de door de testateur aangeleverde informatie op waarheid te onderzoeken. Evenmin is het zijn taak om de belangen te behartigen van de in het testament vermelde personen. Een notaris dient slechts de wensen van de testateur in een juridisch juiste vorm in een testament te verwoorden. Het is dus niet aan hem om de inhoud ervan te beoordelen. Slechts wanneer de inhoud van een testament zou ingaan tegen de goede zeden of de openbare orde kan de notaris weigeren daaraan zijn medewerking te verlenen. Niet aannemelijk is geworden dat daarvan sprake was in het onderhavige geval.
Voorts is niet komen vast te staan dat bij de notaris het vermoeden had moeten rijzen dat erflater beïnvloed zou zijn door zijn zoon [C]. De notaris heeft betwist dat [C] bij het oriënterend gesprek en tijdens de passeerafspraak aanwezig was. Verder heeft de notaris aangevoerd dat hij uitvoerig met erflater heeft gesproken over diens wensen en dat daarbij in het geheel niet de indruk is ontstaan dat sprake was van beïnvloeding van erflater door zijn zoons.
Dit klachtonderdeel dient derhalve ongegrond te worden verklaard.
Klachtonderdeel 2
4.3 Het tweede klachtonderdeel is eveneens tevergeefs voorgesteld.
Evenals het eerste klachtonderdeel lijkt het tweede klachtonderdeel gebaseerd te zijn op het onjuiste beeld van klaagster ter zake van de taak van een notaris bij het opstellen en passeren van een testament. De notaris heeft alleen tot taak om de laatste wil van erflater vast te leggen. Hij heeft niet de bevoegdheid om deze laatste wil te beoordelen. De notaris heeft de wens van erflater inzake de verkoop van de woning in juridische bewoordingen in het testament opgenomen. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.
Klachtonderdeel 3
4.4 Niet valt in te zien waarom uit de mail van 11 april 2012 zou moeten blijken dat boedelnotaris [E] bij zijn oordeelsvorming over het karakter van klaagster negatief is beïnvloed door de notaris. Het betreft een e-mail van broer [D] aan
[E], waarin broer [D] schrijft dat de notaris op de hoogte is van de moeizame familierelaties. Dit zijn dus niet de woorden van de notaris, maar van broer [D].
Hieruit kan niet worden opgemaakt dat de notaris een mededeling met dezelfde strekking aan [E] heeft gedaan, nog afgezien van het feit dat de bewoordingen van broer [D] neutraal zijn en niets zeggen over het karakter van klaagster.
De notaris heeft in zijn verweer ontkend dat hij zich op enigerlei wijze negatief heeft uitgelaten over het karakter van klaagster.
Van de in de e-mail vermelde bijlage heeft de Kamer geen kennis genomen. Zij kan de inhoud van deze bijlage dan ook niet in haar oordeel betrekken.
Dit klachtonderdeel treft geen doel.
Klachtonderdeel 4
4.5 Niet is komen vast te staan dat de notaris aan de executeur gezegd zou hebben dat klaagster vanwege haar karakter niet in aanmerking kon komen als vervanger van de executeur, nu de notaris dit uitdrukkelijk heeft betwist.
Het klachtonderdeel dient om die reden ongegrond te worden verklaard.
Klachtonderdelen 5 en 6
4.6 De klachtonderdelen 5 en 6 richten zich niet tegen de notaris, maar tegen haar broers [C] en [D]. De hierin verwoorde verwijten kunnen de notaris niet worden tegengeworpen.
Deze klachtonderdelen zijn derhalve eveneens tevergeefs voorgesteld.
5. De beslissing
De Kamer voor het notariaat
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. D. Vergunst, plv. voorzitter, mr. H. Quispel, lid, mrs. I.C.J.I.M. van Dorp, E.J. Oostrik en T.K. Lekkerkerker, plv. leden en in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger, secretaris, in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2014.
De secretaris De plv. voorzitter
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.
Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.