ECLI:NL:TGDKG:2015:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 722.2014

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2015:202
Datum uitspraak: 10-11-2015
Datum publicatie: 10-12-2015
Zaaknummer(s): GDW 722.2014
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Aan de thans door klager geformuleerde klacht ligt hetzelfde feitencomplex ten grondslag als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld. Klager heeft in de onderhavige procedure onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij op andere gronden dan in de eerdere procedure van mening is dat de gerechtsdeurwaarder klachtwaardig zou hebben gehandeld. Klager kan deze klacht daarom niet opnieuw aan de Kamer voorleggen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 november 2015 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 722.2014 ingesteld door:

[ ] ,

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ] ,

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde,

gemachtigde: [ ].

Ontstaan en loop van de procedure

- Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 22 september 2014, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

- Bij verweerschrift, ingekomen op 10 december 2014, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

- Klager heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

- De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 september 2015 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

- Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

- De uitspraak is bepaald op 10 november 2015.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

Op 24 februari 2015 is een klacht van klager tegen twee gerechtsdeurwaarders, onder wie beklaagde, door de voorzitter van deze Kamer kennelijk ongegrond verklaard (zaaknummer 512.2014). Het daartegen ingestelde verzet met nummer 202.2015 is bij beslissing van 12 juni 2015 ongegrond verklaard.

2. De klacht

2.1 De klacht is gericht tegen [ ] te [ ]. In een dergelijk geval dient de Kamer te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder van het samenwerkingsverband de klacht zich richt. Nu klager in zijn klacht te kennen geeft te persisteren in zijn eerdere klacht, terwijl die eerdere klacht was gericht tegen gerechtsdeurwaarder [ ] van het kantoor te [ ] , gaat de Kamer er vanuit dat ook deze klacht zich tegen die gerechtsdeurwaarder richt. In de aanhef van deze beslissing is dat verwerkt. Nu namens het kantoor van beklaagde ter zitting het woord is gevoerd is beklaagde daarbij niet in zijn belangen geschaad, mede in aanmerking genomen dat de Kamer gezien het navolgende aan een inhoudelijke behandeling van de klacht niet toekomt.

2.2 Volgens klager heeft de gerechtsdeurwaarder ten onrechte verklaard dat hij geen beslag had gelegd onder de Belastingdienst en is er onrechtmatig beslag gelegd voor het bedrag van € 1.569,00 en zonder pro-rata verdeling onder de andere beslagleggers.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat naar aanleiding van de klacht van klager over het vermeende beslag op zijn belastingteruggaaf nader onderzoek is gedaan. Daarbij is het volgende gebleken. Op het kantoor van de organisatie in [ ] was een dossier in behandeling van de schuldeiser [ ]. In dat dossier is door het kantoor [ ] inderdaad beslag op de voorlopige teruggaaf van klager gelegd. Dat beslag bleek vruchteloos. Op 22 mei 2014 nadat het dossier al was gesloten is plotseling het bedrag van de Belastingdienst ontvangen. Dat bedrag is zonder enige vergoeding van kosten aan de schuldeiser doorbetaald. Bij de brief van 17 september 2014 is dit aan klager toegelicht en zijn excuses gemaakt. Het was achteraf gezien beter geweest als de betreffende medewerker toen al had opgemerkt dat er nog meer schuldeisers van klager bestonden, dat er tevens beslag ten behoeve van een andere schuldeiser lag en dat er correspondentie met een andere gerechtsdeurwaarder aanwezig was. Uit deze correspondentie had opgemerkt kunnen worden dat het niet alleen ging om de discussie betreffende een in het verleden ontvangen betaling, maar dat deze gerechtsdeurwaarder tevens trachtte zijn beslag bij de organisatie van de gerechtsdeurwaarder aan te melden teneinde te delen in toekomstige gelden. Inmiddels is het bedrag teruggevraagd aan [ ] om tot herverdeling over te gaan en is uit eigen zak aan de betreffende schuldeiser en de andere betrokken gerechtsdeurwaarder naar rato het toekomende percentage uitbetaald. Er zijn excuses aangeboden aan de betreffende partijen en geen verdeelkosten in rekening gebracht.

4. De ontvankelijkheid van de klacht

4.1 Aan de thans door klager geformuleerde klacht ligt hetzelfde feitencomplex ten grondslag als aan de klacht die in de eerdere procedure (zoals in deze beslissing vermeld onder de feiten) aan de orde is gesteld. Klager heeft in de onderhavige procedure onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij op andere gronden dan in de eerdere procedure van mening is dat de gerechtsdeurwaarder klachtwaardig zou hebben gehandeld. Klager kan deze klacht daarom niet opnieuw aan de Kamer voorleggen.

4.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. A. Sissing en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2015, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.